NL9101011A - Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw. - Google Patents

Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw. Download PDF

Info

Publication number
NL9101011A
NL9101011A NL9101011A NL9101011A NL9101011A NL 9101011 A NL9101011 A NL 9101011A NL 9101011 A NL9101011 A NL 9101011A NL 9101011 A NL9101011 A NL 9101011A NL 9101011 A NL9101011 A NL 9101011A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pipe
feed
wall
pipe section
sealing member
Prior art date
Application number
NL9101011A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Anjo B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Anjo B V filed Critical Anjo B V
Priority to NL9101011A priority Critical patent/NL9101011A/nl
Publication of NL9101011A publication Critical patent/NL9101011A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/0404Drainage on the roof surface
    • E04D13/0409Drainage outlets, e.g. gullies
    • E04D13/0431Drainage outlets, e.g. gullies with horizontal evacuation over the border of the roof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Titel: Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw. BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een doorvoerinrichting bestemd voor het omgeven van een kanaal dat loopt door een boring in een wand van een gebouw, welke wand een met dakbedekking bedekt dak begrenst en waarbij het kanaal in vloeistofverbinding staat met het dak en met een aan de buitenzijde van het gebouw lopend afwateringskanaal, de doorvoerinrichting omvattende een eerste in de wand eindigend buisstuk dat met het ene einde vloeistofdicht is verbonden met het randgebied van een zich in de dakbedekking bevindende opening, en een tweede in de wand eindigend buisstuk dat concentrisch is gelegen met het eerste buisstuk en met het ene einde is verbonden met het afwateringskanaal, waarbij eindgebieden van de andere einden van het eerste en tweede buisstuk elkaar overlappen en wel zodanig dat een ringvormige spleet aanwezig is tussen de wanden van de buisstukken in het overlappingsgebied, in welke spleet zich een afdichtmiddel bevindt.
Een dergelijke doorvoerinrichting wordt veelvuldig toegepast bij renovatie van daken van gebouwen. Echter is toepassing hiervan bij nieuwbouw ook geschikt. In beide gevallen wordt het met de dakbedekking te verbinden, veelal metalen eerste buisstuk vanaf de dakzijde in de boring in de wand gestoken, terwijl het veelal van PVC vervaardigde tweede buisstuk vanaf de buitenzijde van het gebouw in de boring in de wand wordt gestoken. Aangezien deze wand veelal een spouwmuur betreft, die dus relatief dik is, terwijl de boring zich onder de bovenrand van de wand bevindt, is het lastig de zich in de wand bevindende einden van de buisstukken in elkaar te schuiven. Aangezien gewerkt wordt met één standaard lengtemaat voor de buisstukken kan geen gebruik gemaakt worden van konisch verlopende einddelen voor het vergemakkelijken van het in elkaar schuiven van de buisstukken. Dergelijke delen worden immers afhankelijk van de muurdikte op de gewenste lengte afgezaagd. Om redenen van het in elkaar schuiven van einden van de buisstukken worden deze daarom niet nauw in elkaar passend vervaardigd. Hetgeen resulteert is een spleet tussen de beide in elkaar geschoven einden van de buisstukken die kans geeft op lekkage binnen de muur. Lekkage kan bijvoorbeeld ontstaan door onvoldoende afschot van de doorvoerinrichting, of bijvoorbeeld bij verstoppingen in het afwateringskanaal waardoor dit vol water komt te staan en het water zich een weg naar buiten zoekt via de spleet in de doorvoerinrichting. Veelal wordt getracht deze spleet af te dichten met behulp van een uithardende afdichtkit, doch de resultaten hiervan zijn slecht. Dergelijke afdichtkitten hechten nl. aan beide buisstukken zodat na enige tijd de buisstukken onderling niet meer kunnen bewegen. De mogelijkheid tot onderling bewegen is echter wel gewenst, aangezien in een later stadium bijvoorbeeld een aansluiting met het buiten het gebouw lopende afwateringskanaal moet worden gerealiseerd. Daarnaast zijn dergelijke afdichtkitten eigenlijk alleen geschikt voor het afdichten van relatief zeer kleine spleten en de gebruikelijke spleet tussen de einden van de buisstukken is eigenlijk al te groot. Voorts brengt de aard der werkzaamheden en het feit dat de spleetbreedte langs de omtrek van de buisstukken variëert met zich mee, dat er meestal geen of onvoldoende afdichtkit aanwezig is op de plaatsen waar er juist veel van nodig is. Het is altijd een gok of de spleet goed wordt af gedicht, mede doordat geen visuele inspectie mogelijk is, en er kan worden getwijfeld aan de kwaliteit van die afdichting.
Hoewel men de huidige doorvoerinrichting als een groot nadeel ervaart, brengt de behoudendheid in de bouwwereld met zich mee dat tot nu toe geen enkele adequate oplossing is geaccepteerd. Zo is het voorgesteld, doch onacceptabel gebleken de doorvoerinrichting uit één volledig door de wand lopend buisstuk te vervaardigen, zodat geen deling aanwezig is. Hierbij werd een volledig loden buisstuk gebruikt, dat duur is en d.m.v. een voor omgevingsinvloeden gevoelige soldeernaad werd verbonden met een duur loden dakbedekkingsdeel. Ook is het voorgesteld doch onacceptabel gebleken de lengte van de buisstukken van de doorvoerinrichting zodanig te kiezen, dat het gebied waar einden van de buisstukken over elkaar zijn geschoven en waar de spleet zich bevindt buiten het gebouw en dus buiten de wand ligt. Binnen de gestelde randvoorwaarden voor de gebruikelijke afmetingen van componenten van de doorvoerinrichting dient blijkbaar te worden gezocht naar een oplossing van het bekende lekkage-probleem. Daarbij dient er ter dege rekening mee te worden gehouden dat alleen een geboden oplossing die goedkoop is en gemakkelijk en foutloos kan worden toegepast geaccepteerd wordt. Dergelijke overwegingen zijn vooral bij het onderwerp volgens de onderhavige aanvrage belangrijk, doordat zuiver op gevoel dient te worden gewerkt bij het in elkaar schuiven van einden van de buisstukken, waarbij er rekening mee dient te worden gehouden, dat in veel gevallen de buisstukken in meer of mindere mate zijn beschadigd of vervormd ten gevolge van transport, bewerking en het in de boring in de muur steken daarvan.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding, een doorvoerin-richting van het bovenvermelde type te verschaffen die vooral voor renovatie werkzaamheden aanzienlijke verbeteringen oplevert gezien de gebruikelijke inrichtingen van dit soort.
Verrassenderwijs is gebleken dat de bovengenoemde nadelen van de in de aanhef van deze beschrijving genoemde doorvoerinrichting kunnen worden opgelost, wanneer het afdichtmiddel een in het algemeen busvormig afdichtorgaan omvat, vervaardigd van gemakkelijk elastisch vervormbaar materiaal, zoals rubber, en in aangrijping is rond één der buisstukken, waarbij het afdichtorgaan verschuifbaar is ten opzichte van tenminste één der buisstukken en het afdichtmiddel samengedrukt wordt gehouden tussen de concentrisch in elkaar gelegen buiswanden zodat het afdichtorgaan de spleet tussen beide buisstukken in het overlappingsgebied vloeistofdicht afsluit. Gebleken is dat deze oplossing acceptabel is voor de bedrijfstak en onder de meest uiteenlopende omstandigheden voldoet aan de eisen die eraan worden gesteld.
Over het algemeen bezitten beide buisstukken een rechthoekige dwarsdoorsnede, zodat de aansluiting op de dakbedekking een afwatering over voldoende breedte garandeert. In zo'n situatie is het voornamelijk een probleem een vloeistofdichte afsluiting van de spleet te verzorgen. Volgens de uitvinding wordt nu het afdichtorgaan zodanig gerealiseerd, dat dit de vorm heeft van een rechthoekige bus met gladde buitenzijden en een rondom een der open kanten lopende, naar buiten uitstekende kraag of manchet, waarbij de binnenzijden van de bus zijn voorzien van een aantal rondom lopende, in doorsnede zaagtandvormige, naar binnen uitstekende ribbels, die worden begrensd door vlakken die van het einde waar zich de kraag bevindt in de richting naar het andere einde van de bus schuin naar binnen lopen.
Een extra voordeel van de onderhavige uitvinding is, dat de afmeting van de spleet van in elkaar geschoven einden van de buisstukken naar wens kan worden vergroot. De spleetgrootte kan nu immers gemakkelijk worden opgevangen door de wanddikte van het afdichtorgaan overeenkomstig groter te kiezen. Hierdoor kunnen tolerantieproblemen gemakkelijker worden opgelost, terwijl ook het in elkaar schuiven van de buisstukken kan worden vergemakkelijkt. Voorts kan met behulp van een dergelijk afdichtorgaan aangebracht op een einde van één der buisstukken dit buisstuk zoekend gemaakt worden. Het afdichtorgaan dient dan een konisch verlopend uiteinde te bezitten.
Toepassing van de uitvinding zal vooral interessant zijn wanneer het eerste buisstuk van een aluminium materiaal is, één geheel vormend met een aluminium dakbedekkingsdeel. Aansluitingen hiertussen kunnen fabrieksmatig middels een lasverbinding worden gerealiseerd. Gebleken is dat dergelijke materiaalsoorten en de lasverbindingen duurzaam zijn en tot relatief giedkope producten leiden.
Voorts kan de wijze van aanbrengen van een dergelijke dakdoorvoer, vooral bij renovatie werkzaamheden, extra worden vergemakkelijkt, alsmede de kans op lekkage via de spleet tussen elkaar overlappende uiteinden van de buisstukken verder worden verminderd door de gebruikelijke dwars op de langsrichting van het tweede buisstuk staande buisstomp waarmee het tweede buisstuk wordt aangesloten op het aan de buitenzijde van het gebouw lopend afwateringskanaal losneembaar hieraan te bevestigen. Bij het aan- en afkoppelen van dit buisstuk en het afwateringskanaal kan het veelal noodzakelijke wrikken aan het afwateringskanaal of het buisstuk of complete demontage van het afwateringskanaal langs de gevel dan achterwege blijven. Daarbij is volgens een uitvoeringsvorm het aan het tweede buisstuk bevestigde uiteinde van de buisstomp omgeven door een uit het tweede buisstuk stulpende wand en sluit daarop afdichtend aan, waarbij steunranden steunen op aanslagranden van de wand. Het is hierdoor mogelijk de buisstomp van bovenaf aan te brengen, hetgeen gemakkelijker en veilig werkt. De buisstomp kan middels een snapverbinding worden bevestigd aan het tweede buisstuk.
Ook verdient het de voorkeur, het tweede buisstuk te voorzien van een opening in de wand daarvan tegenover het afwateringskanaal. Meestal zal deze opening lager gelegen zijn dan het desbetreffende dak, zodat de waterdruk in de doorvoerinrichting indien het afwateringskanaal stroomafwaarts is verstopt, vermindert wordt. Ook is hierdoor van buitenaf de verstopping kenbaar. Door een dergelijke opening kan ook een ontstopmid-del worden gestoken om een verstopping stroomafwaarts te verwijderen. Tevens kan door deze opening de buisstomp op zijn plaats worden gedrukt. Eventueel wordt deze opening geheel of gedeeltelijk afgedekt door een scharnierbaar deksel.
In het hierna volgende zal de uitvinding meer in detail worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.
Fig. 1 toont hierbij schematisch de doorvoerinrichting overeenkomstig de onderhavige uitvinding aangebracht in een wand vein een gebouw die een dak begrenst, in dwarsdoorsnede,
Fig. 2 een perspektivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van het afdichtorgaan voor de doorvoerinrichting overeenkomstig de onderhavige uitvinding,
Fig. 3 een doorsnede van het detail van de aansluiting van de doorvoeringrichting volgens de onderhavige uitvinding op het afwateringskanaal op vergrote schaal.
Fig. 1 toont van een gebouw 1 het dak 2 en een dat dak 2 begrenzende wand 3 in de vorm van een spouwmuur. In deze wand 3 is een boring 4 aangebracht waardoorheen een kanaal 5 loopt dat in vloeistofverbinding staat met het dak 2 en een aan de buitenzijde van het gebouw 1 lopend afwateringskanaal 6. Op het dak is een dakbedekking aangebracht gevormd door een bitumineuse laag 7 die waterdicht aansluit op een aluminiumdeel 8 dat zich bevindt in de omgeving van het kanaal 5· Van de doorvoerin-richting 4 steekt een eerste buisstuk 11 tot in de wand 3. waarbij het buisstuk 11 uit aluminium is vervaardigd en één geheel vormt met het aluminiumdeel 8. Een tweede buisstuk 12 eindigt eveneens in de wand 3 en is aldaar met een uiteinde geschoven over het buisstuk 11. In het gebied waar de buisstukken 11, 12 elkaar overlappen bevindt zich in de ringvormige spleet het afdichtorgaan 13 overeenkomstig de onderhavige uitvinding. Het afdichtorgaan 13 zorgt voor een vloeistofdichte afsluiting van de spleet die wordt gevormd tussen de beide buiswanden in het overlap-pingsgebied, doordat dit samengedrukt wordt gehouden tussen de wanden van de buisstukken 11, 12. Voorts is het buisstuk 12 aan het einde dat is aangesloten op het afwateringskanaal 6 voorzien van een dwars op de langsrichting van het buisstuk 12 staande buisstomp 14, die losneembaar hieraan is bevestigd. Aan de tegenover gelegen zijde van de wand van het buisstuk 12 bevindt zich een opening 15 die kan worden afgedekt middels een scharnierend deksel 19, dat in een geopende stand is weergegeven.
Fig. 2 toont het afdichtorgaan 13 meer in detail. Het afdichtorgaan 13 is busvormig, bestaat uit één stuk en is vervaardigd van gemakkelijk elastisch vervormbaar materiaal, zoals rubber. Een dergelijk afdichtorgaan 13 kan van te voren worden bevestigd aan één der buisstukken 11, 12 van de doorvoerinrichting 5. doch kan natuurlijk ook los bij geleverd worden. De vorm van het in fig. 2 getoonde afdichtorgaan 13 is rechthoekig en aangepast aan de vaak rechthoekige dwarsdoorsnede van de gebruikte buisstukken 11, 12. Het uiteinde 16 daarvan is konisch verlopend gevormd, om het in elkaar schuiven van de beide buisstukken te vergemakkelijken. Voorts is de buitenzijde glad en loopt rondom een der open kanten een naar buiten uitstekende kraag 17. De binnenzijden zijn voorzien van rondom lopende, in doorsnede zaagtandvormige ribbels 18.
Fig. 3 toont meer in detail de koppeling van het tweede buisstuk 12 met het afwateringskanaal 6. Het tweede buisstuk 12 is daartoe voorzien van een wanduitstulping 21 die de buisstomp 14 omgeeft. Daarbij steunt een steunrand 22 van de buisstomp 14 op een aanslagrand 23 van de wanduitstulping 21. Voorts zijn verende tongen 24 van de wanduitstulping 21 gesnapt in uitsparingen 25 in de buisstomp 14. Een rubber ring 25 zorgt voor af dichtende aansluiting van de buisstomp 14 op de wanduitstulping 21. Deze buisstomp 14 kan van bovenaf worden aangebracht door een opening 15 in de wand van het tweede buisstuk 12 tegenover het afwateringskanaal 6. Middels een scharnierend deksel 19» dat in de gesloten stand is weergegeven met getrokken lijnen en in een geopende stand is weergegeven met streep-stippellijnen, kan deze opening 15 worden af gedekt. In het deksel 19 bevindt zich een opening 20 waardoorheen bij verstopping in het afwateringskanaal 6 water kan ontwijken, en waardoorheen een ontstopper kan worden gestoken. Het deksel steunt met een uitstekende rand 26 op de wand van het tweede buisstuk 12 en wordt in de gesloten stand gehouden middels een verende tong 27 die snapt in een uitsparing 28 in de wand van het tweede buisstuk 12.
Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat de onderhavige uitvinding zich niet beperkt tot hetgeen in het voorafgaande is beschreven, doch veeleer wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies.

Claims (10)

1. Doorvoerinrichting bestemd voor het omgeven van een kanaal (5) dat loopt door een boring (4) in een wand (3) van een gebouw (1), welke wand (3) een met dakbedekking (7, 8) bedekt dak (2) begrenst en waarbij het kanaal (5) in vloeistofverbinding staat met het dak (2) en een aan de buitenzijde van het gebouw (1) lopend afwateringskanaal (6), de doorvoerinrichting omvattende een eerste in de wand eindigend buisstuk (11) dat met het ene einde vloeistofdicht is verbonden met het randgebied van een zich in de dakbedekking (8) bevindende opening, en een tweede in de wand eindigend buisstuk (12) dat concentrisch is gelegen met het eerste buisstuk (11) en met het ene einde is verbonden met het afwateringskanaal (6), waarbij eindgebieden van de andere einden van het eerste (11) en tweede buisstuk (12) elkaar overlappen en wel zodanig dat een ringvormige spleet aanwezig is tussen de wanden van de buisstukken in het over-lappingsgebied, in welke spleet zich een afdichtmiddel bevindt, met het kenmerk, dat het afdichtmiddel een in het algemeen busvormig afdichtorgaan (13) omvat, vervaardigd van gemakkelijk elastisch vervormbaar materiaal, zoals rubber, en in aangrijping is rond één der buisstukken (11, 12), dat het afdichtorgaan (13) verschuifbaar is ten opzichte van tenminste één der buisstukken (11, 12), en dat het afdichtorgaan (13) samengedrukt wordt gehouden tussen de concentrisch in elkaar gelegen buiswanden, zodat het afdichtorgaan (13) de spleet tussen beide buisstukken (11, 12) in het overlappingsgebied vloeistofdicht afsluit.
2. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1, waarbij beide buisstukken (11, 12) een rechthoekige dwarsdoorsnede hebben, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan (13) de vorm heeft van een rechthoekige bus met gladde buitenzijden en een rondom een der open kanten lopende, naar buiten uitstekende kraag (17). waarbij de binnenzijden van de bus zijn voorzien van een aantal rondom lopende, in doorsnede zaagtandvormige, naar binnen uitstekende ribbels (18), die worden begrensd door vlakken die van het einde waar zich de kraag (17) bevindt in de richting naar het andere einde van de bus schuin naar binnen lopen.
3. Doorvoerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afmeting van de spleet tussen de wanden van het eerste (11) en het tweede (12) buisstuk in het overlappingsgebied tenminste gelijk is aan een afmeting in de orde grootte van de wanddikte van één der buisstukken.
4. Doorvoerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een uiteinde van het afdichtorgaan konisch verlopend gevormd is.
5· Doorvoerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste buisstuk (11) van een aluminium materiaal is, één geheel vormend met een dakbedekkingsdeel (8) van aluminium materiaal.
6. Doorvoerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het tweede buisstuk (12) bij het ene uiteinde is voorzien van een dwars op de langsrichting van het buisstuk staande buisstomp (14) die aansluit op het afwateringskanaal (6), met het kenmerk, dat die buisstomp (14) losneembaar is bevestigd aan het tweede buisstuk (12).
7. Doorvoerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich in de wand van het tweede buisstuk (12) tegenover het afwateringskanaal (6) een opening (15) bevindt.
8. Doorvoerinrichting volgens conclusies 6 en 7, met het kenmerk, dat het aan het tweede buisstuk (12) bevestigde uiteinde van de buisstomp (14) wordt omgeven door een uit het tweede buisstuk (12) stulpende wand (21) en daarop afdichtend aansluit, waarbij steunranden (22) steunen op aanslagranden (23) van de wand (21).
9. Doorvoerinrichting volgens conclusies 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de uitstulpende wand (21) is voorzien van tongen (24) die snappen in uitsparingen (25) van de buisstomp (14).
10. Doorvoerinrichting volgens één der voorgaande conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de opening (15) in het tweede buisstuk (12) tegenover het afwateringskanaal (16) ten minste gedeeltelijk wordt bedekt door een scharnierend deksel (19)·
NL9101011A 1991-06-11 1991-06-11 Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw. NL9101011A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101011A NL9101011A (nl) 1991-06-11 1991-06-11 Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101011A NL9101011A (nl) 1991-06-11 1991-06-11 Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw.
NL9101011 1991-06-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9101011A true NL9101011A (nl) 1993-01-04

Family

ID=19859360

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9101011A NL9101011A (nl) 1991-06-11 1991-06-11 Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9101011A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0943747A3 (de) * 1998-03-20 2001-01-03 Wolfgang Dipl.-Ing. Vahlbrauk Verfahren und Vorrichtung zur Ableitung von Wasser von einer im wesentlichen ebenen Fläche

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0943747A3 (de) * 1998-03-20 2001-01-03 Wolfgang Dipl.-Ing. Vahlbrauk Verfahren und Vorrichtung zur Ableitung von Wasser von einer im wesentlichen ebenen Fläche

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6612780B2 (en) Modular trench drain system
US5340234A (en) Trench drain system and installation method
US4660333A (en) Gutter system
RU2103468C1 (ru) Гидроизоляционное устройство для окон, в частности для окон в крыше
US4602792A (en) Dual function gasket with dual lips and optional locking ring
US5613806A (en) Sealing system for sewer and water applications
NL8720033A (nl) Gegolfde kunststof pijpaansluiting.
CA2079950C (en) Pipe jointing system
CA2139428A1 (en) Apparatus for forming a multi-walled containment trench
NL8103780A (nl) Aansluitstuk uit veerkrachtig materiaal.
NL9101011A (nl) Doorvoerinrichting voor de hemelwaterafvoer van een gebouw.
FI75626C (fi) Anordning vid brunnar.
US5810513A (en) Method and apparatus for preventing trench overflows behind trench liners
US4470908A (en) Solids trap
US6883336B2 (en) Air conditioning condensation drainage system
US4641464A (en) Downpipe
US4628965A (en) Stab-type coupling
NL9000881A (nl) Afdichtring voor toepassing bij een buiskoppeling.
DE59702862D1 (de) Rohrverbindung
US4653958A (en) Modular secondary containment kit for housing pipelines
US4198794A (en) Method and apparatus for draining a building structure
US5507504A (en) Sealing device with c-shaped lips and central projection
EP0165344A1 (en) Roof and wall seal assemblies
NL8304436A (nl) Afvoerstelsel met een of meer toevoerleidingen voor afval- en/of hemelwater naar een verzamelruimte in de vorm van een put en tenminste een afvoerleiding.
WO1995014832A1 (en) Separating device

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed