NL9200807A - Slot voor een spaarpot. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Slot voor een spaarpot.

De uitvinding heeft betrekking op een slot voor een spaarpot met een uit plaat bestaande slotkast, waarvan de voorzijde een uitsparing voor de doortrede van een grendel bezit, die via een sleufgat en een aan de slotkast geklonken steunbout geleid is en door een veer in de sluitstand wordt gehouden.

Bij bekende sloten voor spaarpotten is een uit plaat afgekante slotkast samengeklonken met het in hoofdzaak cirkelronde spaarpotdeksel. De slotkast of het deksel van de pot bezit een afgebogen deel, dat achter de rand van de opening van de spaarpot grijpt. Aan de diametraal tegenover liggende plaats schuift de grendel onder de rand van de pot. De onder veer- \ spanning staande grendel is zo uitgevoerd, dat hij in geopende stand van de grendel blijft staan, waarbij de sleutel gevangen is.

Deze constructie heeft het nadeel, dat bij de eindmontage van de spaarpot, het verenigen van pot en slotdeksel, de sleutel wordt benodigd en het slot met de hand open en dicht gedraaid moet worden.

De uitvinding ligt de opgave ten gronde de eindmontage tijdsparend en zonder inzetten van een sleutel mogelijk te maken.

Volgens de uitvinding is dit daardoor te bereiken,dat de grendel is uitgevoerd als grendelklink en is vervaardigd uit kunststof.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuur weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont de lege slotkast van boven.

Figuur 2 toont deze kast in doorsnede met met streepstiplijn aangeduide grendelklink.

Figuur 3 toont de grendelklink in bovenaanzicht.

Figuur 4 toont de grendelklink vanaf de zijkant.

In figuur 1 is met 1 de slotkast aangeduid, welke bestaat uit een rechthoekige bodemplaat la, de omgevouwen eindwanden 1b, 1c en de eveneens omgevouwen zijwanden ld, le. De bodemplaat la bezit boringen 1f, 1g, die dienen voor de bevestiging van steunbouten. Een groter gat Ih neemt een sleutelgeleidingsdoorn op. Een uitsparing li, welke zich vanaf de bodemplaat la tot in de eindwand 1c uitstrekt, dient voor het doorvoeren van de grendelklink 3, die in figuur 2 aangeduid en in figuren 3 en 4 uit- voerig weergegeven is.

Figuur 2 vormt de doorsnede van de slotkast. Men onderkent voor de zijwand ld een steunbout 2, welke dient voor de geleiding van de aangeduide grendelklink 3. Weergegeven is de uitgeschoven stand. Eveneens met streepstiplijnen is het deksel 4 van de spaarpot aangeduid, dat met de steunbout 2 en een verdere in het gat Ig ingestoken steunbout wordt samengeklonken.

Bij de inbouw van de grendelklink 3 wordt deze schuin van rechts boven naar links onderen in de slotkast ingevoerd, waarbij grendelkop 3a en klinkvlak 3b door de uitsparing li heentreden.

Figuur 3 geeft de grendelklink 3 in bovenaanzicht weer. Men onderkent de grendelkop 3a, het voor de geleiding dienende sleufgat 3c en een uitsparing 3d, welke een schroefveer opneemt. Een zijdelingse ovale uitsparing 3e wordt benodigd voor de in de opening 1b gelegerde sleutel-geleidingsdoorn. De wanden van een aanvullende rechthoekige uitsparing 3f dienen als sleutel stuurvlakken. Zij zijn zo gevormd, dat de grendelklink in de teruggetrokken stand stabiel blijft staan, waarbij als voordeel geldt, dat de sleutel niet kan uitvallen.

Figuur 4 toont de grendelklink 3 vanaf de zijkant. Men onderkent de vorm van de grendelkop 3a, welke overgaat in het vlak 3b van de klink en de wanden van de uitsparing 3f, die als stuurvlakken voor de sleutelbaard dienen.

De grendelklink kan uit een kunststof met geringe wrijvingsbij-waarde als spuitgietdeel bijzonder goedkoop worden vervaardigd.

De uitvinding maakt het mogelijk, dat het gereed gemonteerde deksel van de spaarpot zonder het ten hulp nemen van de sleutel op de spaarpot wordt opgezet, waarbij de klink tengevolge van de aandrukkracht terug wijkt en dan onder de druk van de veer vergrendelend naar voren snapt. De sleutel wordt slechts bij het legen van de spaarpot benodigd, waarbij de grendelklink blijft ingetrokken en de sleutel tot aan het beëindigen van de s1 uithandeling gevangen is.

Claims (3)

1. Slot voor een spaarpot met een uit plaat bestaande slotkast, waarvan de voorzijde een uitsparing voor de doortrede van een grendel bezit, die via een sleufgat en een met de slotkast samengeklonken steunbout geleid is en door een veer in sluitstand wordt gehouden, met het kenmerk, dat de grendel uit kunststof bestaat en als grendelklink (3) is uitgevoerd.

2. Slot voor een spaarpot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparing (li) voor de grendelklink (3) zich aanvullend uitstrekt op de bodemplaat (la) van de slotkast en juist zo groot is, dat het schuine vlak (3b) van de klink bij de montage erdoorheen kan treden.

3. Slot voor een spaarpot volgens conclusie 1, gekenmerkt door een zodanige uitvoering van de sleutelstuurvlakken van de grendelklink (3), dat de grendelklink (3) in opgesloten stand blijft staan, zodat de sleutel bij het afnemen van het deksel (4) van de spaarpot niet uitvalt.