NL9201451A - CD-album. - Google Patents

Description

Titel: CD-album

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor hettijdelijk opbergen van schijfvormige geluidsdragers, zoalsverder in deze beschrijving CD's te noemen compact-disc's.

CD's worden aangeboden in al dan niet doorzichtigedoosjes, waarin één of meer CD's, tezamen met een titelpaginaen eventueel een libretto of dergelijke insluiters zijnopgenomen. Het is bekend CD's in deze doosjes verpakt op tebergen in daartoe ingerichte rekken, laden, standaards endergelijke opbergsystemen. Daarmee zijn de CD's inderdaadbeschermd tegen stof, krassen en andere bronnen vanbeschadiging, waarbij elke CD in het midden in het doosje isgefixeerd zodanig dat de informatie dragende zijde van de CDvrij in de doosruimte hangt en daardoor beschadiging doorschuiven verhindert. Ook de "etiketzijde" moet vrij hangenomdat krassen in de daar aangebrachte zilverlaag laserstralendoorlaten en de CD-speler verkeerde informatie krijgt.

Dergelijke opbergsystemen hebben het nadeel dat deze zeerveel ruimte innemen, veelal ten opzichte van het volume vaneen opbergrek of dergelijke relatief weinig CD's kunnenbevatten en moeilijk meeneembaar zijn. Verder zijn bekendeopberginrichtingen waarbij CD doosjes naast of boven elkaarworden ingeschoven en van buiten af slechts de ruggen van deopgeborgen doosjes zichtbaar zijn, onoverzichtelijk in die zindat het moeilijk is een bepaalde CD in het rek terug tevinden. Bovendien zijn dergelijke inrichtingen, in verhoudingtot het aantal opgeborgen CD's, kostbaar in aanschaf.

De uitvinding beoogt een CD-opberginrichting waarbij de bezwaren van bekende opbergsystemen zijn vermeden terwijl de CD's ten minste even veilig zijn opgeborgen.

Hiertoe is volgens de uitvinding de opberginrichtinguitgevoerd als een album waarvan de bladen ten minste eenzodanige profilering hebben dat daarin ten minste één holleopneemruimte voor een CD is gevormd met fixeermiddelen voor het in de hoogterichting gezien, midden in die ruimte ophangenvan een CD.

Productie-technisch eenvoudig is een uitvoeringsvormwaarbij de centreermiddelen een van het midden van de bodemvan de opneemruimte omhoog stekende stomp omvatten die met decentrale opening van een CD een snapverbinding kan vormen.

In een dergelijk album kunnen per bladzijde één of meeronverpakte CD's vrijhangend in de ruimten van opneemholtenworden bewaard. Bij gesloten album zijn de CD's stofvrij enbeschermd tegen stoten, krassen en dergelijke opgeborgen. Bijeen bladoppervlak van ca.25x25 cm kunnen 4 CD-opneemholtenworden gevormd, hetgeen betekent dat bij een hoogte van deprofilering per blad van 4 mm, ca 10 bladen, d.w.z. 40 CD’skunnen worden bewaard in een album van normale foto-albumafmetingen, dat in een boekenkast kan worden opgeborgen.Een dergelijk album neemt zeer weinig ruimte in vergeleken meteen voor dat aantal CD’s ingericht rek, terwijl in het albumde CD's door bladeren snel kunnen worden teruggevonden.

Voor het verder verbeteren van de de overzichtelijkheidkunnen, in nadere uitwerking van de uitvinding, de albumbladenzijn voorzien van middelen voor het opnemen van bij de CD'sbehorende geschriften, waardoor de CD's makkelijker herkenbaarzijn. Daarbij kunnen deze opneemmiddelen voor de insluitersvan de doosjes waarmee de CD's oorspronkelijk zijn geleverd,aan de voorzijde van de bladen dan wel aan de achterzijde zijnaangebracht. Bij het aanbrengen van insluiters-opneemmiddelenaan de achterzijde van de CD opneemholte, waarbij bijopengeslagen album de insluiters behoren bij CD's aan detegenoverliggende bladzijde of bij de naastliggende CD's,kunnen volgens de uitvinding de insluiter-opneemmiddelenworden gevormd door profileringen in de bladen.

Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding en de daarmeebereikte effecten zullen blijken uit de hiernavolgendefiguurbeschrijving.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een opengeslagenalbum; fig. 2 toont een zij-aanzicht in doorsnede van het album,volgens de lijn II - II in fig. 1; fig. 3-5 tonen steeds een gecombineerd boven- en zij¬aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een bladzijde in eenalternatieve uitvoering; en fig. 6 toont een perspectivisch aanzicht van eengedeeltelijk opengeslagen CD-opbergalbum.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een opengeslagen CD-album 1, waarbij per bladzijde 2 aan de voorzijde 3 eenviertal holten 4 is aangebracht voor het opnemen van steedséén CD 5, die op een arreteernok 6 kan worden vastgedrukt,zodanig dat de beide zijden van de CD 5 ten minste inhoofdzaak vrijliggen. De bladzijden 3 zijn losneembaar in hetalbum 1 bevestigd met behulp van een oprijgring 7, zodanig datop eenvoudige wijze in het album kan worden gebladerd. De CD-opneemholten 4 worden omgeven door een gedeeltelijk opstaande,cirkelvormige rand 8. De vier hoeken 9 van een decirkelvormige rand 8 omsluitend vierkant 10 zijn naar deachterzijde 11 van de bladzijde 2 doorgezet, zodat aan de naarelkaar gerichte zijden 12 van de hoeken 9 van het vierkant 10zich haaks op het vlak van de bladzijde 2, vanaf deachterzijde 11 daarvan uitstrekkende openingen zijn gevormdvoor het opnemen van bij de CD's behorende geschriften 13.

Zoals blijkt uit fig. 2 liggen de bladzijden 2 in hetalbum 1 zodanig tegen elkaar en tegen de omslag van het album1 dat de CD's 5 beschermd worden tegen bijvoorbeeld krassen enstof.

Fig. 3 toont een bladzijde 20 waarbij steeds aan zowel devoorzijde als de achterzijde twee CD-opneemholten 14 zijnvoorzien, alsmede twee opneemholten 15 voor de bij de CD's 5behorende geschriften. De opneemholten zijn zodanig op debladzijden gepositioneerd dat zich aan tegenoverliggendezijden van de bladzijde steeds een CD-opneemholte 14 en eengeschriften-opneemholte 15 bevinden. De geschriften kunnen in de geschriften-opneemholte 15 worden bevestigd onder zich in de holte, in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem en op enigeafstand daarvan uitstrekkende nokken 16.

De bladzijde volgens figuur 3 is aan de ene zijdevoorzien van positioneernokken of -randen 17, 18 en 19, diesamen werken met de aan de andere zijde aangebrachtepositioneernokken of -randen 17a, 18a, respectievelijk 19avoor een goede positionering van de bladzijden ten opzichtevan elkaar. De van de gaten 21 voor de rijgring 7 afgekeerdezijde 22 is zodanig gevormd dat de bladzijden op eenvoudigewijze kunnen worden aangevat wanneer zij tegen elkaa-raanliggen. De zijden 23 van de bladzijde 20 zijn zodaniggevormd dat deze de zijden 23 van een bovenliggende bladzijdekunnen omsluiten, teneinde een stofdichte afdichting van deCD-opneemholten 14 te verkrijgen.

De bladzijden 25 en 26 volgens de figuren 4 en 5 zijn quaopbouw vergelijkbaar met de bladzijde volgens fig. 2, enkunnen steeds aan beide zijden van de bladzijde één CD in eenCD-opneemholte opnemen, alsmede bij de CD behorendegeschriften, in een geschriften-opneemholte 24. Degeschriftenopneemholte 24 bestaat uit een op de bladzijdebevestigde insteekzak, bij voorkeur uit doorzichtig folievervaardigd en op de bladzijde 25 respectievelijk 26 geseald.

Uit fig. 6 blijkt duidelijk dat de CD's en de daarbijbehorende geschriften op overzichtelijke wijze in het albumkunnen wórden opgeslagen.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot debeschreven uitvoeringsvorm maar dat diverse wijzigingen binnenhet raam van de uitvinding mogelijk zijn.

Claims (6)

1. Inrichting voor het tijdelijk opbergen van schijfvormigegeluidsdragers, zoals compact-disc's (CD's), met het kenmerk,dat de opberginrichting is uitgevoerd als een album waarvan devan kunststof vervaardigde bladen ten minste een zodanigeprofilering hebben dat daarin ten minste één holleopneemruimte voor een CD is gevormd met fixeermiddelen voorhet in de hoogterichting gezien, midden in die ruimte ophangenvan een CD.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat decentreermiddelen een van het midden van de bodem van deopneemruimte omhoog stekende stomp omvatten die met decentrale opening van een CD een snapverbinding kan vormen.

3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk,dat de albumbladen zijn voorzien van middelen voor het opnemenvan bij de CD's behorende geschriften, waardoor de CD'smakkelijker herkenbaar zijn.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat demiddelen voor het opnemen van bij de CD’s behorendegeschriften worden gevormd door profileringen in de bladen.

5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat deinsluiter-opneemmiddelen worden gevormd door op de bladzijdebevestigde, van doorzichtige folie vervaardigde insteekzakken.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat de bladzijden door vacuümvormen uit kunststofplaatmateriaal zijn gevormd.