NL9200646A - Micro gereedschapsmachine voorzien van een gereedschapshouder. - Google Patents

Description

MICRO GEREEDSCHAPSMACHINE VOORZIEN VAN EEN GEREEDSCHAPS-HOUDER

De uitvinding heeft betrekking op een micro gereedschapsmachine, zoals een micro freesinrichting, voor het bewerken van een tandheelkundige prothese, zoals een den-taalkroon, een facet, een brug of een inlay, voorzien van een numerieke besturing, met een gereedschapshouder voor het opnemen en vasthouden van een of meer niet in gebruik zijnde gereedschappen, welke gereedschapshouder is voorzien van tenminste één uitsparing voor het opnemen van de schacht van een gereedschap, welke schacht in zijn radiale richting (zijwaarts) in de uitsparing verplaatst kan worden naar en van zijn rustpositie, en van klemmiddelen die het gereedschap in de uitsparing in zijn rustpositie kunnen fixeren.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de PCT-octrooi-aanvrage nr. W090.05616. Volgens deze publicatie is de schacht van het gereedschap voorzien van een half bolvormig orgaan waarvan de vorm correspondeert met een klem-mechanisme van de gereedschapshouder. Teneinde het gereedschap in de gereedschapshouder in zijn rustpositie te brengen wordt het gereedschap zijdelings zodanig verplaatst dat het half bolvormig orgaan tussen een plaat en een daartegen rustend veerorgaan wordt geschoven totdat een half bolvormige ruimte in het veerorgaan aansluit op het half bolvormig orgaan van het gereedschap. Op dat moment heeft het gereedschap zijn rustpositie bereikt waarbij het tussen de plaat en het verende orgaan op een vooraf bepaalde plaats wordt vastgeklemd.

Een nadeel van de bekende inrichting is de noodzaak dat elk gereedschap voorzien moet zijn van een speciaal gevormde nok, in dit geval een half bolvormig orgaan.

Het is derhalve niet mogelijk zondermeer standaard gereedschap, dat in de handel verkrijgbaar is, te gebruiken.

Een ander nadeel van de bekende inrichting is de onnauw- keurigheid van de stand van het gereedschap in zijn rustpositie. Voor het effectief en foutloos aangrijpen van het gereedschap door de spantang van de inrichting is het gewenst dat het gereedschap zich in zijn rustpositie niet alleen op een nauwkeurig bepaalde plaats bevindt, doch ook in een nauwkeurig bekende stand. Bij de inrichting volgens genoemd octrooischrift is de rustpositie van het gereedschap ter plaatse van de inklemming nauwkeurig bepaald, doch de fixatie van het gereedschap . is zodanig dat de stand van het gereedschap kan afwijken van de gewenste, vooraf bepaalde stand.

De uitvinding beoogt een numeriek bestuurde micro gereedschapsmachine voorzien van een gereedschapshouder, waarop in de handel verkrijgbare gereedschappen, zonder speciale voorziening, kunnen worden gebruikt, en waarbij op effectieve wijze het gereedschap in zijn rustpositie in een nauwkeurig bepaalde stand kan worden gefixeerd.

Hiertoe zijn volgens de uitvinding de klemmiddelen zodanig uitgevoerd dat zij tegen een in hoofdzaak cilindervormig deel van de schacht van het gereedschap kunnen rusten.

Een standaard gereedschap is altijd voorzien van een schacht met tenminste een cilindervormig gedeelte, zodat elk standaard gereedschap in de inrichting volgens de uitvinding kan worden gebruikt.

Volgens een kenmerk van de uitvinding is de uitsparing voor het opnemen van de schacht van. het gereedschap begrensd door tenminste één vaste rand waartegen de schacht van het gereedschap kan worden gedrukt door de klemmiddelen. Daarbij kunnen de klemmiddelen zijn voorzien van een zwenkbaar klemorgaan dat door veermiddelen in de richting van de vaste rand wordt gedrukt.

Volgens een kenmerk van de uitvinding kan het zwenkbare klemorgaan voorzien zijn van een aanslagvlak dat zodanig is gevormd dat de klemmiddelen openen als het gereedschap langs dat aanslagvlak naar zijn rustpositie wordt bewogen en waarbij het klemorgaan voorzien is van aanslagen die tegen de schacht van het gereedschap kunnen rusten wanneer dat gereedschap zich in zijn rustpositie bevindt. De gereedschapshouder hoeft in dat geval niet bestuurd te worden door de numerieke besturing van de inrichting, omdat een gereedschap dat in de gereedschapshouder wordt geplaatst automatisch de klemmiddelen opent en sluit.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de gereedschapshouder voorzien van aanslagen die tegen de schacht, van het gereedschap dat zich in de rustpositie bevindt rusten, waarbij tenminste twee aanslagen zich in axiale richting op afstand van elkaar bevinden en waarbij tenminste drie aanslagen in tangentiale richting (omtreks-richting) verdeeld over het oppervlak van de schacht tegen die schacht rusten. Door de schacht van het gereedschap op deze wijze via aanslagen aan te grijpen, is de stand van het gereedschap in zijn rustpositie nauwkeurig bepaald, waardoor de spantang van de inrichting, wanneer het gereedschap moet worden ingespannen, op effectieve wijze de schacht van het gereedschap kan aangrijpen.

Voorts kan volgens de uitvinding de vaste rand op een plaatvormig orgaan, verder plaat genoemd, zijn aangebracht en kan het zwenkbare orgaan in die plaat scharnierbaar om een as loodrecht op de plaat zijn aangebracht, waarbij het zwenkorgaan zich aan beide zijden van de plaat uitstrekt en aan elke zijde twee aanslagen voor aangrijpen van de schacht van het gereedschap heeft. Daarbij kan het zwenkbaar orgaan gevormd zijn uit een in hoofdzaak U-vormig gebogen plaat. Een dergelijke uitvoering zal nog nader worden toegelicht.

Bij de inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk het gereedschap in verschillende axiaal verschoven posities in de gereedschapshouder te fixeren. Het is derhalve niet vereist dat het gereedschap altijd in een vaste axiale positie zich in zijn rustpositie bevindt, via de numerieke besturing van de inrichting kan het gereedschap in elk gewenste axiale positie in de gereedschapshouder worden geplaatst, en bij het opnieuw inspannen van het gereedschap kan de numerieke besturing bepalen hoever de schacht van het gereedschap in de spantang dient te reiken.

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding is een instel-schakelaar aanwezig waartegen een ingespannen gereedschap in axiale richting kan worden bewogen, teneinde vast te stellen hoever het gereedschap buiten de spantang reikt. Hiermee kan worden gecontroleerd of het gereedschap is ingespannen en of het correct is ingespannen. De instel-schakelaar kan ook gebruikt worden voor het vaststellen van de positie van een nieuw ingebracht gereedschap. Volgens een kenmerk van de uitvinding kan de instelscha-kelaar een micro-switch zijn die een signaal kan doorgeven aan de numerieke besturingseenheid van de gereedschapsmachine. In de praktijk is gebleken dat een eenvoudige, in de handel verkrijgbare schakelaar, reeds een voldoend nauwkeurig signaal oplevert. Deze drukschakelaar kan worden aangebracht op de gereedschapshouder.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting worden beschreven.

Figuur l toont schematisch een perspectivisch beeld van de gereedschapshouder, en

Figuur 2 toont schematisch een gedeeltelijk bovenaanzicht van de gereedschapshouder.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.

Volgens figuur 1 is de inrichting voorzien van een plaat l die door middel van een voet 2 bevestigd is aan de niet weergegeven micro gereedschapsmachine. Op plaat 1 zijn twee zwenkbare klemorganen 3 weergegeven die via scharnieras 4 zwenkbaar zijn bevestigd aan plaat 1. De zwenkbare klemorganen 3 zijn gevormd uit U-vormig gebogen plaatmateriaal dat zich gedeeltelijk boven en gedeeltelijk onder de plaat 1 uitstrekt. Een van de weergegeven klemor-ganen rust tegen de schacht 6 van een schematisch weergegeven gereedschap 5. De plaat 1 is tevens vóórzien van een micro-switch 7 waartegen het gereedschap in axiale richting kan worden verplaatst wanneer het is ingespannen in de spantang van de gereedschapsmachine.

Figuur 2 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht van de plaat 1 waaraan het zwenkbare klemorgaan 3 door middel van scharnieras 4 draaibaar is verbonden. Voorts is in doorsnede de schacht 6 van een gereedschap weergegeven, die is ingeklemd tussen rand 8 van de plaat 1 en aanslagen 9 van het zwenkbare klemorgaan 3. De aanslagen 9 bevinden zich aan beide zijden van plaat 1, in totaal 4 aanslagen. Voorts is in een uitsparing 11 van plaat 1 een drukveer 10 aangebracht die het zwenkbare klemorgaan 3 een in figuur 2 linksom gerichte voorspanning geeft, waardoor de schacht 6 van het gereedschap 5 wordt vastgeklemd.

In figuur 2 is met een pijl 12 de verplaatsingsbaan van de schacht 6 van gereedschap 5 aangegeven wanneer het gereedschap naar zijn in figuur 2 weergegeven rustpositie verplaatst of uit die rustpositie wordt verplaatst.

Tijdens deze verplaatsing is het gereedschap ingeklemd in de spantang van de niet weergegeven gereedschapsmachine.

Wanneer in de kleminrichting geen gereedschap 5 aanwezig is rust het zwenkbare klemorgaan tegen aanslag 13 van plaat 1. Wordt vervolgens een gereedschap via de door pijl 12 aangegeven baan naar zijn rustpositie in de gereedschapshouder bewogen, dan ontmoet de schacht 6 van het gereedschap het aanslagvlak 14 van klemorgaan 3 waardoor de klemmiddelen worden geopend doordat het zwenkbare klemorgaan 3 een zwenking naar rechts (in figuur 2) tegen de druk van veer 10 in maakt. Zodra de schacht 6 van het gereedschap 5 zijn rustpositie bereikt en door de spantang wordt vrijgegeven vindt de inklemming plaats zoals die in figuur 2 is weergegeven.

Zoals uit de figuren blijkt vindt de inklemming van het gereedschap 5 in het gegeven uitvoeringsvoorbeeld plaats door de schacht 6 op vijf plaatsen aan te grijpen, op één plaats waar de schacht 6 tegen rand 8 van plaat 1 rust en op vier plaatsen 9 waar het zwenkbare klemorgaan 3 tegen de schacht 6 rust. Deze aangrijpingspunten zijn zowel in axiale richting als in tangentiale richting over het oppervlak van schacht 6 verspreid, zodat een inklemming van het gereedschap 5 plaatsvindt waarbij zowel de plaats als de stand nauwkeurig bepaald is.

Claims (10)

1. Micro gereedschapsmachine, zoals een micro freesin-richting, voor het bewerken van een tandheelkundige prothese, voorzien van een numerieke besturing, met een gereedschapshouder voor het opnemen en vasthouden van een of meer niet in gebruik zijnde gereedschappen, welke gereedschapshouder is voorzien van tenminste één uitsparing voor het opnemen van de schacht van een gereedschap, welke schacht in zijn radiale richting (zijwaarts) in de uitsparing verplaatst kan worden naar en van zijn rust-positie, en van klemmiddelen die het gereedschap in de uitsparing in zijn rustpositie kunnen fixeren, met het kenmerk, dat de klemmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat zij tegen een in hoofdzaak cilindervormig deel van de schacht van het gereedschap kunnen rusten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparing begrensd wordt door tenminste één vaste rand waartegen de schacht van het gereedschap kan worden gedrukt door de klemmiddelen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de klemmiddelen voorzien zijn van een zwenkbaar klemorgaan dat door veermiddelen in de richting van de vaste rand wordt gedrukt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het zwenkbare klemorgaan voorzien is van een aanslagvlak dat zodanig is gevormd dat de klemmiddelen openen als het gereedschap langs dat aanslagvlak naar zijn rustpositie wordt bewogen en dat het klemorgaan voorzien is van aanslagen die tegen de schacht van het gereedschap kunnen rusten wanneer dat gereedschap zich in zijn rustpositie bevindt.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gereedschapshouder voorzien is van aanslagen die tegen de schacht van het gereedschap dat zich in de rustpositie bevindt rusten, waarbij tenminste twee aanslagen zich in axiale richting op afstand van elkaar bevinden en waarbij tenminste drie aanslagen in tangentiale richting (omtreksrichting) verdeeld over het oppervlak van de schacht tegen die schacht rusten.

6. Inrichting volgens een der conclusies 3 tot 5, met het kenmerk, dat de vaste rand op een plaat is aangebracht en dat het zwenkbare orgaan in die plaat scharnierbaar is om een as loodrecht op de plaat, waarbij het zwenkorgaan zich aan beide zijden van de plaat uitstrekt en aan elke zijde twee aanslagen voor aangrijpen van de schacht van het gereedschap heeft.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het zwenkbare orgaan is gevormd uit een in hoofdzaak U-vormig gebogen plaat.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een instelschakelaar aanwezig is waartegen een ingespannen gereedschap in axiale richting kan worden bewogen, teneinde vast te stellen hoever het gereedschap buiten de spantang reikt.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de instelschakelaar een micro-switch is die een signaal kan doorgeven aan de numerieke besturingseenheid van de gereedschapsmachine.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de instelschakelaar is aangebracht op de gereedschapshouder.