NL9100317A

NL9100317A - Trilling- en schokdemper.

Info

Publication number: NL9100317A
Application number: NL9100317A
Authority: NL
Original assignee: Loggers Rubbertech
Priority date: 1991-02-22
Filing date: 1991-02-22
Publication date: 1992-09-16
Also published as: AU657513B2; EP0500164A1; NZ241607A; CA2061178A1; DE69205027T2; CA2061178C; AU1110092A; DE69205027D1; EP0500164B1

Description

Titel: Trilling- en schokdemper.

De uitvinding betreft een trilling- en schokdemper voor drie-dimensio-nale werking, omvattende een lichaam van een veerkrachtig materiaal, in het bijzonder een polymeer. Een dergelijke trilling- en schokdemper is algemeen bekend.

Het doel van de uitvinding is een trilling- en schokdemper te verschaffen waarbij de verhouding tussen de verticale en horizontale veerkarak-teristiek kleiner is dan 1 : 1,1 en de vervorming van de demper tijdens schokbelasting in alle richtingen minimaal 35% van de hoogte van de demper in onbelaste toestand bedragen kan, terwijl de eigen frequentie van de demper onder een statische belasting minder dan 6 Hz kan zijn.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de demper volgens de uitvinding het lichaam wordt gevormd door een hol lichaam dat de vorm heeft van twee boven op elkaar geplaatste komvormige delen, waarbij het bovenste komvormige deel ondersteboven is gekeerd en met het naar beneden gerichte, rondom het open eind van de kom lopende randvlak, volgens een horizontaal symmetrie-vlak van het lichaam, aansluit op het naar boven gerichte randvlak van het onderste komvormige deel en zowel het naar boven gerichte voetdeel van het bovenste, als het naar beneden gerichte voet-deel van het onderste komvormige deel met een flensplaat van een stijf materiaal bijvoorbeeld metaal zijn verbonden, en in de schuin naar beneden, respectievelijk naar boven, naar het genoemde symmetrievlak uitlopende wanden van het bovenste en het onderste komvormige deel een aantal, met tussenafstanden van elkaar gelegen, langwerpige openingen zijn aangebracht, die zich elk van een plaats nabij het bovenste voetdeel naar een plaats nabij het onderste voetdeel uitstrekken, zodat tussen deze openingen een aantal met tussenafstanden van elkaar gelegen ribben worden gevormd.

Bij een op deze wijze uitgevoerde demper wordt de genoemde veerkarak-teristiek in drie richtingen verkregen, doordat de genoemde ribben bij verplaatsingen in de richting van de verticale as van het lichaam op buiging worden belast.

Bij voorkeur zijn binnen het holle lichaam, op de genoemde ribben, aan weerskanten van het genoemde symmetrievlak, verstevigingsplaatjes van een stijf materiaal, in het bijzonder een metaal aangebracht, terwijl in tenminste enkele van de genoemde ribben verstevigingsplaatjes van een stijf materiaal kunnen zijn ingebed, die in het genoemde symmetrie-vlak zijn gelegen, teneinde de vormfactoren en de elasticiteitsmoduli van de toegepaste polymeer te kunnen beïnvloeden.

Op voordelige wijze worden de genoemde openingen elk door zes randen begrensd, drie aan elke kant van het symmetrievlak, waarbij deze drie randen in wezen een afgeknotte driehoek insluiten waarvan de imaginaire basis in het symmetrievlak ligt.

Bij voorkeur hebben de flensplaten elk een aantal straalvormig van buiten naar het midden, naar de verticale as van het lichaam toe lopende, opstaande ribben, waarvan de hoogte van binnen naar buiten toeneemt, die in het materiaal van het lichaam zijn ingebed.

Hierdoor kunnen ook de hiervoor genoemde vormfactoren en elasticiteitsmoduli worden beïnvloed terwijl bovendien de flensplaten worden verstrekt.

De uitvinding zal nader worden beschreven aan de hand van het in de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een verticale doorsnede door een demper volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont een doorsnede volgens de lijn II-II in figuur 1;

Figuur 3 toont de trillingdemper volgens figuur 1 in onderaanzicht.

Zoals getoond in de figuren omvat de trillingdemper een hol lichaam 1 van een veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld een polymeer. Dit lichaam wordt door het, volgens de lijn II-II lopende horizontale symmetrievlak in twee komvormige delen 2 en 3 verdeeld, waarbij het bovenste komvormige deel 2 ondersteboven gekeerd aansluit op het onderste komvormige deel 3· Het voetdeel 2' van het komvormige deel 2 is verbonden met een flensplaat 4, terwijl het voetdeel 3' van het komvormige deel 3 is verbonden met een flensplaat 5·

In de wand van het lichaam 1 is een aantal openingen 6 aangebracht, die op gelijke afstanden van elkaar zijn gelegen en die elk door zes randen worden begrensd, drie aan elke kant van het genoemde horizontale symme-trievlak, waarbij door dit symmetrievlak elke opening 6 in twee gelijke delen wordt verdeeld, die elk de vorm hebben van een afgeknotte driehoek.

Tussen de openingen 6 zijn ribben 7 aanwezig, waartegen verstevigings-plaatjes 8 van een stijf materiaal, aan weerskanten van het genoemde horizontale symmetrievlak zijn aangebracht. Bovendien zijn in sommige van de ribben 7 verstevigingsplaatjes 9 ingebed die in het genoemde horizontale symmetrievlak liggen.

De flensplaten 4 en 5 zijn elk voorzien van een aantal straalvormig naar het midden verlopende, opstaande ribben 4' respectievelijk 5'» waarvan de hoogte, van het midden naar buiten toeneemt en die zijn ingebed in het materiaal van het voetdeel 2' respectievelijk 3'·

De in de figuren getoonde demper heeft bijvoorbeeld een hoogte van 115 mm waarbij de flensplaten een breedte hebben van 120 mm.

Claims

1. Trilling- en schokdemper voor drie-dimensionale werking, omvattende een lichaam van een veerkrachtig materiaal, in het bijzonder een polymeer, met het kenmerk, dat het lichaam wordt gevormd door een hol lichaam dat de vorm heeft van twee boven op elkaar geplaatste komvormige delen, waarbij het bovenste komvormige deel ondersteboven is gekeerd en met het naar beneden gerichte, rondom het open eind van de kom lopende randvlak, volgens een horizontaal symmetrie-vlak van het lichaam, aansluit op het naar boven gerichte randvlak van het onderste komvormige deel en zowel het naar boven gerichte voetdeel van het bovenste, als het naar beneden gerichte voetdeel van het onderste komvormige deel zijn verbonden met een flensplaat van een stijf materiaal bijvoorbeeld metaal, en in de schuin naar beneden, respectievelijk naar boven, naar het genoemde symmetrie-vlak uitlopende wanden van het bovenste respectievelijk het onderste komvormige deel een aantal, met tussenafstanden van elkaar gelegen langwerpige openingen zijn aangebracht, die zich elk van een plaats nabij het bovenste voetdeel naar een plaats nabij het onderste voetdeel uitstrekken, zodat tussen deze openingen een aantal met tussenafstanden van elkaar gelegen ribben worden gevormd.

2. Demper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat binnen het holle lichaam, op de genoemde ribben, aan weerskanten van het genoemde symme-trievlak verstevigingsplaatjes van een stijf materiaal zijn aangebracht .

3. Demper volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat in tenminste enkele van de genoemde ribben verstevigingsplaatjes van een stijf materiaal zijn ingebed die in het genoemde symmetrie-vlak zijn gelegen.

4. Demper volgens conclusies 1-3. met het kenmerk, dat de genoemde openingen elk door zes randen worden begrensd, drie aan elke kant van het symmetrie-vlak, waarbij deze drie randen in wezen een afgeknotte driehoek insluiten waarvan de imaginaire basis in het symmetrie-vlak ligt.

5. Demper volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de flensplaten elk een aantal straalvormig van buiten naar het midden, naar de verticale as van het lichaam toe, lopende opstaande ribben omvat, waarvan de hoogte van binnen naar buiten toeneemt, die in het materiaal van het lichaam zijn ingebed.