NL9002627A - Inrichting voor het verwarmen van drinkgerei. - Google Patents

Description

Titel; Inrichting voor het verwarmen van drinkgerei.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwarmen van drinkgerei, in het bijzonder geschikt voor drinkglazen.

Sommige dranken dienen bij voorkeur in een voorverwarmde houder te worden geserveerd. Een bekend voorbeeld is cognac. Deze drank komt het beste tot zijn recht in een voorverwarmd cognacglas. Gebruikelijke technieken om een glas of ander drinkgerei te verwarmen omvatten bijvoorbeeld het vullen van het glas met een laagje heet water dat met een handmatige beweging door het glas wordt geleid en vervolgens wordt uitgegoten. Het glas wordt door het warme water inderdaad enigszins verwarmd, doch het glas dient vervolgens nog gedroogd te worden, zodat op het moment van serveren van het glas dit reeds aanzienlijk is afgekoeld.

Volgens een andere bekende techniek wordt het glas, al dan niet na in een standaard te zijn geplaatst, met behulp van een kaarsvlam verwarmd. Een bezwaar van deze handelwijze is, dat het glas slechts zeer plaatselijk verwarmd wordt en dus steeds verdraaid dient te worden. Een ander bezwaar is, dat beroeting van het glas kan plaatsvinden.

Volgens weer een andere methode wordt gebruik gemaakt van het stoompijpje van een espresso-apparaat om een glas met stoom te verwarmen. Deze methode is niet alleen luidruchtig doch heeft ook een vochtig glas tot gevolg en kan tot resultaat hebben dat melkresten in het glas worden geblazen, hetgeen ongewenst is.

Behoefte bestaat derhalve aan een inrichting waarmee op eenvoudige doch snelle en doeltreffende wijze drinkgerei, in het bijzonder een drinkglas verwarmd kan worden. De uitvinding beoogt in de geschetste behoefte te voorzien. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een inrichting van de boven beschreven soort gekenmerkt door een mondstuk, dat kan samenwerken met het te verwarmen drinkgerei; een ventilatorinrichting, die lucht kan aanzuigen en door het mondstuk kan stuwen; een elektrisch verwarmingselement, dat in bedrijf de door de ventilatorinrichting voortgestuwde of aangezogen lucht verwarmt; en tenminste één schakelaar voor het in- en uitschakelen van de ventilatorinrichting en het verwarmingselement.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; en figuur 2 toont schematisch een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een verwarmingsinrichting 1 volgens de uitvinding.

De inrichting 1 omvat een huis 2, dat in dit voorbeeld doosvormig is en dat in tenminste één der zijwanden 3 een luchttoevoerrooster heeft. In het huis bevindt zich een elektromotor 4, die voorzien is van een uitgangsas met schoepenrad, bijvoorbeeld een ventilatiemolen 5, die op soortgelijke wijze kan zijn uitgevoerd als een aanjager voor een verwarmingsinrichting als veelal toegepast in automobielen.

Op het huis is een uitstroommondstuk 6 geplaatst, dat in het getoonde voorbeeld door een buis met ronde doorsnede wordt gevormd. In de buis is een verwarmingslichaam 7 gemonteerd, dat op gebruikelijke wijze tenminste één op een drager 8 aangebrachte verwarmingsspiraal 9 omvat.

De elektromotor 4 en de verwarmingsspiraal 9 worden via een aansluitsnoer 10 via een schakelaar 11 van elektrische energie voorzien. De schakelaar 11 kan zich op elke gewenste plaats aan de inrichting bevinden en met de hand bedienbaar zijn. In het getoonde voorbeeld is de schakelaar 11 een drukschakelaar, die aan het uitstroommondstuk is bevestigd. De getoonde schakelaar kan voorts worden bediend door een boven de schakelaar om het mondstuk gemonteerde steunring 12, die enigszins op en neer kan bewegen langs het mondstuk. Door de ring met behulp van de rand van een omgekeerd op de ring geplaatst glas 13 naar beneden te drukken wordt de schakelaar 11 bediend en worden de ventilatormotor en de verwarmingsspiraal bekrachtigd. De ventilator zuigt via de van een rooster voorziene wand(en) 3 van het huis lucht aan, zoals met pijlen 14 aangegeven en blaast die lucht via het mondstuk 6 in het glas 13. Daarbij wordt de lucht door de verwarmingsspiraal 9 verwarmd. De warme lucht stroomt vervolgens in het glas en verwarmt het glas en verlaat tenslotte langs en/of door de ring 12 het glas, zoals met pijlen 15 is aangegeven. De ring 12 kan hiertoe van radiale ribben en groeven zijn voorzien, zodat de lucht via de groeven langs de glasrand kan ontsnappen. De ring kan ook van perforaties zijn voorzien of bijvoorbeeld zijn opgebouwd als een spaakwiel met zich tussen een binnenring en een buitenring uitstrekkende spaken.

Figuur 2 toont schematisch een ander uitvoeringsvoor-beeld van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij gebruik is gemaakt van een al dan niet gemodificeerd in de handel verkrijgbaar hete-lucht-apparaat 20 zoals bijvoorbeeld een haarföhn of een verfschroeier.

Het apparaat 20 is in een slechts deels getoonde houder 21 gemonteerd en is weer voorzien van een steunring 22, waarop een glas kan worden geplaatst op de in figuur 1 getoonde wijze. De ring 12 is in dit voorbeeld aangebracht op een telescopisch om het mondstuk 23 van het apparaat 20 op en neer verschuifbare huls 24. De huls heeft in het getoonde voorbeeld over de gehele lengte dezelfde diameter, doch kan bijvoorbeeld ook voorbij het uiteinde van het mondstuk 23 smaller of juist breder worden. Door het apparaat 20 van verschillende hulzen te voorzien is aanpassing aan het type te verwarmen drinkgerei mogelijk.

De huls 24 is bij voorkeur enigszins verend gemonteerd en kan via een schematisch getoond bedieningsorgaan 25 een schakelaar 26 van het apparaat bedienen.

Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kan de huls 24 althans deels geperforeerd zijn, of zelfs als een soort kooi uit spijlen zijn opgebouwd. De ring 22 hoeft dan eventueel geen lucht door te laten. Hetzelfde geldt voor het uiteinde van het mondstuk 9 van de in figuur 1 getoonde inrichting.

Voorts is het mogelijk een inrichting volgens de uitvinding van meer dan één mondstuk te voorzien, al dan niet gecombineerd met een afzonderlijk bijbehorend verwarmingselement en eventueel een bijbehorende ventilator.

De schakelaar kan zich op verschillende plaatsen bevinden. Het is bijvoorbeeld mogelijk de schakelaar in de wand van het mondstuk in te bouwen en te voorzien van een enigszins naar buiten stekend, afgerond of afgeschuind bedieningsorgaan, dat bij het naar beneden bewegen van de ring 12 of de huls 24 naar binnen wordt gedrukt en dan de ventilator en de verwarmingsspiraal inschakelt.

Ook kan de lucht via een verwarmingselement worden aangezogen en vervolgens worden uitgeblazen.

Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (14)

1. Inrichting voor het verwarmen van drinkgerei, in het bijzonder geschikt voor drinkglazen, gekenmerkt door een mondstuk, dat kan samenwerken met het te verwarmen drinkgerei; een ventilatorinrichting die lucht kan aanzuigen en door het mondstuk kan stuwen; een elektrisch verwarmingselement, dat in bedrijf de door de ventilatorinrichting voortgestuwde of aangezogen lucht verwarmt; en tenminste één schakelaar voor het in- en uitschakelen van de ventilatorinrichting en het verwarmingselement.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het mondstuk is voorzien van een steunorgaan voor het ondersteunen van de rand van het te verwarmen drinkgerei.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het steunorgaan zodanig beweegbaar is gemonteerd dat het bij het daarop plaatsen van te verwarmen drinkgerei de tenminste ene schakelaar voor het in- en uitschakelen van de ventilatorinrichting en het verwarmingselement kan bedienen.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het steunorgaan een met het mondstuk concentrisch gemonteerde ring omvat, die in de lengterichting van het mondstuk op- en neer kan bewegen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ring een van radiale groeven voorzien steunvlak voor het te verwarmen drinkgerei heeft.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de ring van perforaties is voorzien.

7. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ring is opgebouwd uit een binnenring en een buitenring met zich van de binnenring naar de buitenring uitstrekkende spaken.

8. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 7, met het kenmerk, dat de ring door een telescopisch ten opzichte van het mondstuk beweegbare huls wordt gedragen.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de wand van de huls van openingen is voorzien.

10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de wand van de huls uit met tussenruimte geplaatste spijlen is opgebouwd.

11. Inrichting volgens één der conclusies 8 t/m 10, met het kenmerk, dat de huls een eerste gedeelte heeft dat juist om of in het mondstuk past en een zich voorbij het mondstuk uitstrekkend gedeelte met een aan het te verwarmen drinkgerei aangepaste diameter.

12. Inrichting volgens één der conclusies 3 t/m 11, met het kenmerk, dat de tenminste ene schakelaar in de wand van het mondstuk is gemonteerd met een naar buiten reikend bedieningsorgaan dat door het steunorgaan ingedrukt kan worden.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verwarmingselement in het mondstuk is geplaatst.

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een huis met tenminste één van een rooster voorziene wand? een in het huis geplaatste ventilatorin-richting? tenminste één verwarmingselement? en tenminste één op het huis gemonteerd mondstuk, dat is voorzien van een steunorgaan voor het ondersteunen van de rand van een te verwarmen drinkgerei.