NL9102002A - Nestbare stukgoedverpakking. - Google Patents

Description

NESTBARE STUKGOEDVERPAKKING

De uitvinding heeft betrekking op een nestbare stukgoedverpakking, bijvoorbeeld een eierverpakking, omvattende een uit een bodem- en een dekseldeel bestaande doos met een interieur voor het daarin ruimtelijk van elkaar gescheiden plaatsen van stukgoederen, bijvoorbeeld eieren.

Uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-8005790 is een dergelijke verpakking voor het transporteren en het ten verkoop aanbieden van eieren in afgepaste hoeveelheden bekend, welke doos bestaat uit een bodemdeel en een dekseldeel, en is voorzien van aan het bodemdeel van de doos aansluitende opstaande elementen voor het steunen van elk ei afzonderlijk, welke doos en overeenkomstige dozen leeg en in opengeklapte toestand in elkaar grijpend stapelbaar (nestbaar) zijn in een richting, loodrecht op hun bodem, waarbij de opstaande wanden van het bodemdeel en die van het dekseldeel ten minste nagenoeg vlak zijn en van hun scheidingsvlak af naar onderen respectievelijk naar boven toe schuin toelopen. In een uitvoeringsvoorbeeld van de bekende eierdoos zijn de opstaande steunelementen gevormd aan ten minste één in het bodemdeel geplaatst afzonderlijk inzetstuk. Dit inzetstuk kan bijvoorbeeld uit schuimstof of pulpmateriaal bestaan. Ook bekend is een doos met een aantal afzonderlijke, uit karton gevormde inzetstukken. Ter verzekering van de stapelbaarheid omvat het bodemdeel van de bekende doos aan zijn ondervlak een ten dele open structuur met gaten.

Aan de bekende verpakking is het nadeel verbonden dat, als gevolg van de open structuur van het bodemdeel ervan, het afzonderlijk in het bodemdeel te plaatsen uit één element bestaand inzetstuk aan de onderzijde gesloten moet zijn, teneinde te voorkomen dat bij breuk van een erin verpakt ei het eierstruif door de gaten in het bodemdeel weg kan lekken. De kostprijs van een dergelijk inzetstuk is relatief hoog, daarenboven zijn uit milieuoverwegingen bezwaren aan te voeren tegen een inzetstuk dat bijvoorbeeld uit kunststof is vervaardigd.

Doel van de uitvinding is een stukgoedverpakking, bijvoorbeeld een eierverpakking, te verschaffen waaraan deze nadelen niet kleven. Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een stukgoedverpakking waarvan het interieur ten minste een van uitsparingen voorziene, nestbaar gevouwen plano omvat.

Een dergelijke verpakking is op relatief goedkope wijze te vervaardigen terwijl deze het bijkomende voordeel biedt dat de doos en het interieur uit eenzelfde materiaal, bijvoorbeeld karton, kunnen worden vervaardigd. Dit laatste kan om milieutechnisch redenen zowel bij de vervaardiging van de doos als bij de verwerking ervan na gebruik van belang zijn.

In een uitvoeringsvoorbeeld van een stukgoedverpakking volgens de uitvinding omvat de doos een gleuf in het bodemdeel, en steekt de gevouwen plano van een bepaalde doos in geneste toestand in de gleuf van een op die doos gestapelde volgende doos.

De gleuf in het bodemdeel verzekert de nestbaarheid van de verpakking.

Het weglekken van bijvoorbeeld eierstruif van een in een verpakking volgens de uitvinding verpakt beschadigd ei wordt bijvoorbeeld voorkomen in een verpakking waarvan de doos een gleuf in het bodemdeel omvat, en de gevouwen plano van een bepaalde doos in geneste toestand in de gleuf van een op die doos gestapelde volgende doos steekt.

De verbinding van de benen van de V met de randen van de gleuf vormt een afdichting van het bodemdeel van de doos, terwijl de omgekeerde V welke de gleuf in de bodem afsluit een bij uitstek geschikte vorm is voor het nesten van de geopende, lege verpakking.

De verbinding van de benen van de V met de randen van de gleuf wordt op eenvoudige wijze gerealiseerd in een uitvoeringsvoorbeeld waarin de gleuf is voorzien van opstaande randen waarmee de gevouwen plano is verbonden, en de gevouwen plano in niet-geneste toestand zich in een verticale dwarsdoorsnede uitstrekt volgens een W-vorm, van welke W elk van de buitenste benen door een opstaande zijde van de doos is begrensd en door een binnenwaarts gevouwen deel met een binnenste been is verbonden.

Een dergelijke stukgoedverpakking is bijvoorbeeld bijzonder geschikt voor eieren, omdat deze, bij geschikt gekozen afmetingen van de uitsparingen, geheel vrij van de buitenwanden van bodem- en dekseldeel kunnen worden verpakt.

Een plano voor een stukgoedverpakking volgens het laatste uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door ten minste vier uitsparingen en negen onderling evenwijdige verzwakkingslijnen, waarbij de uitsparingen liggen in door respectievelijk de eerste en de derde, de derde en de vierde, de zesde en de zevende, en de zevende en de negende verzwakkingslijn begrensde vlakken, waarbij de tweede en de achtste verzwakkingslijn worden onderbroken door een uitsparing, en waarbij de uitsparingen ter weerszijden van de derde en de zevende lijn telkens ten opzichte van die lijn recht tegenover elkaar liggen.

Een dergelijke plano met vier uitsparingen vormt, wanneer op de juiste wijze gevouwen, het interieur van een doos voor een verpakking voor twee stuks.

Een plano voor verpakkingen voor meerdere stukgoederen wordt gekenmerkt door vier groepen van uitsparingen, die in vier rijen evenwijdig aan de verzwakkingslijnen op onderling regelmatige afstand zijn gelegen.

Afhankelijk van de beoogde toepassing van de verpakking wordt het aantal uitsparingen in de vier groepen vastgesteld. De plano voor een eierverpakking omvat bijvoorbeeld vier groepen van vijf uitsparingen, opdat een interieur geschikt voor het verpakken van tien eieren kan worden gevouwen.

Eveneens afhankelijk van de beoogde toepassing van de verpakking is de vorm van de uitsparingen.

In een plano die bijvoorbeeld geschikt is als interieur van een eierverpakking vertonen de uitsparingen die de tweede en de achtste verzwakkingslijn onderbreken in hoofdzaak een ronde vorm en vertonen de overige uitsparingen althans ten dele een ovaalvorm.

In de plano voor een verpakking met een symmetrisch interieur verdeelt de vijfde verzwakkingslijn de plano in twee symmetrische delen.

Weer een volgend uitvoeringsvoorbeeld van een stukgoedverpakking overeenkomstig de uitvinding vertoont het kenmerk dat dat de gevouwen plano in niet-geneste toestand in een verticale dwarsdoorsnede de vorm vertoont van een omgekeerde V, en de uiteinden van genoemde V twee opeenvolgende hoekpunten vormen van een vijfhoek, waarvan twee andere hoekpunten zijn gelegen ter weerszijden van de V-vorm en het vijfde hoekpunt binnen die V-vorm ligt, en genoemde plano in genoemde toestand in bovenaanzicht een blad vertoont dat van voor de stukgoederen bestemde uitsparingen is voorzien, welk blad in het midden is voorzien van ten minste één gat, ter weerszijden waarvan het blad afsteunt op een kanteelvormige, zich door het gat naar boven uitstrekkende drager.

De plano voor een dergelijke stukgoedverpakking wordt gekenmerkt door ten minste vijf uitsparingen en zes onderling evenwijdige verzwakkingslijnen, waarbij de uitsparingen liggen in door respectievelijk de rand en de tweede, de tweede en de vierde, de derde en de vijfde, en de vierde en de zesde verzwakkingslijn begrensde vlakken, waarbij de eerste, de derde, de vierde en de vijfde verzwakkingslijn zodanig door een uitsparing worden onderbroken dat een onderbreking van de vierde lijn correspondeert met een niet onderbroken deel van de eerste lijn, en waarbij de eerste verzwakkingslijn een door de rand van de plano en een tweede verzwakkingslijn begrensd vlak in twee symmetrische delen verdeelt.

Deze laatste plano met vijf uitsparingen vormt, op de juiste wijze gevouwen, een interieur voor een verpakking voor twee stuks. Het aantal te verpakken stukgoederen is uiteraard naar behoefte uit te breiden.

De plano voor het interieur van een verpakking voor meer dan twee stuks omvat twee groepen van uitsparingen, twee groepen van uitsparingen, die de derde en de vijfde verzwakkingslijn op onderling regelmatige afstand onderbreken.

Een dergelijke plano met twee groepen van vijf uitsparingen is bijvoorbeeld geschikt voor het interieur van een eierdoos. Een dergelijke eierdoos toont in bovenaanzicht twee evenwijdige rijen met elk vijf uitsparingen, die plaats bieden aan tien ruimtelijk van elkaar gescheiden eieren.

In een plano voor een symmetrische stukgoedverpakking overeenkomstig het laatste uitvoeringsvoorbeeld verdeelt de vierde verzwakkingslijn het door de tweede en de zesde verzwakkingslijn begrensde vlak in twee symmetrische delen.

De gevouwen plano in een stukgoedverpakking volgens het laatste uitvoeringsvoorbeeld steunt in niet-geneste toestand in dwarsrichting bij voorkeur af tegen twee van de bodem opstaande wanden.

Een tegen de wanden afsteunende gevouwen plano verhoogt de stabiliteit van de verpakking, terwijl daarin verpakte stukgoederen door de afsteunende delen nog extra tegen beschadigingen worden beschermd.

In een stukgoedverpakking volgens een van de laatste twee uitvoeringsvoorbeelden is de gleuf bij voorkeur voorzien van opstaande randen waarmee de gevouwen plano is verbonden.

In een dergelijke stukgoedverpakking is de bodem vrijwel ondoordringbaar voor bijvoorbeeld eierstruif.

Bovendien vergemakkelijken de opstaande randen van de gleuf het ontnesten van een geneste stapel verpakkingen.

De uitvinding zal nu bij wijze van illustratie nader worden toegelicht aan de hand van enkele, de uitvinding niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening.

In de tekening tonen: figuur 1 een verpakking voor tien eieren; figuur 2 een dwarsdoorsnede langs II - II van het bodemdeel van de doos in figuur 1; figuur 3 een dwarsdoorsnede van drie lege, geheel opengevouwen dozen volgens figuur 1; figuur 4 de plano voor het interieur van een doos volgens figuur 1; figuur 5 een andere uitvoeringsvorm van een eierdoos; figuur 6 fragmenten van twee opengevouwen dozen volgens figuur 5 op een transportband; figuur 7 een dwarsdoorsnede van drie opengevouwen, geheel lege dozen volgens figuur 5; figuur 8 de plano voor het binnenwerk van een doos volgens figuur 5; figuur 9 een variant van de doos volgens figuur 5; figuur 10 de plano voor het binnenwerk van de doos in figuur 9.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een lege, opengevouwen eierverpakking 1 met U-vormig bodemdeel 2, deksel 3 en een gevouwen plano 4 met uitsparingen 5, 6.

Figuur 2 toont een verticale dwarsdoorsnede van figuur 1 door II-II, met daarin een gleuf 7 met opstaande randen 8. De plano is gevouwen in de vorm van een W waarvan de buitenste benen 10 worden begrensd door de opstaande zijden 9 van het bodemdeel 2. De buitenste benen 10 zijn door een binnenwaarts gevouwen deel 12 met de binnenste benen 11 verbonden.

Figuur 3 geeft een dwarsdoorsnede van drie dozen 13, 14, 15 van figuur 1 in opengevouwen, lege en geneste toestand. Te zien is hoe de gevouwen plano in geneste toestand de vorm vertoont van een omgekeerde V 16 van welke V telkens de benen met de randen, in casu de opstaande randen 8 van de gleuf 7 zijn verbonden.

Figuur 4 toont een plano 17 die overeenkomt met de gevouwen plano 4 uit figuur 1. De figuur toont vier groepen van elk vijf uitsparingen 18, 19, 20, 21, die in vier rijen evenwijdig aan negen verzwakkingslijnen 22 t/m 30 op onderling regelmatige afstand zijn gelegen. De uitsparingen 18, 19, 20, 21 liggen in door respectievelijk de eerste 22 en de derde 24, de derde 24 en de vierde 25, de zesde 27 en de zevende 28, en de zevende 28 en de negende 30 verzwakkingslijn begrensde vlakken, waarbij de tweede 23 en de achtste 29 verzwakkingslijn worden onderbroken door een uitsparing en waarbij de uitsparingen 18 en 19 respectievelijk 20 en 21 ter weerszijden van de derde 24 respectievelijk de zevende 28 lijn telkens ten opzichte van die lijn recht tegenover elkaar liggen. De vijfde vouwlijn 26 is een symmetrielijn in de plano, als gevolg waarvan een symmetrisch gevormd interieur ontstaat (zie figuur 1). De in hoofdzaak ronde vorm van de buitenste uitsparingen 18, 21 en de althans ten dele ovaalvormige overige uitsparingen 19, 20 maken de plano in gevouwen toestand bij uitstek geschikt als interieur voor een eierverpakking.

Figuur 5 toont in opengewerkt perspectief een ander voorbeeld van een nestbare eierverpakking 31 volgens de uitvinding, met een gevouwen plano 32 die in dwarsdoorsnede de vorm omvat van een omgekeerde V met benen 33. De figuur toont voorts een eerste t/m een zesde verzwakkingslijn 34 t/m 39 en een bovenblad 40 met uitsparingen 41 en gaten 42 in het midden, ter weerszijden waarvan het bovenblad 40 afsteunt op een kanteelvormige, zich door de gaten 42 naar boven uitstrekkende drager 43. De tweede 35, derde 36, vierde 37, vijfde 38 en zesde verzwakkingslijn 39 vormen in een verticale dwarsdoorsnede de opeenvolgende hoekpunten van een vijfhoek, die aan de onderzijde daarvan niet door een materieel vlak wordt begrensd.

Figuur 6 toont een transportband 44 waarop twee gedeeltelijk getoonde ontneste opengevouwen eierverpakkingen 45 in de richting van de pijl worden getransporteerd. De plano 46 in de doos rechtsonder in de figuur is nog gevouwen op een wijze die overeenkomt met de geneste toestand van de verpakking. Zodra de bovenzijde van de gevouwen plano de geleiders 48 raakt worden de gedeelten van de plano tussen de opstaande kanteelvormige delen 43 ter weerszijden van die delen naar beneden gedrukt, als gevolg waarvan de plano in een vorm 47 wordt gedwongen die overeenkomt met de niet-geneste toestand van de doos, zodat de doos geschikt is om gevuld te worden.

Figuur 7 toont een drietal dozen 49, 50, 51 van het in figuur 5 afgeheelde type in lege, geneste toestand in dwarsdoorsnede. De figuur toont duidelijk de omgekeerde ν’-vorm 52 van de gevouwen plano. Anders dan in figuur 3 ontbreken hier de opstaande randen 8 van de gleuf 7; in plaats daarvan is de plano door middel van bodemstukjes 53 met de bodem van bodemdeel 2 verbonden. Een tegen de plano teruggevouwen en daarmee verbonden vouwrand 54 vergemakkelijkt het inbrengen van een gevouwen plano 52, 53, 54 in een bodemdeel 2.

Figuur 8 toont de plano 55 voor het interieur van de eierdoos 31 in figuur 5 met uitsparingen 41, gaten 42 en eerste t/m zesde verzwakkingslijn 34 t/m 39. Figuur 8 toont voorts nog de in figuur 7 in dwarsdoorsnede getoonde bodemstukjes 53 en vouwrand 54. Te zien is hoe de gaten 42 recht tegenover de niet onderbroken delen 56 van de eerste verzwakkingslijn 34 liggen. De figuur laat zien hoe de uitsparingen 60, 41, 42, 41 respectievelijk liggen in door de rand en de tweede 35, de tweede 35 en de vierde 37, de derde 36 en de vijfde 38, en de vierde 37 en de zesde 39 verzwakkingslijn begrensde vlakken, waarbij de eerste 34, de derde 36, de vierde 37 en de vijfde 38 verzwakkingslijn zodanig door een uitsparing 60, 41, 42, respectievelijk 41 worden onderbroken dat een onderbreking van de vierde lijn 37 correspondeert met een niet onderbroken deel 56 van de eerste lijn 34, en waarbij de eerste verzwakkingslijn 34 een door de rand van de plano en een tweede verzwakkingslijn 35 begrensd vlak in twee symmetrische delen verdeelt, en waarbij de vierde 37 verzwakkingslijn het door de tweede 35 en de zesde 39 verzwakkingslijn begrensde vlak in twee symmetrische delen verdeelt. De plano voor de kleinst mogelijke uitvoeringsvorm van de verpakking, geschikt voor twee stuks, omvat vijf uitsparingen, te weten twee uitsparingen 60, twee uitsparingen 41 die zijn gelegen ter weerszijden van de vierde verzwakkingslijn 37 welke lijn door een vijfde uitsparing 42 wordt onderbroken.

Figuur 9 toont een eierverpakking 57 die een variant is van de verpakking 31 uit figuur 5. Het verschil tussen beide verpakkingen wordt gevormd door de afsteunlipjes 58 waarmee de gevouwen plano 32 in dwarsrichting afsteunt tegen de opstaande wanden 9 van de doos.

Figuur 10 toont een plano 59 voor de eierverpakking 57 uit figuur 9. Duidelijk is aangegeven hoe de afsteunlipjes 58 uit de plano gestanst kunnen worden. Voor de betekenis van de overige verwijzingscijfers zij verwezen naar de beschrijving van de figuren 5 en 8.

Claims (14)

1. Nestbare stukgoedverpakking, bijvoorbeeld een eierverpakking, omvattende een uit een bodem- en een dekseldeel bestaande doos met een interieur voor het daarin ruimtelijk van elkaar gescheiden plaatsen van stukgoederen, bijvoorbeeld eieren, met het kenmerk. dat het interieur ten minste een van uitsparingen voorziene, nestbaar gevouwen plano omvat.

2. Stukgoedverpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat de doos een gleuf in het bodemdeel omvat, en de gevouwen plano van een bepaalde doos in geneste toestand in de gleuf van een op die doos gestapelde volgende doos steekt.

3. Stukgoedverpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk. dat het bodemdeel van de doos in een verticale dwarsdoorsnede de vorm van een, door de gleuf rondom het midden onderbroken, U vertoont, de gevouwen plano in geneste toestand van de doos in een verticale dwarsdoorsnede de vorm vertoont van een omgekeerde V, van welke V de benen met de randen van de gleuf zijn verbonden, en de gevouwen plano in niet-geneste toestand zich in een verticale dwarsdoorsnede in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van de gleuf over de breedte van de doos uitstrekt.

4. Stukgoedverpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk. dat de gleuf is voorzien van opstaande randen waarmee de gevouwen plano is verbonden, en de gevouwen plano in niet-geneste toestand zich in een verticale dwarsdoorsnede uitstrekt volgens een W-vorm, van welke W elk van de buitenste benen door een opstaande zijde van de doos is begrensd en door een binnenwaarts gevouwen deel met een binnenste been is verbonden.

5. Plano voor een stukgoedverpakking volgens conclusie 4, gekenmerkt door ten minste vier uitsparingen en negen onderling evenwijdige verzwakkingslijnen, waarbij de uitsparingen liggen in door respectievelijk de eerste en de derde, de derde en de vierde, de zesde en de zevende, en de zevende en de negende verzwakkingslijn begrensde vlakken, waarbij de tweede en de achtste verzwakkingslijn worden onderbroken door een uitsparing, en waarbij de uitsparingen ter weerszijden van de derde en de zevende lijn telkens ten opzichte van die lijn recht tegenover elkaar liggen.

6. Plano volgens conclusie 5, gekenmerkt door vier groepen van uitsparingen, die in vier rijen evenwijdig aan de verzwakkingslijnen op onderling regelmatige afstand zijn gelegen.

7. Plano volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk. dat de uitsparingen die de tweede en de achtste verzwakkingslijn onderbreken in hoofdzaak een ronde vorm vertonen en de overige uitsparingen althans ten dele een ovaalvorm vertonen.

8. Plano volgens een der conclusies 5 t/m 7, met het kenmerk. dat de vijfde verzwakkingslijn de plano in twee symmetrische delen verdeelt.

9. Stukgoedverpaking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de gevouwen plano in niet-geneste toestand in een verticale dwarsdoorsnede de vorm vertoont van een omgekeerde V, en de uiteinden van genoemde V twee opeenvolgende hoekpunten vormen van een vijfhoek, waarvan twee andere hoekpunten zijn gelegen ter weerszijden van de V-vorm en het vijfde hoekpunt binnen die V-vorm ligt, en genoemde plano in genoemde toestand in bovenaanzicht een blad vertoont dat van voor de stukgoederen bestemde uitsparingen is voorzien, welk blad in het midden is voorzien van ten minste één gat, ter weerszijden waarvan het blad afsteunt op een kanteelvormige, zich door het gat naar boven uitstrekkende drager.

10. Plano voor een stukgoedverpakking volgens conclusie 9, gekenmerkt door ten minste vijf uitsparingen en zes onderling evenwijdige verzwakkingslij nen, waarbij de uitsparingen liggen in door respectievelijk de rand en de tweede, de tweede en de vierde, de derde en de vijfde, en de vierde en de zesde verzwakkingslijn begrensde vlakken, waarbij de eerste, de derde, de vierde en de vijfde verzwakkingslijn zodanig door een uitsparing worden onderbroken dat een onderbreking van de vierde lijn correspondeert met een niet onderbroken deel van de eerste lijn, en waarbij de eerste verzwakkingslijn een door de rand van de plano en een tweede verzwakkingslijn begrensd vlak in twee symmetrische delen verdeelt.

11. Plano volgens conclusie 10, gekenmerkt door twee groepen van uitsparingen, die de derde en de vijfde verzwakkingslijn op onderling regelmatige afstand onderbreken.

12. Plano volgens conclusie 10 of conclusie 11, met het kenmerk. dat de vierde verzwakkingslijn het door de tweede en de zesde verzwakkingslijn begrensde vlak in twee symmetrische delen verdeelt.

13. Stukgoedverpakking volgens conclusie 9 met het kenmerk. dat de gevouwen plano in niet-geneste toestand in dwarsrichting afsteunt tegen twee van de bodem opstaande wanden.

14. Stukgoedverpakking volgens conclusie 9 of conclusie 13, met het kenmerk, dat de gleuf is voorzien van opstaande randen waarmee de gevouwen plano is verbonden.