NL9101157A - Snelheidsbegrenzer. - Google Patents

Description

Snelheidsbegrenzer

Snelheidsbeheersing d.m.v. een vertraagd dwangmatig ingrijpen, na verloop van een vastgestelde tijdsduur en na een vooraf gegeven waarschuwing, waarbij de vast te leggen max. snelheden mechanisch of d.m.v. een zender/ontvanger regelbaar zijn.

Ook is de snelheidsbegrenzer zodoende met een eventueel aanwezige trekhaak verbonden, dat het trekkende voertuig bij gebruikmaking van een aanhangwagen automatisch op de voor deze kombina-tie geldende max. snelheid begrenst wordt.

Doel van de uitvinding is een regelend systeem waardoor de bestuurder van een voertuig genoodzaakt is, zich aan de voor hem geldende snelheidsbeperkingen te houden, en dat na verloop van een hiervoor gegeven ultimatum een korrektie als nodig afdwingt.

Voorgesteld wordt een installatie voor een dwangmatige snelheidsbeheersing van voertuigen tot een voorgeschreven max. snelheid.

Een en ander zo, dat na het bereiken cq overschrijden van de ingestelde max. snelheid niet onmiddellijk wordt ingegrepèn , maar eerst een waarschuwingssignaal aan de bestuurder gegeven wordt, waarna deze binnen een vooraf bepaalde tijd Tl op een veilige en aan het verkeer aangepastte manier tot korrektie kan overgaan. Is deze korrektie echter na verloop van de tijd Tl niet gebeurt, zo zal het regelsysteem deze na een korte maar zeer indringende tweede waarschuwing alsnog afdwingen. Dit zal echter nooit meer onverwacht kunnen gebeuren! Wordt de snelheid binnen de gestelde tijdlimiet wel gekorrigeert, dan zal het systeem onmiddellijk worden gereset en begint de tijdtelling bij een eventuele nieuwe overschrijding van de max. snelheid van het begin af aan. Hierdoor ondervindt de bestuurder bij tijdige korrektie van de snelheid geen enkele hinder van het systeem.

Op basis van de uitvinding zal het in de toekomst mogelijk zijn een ' duurzaam! èn_: ongeoorloofd overschrijden van de max. snel- heid tegen te werken en de nodige korrektie als nodig af te dwingen, waarbij anderzijds de verkeersveiligheid niet in het geding komt. Dit omdat het voertuig niet onverwacht in zijn prestatiemogelijkheden beperkt zal worden.De verkeersveiligheid wordt zodoende ook bij inhaalmaneuvers of in andere verkeerssituaties» waarbij een kort en hevig optrekken evenals en uit veilig heidsredenen kortstondig overschrijden van de ingestelde max. snelheid dringend nodig zijn kan gehandhaafd.

Dat is bij de tot nu toe bestaande en bekende snelheidsbegrenzers niet het geval.

Een bijzonder voordelig effect met betrekking tot het verhogen van de verkeersveiligheid zal dan ook daardoor bereikt kunnen worden, dat men de hier voorgestelde snelheidsbegrenzer in combinatie met een trekhaak verplicht stelt. Hierdoor worden voertuigen met een aanhanger en in het bijzonder met een caravan gedwongen zich aan de max. snelheid van 80km/u te houden, terwijl het trekkende voertuig geen krachtverlies ondergaat en bij normaal gebruik, dus zonder aanhangwagen, geen hinder van de begrenzer ondervindt.

Een logische variante volgens patentaanspraak bestaat ook daaruit; dat het systeeem aan diverse sensoren gekoppeld kan worden, welke de weersomstandigheden opnemen zoals mist, vochtigheid, droogte, windsterkte van de zijwind, ijzel of dergelijken. Als sensoren wordt zoveel mogelijk van de bestaande standaard-toebehoren gebruik gemaakt. Zo zal een snelheidsbeperking bij mist aan de mistachterlampen gekoppeld kunnen worden,.waardoor enerzijds een te hard rijden bij mist voorkomen kan worden en tegelijkertijd’n onnodig inschakelen van de mistachterlampen bij helder weer tegengewerkt zal worden.

Het mechanische deel(9) van het blokschema fig. 1 kan uit diverse uitvoeringen bestaan waarvan in de praktijk en meet en regeltechniek voldoende mogelijkheden bekend zijn. Een deel van de op de uitvinding berustende aanspraken bestaat uit het mech.

regelsysteem gebaseerd op een tijdelijk inkorten van de buitenmantel of tijdelijk verlengen van de binnenkabel van de gaskabel cq het hiervoor geplaatste stangenstelsel.

In de O.S. DE 36 10991 Al wordt een snelheidsbeperkend systeem voor vrachtwagens beschreven. Bij dit systeem wordt de bestuurder van het desbetreffende voertuig ervan in kennis gezet, dat hij de toegestaande max. snelheid benadert, terwijl het regelsysteem tegelijkertijd regelend ingrijpt, waardoor ook een uit dringende veiligheid overwegingen vereist kortstondig overschrijden van de ingestelde max. snelheid onmogelijk gemaakt wordt. Het systeem kent ook een schakelelement met een tijd-vertraging. Deze vertraagt reagerende schakeling bekrachtigt hier echter de remmen voor het geval dat het voertuig binnen een bepaalde tijd en ondanks het ingrijpen van de snelheidsbegrenzer niet voldoende snelheid vermindert heeft. Een probleem is, dat bij alle tot nu bekende snelheidsbeperkende apperatuur bij het bereiken van de max. snelheid direkt dwangmatig wordt ingegrepen zonder met de aktuele verkeerssituatie rekening te houden.

Doel van de uitvinding is een snelheidsbegrenzer, welke de beslissing tot snelheidsvermindering in eerste instantie bij de bestuurder neerlegt, zodat een verantwoorde en aan het verkeer aangepaste snelheidskorrektie mogelijk blijft.

Beschrijving

Snelheidsbegrenzer met een vertraagd dwangmatig ingrijpen na een voorafgaande waarschuwing, en een koppelingsmogelijkheid met een trekhaak plus een aansluiting voor sensoren ,die de weers-omstandigheiden-opnemenjOf een zender /ontvanger systeem.

In fig.l wordt aan de hand van een blokschema de werking van een snelheidsbegrenzer,zoals met de uitvinding bedoeld, ver-deuidelijkt.

Bij een rijdend voertuig wordt van de tachometer 1 een snel- heidsafhankelijkheidssignaal gevormd. Dit signaal wordt, in het geval dat het nog geen elektrisch signaal is, in de om- j vormer 2 tot een electrisch signaal bewerkt. Dit signaal dat overeenkomstig met de snelheid van het voertuig is, wordt nu in het electronische gedeelte 3 met de ingestelde waarde van de interne schakelpunten 3.1 vergeleken.

Als het snelheidsafhankelijke ingangssignaal van 3 de interne ingestelde schakeldrempels van 3.1 nu overschrijdt, zullen de overeenkomstige kontacten sluiten. De kontakten van 3.1 schakelen afhankelijk van de bereikte snelheid, waarbij een R.C. filter korte piekwaarden uitfiltert om storing te voorkomen. De kontakten van 3.2. worden niet snelheidsafhankelijk geschakeld, maar manueel met schakelaar 3.2.1. of door het kontakt van de trekhaak 3.2.3. van de ontvanger 3.2.2. gestuurd signaal c.q. een sensor voor de weeromstandigheden 3.2.4. Hetkontakt van 3.2. voor de hoogst toelaatbare snelheid, in Nederland b.v. 120km per uur, is altijd doorverbonden. Door een of meerdere van de kontakten 3.2. te sluiten, worden deze met de overeenkomstige kontakten van de schakeldrempels 3.1. in serie geschakeld. Om nu aan de uitgang 3.3. een signaal te leggen moeten twee in serie staande kontakten gesloten zijn b.v. moeten bij een gekozen snelheid van 80km/u het kontakt 3.2./80 . en door overschrijden van de snelheid het kontakt 3.1./80 gesloten zijn.

Door de zodoende aan de uitgang 3.3. gelegde spaning wordt gedurende de snelheidsoverschrijding ’n waarschuwingssignaal 6 en èën om de tijd Tl vertraagd opkomen relais 5 bekrachtigd. De bestuurder wordt nu'gewaarschuwd ën tot snelheidsvermindering gemaand.

Hééft de bestuurder na afloop van de tijd Tl hieraan geen gehoor gegeven, zo kan het relais 5 schakelen. Hierdoor wordt het tweede signaal 7 bekrachtigd. Door middel van 7 wordt nu een zeer indringende, maar overeenkomstig T2 korte* tweede waarschuwing gegeven. Na afloop van de tijd T2 van het vertraagd opkomende tijdre-lais 8 wordt nu dwangmatig ingegrepen.

Dit gebeurt door ’t regelgedeelte 88.

Het regelgedeelte 88 kan in diverse variaties uitgevoerd worden. In deze beschrijving gaan we uit van een regelgedeelte 88 volgens fig 5. waarbij het binnnenste deel 99, van de gaskabel 40 c.q. het stangenstelsel tussen het gaspedaal en de regelstang van de brandstofpomp of de carburator, d.m.v. ’t regelgedeelte 88 tijdelijk verlengd wordt. Aan de hand van fig 5. wordt nu de werking van een dergelijk regelgedeelte verduidelijkt. Daarvan uitgaand, dat de bestuurder ondanks dat hij twee keer gewaarschuwd werd, geen snelheid heeft verminderd, zal tijdrelais 8 fig 1.schakelen. Hierdoor wordt de spoel 5.1. fig 5. bekrachtigd. Door het zodoende ontstane magneetveld worden de koppelstukken 5.4. en 5.5. ontgrendeld en de regelstang 100 van de carburator c.q. de brandstofpomp zal ondanks het ingedrukte gaspedaal 50 in een lagere stand terugvalllen, waardoor de snelheid van ’t voertuig verminderd. De veer 5.8. is er om het terugzetten van ’t gedeelte 5.5. in zijn uitgangsstelling te garanderen. Wanneer de bekrachtiging van het regelgedeelte 88 nu als gevolg van de snel-heidscorrectie wegvalt, kunnen de delen 5.4.en 5.5. weer vergrendelen en is de oorspronkelijke uitgangssituatie hersteld. Daarmee zijn alle alarmsignalen uitgeschakeld. Fig 7. laat een uitvoering van ’t regelgedeelte 88 zien, waarbij de verlenging van ’t binnenstuk 99 van de gaskabel 40 door het draaien van een excentrisch gelagerde schijf 110 gerealiseerd wordt. Het voordeel van deze uitvoering is de mogelijkheid om aan de snel-heidscorrectie een meer regelend karakter te geven, door b.v. een langzasam terugregelen naar de max. snelheid via een stappen-motor of een servomotor

Claims (21)

1. Snelheidsbegrenzer voor het verhinderen van het duurzaam rijden met te hoge snelheid.

2. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1: met het kenmerk dat deze niet direkt maar tijdvertragend ingrijpt.

3. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie.il en 2: met het kenmerk dat deze alvorens korrigerend in te grijpen minstens 1 of meerdere op elkaar volgende waarschuwingssignalen aan de bestuurder kenbaar maakt.

4. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1 en 2: Daardoor gekenmerkt dat de tijdsvertraging zolang duurt, dat de bestuurder van het voertuig de kans tot een vrijwillige en aan het verkeer aangepaste korrektie krijgt.

5. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1 t/m 4: Daardoor gekenmerkt dat deze met minstens een vertraagd opkomend schakelele-ment voorzien is. Waardoor in verband met de verkeersveiligheid een tijdelijk kortstondig overschrijden van de ingestelde en te begrenzende max. snelheid niet onmogelijk gemaakt wordt.

6. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1: Daardoor gekenmerkt, dat deze d.m.v. ’n sensor of een schakelaar zodoende met een evt. aanwezige trekhaak kan worden verbonden, dat het trekkende voertuig bij gebruik van een aanhangwagen c.q. caravan automatisch op de voor deze combinatie geldende wettelijke max. snelheid begrensd wordt.

7. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 6: Daardoor gekenmerkt dat dé·.;. . ^sensor voor ’n aanwezige aanhanger c.q. caravan in de stekkerverbinding van dat voertuig naar de aanhanger geïntegreerd is.

8. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1: Daardoor gekenmerkt dat deze zodoende aan het circuit van de mistlampen gekoppeld is , dat door het inschakelen van de mistlampen, het voertuig op een voor het rijden bij mist verantwoorde max. snelheid begrensd wordt.

9. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1: Daardoor gekenmerkt, dat deze over een schakelaar beschikt waarmee de bestuurder de max. snelheid manueel op een lagere waarde kan schakelen.

10. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1: Daardoor gekenmerkt, dat deze met een ontvanger kan worden voorzien, waardoor ook een instellen van de max. snelheid van buitenaf mogelijk wordt.

11. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 10: Daardoor gekenmerkt, dat een door ’n zender van buiten afgedwongen snelheidsbeperking tijdelijk is en dat de beperking automatisch teniet gedaan wordt als deze niet binnen ’n bepaalde tijd opnieuw wordt bevestigd.

12. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1: Daardoor gekenmerkt, dat deze een duurzame snelheidsoverschrijding tegenwerkt door het ontstekingscircuit tijdelijk te onderbreken.

13. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, dat deze een duurzame snelheidsovertreding, tegenwerkt door de verbinding tussen het gaspedaal en het regelend gedeelte van de motor d.m.v. een tussenstuk tijdelijk te verlengen c.q. te verkorten.

14. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, dat de koppeling uit twee elkaar aantrekkende permanente magneten bestaat, die door ’n electromagneet, die de bestaande krachtvelden ©pheft, ontkoppeld worden.

15. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, dat de koppeling van het tussenstuk uit een permanente magneet en een ijzergedeelte bestaat. Deze worden ontkoppeld door in het ij zere koppelstuk en electrisch magneetveld op te bouwen, zodat beide delen elkaar afstoten.

16. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, dat de twee koppelstukken mechanisch worden vergrendeld. i

17. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, dat het binnenste gedeelte van de gaskabel t.o.v. zijn buitenom-manteling verlengd c.q. verkort wordt, doordat men het binnenste gedeelte van de gaskabel over ’n verstelbare exentrisch gelagerde schijf laat lopen.Fig 7. j

18. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, 1 dat het verlengen c.q. verkorten van de verbinding gaspedaal- motor door tussenschakelen van een uitschuifbare cylinder wordt verkregen.

19. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, dat onder het gaspedaal ’n uitschuifbare cyijinder wordt geplaatst, die het gaspedaal met kracht terugduwt.

20. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 13: Daardoor gekenmerkt, dat het mechanisch regelgedeelte voor het inkorten c.q. verlengen van de verbinding gaspedaal motor zo geconstrueerd is, dat de mate van de snelheidsvermindering ..instelbaar is.

21. Snelheidsbegrenzer volgens conclusie 1 t/m 4: Daardoor gekenmerkt dat het elektronische gedeelte 3 fig 1. in een cruise-control kan worden integreert.