NL9200695A - Ladingdrager. - Google Patents

Ladingdrager. Download PDF

Info

Publication number
NL9200695A
NL9200695A NL9200695A NL9200695A NL9200695A NL 9200695 A NL9200695 A NL 9200695A NL 9200695 A NL9200695 A NL 9200695A NL 9200695 A NL9200695 A NL 9200695A NL 9200695 A NL9200695 A NL 9200695A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
support
bracket
carriers
toggle
Prior art date
Application number
NL9200695A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Curtec Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Curtec Nederland Bv filed Critical Curtec Nederland Bv
Priority to NL9200695A priority Critical patent/NL9200695A/nl
Publication of NL9200695A publication Critical patent/NL9200695A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D21/00Nestable, stackable or joinable containers; Containers of variable capacity
    • B65D21/02Containers specially shaped, or provided with fittings or attachments, to facilitate nesting, stacking, or joining together
    • B65D21/04Open-ended containers shaped to be nested when empty and to be superposed when full
    • B65D21/041Identical multi-level containers, i.e. having at least three levels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Stackable Containers (AREA)

Description

LADINGDRAGER
De uitvinding heeft betrekking op een drager, omvattende een bodem, een achterwand, twee zijwanden, welke wanden elk in bovenwaartse richting zodanig convergeren, dat een tweede drager in een nestpositie in de drager nestbaar is, en een aan de voorzijde aangebrachte voorsteun die in een eerste werkpositie de voorzijde van de bodem van een in een stapelpositie daarop geplaatste tweede drager steunt.
Dergelijke dragers zijn algemeen bekend in het gebied van de voedingsmiddelenindustrie, in het bijzonder in het gebied van de bakkerijen. Zij worden veelal gebruikt voor het transporteren van broden van de bakkerij naar de verkooplokatie. Veelal worden deze dragers eveneens als stelling in de verkooplokatie gebruikt, waarbij de broden vanaf de desbetreffende stelling, die door een aantal op elkaar gestapelde dragers wordt gevormd, worden gegrepen.
De afmetingen van deze bekende dragers zijn dan ook geheel afgestemd op de gangbare hoogte van brood, namelijk de afstand tussen de onderzijde van de bodem van de bovenste van twee op elkaar gestapelde dragers en de bovenzijde van de bodem van de onderste van de twee dragers komt overeen met de maximale hoogte van in Nederland gangbare broodsoorten.
Bij het gebruik voor brood zijn de dragers dan ook bijna volledig met brood gevuld, zodat een grote vulfactor wordt verkregen.
De dragers zijn nestbaar, zodat zij genest kunnen worden, en zodat zij bij het transport van de ledige dragers vanaf de verkooplokatie terug naar de bakkerij aanzienlijk minder volume innemen.
Deze bekende dragers zijn echter alleen geschikt voor het vervoer van produkten, met een vaste hoogte; het is mogelijk produkten met een aanzienlijk kleinere hoogte te transporteren, doch dan verslechtert de vulfactor aanzienlijk, zodat bij transport veel lucht vervoerd wordt, en het transport relatief duur is.
Tot de stand van de techniek behoren ook dragers die van steunen zijn voorzien, waarmee het mogelijk is de dragers in een tussenpositie op elkaar te stapelen. Met deze dragers is het weliswaar mogelijk waren met een geringere hoogte met een voldoende vulfactor te transporteren en op te slaan, doch deze bekende dragers zijn moeilijk hanteerbaar. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de dragers een zodanige vormgeving hebben, dat het slechts mogelijk is gebruik te maken van de tussenpositie door de bovenste drager nauwkeurig op de onderste drager te plaatsen, opdat de aangebrachte steunen effectief worden. Uiteraard is de kans groot dat plaatsing niet met de vereiste nauwkeurigheid plaatsvindt, zodat de bovenste drager tot in de nestpositie met de onderste drager komt en de waar in de onderste drager beschadigd wordt.
Bovendien is bij deze bekende drager een draagpro-fiel aan de voorzijde onderbroken, zodat deze bekende drager voor enkele toepassingen niet voldoende stevig is.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke drager, waarbij de hierboven genoemde nadelen worden vermeden.
Dit doel wordt bereikt door een drager die voorzien is van hulpsteunen die beweegbaar zijn tussen in een inactieve positie waarin de tweede drager in de drager nestbaar is en een actieve positie waarin de tweede drager in een tussenpositie aan zijn voorzijde op de hulpsteunen steunt en aan zijn achterzijde door middel van achter-steunmiddelen op de drager rust, waarbij in de tussenpositie de afstand tussen de bovenzijde van de bodem van de drager en de onderzijde van de bodem van de tweede drager kleiner is dan dezelfde afstand in de stapelpositie.
Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk de dragers in een tweede positie op elkaar te stapelen, waarbij tijdens het stapelen de onderzijranden van de bovenste drager over de hulpsteunen van de onderste drager glijden, hetgeen gemakkelijk is voor de gebruiker, en hetgeen het gevaar vermijdt dat de waar beschadigd wordt.
Deze voordelen gelden eveneens bij het ontstape-len. Bovendien wordt bij deze constructie verzwakking van de drager, in het bijzonder aan de voorrand, vermeden.
Het gebruik van hulpsteunen die beweegbaar zijn tussen een inactieve positie maakt het mogelijk de dragers de nesten, terwijl het met de dragers in de actieve positie mogelijk is de dragers met een korte onderlinge tussenruimte op elkaar te stapelen. Het blijft mogelijk de dragers met een grote tussenruimte op elkaar te stapelen, waarbij de positie van de hulpsteunen niet relevant is.
Verder maakt de vorm van de hulpsteunen het moge-lijk bij het stapelen, respectievelijk ontstapelen de onderzijranden van de bovenste drager over de hulpsteunen van de onderste drager te laten glijden, hetgeen gemakkelijk is voor de gebruiker.
Verdere aantrekkelijke uitvoeringsvormen zullen blijken uit de volgende figuurbeschrijving aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: fig. 1: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een drager volgens de uitvinding; fig. 2: een zijaanzicht van twee nestend gestapelde dragers van de in fig. 1 getoonde soort; fig. 3: een gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht van twee dragers in de tussenpositie gestapelde dragers; fig. 4: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een hulpsteun volgens de uitvinding; fig. 5: een gedeeltlijk weggebroken zijaanzicht van twee in de stapelpositie gestapelde dragers; fig. 6: een schematisch gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht van twee in de displaypositie gestapelde dragers; fig. 7: een perspectivisch aanzicht van een reeks in de displaystand op elkaar gestapelde dragers; fig. 8: een perspectivisch aanzicht van in de stapelstand op elkaar gestapelde dragers; en fig. 9: een doorsnede van de vorm van de fixatie-opening van de aan de drager bevestigde beugel.
De in fig. 1 afgeheelde drager 1 wordt gevormd door een bodem 2 die van glijribben 3 is voorzien, en waarin perforaties 4 zijn aangebracht. Verder omvat de drager twee zijwanden 5,6 die van perforaties 7, respectievelijk 8 zijn voorzien. Verder omvat de drager een achterwand 9, waarin perforaties 10 zijn aangebracht.
De drager is aan de voorzijde van de bodem van een omgezette rand 11 voorzien, waarin uitsparingen 12 zijn aangebracht, die in het vervolg nog zullen worden toegelicht.
Aan de bovenzijde van elk van de wanden 5,6,9 is een verdikkingsrand 13 aangebracht. Onder de rand 13 is elk van de zijwanden 5,6,9 van een zich naar buiten uitstrekkende strook 14 voorzien. Ter versteviging van de strook 14 zijn versterkingsribben 15 aangebracht die de verbinding tussen de rand 14 en de desbetreffende wand 5,6,9 versterken. Met behulp van de verdikkingsrand 13 en de strook 14 is het mogelijk twee van de dragers 1 nest-baar op elkaar te stapelen, zoals in fig. 2 is weergegeven. Hierbij rust de strook 14 van de bovenste drager op de verdikkingsrand 13 van de onderste drager.
Het is echter eveneens mogelijk de dragers 1 in de tussenstand te stapelen, waarbij de dragers geschikt zijn voor transport van goederen met een beperkte hoogte, zoals gebak. Deze situatie is in fig. 3 weegegeven.
Óm de dragers in de in fig.· 3 getoonde tussenpositie op elkaar te kunnen stapelen zijn de dragers elk aan hun achterzijde voorzien van uitsteeksels 16 die elk aangrijpen in een van de perforaties 10.
Voor het aan de voorzijde steunen van de dragers is in elk van de zijwanden 5,6 een uitsparing 17, respectievelijk 18 aangebracht, waarin een knevelvormig lichaam, dat de funktie heeft van hulpsteunen, 19 bevestigd is. Het knevelvormige lichaam dat meer in detail in fig. 4 is weergegeven wordt gevormd door een gevouwen plaat 20 die aan zijn onderzijde van een zich naar binnen toe uitstrek-kend uitsteeksel 21 is voorzien. Het uitsteeksel 21 is van een rand 22 voorzien. Verder is de plaat 20 versterkt met versterkingsribben 23. De knevel is aan zijn bovenzijde van twee verbredingen 24 voorzien, waarmee hij opgehangen is op de verdikkingrand 13.
Tussen de uitsparing 17, respectievelijk 18 en de rand 13 is in de desbetreffende zijwand 5, respectievelijk 6 een doorgang 25 gemaakt, waar de gevouwen plaat 20 van de knevel zich doorheen uitstrekt. Aldus ontstaat een voldoende scharnierende ophanging van de knevel. Ter fixatie van de knevel op zijn positie is verder nog een haakvormige uitstulping 26 in de rand 13 gevormd.
Voor het op zijn plaats brengen van de knevel wordt deze aanvankelijk van boven af met de rand 22 in de doorgang 25 gestoken, een kwart slag gedraaid met het uitsteeksel 21 door de doorgang 25 heen gestoken, wederom een kwart slag gedraaid, en ten slotte met de gevouwen plaat 20 door de doorgang 25 heen gestoken, zodat de positie bereikt wordt die in fig. 4 is weergegeven.
Het zal duidelijk zijn dat deze knevel een zekere mate van bewegingsvrijheid heeft, zodat deze beweegbaar is tussen een eerste positie, waarin de rand 22 samenvalt met de binnenzijde van de desbetreffende wand 5,6 en de in de tekening weergegeven tweede positie, waarin het uitsteeksel 21 vanuit de desbetreffende zijwand 5,6 naar binnen toe uitsteekt.
In deze naar binnen toe uitstekende positie vormt het uitsteeksel 21 een steun voor de bodem 2 van een hierop geplaatste drager. Om een goede positionering van de twee kratten te verkrijgen is de onderzijde van de bodem 2 aan weerszijden van een inkeping 27 voorzien, waarin het uitsteeksel 21 past.
De uitsparingen 17,18, waarin de knevel 19 bevestigd is, hebben zodanige afmetingen, dat de onderrand van de uitsparing zich uitstrekt tot onder het niveau van de strook 14; de strook 14 is ter plaatse van de knevel verlaagd. Om plaats te bieden aan deze verlaging van de bovengelegen drager in de neststand is de verdikkingsrand 13 van een overeenkomstige verlaging voorzien, die overigens tevens een fixerende funktie heeft.
Verder is aan de voorzijde van de drager een bijvoorbeeld van een metalen staf vervaardigde beugel 30 aangebracht. Het is tevens mogelijk een beugel van een ander materiaal, bijvoorbeeld een met vezels versterkte kunststof toe te passen. Deze U-vormige beugel 30 is bij elk van zijn einden 31 in een opening 32 gelagerd, welke opening 32 in de betreffende zijwanden 5,6 is aangebracht.
De vorm van de opening 32 is in fig. 9 weergegeven. Zij omvat een eerste deel 41, waarin het einde 31 van de beugel 30 wordt gestoken, een tweede deel 42, waarin het einde van de beugel gefixeerd kan worden door dit vanaf het eerste deel 41 van de opening 30 tot in het tweede deel 42 daarvan te duwen. Hierbij worden de fixa-tielippen 46, die het einde 31 fixeren, uit elkaar bewogen. Het zijdelings naar buiten bewegen van de beugel wordt verhinderd door een lip 33 die bevestigd is aan een schuine verlenging 34 van de verdikking 13. Aldus is het mogelijk zonder gebruik van verdere bevestigingsmaterialen de beugel 30 op zijn plaats draaibaar te bevestigen. Hiervoor zijn evenmin verdere metalen delen noodzakelijk, zodat een goedkope constructie verkregen wordt.
Verder omvat deze bevestiging geen ruimten, waarin zich kruimels en dergelijke kunnen verzamelen, hetgeen uit hygiënisch oogpunt minder gewenst is. Met spuiten kunnen kruimels en dergelijke worden verwijderd.
Bij de in fig. 1 weergegeven positie is de beugel 30 niet werkzaam? deze kan echter naar een werkzame positie worden bewogen, waarin delen 35 op de verlenging 34 rusten. Deze toestand is in fig. 5 weergegeven. Hierbij vormt het horizontale deel van de beugel 30 het voorste steunorgaan voor de tweede drager in de stapelstand. Hiertoe is in de onderzijde van de bodem 2 van de drager een zich dwars, horizontaal uitstrekkende groef 36 aangebracht, waarin de beugel 30 past. In deze positie wordt wederom gebruik gemaakt van de uitsteeksels 16 die op de verdikkingsrand 13 van de achterwand rusten. Deze stapel-positie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het transporteren van brood.
Ten slotte toont fig. 6 de zogenaamde displayposi-tie van twee op elkaar gestapelde dragers. In de display-positie wordt wederom gebruik gemaakt van de beugel 30 die hiertoe in zijn bovenste positie is gekanteld, doch waarbij gebruik gemaakt wordt van een tweede groef 37, waarin de beugel 30 past. Omdat in deze tweede, zogenaamde dis-playpositie de bovenste drager iets naar achteren verplaatst is ten opzichte van de onderste drager, kan geen gebruik meer gemaakt worden van het uitsteeksel 16, doch is in de bodem 2 een inkeping 38 aangebracht, waarmee de bovenste drager op de verdikkingsrand 13 rust.
In fig. 7 is een aantal in de displaystand gestapelde dragers 1 aangebracht. Hierbij is de onderste drager 1 op een prismatisch voetstuk 39 geplaatst, zodat alle dragers een enigszins schuine stand innemen. Alhoewel de genoemde beugel 30 en het passen daarvan in de groef 37 tezamen met het steunen door middel van de inkeping 38 op de verdikkingsrand 13 een redelijke fixatie waarborgen, is op het voetstuk 39 een U-vormige beugel 40 aangebracht ter fixatie van de dragers l. Hierbij steunen de dragers 1 met behulp van een hiertoe aangebrachte rand 41 tegen een van de benen van de beugel 40.
Tevens toont deze figuur dat de dragers aan de voorzijde afgesloten zijn door een bijvoorbeeld van karton vervaardigde kaart 43 die tot in de uitsparingen 12 is gestoken. Hiermee kan voorkomen worden dat het brood naar voren glijdt. Ter fixatie zijn geleideribben 45 aan de binnenzijde van de wanden 6,7 aangebracht. Het is immers eveneens mogelijk, zoals bij de bovenste twee dragers getoond is, in de middelste uitsparing een kleine kaart, bijvoorbeeld een prijskaart 44, te steken.
Ten slotte toont fig, 8 hoe een aantal dragers 1 in de normale, stapelstand geplaatst zijn voor het transporteren van materiaal met een relatief grote hoogte.

Claims (9)

1. Drager, omvattende een bodem, een achterwand, twee zijwanden, welke wanden elk in bovenwaartse richting zodanig convergeren, zodat een tweede drager in een nest-positie in de drager nestbaar is, en een aan de voorzijde aangebrachte voorsteun die in een eerste werkpositie de voorzijde van de bodem van een in een stapelpositie daarop geplaatste tweede drager steunt, gekenmerkt door hulpsteu-nen die beweegbaar zijn tussen een inactieve positie waarin de tweede drager in de drager nestbaar is en een actieve positie waarin de tweede drager in een tussenpositie aan zijn voorzijde op de hulpsteunen steunt en aan zijn achterzijde door middel van achtersteunmiddelen op de drager rust, waarbij in de tussenpositie de afstand tussen de bovenzijde van de bodem van de drager en de onderzijde van de bodem van de tweede drager kleiner is dan dezelfde afstand in de stapelpositie.
2. Drager volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de hulpsteunen elk gevormd worden door een in de zijwand aangebracht, knevelvormig lichaam dat aan zijn bovenzijde scharnierbaar met de wand is verbonden, en dat aan zijn onderzijde van een zich naar de binnenzijde van de drager uitstrekkend uitsteeksel is voorzien.
3. Drager volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het knevelvormige lichaam aan zijn onderzijde van een uitsteeksel is voorzien dat met de zijwand een rastende werking heeft, zodat het knevelvormige lichaam zowel in zijn actieve positie als in zijn inactieve positie rast-baar is.
4. Drager volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk, dat het knevelvormige lichaam door een in een verdikking van de zijwand aangebrachte opening heen tot in zijn positie aanbrengbaar is.
5. Drager volgens een van de conclusies 1-4 met het kenmerk, dat de achtersteunmiddelen gevormd worden door aan de achterzijde van de tweede drager aangebrachte uitsteeksels die aangrijpen in in de achterzijde van de drager aangebrachte openingen.
6. Drager volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de aan de achterzijde aangebrachte uitsteeksels zodanig geplaatst zijn, dat in de stapelpositie de bovenste drager met zijn genoemde uitsteeksels op de bovenzijde van de drager rust.
7. Drager volgens een van de voorafgaande conclusies met het kenmerk, dat de voorsteun gevormd wordt door een scharnierbaar met beide zijwanden verbonden beugel die in een inactieve positie hoofdzakelijk samenvalt met de voorrand van de bodem en in een actieve positie hoofdzakelijk gelegen is in het vlak van de bovenranden van de wanden, en dat in de onderzijde van de bodem van de daarop te plaatsen drager twee groeven zijn aangebracht, waarbij in de stapelpositie de beugel in de eerste groef past, en waarbij in een displaypositie de beugel in de tweede groef past, en waarbij in de displaypositie de achterzijde van de bovenste drager op de bovenrand van de achterwand van de drager rust.
8. Drager volgens conclusie 7, waarbij de beugel gevormd wordt door een metalen staf met een hoofdzakelijk ronde doorsnede die hoofdzakelijk een U-vorm heeft en waarvan de einden naar binnen toe zijn omgebogen met het kenmerk, dat beide einden van de beugel in een in een zijwand aangebrachte opening zijn gelagerd, welke opening een zodanige vorm heeft, dat de einden in een eerste positie in de opening rastbaar zijn, in welke positie de einden zijwaarts uitneembaar zijn, en in een tweede positie rastbaar zijn, in welke positie de einden in zijdelingse richting vergrendeld zijn.
9. Drager volgens een van de voorafgaande conclusies met het kenmerk, dat de voorrand van de bodem voorzien is van naar boven toe geopende sleuven voor het openen van een plaatvormige voorwand.
NL9200695A 1992-04-16 1992-04-16 Ladingdrager. NL9200695A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200695A NL9200695A (nl) 1992-04-16 1992-04-16 Ladingdrager.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200695 1992-04-16
NL9200695A NL9200695A (nl) 1992-04-16 1992-04-16 Ladingdrager.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9200695A true NL9200695A (nl) 1993-11-16

Family

ID=19860700

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200695A NL9200695A (nl) 1992-04-16 1992-04-16 Ladingdrager.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9200695A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3981511A (en) Dispensing cart
NL1008359C2 (nl) Uit een kartonnen plano vervaardigde, stapelbare, archiefcontainer.
US4093070A (en) Stacking and nesting container
NL1020295C2 (nl) Stapelbare drager voor plantmateriaal.
US2950825A (en) Stacking crates or receptacles
US4308954A (en) Plastic nestable-stackable receptacle
US8037833B2 (en) Stackable tray and inventory system with stackable trays
US20140231299A1 (en) Bakery delivery and merchandising system
NL9300272A (nl) Opvouwbaar kastsamenstel.
WO2016092034A1 (en) A storage and display device and system
US5823368A (en) Display rack
NL9200695A (nl) Ladingdrager.
US3581932A (en) Nest and stack containers
US20150313412A1 (en) Food Product Cooking Basket
GB2450912A (en) A display shelf
NL2027082B1 (nl) Demontabele pallet
BE1004270A5 (nl) Gereedschapskist met -bak.
NL9002055A (nl) Samenstel van een houder en een daarin te plaatsen hulphouder.
US10499751B2 (en) Dispenser of bagged frozen food
US5791500A (en) Inclined display rack
NL1004755C2 (nl) Systeem voor het uitstallen van waren.
NL192427C (nl) Samenstel van een bak en een vrij uitneembaar, daarin ruim passend opgenomen draagplateau.
NL1018048C2 (nl) Demontabele bak.
BE1005024A3 (nl) Van wielen of rollen voorziene bergkast.
NL9200326A (nl) Nest- en stapelbaar krat.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed