NL9201129A - Uit metaal gevormde afsluiter. - Google Patents

Description

Titel: Uit metaal gevormde afsluiter

De uitvinding heeft betrekking op een uit metaal vervaardigde sluiting, in het bijzonder een schroefsluiting, voor na het afsluiten onder onderdruk staande verpakkingshouders uit metaal, glas, kunststof of dergelijke. Bij bepaalde vulgoederen, in het bijzonder van de soort, die na het verpakkenin de verpakkingshouder onder een relatief hoog vacuüm staan, kan de metalen deksel met een bij het vervaardigen aangebrachte gatvormigen opening zijn uitgerust, die met een doorstootbaar of wegtrekbaar folie is afgedekt. Voor het openen van de verpakking wordt allereerst het afdekfolie doorstoten of weggetrokken, teneinde het vacuüm in de houder op te heffen. Daarna kan de afsluiter eenvoudiger verwijderd worden, respectievelijk een schroefsluiting lichter verdraaid worden. De opening wordt door snijden of stanzen vervaardigd. Om te verhinderen dat daarbij de ontstane metalen snijkanten met de inhoud van de verpakkingshouder in contact komen en/of corroderen wordt in een .afzonderlijke stap de snijkant van de opening met een lak afgedekt of aan de binnenzijde van de afsluiting met een toegevoegd folie afgedekt.

Teneinde deze afzonderlijke lak- of folieachtige afdekking voor de snijkanten van de afsluiter te vermijden wordt volgens de uitvinding bewerkstelligd dat de snijkanten van de opening met behulp van het toch al aanwezige en voor het afsluiten van de opening dienende afsluitfolie eveneens tegen corrosie afgedekt worden. Hiertoe wordt de snijkant van de opening zodanig naar buiten gebogen, dat ze direct aanliggen tegen het van buitenaf aan te brengen afdekfolieen derhalve bij het aanbrengen van het afdekfolie betrouwbaar door het folie worden afgedekt.

Het is daarbij doelmatig wanneer het de snijkanten omvattende randbereik van de opening zodanig naar buiten is omgebogen, dat het afsluitfolie in aanraking komt met de oorspronkelijke onderzijde van dat randbereik. Hierdoor wordt een direct contact tussen de snijkant en het afsluitfolie vermeden en wordt verhinderd dat de snijkant het afsluitfolie kan beschadigen.

Een nog betere bescherming wordt verkregen wanneer de snijkant daarbij zodanig wordt omgebogen of omgekraald dat deze direct op de blikbovenzijde aanligt.

De uitvinding wordt hierna aan de hand van een schematische tekening in meerdere uitvoeringsvoorbeelden toegelicht.

Fig. 1 toont in bovenaanzicht een uit metaal bestaande afsluiting volgens de uitvinding, die voor het verpakken van in het bijzonder onder onderdruk staande goederen in verpakkingshouders uit metaal, glas, kunststof of dergelijke toegepast kan worden; fig. 2 toont op grotere schaal en in dwarsdoorsnede een voorkeursuitvoering van de nieuwe verpakking; en

Fig. 3 en 4 tonen beide in een uitsnede bijzonderheden van afwijkende uitvoeringen.

De uit metaal bestaande afsluiter 1 is dekselvormig uitgevoerd en is in het in figuur 1 weergegeven voorbeeld voorzien van een centraal in de dekselbodem voorgestanste opening 2, die in de figuur in verhouding tot de doorsnede van de deksel relatief groot is weergegeven. De opening 2 kan bijvoorbeeld zodanig bemeten zijn dat daar doorheen precies een rietje gestoken kan worden.

De opening 2 is vacuümdicht met een volgens het getoonde voorbeeld wegtrekbaar afsluitfolie 5 afgedekt, dat voor het eenvoudiger aangrijpen van een grijplip 6 is voorzien.

De door het fabrieksmatig vervaardigen van de opening onstane snijkant 4 aan het metaal van de afsluiter is, zoals getoond in figuur 3, axiaal naar buiten gekeerd.

In figuur 3 is de dekselbodem met 19 en de opening met 20 aangeduid. De rand 17 van de opening is hierin zodanig naar buiten gebogen dat de snijkant 18 van de binnenzijde van de houder is afgekeerd. De in streeplijn weergegeven afsluitfolie 21 overdekt bij het aanbrengen aan de buitenzijde van de afsluiter tevens de snijkant 18, zodat deze niet langer met dè inhoud van de verpakking in aanraking kan komen en tegelijkertijd tegen corrosie wordt beschermd.

Daarentegen is bij de voorkeursuitvoering zoals weergegeven in figuur 2 de rand 17 van de opening 15 zo naar buiten toe omgelegd dat bij het aanbrengen van het afsluitfolie IS het afsluitfolie niet met de snijkant 18 maar met het aangrenzende bereik van de oorspronkelijke onderzijde van de dekselbodem in aanraking komt. Hierdoor is het gevaar verkleind, dat onder invloed van de onderdruk van de verpakking de scherpe snijkant 18 het afsluitfolie 16 beschadigt of geheel doorsnijdt.

In figuur 2 is de dekselvorm van de afsluiter 10 aangegeven. De dekselbodem 11 omvat een doordieping 12 in het gebied van de overgang naar de omtreksrand 14 van de deksel.

In deze doordieping is het dichtmateriaal 18 aangebracht dat bij het afsluiten van de verpakkingshouder met de houderrand op bekende wijze samenwerkt.

De ombuiging of omkraling van het randbereik 17 kan, zoals in overdreven vorm getoond in figuur 4, zodanig worden uitgevoerd dat de snijkant 18 direct tegen de buitenzijde 26 van de dekselbodem 23 aanligt, zodat het uitgesloten is dat bij het afsluiten van de opening 25 met het afsluitfolie 24 dit afsluitfolie met de snijkant in aanraking komt.

Het overdekken met lak of het afdekken vanaf de binnenzijde van de afsluiter is bij een afsluiter volgens de uitvinding niet mer noodzakelijk.

Claims (4)

1. Uit metaal vervaardigde sluiting, in liet bijzonder een schroefsluiting, voor na het afsluiten onder onderdruk staande verpakkingshouders uit metaal, glas, kunststof of dergelijke, die met een voorgevormde stansopening is uit gerust, die met een doorstootbaar of wegtrekbaar folie is afgedekt, met het kenmerk, dat de stans- of snijkant (18) van de opening (2, 15, 20, 25) met behulp van het afsluitfolie (5, 16, 21, 24) tegen corrosie is afgedekt.

2. Sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snijkant (18) naar buiten toe naar het afsluitfolie (21) is gekeerd.

3. Sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het de snijkant (18) omvattende, de opening (2, 15, 25) omsluitende randbereik (17) zodanig naar buiten is omgebogen of omgekraald dat het afsluitfolie (-16, 21, 24) met de oorspronkelijke onderzijde van genoemd randbereik (17) in aanraking ligt.

4. Sluiting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de snijkant (18) zelf op de blikbuitenzijde (26) aanligt.