NL9100100A - Hockeystick. - Google Patents

Hockeystick. Download PDF

Info

Publication number
NL9100100A
NL9100100A NL9100100A NL9100100A NL9100100A NL 9100100 A NL9100100 A NL 9100100A NL 9100100 A NL9100100 A NL 9100100A NL 9100100 A NL9100100 A NL 9100100A NL 9100100 A NL9100100 A NL 9100100A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wear
hockey stick
hook
resistant material
contact surface
Prior art date
Application number
NL9100100A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Jacomina Maria Charlotta Theod
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jacomina Maria Charlotta Theod filed Critical Jacomina Maria Charlotta Theod
Priority to NL9100100A priority Critical patent/NL9100100A/nl
Publication of NL9100100A publication Critical patent/NL9100100A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B59/00Bats, rackets, or the like, not covered by groups A63B49/00 - A63B57/00
    • A63B59/70Bats, rackets, or the like, not covered by groups A63B49/00 - A63B57/00 with bent or angled lower parts for hitting a ball on the ground, on an ice-covered surface, or in the air, e.g. for hockey or hurling
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B2102/00Application of clubs, bats, rackets or the like to the sporting activity ; particular sports involving the use of balls and clubs, bats, rackets, or the like
    • A63B2102/22Field hockey

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Golf Clubs (AREA)

Description

Korte aanduiding: Hockeystick.
De uitvinding heeft betrekking op een hockeystick omvattende een langwerpige steel en een daarmee één geheel vormende haak.
In de veldhockeysport worden de laatste jaren steeds meer speelvelden van kunstgras voorzien, dit wil zeggen van een bedekking met kunststof sprieten, welke gelijken op natuurlijke grassprieten maar waartussen grof zand ingestrooid is. Wanneer op een dergelijke kunstgrasmat de hockeysport wordt beoefend blijkt de haak van de hockeystick, in het bijzonder het contactvlak daarvan met het speeloppervlak, aan een sterke slijtage onderhevig te zijn. Dit is het gevolg van het feit dat de haak, die gewoonlijk is vervaardigd van moerbeihout, tijdens het spel veelvuldig over het zand schuift.
Het gebruik van een hockeystick met een sterk afgesleten haak levert gevaar op voor zowel de spelers als het aanwezige publiek, omdat het voor het raken van de bal beschikbare slagvlak van de haak verkleind is, waardoor de bal niet meer trefzeker geraakt kan worden.
Zo is de kans groot, dat de bal bij het stoppen onbedoeld hoog doorschiet of bij het slaan onbedoeld hoog gespeeld wordt, hetgeen gevaarlijk spel oplevert en uitlokt.
Een hockeystick met een te sterk afgesleten haak dient dan ook vervangen te worden, wat bij intensief gebruik regelmatig, soms wel binnen één speelseizoen, hoge kosten met zich meebrengt.
Men heeft getracht de slijtage van de haak - welke slijtage overigens ook op natuurlijk gras optreedt, maar dan in veel mindere mate - tegen te gaan door de haak te vervaardigen van een laminaat van beukenfineerhout en thermohardende kunstharsen die onder hoge druk en bij hoge temperatuur zijn samengeperst. De hardheid van de haak neemt hierdoor weliswaar aanzienlijk toe (en de slijtage-snelheid daarmee af) maar deze hardheid vormt tevens de oorzaak van in de steel in de hockeystick optredende, als zeer hinderlijk ervaren trillingen bij het slaan tegen een bal. Verder blijken dergelijke haken, in tegenstelling tot de traditionele haken van moerbeihout, te delamineren en te splinteren, waardoor de spelers zich kunnen verwonden aan de haak van de hockeystick, en de haak bij een hoge slagbelasting kan breken of stukken kunnen loslaten.
Ook is het bekend om over de hele onderzijde van de haak een laag kunststof op te brengen, met een dikte van minder dan 1 mm en een breedte van ongeveer 13 mm. Hierdoor wordt het probleem slechts zeer tijdelijk opgelost, want na enige tijd is die kunststoflaag weggesleten.
De uitvinding beoogt een zodanige uitvoering van de haak van een hockeystick te verschaffen, dat de slijtage van het contactvlak van de haak met het speeloppervlak aanzienlijk wordt verminderd, zonder dat de genoemde bezwaren ontstaan.
De hockeystick volgens de uitvinding wordt voor het bereiken van dit oogmerk daardoor gekenmerkt, dat in de haak aan de zijde van het contactvlak met het speelopper-vlak tenminste gedeeltelijk bestaat uit tot een vooraf bepaalde diepte vanaf het contactvlak slijtvast materiaal.
De slijtage-snelheid van de haak neemt door het inbrengen van de slijtdelen sterk af, waardoor gedurende langere tijd met een zelfde, vertrouwde hockeystick gespeeld kan worden met een vrijwel onveranderde slagkracht ten gevolge van gewichtsverlies door haakslijtage. Er treden minder gevaarlijke spelsituaties ten gevolge van hoge ballen op, omdat door de geringe slijtage een betere controle van de bal uitgevoerd kan worden bij pushen, scoopen, stoppen en slaan. Verder is het mogelijk minder slijtvaste en daardoor goedkopere materialen voor de vervaardiging van de haak te gebruiken.
Bij voorkeur wordt de haak zo uitgevoerd dat het slijtvaste materiaal de vorm heeft van een of meer slijtdelen die in het haakmateriaal zijn aangebracht.
Door de beperkte omvang van het contactvlak kan het slijtdeel klein uitgevoerd worden, waardoor dit een nauwelijks merkbare invloed op de speel-eigenschappen van de haak en de hockeystick als geheel heeft.
In verband met verschillen in uitzetting onder invloed van vochtinwerking op de materialen is het van voordeel wanneer een slijtdeel is vastgezet door middel van elastische lijm of elastische vulstof.
Bij voorkeur bestaat een slijtdeel uit hardhout, waarbij de lengterichting van de houtvezels in hoofdzaak loodrecht staat op het contactvlak. Bijzonder geschikt voor het vervaardigen van een slijtdeel zijn azobé-hout, mecrusse of pokhout.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de hockeystick volgens de uitvinding is een slijtdeel vervaardigd van een kunsthars waaraan een fijn verdeelde slijtvaste stof is toegevoegd. Bijzonder geschikt als slijtvaste stof zijn keramische materialen zoals silicium-carbide.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is in een slijtdeel op een vooraf bepaalde afstand van het contactvlak een visueel van het slijtdeel-materiaal te onderscheiden indicatormateriaal aangebracht. Men kan ook een indicator materiaal tot aan een bepaalde diepte aanbrengen. Het slijtdeel beschermt de haak van de hockeystick weliswaar gedurende langere tijd tegen overmatige slijtage, maar na verloop van tijd zal door het gebruik ook een volgens de uitvinding van een of meer slijtdelen voorziene hockeystick te ver afgesleten geraken. De mate van slijtage waarbij een dergelijke kritische grens wordt overschreden, kan vooraf bepaald worden en leidt tot de vaststelling van een gebied in het slijtdeel vanaf het contactvlak in ongebruikte toestand van de hockeystick, tot waar de slijtage mag voortschrijden. Indien de haak over deze afstand is afgesleten, wordt het indicatormateriaal zichtbaar, of, bij het omgekeerde systeem, is het indicatormateriaal niet meer zichtbaar. Bij regelmatige controle van het slijtdeel door de gebruiker van de hockeystick weet deze aldus dat de hockeystick aan het einde van zijn veilige gebruiksduur is gekomen.
In het algemeen zullen nieuwe hockeysticks van fabriekswege voorzien worden van de slijtdelen volgens de uitvinding, het is echter ook mogelijk reeds gebruikte hockeysticks alsnog van een slijtdeel te voorzien. Het gevraagde uitsluitende recht strekt zich derhalve tevens uit over een uit een slijtvast materiaal vervaardigd, in de haak van een hockeystick aan te brengen slijtdeel ter vorming van een hockeystick als hiervoor omschreven.
Onder hockeystick dient zowel een hockeystick voor veldhockey, zoals weergegeven in de bijgaande tekening, als een hockeystick voor rolhockey en voor ijshockey te worden verstaan, aangezien de uitvinding op beide soorten hockeysticks toepasbaar is.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:
Fig. 1 een positie van een hockeystick op een speelveld aangeeft tijdens het gebruik van de hockeystick;
Fig. 2 een aanzicht van de hockeystick volgens fig. 1 in de richting van pijl II toont;
Fig. 3 dient ter illustratie van de bij het gebruik van een hockeystick optredende slijtage;
Fig. 4 een aanzicht van de hockeystick volgens fig. 3 in de richting van pijl IV toont;
Fig. 5 een onderaanzicht volgens de pijl V in fig. 1 van een uitvoeringsvorm van een slijtdeel in de haak van een hockeystick toont;
Fig. 6-9 andere uitvoeringsvormen van slijtdelen tonen; en
Fig. 10-13 gedeeltelijke dwarsdoorsneden volgens de lijnen X, XI, XII en XIII van de in de respectieve fig.
5, 7, 8 en 9 getoonde haken zijn.
Fig. 1 en 2 tonen een gedeelte van een hockeystick 2, omvattende een langwerpige steel 4 welke één geheel vormt met en aan het uiteinde daarvan overgaat in een haak 6.
De hockeystick 2 is weergegeven in een positie waarin deze op een speeloppervlak 8r bijvoorbeeld voorzien van kunstgras 10, voornamelijk zal worden gebruikt.
In fig. 3 en 4 wordt een hockeystick getoond die door veelvuldig gebruik sterk afgesleten is, vooral in het gebied rond het contactvlak met het speeloppervlak 8, zoals in fig. 1 getoond. De oorspronkelijke contour van de haak is door middel van een streeplijn aangeduid.
Fig. 5 en 10 tonen een in hoofdzaak cilindervormig slijtdeel 12, aangebracht in een loodrecht op de onderzijde van de haak 6 ter plaatse van het contactvlak met het speeloppervlak aangebracht gat. Het slijtdeel 12 kan vervaardigd zijn van hardhout, waarvan fig. 5 de kopse zijde toont. Geschikte houtsoorten voor de vervaardiging van het slijtdeel 12 zijn azobé-hout, mecrusse, pokhout en eventueel ook letter- of ijzerhout.
De dieptemaat van het slijtdeel 12 zal minstens enkele millimeters bedragen, maar is bij voorkeur beperkt tot omstreeks 10 mm, zodat de eigenschappen van de haak als gevolg van de aanwezigheid van het slijtdeel niet merkbaar veranderen. Het slijtdeel mag aanvankelijk eventueel iets uitsteken, bijv. ca. 1 mm, waarbij dan de hoeken zouden moeten worden afgerond. Omdat het slijtpunt per persoon op een iets andere plaats zal kunnen zitten is het wenselijk om het slijtdeel in de richting evenwijdig aan het slagvlak (dus in het vlak van tekening van figuren 10 t/m 13) minstens ca. 15 mm te maken voor juniorsticks en ca. 20 mm voor seniorsticks. In het slijtdeel 12 is een indicatorelement 14 aangebracht, (zie fig. 10A). Het materiaal waaruit het indicatorelement 14 bestaat, bijvoorbeeld verf, heeft bij voorkeur een kleur die sterk contrasteert met die van het slijtdeel 12.
Het slijtdeel 12 van slijtvast materiaal heeft een aanzienlijke remmende werking op de slijtage van de onderzijde van de haak 6 in de opening van het slijtdeel, maar de haak 6 zal na verloop van tijd niettemin langzamerhand afslijten. De afstand van het naar de onderzijde van de haak 6 gerichte uiteinde van het indicatorelement 14 tot het uiteinde van het slijtdeel 12 aan de onderzijde van de haak 6 kan zodanig gekozen worden, dat veilig gespeeld kan worden met de hockeystick 2, wanneer het indicatorelement 14 niet zichtbaar is aan de onderzijde van de haak 6, en het zichtbaar worden van het indicatorelement 14 aan de onderzijde van de haak 6 het einde van de veilige levensduur van de hockeystick 2 aankondigt.
Fig. 6 toont een variant van de in fig. 5 en 10 getoonde uitvoeringsvorm, waarbij dicht bij elkaar drie cilindervormige slijtdelen 16 in de haak 6 van een hockeystick zijn aangebracht. De opstelling van slijtdelen 16 vergroot de werkzame breedte van de bescherming van het contactvlak van de hockeystick met het speeloppervlak.
Fig. 7 en 11 tonen een slijtdeel 18 met een afgerond langwerpige doorsnede. Het slijtdeel 18 is aan de naar het inwendige van de haak 6 gekeerde zijde voorzien van een uitsparing, waarin een uitstekend gedeelte van het haakmateriaal past. Op deze wijze vormt een gedeelte van de haak zelf een indicatorelement. Langs de omtrek van het slijtdeel 18 is een onderbroken of ononderbroken groef aangebracht, welke ligt tegenover een groef langs de binnenomtrek van de voor het slijtdeel 18 bestemde uitsparing in de haak 6. Na het aanbrengen van het slijtdeel 18 in de haak 6 vormen beide groeven een kanaal 20 waarin voor het bevestigen van het slijtdeel 18 gebruikte lijm zich kan verzamelen en als borging voor het slijtdeel 18 kan fungeren.
Fig. 8 en 12 tonen een slijtdeel 22 dat is aangebracht in een zowel in de richting van het slagvlak 24 van de haak 6 taps toelopende, als in de richting van de onderzijde van de haak 6 taps toelopende uitsparing in de haak 6. Dit slijtdeel 22 is gevormd door het in de uitsparing in de haak 6 gieten van een vloeibare kunsthars, waaraan een fijn verdeelde slijtvaste stof, b.v. silicium-carbide, is toegevoegd, waarna men de kunsthars heeft laten uitharden en heeft bewerkt ter aanpassing van de contouren aan de vormgeving aan de haak. Het in twee opzichten taps vormgegeven slijtdeel 22 kan niet uit de haak 6 verwijderd worden. Het slijtdeel 22 is voorzien van een indicatorelement 26 zoals hiervoor omschreven.
Fig. 9 en 13 tonen een haak 6, waarvan een gedeelte van de onderzijde is vervangen door een slijtdeel 28, dat door middel van verbindingsspieën 30 is bevestigd aan het resterende gedeelte van de haak 6. De verbindingsspieën 30 zijn bij voorkeur van hetzelfde materiaal als het slijtdeel 28 vervaardigd.
Voor de vakman zal duidelijk zijn dat nog vele andere verbindingstechnieken voor het aanbrengen van een slijtdeel in de haak van een hockeystick gebruikt kunnen worden. Zo kan men, indien het slijtdeel cilindervormig is, zoals in fig. 5 en 10 is getoond, de buitenzijde van het slijtdeel voorzien van een schroefdraad en het slijtdeel in een eveneens van schroefdraad voorzien gat in de haak van een hockeystick vastschroeven.
Voorts zal duidelijk zijn, dat een willekeurige haak van een hockeystick kan worden voorzien van een of meer slijtdelen zoals hiervoor omschreven, ongeacht de voor de vervaardiging van de haak toegepaste materialen of de opbouw daarvan.
Het is ook denkbaar om het slijtvaste materiaal de vorm te geven van een rol of een rollende kogel. De draaias van de rol kan dan gelegerd zijn in het haak-materiaal, met een ruimte binnen het haakmateriaal om de rol draaibaar te houden ondanks de aanwezigheid van eventuele vervuiling. Een kogel van slijtvast materiaal vergt geen draaias. Hij kan aangebracht zijn in een leger of huis waardoor hij voor het grootste deel wordt omsloten. Ook in dit geval kan de gedachte worden toegepast om tussen de kogel en het kogelhuis een relatief grote ruimte toe te passen. Zand dat zich daarin zal verzamelen heeft ongetwijfeld een remmende invloed op de draaiiing van de kogel, maar dat is niet hinderlijk omdat het voldoende is wanneer de kogel van tijd tot tijd draait om de slijtage wat te verdelen, maar het is voor het functioneren van de kogel uit slijtvast materiaal geenszins nodig dat hij met weinig of geen wrijving draaibaar is in zijn huis.
De uitvindingsgedachte laat zich combineren met het aanbrengen van een kunststofstrook over een groter deel van de haak, of over vrijwel de hele haak, zoals op zichzelf bekend. Men heeft dan nog de keuze om het ene of het andere beschermingsmiddel het eerste aan te brengen.
De techniek die aan de hand van fig. 11 is beschreven voor het borgen van het slijtdeel 18 in het materiaal van de haak, met behulp van de zich verhardende lijm die de lijmring 20 vormt, is overigens algemeen toepasbaar. Aldus omvat de uitvinding mede een werkwijze voor het borgen van twee, met vlakken tegen elkaar liggend ten opzichte van elkaar verschuifbare delen. Volgens deze uitvindingsgedachte gaat men dan zo te werk dat in elk van de tegenover elkaar liggende vlakken een sleuf wordt aangebracht, op tegenover elkaar liggende'plaatsen en in hoofdzaak in een richting loodrecht op de richting van verschuifbaarheid van de delen, en dat in die sleuven een vloeibaar of plastisch, hardbaar vulmateriaal wordt aangebracht dat na verharding een voldoende schuifsterkte bezit om de delen in de gewenste mate tegen onderlinge verschuiving te borgen.
Het is van voordeel wanneer dit verder zo wordt uitgewerkt dat een of meer vulgroeven worden aangebracht in verbinding met en onder een hoek, bij voorkeur een loodrechte hoek, ten opzichte van de sleuf in tenminste een van de delen.
Deze techniek toegepast voor het borgen van een penvormig deel in een blind gat - zoals in het geval van het slijtdeel 18 in fig. 11 - heeft men dan enerzijds te maken met de noodzaak van het aanbrengen van het vulmateriaal, anderzijds met het probleem van ontluchting in alle, meestal voorkomende gevallen waarin de twee delen nu passen. In dat geval voorziet de uitvindingsgedachte erin dat de vulgroeven zijn aangebracht aan de van blinde einde van het gat gekeerde zijde van de sleuven en dat verder ontluchtingsgroeven zijn aangebracht aan de naar de open zijde van het gat gekeerde zijde, eveneens in verbinding met en onder een bij voorkeur loodrechte hoek ten opzichte van de sleuven.
De werkwijze voor het borgen volgens deze uitvindingsgedachte vindt dan wederom toepassing bij de vervaardiging van een hockeystick, namelijk bij de bevestiging van de haak in een buisvormige steel (b.v. van aluminium) van de hockeystick.
Het algemene voordeel van het borgen door middel van een dergelijke, door uitharding gevormde vulring boven lijmen van de te verbinden delen is dat men niet meer gedwongen is een lijmsoort te vinden die hecht aan de verschillende materiaalsoorten waaruit de te borgen delen eventueel kunnen bestaan. Het gaat er slechts om dat het vulmateriaal hardbaar is en na verharding een voldoende schuifsterkte bezit om de beoogde borgwerking te realiseren. Men kan op deze manier dus delen ten opzichte van elkaar borgen met zodanige verschillende eigenschappen dat er geen lijm bestaat die aan beide materialen hecht.
De werkwijze voor het borgen kan gelijktijdig in twee richtingen worden toegepast. In het bijzonder bij een pen krijgt men dan een trekvaste en tegelijk draaivaste verbinding.

Claims (17)

1. Hockeystick omvattende een langwerpige steel en een daarmee één geheel vormende haak, met het kenmerk, dat de haak aan de zijde van het contactvlak met het speel-oppervlak tenminste gedeeltelijk bestaat uit tot een vooraf bepaalde diepte vanaf het contactvlak slijtvast materiaal.
2. Hockeystick volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het slijtvaste materiaal de vorm heeft van een of meer slijtdelen die in het haakmateriaal zijn aangebracht.
3. Hockeystick volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een slijtdeel is vastgezet door middel van elastische lijm of elastische vulstof.
4. Hockeystick volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat een slijtdeel bestaat uit hardhout, waarbij de lengterichting van de houtvezels in hoofdzaak loodrecht staat op het contactvlak.
5. Hockeystick volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een slijtdeel is vervaardigd van azobé-hout.
6. Hockeystick volgens een der conclusie 1-4, met het kenmerk, dat een slijtdeel is vervaardigd van mecrusse.
7. Hockeystick volgens een der conclusie 1-4, met het kenmerk, dat een slijtdeel is vervaardigd van pokhout.
8. Hockeystick volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een slijtdeel is vervaardigd van een kunsthars waaraan een fijn verdeelde slijtvaste stof is toegevoegd.
9. Hockeystick volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de slijtvaste stof bestaat uit keramisch materiaal zoals silicium-carbide.
10. Hockeystick volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in een slijtdeel op of tot een vooraf bepaalde diepte van het contactvlak een visueel van het slijtdeel materiaal te onderscheiden materiaal is aangebracht.
11. Uit een slijtvast materiaal vervaardigd, in de haak van een hockeystick aan te brengen slijtdeel ter vorming van een hockeystick volgens een of meer van de voorgaande conclusies.
12. Werkwijze voor het versterken van de haak van een hockeystick, gekenmerkt door het maken van tenminste een uitsparing in het materiaal van de haak aan de zijde van het contactvlak en het daarin bevestigen van een slijtdeel.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de bevestiging wordt uitgevoerd met gebruikmaking van een elastische lijm of een elastische vulstof.
14. Werkwijze voor het borgen van twee, met vlakken tegen elkaar liggend ten opzichte van elkaar verschuifbare delen, met het kenmerk, dat in elk van de tegenover elkaar liggende vlakken een sleuf wordt aangebracht, op tegenover elkaar liggende plaatsen en in hoofdzaak in een richting loodrecht op de richting van verschuifbaarheid van de delen, en dat in die sleuven een vloeibaar of plastisch, hardbaar vulmateriaal wordt aangebracht dat na verharding een voldoende schuifsterkte bezit om de delen in de gewenste mate tegen onderlinge verschuiving te borgen.
15. Werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt door het aanbrengen van een of meer vulgroeven in verbinding met en onder een hoek, bij voorkeur een loodrechte hoek, ten opzichte van de sleuf in tenminste een van de delen.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, toegepast voor het borgen van een penvormig deel in een blind gat, met het kenmerk, dat de vulgroeven zijn aangebracht aan de van blinde einde van het gat gekeerde zijde van de sleuven en dat verder ontluchtingsgroeven zijn aangebracht aan de naar de open zijde van het gat gekeerde zijde, eveneens in verbinding met en onder een bij voorkeur loodrechte hoek ten opzichte van de sleuven.
17. Werkwijze volgens een der conclusies 14-16 toegepast op de bevestiging van de haak in een buisvormige steel van een hockeystick.
NL9100100A 1991-01-22 1991-01-22 Hockeystick. NL9100100A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100100A NL9100100A (nl) 1991-01-22 1991-01-22 Hockeystick.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100100A NL9100100A (nl) 1991-01-22 1991-01-22 Hockeystick.
NL9100100 1991-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100100A true NL9100100A (nl) 1992-08-17

Family

ID=19858754

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100100A NL9100100A (nl) 1991-01-22 1991-01-22 Hockeystick.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9100100A (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999017846A1 (en) * 1997-10-03 1999-04-15 Guy Tremblay Wear-resistant hockey stick blade, and method of manufacture thereof
CN103990258A (zh) * 2013-12-10 2014-08-20 桐乡波力科技复材用品有限公司 旱地曲棍球击球板及其制作方法
CN103990260A (zh) * 2013-12-10 2014-08-20 桐乡波力科技复材用品有限公司 旱地曲棍球杆及其制作方法

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999017846A1 (en) * 1997-10-03 1999-04-15 Guy Tremblay Wear-resistant hockey stick blade, and method of manufacture thereof
CN103990258A (zh) * 2013-12-10 2014-08-20 桐乡波力科技复材用品有限公司 旱地曲棍球击球板及其制作方法
CN103990260A (zh) * 2013-12-10 2014-08-20 桐乡波力科技复材用品有限公司 旱地曲棍球杆及其制作方法
CN103990258B (zh) * 2013-12-10 2016-04-20 桐乡波力科技复材用品有限公司 旱地曲棍球击球板及其制作方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5275410A (en) Puck for use on a non-ice surface
US7044870B2 (en) Blade for hockey stick or the like
US5511776A (en) Roller hockey stick blade
US9067125B2 (en) Skateboard
US7326135B2 (en) Rib-reinforced hockey stick shaft and method of fabrication
US5324031A (en) Golf putter with a CORIAN putterhead apparatus and method of manufacture
US3458194A (en) Hockey stick
CA1323048C (en) Ice hockey skate blade
US5697857A (en) Plastic hockey stick blade structure
CA2883875A1 (en) Composite blade for hockey stick having openings
JPH05277220A (ja) スキー
CA2059794A1 (en) Covering element particularly applicable to soccer shoes
CA2326966A1 (en) Method of manufacturing blade of hockey stick or the like, and blade of stick and blade core
KR102037379B1 (ko) 파크골프용 골프채 헤드
US20160206938A1 (en) Reinforced composite game stick handle
NL9100100A (nl) Hockeystick.
US5582405A (en) Hockey stick
US3814454A (en) Slide plate between ski boot sole and ski surface in releasing ski bindings
US4844500A (en) Ski
US5816949A (en) Hockey stick
CA1164904A (en) Ski
US20040116198A1 (en) Replaceable golf club face and protective shield
NL1009095C1 (nl) Hockeystick.
FI82176C (fi) Haestsko.
CA2107967C (en) Hockey stick

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed