NL9002439A - Meervoudige scharnierkonstruktie voor een zonnescherm. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Meervoudige scharnierkonstruktie voor een zonnescherm.

De uitvinding heeft betrekking op een meervoudige scharnierkonstruktie onder meer bestemd voor het op een vaste ondergrond bevestigen van de scharnierende uitvalarmen van een op de doekrol opgewonden zonnescherm met uitvalstang. Tot de stand van techniek behoort een vaste scharnierkonstruktie zoals onder meer bekend uit het Nederlandse octrooischrift 180 244. Daarbij wordt tijdens de montage van de konstruktie de bevestiging op de vaste ondergrond zodanig gemaakt dat elke voorafbepaald gewenste helling van het uitgezette zonnescherm wordt verkregen. Enige nastelling ter aanpassing aan later optredende wensen is in dat geval alleen maar langs vrij bewerkelijke weg te verwezenlijken.

De uitvinding beoogt een meervoudige scharnierkonstruktie in het bijzonder voor een zonnescherm te verschaffen die een instellingsmogelijkheid van de helling van het uitgezette zonnescherm in zich bergt, welke scharnierkonstruktie in een op zichzelf bekende wijze een montagebeugel omvat, en een hoofdelement dat is voorzien van twee onderling loodrechte scharnierassen, waarvan - in de gebruikstoestand beschouwd -de eerste as evenwijdig ligt aan de richting van de doekrol en een verbinding verschaft met de op de vaste ondergrond te verankeren montagebeugel, terwijl de tweede as hoofdzakelijk vertikaal staat en dient voor het opnemen van de ene uitvalarm, waarbij de scharnierende andere uitvalarm is verbonden met de uitvalstang.

Volgens de uitvinding wordt het bovenstaande oogmerk verwezenlijkt doordat de verbinding tussen de beweegbare delen en de vaste montagebeugel beperkt scharnierend is uitgevoerd en dat hiertoe een instelbare aanslag aanwezig is tussen het hoofdelement en de montagebeugel. In een gunstige uitvoering wordt de aanslag gevormd door een instelbare plaat waartegen het hoofdelement stuit waarbij een onderlinge vergrendeling in deze stuitstand aanwezig is.

Door deze maatregelen kan bij toepassing op een zonnescherm de montage op de vaste ondergrond (de gevel van een gebouw) op uniforme wijze plaatsvinden, waarbij aan het einde van de montage en in de uitgezette stand van het zonnescherm, de door de bewoner gewenste helling worden ingesteld. Een verder voordeel is dat ook na enig gebruik de hoekinstelling kan worden veranderd voor het geval de bewoner dit wenselijk acht.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de onderhavige scharnierkonstruktie is de stuitplaat scharnierbaar gelegerd op de eerste as en dat een dwars door een opening in het hoofdelement reikende trekvaste verbinding met instelbare lengte tussen de plaat en de montagebeugel is aangebracht. Het is in dat geval gunstig wanneer de trekverbinding bestaat uit een verdraaibare schroefbout waarvan het ene einde scharnierbaar en verdraaibaar is verbonden met de montagebeugel en het andere einde is voorzien van een kogelvormige kop die is gelagerd in een complementaire kogelkas in de stuitplaat, waarbij deze plaat en kogelkas in de stuitstand verzonken zijn opgenomen in een uitsparing van het hoofdelement. Via een inbussleutel kan de kogelvormige moer worden verdraaid en daarmede de werkzame lengte van de schroefbout worden ingesteld en op die wijze de gewenste helling van het zonnescherm worden bepaald.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die een uitvoeringsvorm toont van de nieuwe scharnierkonstruktie. Fig. 1 is een zijaanzicht van de montagebeugel en enkele daarbij behorende onderdelen. Fig. 2 is een bovenaanzicht van de elementen uit fig. 1. Fig. 3 is een vooraanzicht van het hoofdelement van de konstruktie, welk hoofdelement in de fig. 1 en 2 gestippeld is weergegeven. Fig. 4 toont de toegepaste schroefbout welke een belangrijk element vormt in de instelbaarheid van de scharnierkonstruktie. Fig. 5 is een aanzicht van de aanslag welke samenwerkt met de schroefbout volgens fig. 4. Fig. 6 geeft een beeld van de stand van techniek met betrekking tot een zonnescherm met uitvalstang en scharnierende armen.

De onderhavige meervoudige scharnierkonstruktie is in het bijzonder bestemd voor het in fig. 6 afgeheelde uitval-zonnescherm en beoogt een verbetering te verschaffen van de in deze figuur afgeheelde vaste scharnierkonstruktie 1. De scharnierkonstruktie doet dienst voor het op een vaste ondergrond 2 (meestal een gebouw) bevestigen van de scharnierende uitvalarmen 3 en 4 van een op een (schematisch aangegeven) doekrol 5 opgewonden zonnescherm 6 met uitvalstang 7.

Zoals te zien in de fig. 1 en 2 omvat de onderhavige scharnierkonstruktie een montagebeugel 8 en een hoofdelement 9 (zie ook fig. 3) dat is voorzien van twee onderling loodrechte scharnierassen 10 en 11. De eerste as 10 ligt - in de gebruikstoestand beschouwd - evenwijdig aan de richting van de doekrol 5. De tweede as 11 staat hoofdzakelijk vertikaal en dient voor het opnemen van de ene uitvalarm 3 welke via een scharnier 12 is verbonden met de andere uitvalarm 4. Zoals te zien in fig. 6 is deze arm 4 scharnierend verbonden met een af dekplaat 13 waarin de uitvalstang 7 is opgenomen. De eerste as 10 verschaft een verbinding 14 met de op de vaste ondergrond 2 te verankeren montagebeugel 8. Deze verbinding 14 tussen de beweegbare delen 3, 4 en 9 enerzijds en de vaste montagebeugel 8 anderzijds is beperkt scharnierend uitgevoerd. Daartoe is een instelbare aanslag 15 aanwezig tussen het hoofdelement 9 en de montagebeugel 8.

Deze aanslag 15 wordt gevormd door een instelbare plaat 16 (zie fig. 5) waartegen het hoofdelement 9 stuit, zie de positie A in fig. l. In deze stuitstand A is een hierna nog te bespreken onderlinge vergrendeling aanwezig. De stuitplaat 16 is scharnierbaar gelegerd op de eerste as 10 maar zal steeds een vaste, doch instelbare positie innemen. Daartoe is een dwars door een opening 17 van het hoofdelement 9 reikende trekvaste verbinding 18 met instelbare lengte aangebracht tussen de plaat 16 en de montagebeugel 8. Deze trekvaste verbinding 18 bestaat uit een verdraaibare schroefbout 19 (zie de fig. 1, 2 en 4) waarvan het ene einde 20 scharnier- baar en verdraaibaar is verbonden met twee verdikkingen 21 op de montagebeugel 8. Daartoe is een dwarsstaaf 22 met inwendige schroefdraad aangebracht op het einde 20. Het andere einde van de schroefbout 19 is voorzien van een kogelvormige kop 23 die in het bovenste deel is voorzien van een verzonken zeskant 24 voor samenwerking met een (niet afgebeelde) inbussleutel. De kop 23 is gelegerd in een complementaire kogelkas 25 in de stuitplaat 16.

Zoals te zien in de fig. 1-3 is het hoofdelement 9 plaatvormig met een zekere dikte. Aan de in fig. 3 zichtbare zijde van het hoofdelement is een uitsparing 26 tot ongeveer de halve dikte van het element 9, overeenkomend met de dikte van de in fig. 5 afgebeelde stuitplaat 16. Het hoofdelement 9 is voorzien van twee benen 27 waarin de eerste scharnieras 10 is opgenomen. Ook de stuitplaat 16 is voorzien van benen 28 die zijn gelegerd op de as 10, zie fig. 3. Tengevolge van deze vormgeving kan de plaat 16 met de kogelkas 25 in de stuitstand A verzonken worden opgenomen in de genoemde uitsparing 26 van het hoofdelement 9. In deze stand kan een vergrendeling tot stand komen tussen de plaat 16 en het hoofdelement 9. Deze vergrendeling bestaat uit een tuimelhef-boom 29 die via een as 30 in het hoofdelement 9 is gelegerd (zie fig. 2). Deze hefboom heeft een haakvormig einde 31 dat kan samenwerken met een iets dunner uitgevoerd gedeelte 32 aan de zijkant van de stuitplaat 16. Het andere einde 33 van de tuimelhefboom 29 reikt tot buiten het hoofdelement 9.

Aangezien de montagebeugel 8 is bevestigd in de gevel van een gebouw, wordt de hellingshoek van de scharnierende armen 3, 4 bepaald door de positie van het hoofdelement 9 tussen de in fig. 1 aangegeven standen A en B. In de opgerolde toestand van het zonnescherm 6 wordt het element naar de vertikale stand B getrokken. Bij het uitrollen van het zonnescherm kan het hoofdelement 9 onder invloed van de op de armen 3, 4 uitgeoefende zwaartekracht kantelen naar de stand A waarbij het element 9 stuit tegen de plaat 16. Deze stand A kan naar wens worden ingesteld door het verdraaiien van de schroefbout 19. Dit kan geschieden met behulp van een in de verzonken zeskant 24 van de kop 23 grijpende inbussleutel. Zodra de stuitplaat 16 is verzonken in de uitsparing 26 van het hoofdelement 9, klikt het haakvormige einde 31 van de tuimelhefboom 29 in het gedeelte 32 van deze plaat 16. Hiermede wordt een vergrendeling bereikt zodat de scharnier-armen 3, 4 niet door de windkracht op en neer kunnen bewegen. Deze vergrendeling wordt gehandhaafd tot aan het einde van het ophalen van het zonnescherm, op welk moment de afdekplaat 13 het einde 33 van de tuimelhefboom 29 raakt en zodoende deze hefboom verdraait en de vergrendeling opheft. Vervolgens kan het hoofdelement 9 met de tweede scharnieras 11 worden bewogen naar de vertikale eindstand B. Zoals te zien in de fig. 2 en 3 is een drukveer 34 aanwezig tussen een zijkant van de opening 17 in het hoofdelement 9 en een verzonken ligplaats in de hefboom 29.

Claims (5)

1. Meervoudige scharnierkonstruktie onder meer bestemd voor het op een vaste ondergrond bevestigen van de scharnierende uitvalarmen van een op een doekrol opgewonden zonnescherm met uitvalstang, omvattende een montagebeugel en een hoofdelement dat is voorzien van twee onderling loodrechte scharnierassen, waarvan - in de gebruikstoestand beschouwd - de eerste as evenwijdig ligt aan de richting van de doekrol en een verbinding verschaft met de op de vaste ondergrond te verankeren montagebeugel, terwijl de tweede as hoofdzakelijk vertikaal staat en dient voor het opnemen van de ene uitvalarm, waarbij de scharnierende andere uitvalarm is verbonden met de uitvalstang, met het kenmerk, dat de verbinding (14) tussen de beweegbare delen (3, 4 en 9) en de vaste montagebeugel (8) beperkt scharnierend is uitgevoerd en dat hiertoe een instelbare aanslag (15) aanwezig is tussen het hoofdelement (9) en de montagebeugel (8).

2. Scharnierkonstruktie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aanslag (15) gevormd wordt door een instelbare plaat (16) waartegen het hoofdelement (9) stuit, waarbij een onderlinge vergrendeling in deze stuitstand aanwezig is.

3. Scharnierkonstruktie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de stuitplaat (16) scharnierbaar is gelegerd op de eerste as (10) en dat een dwars door een opening (17) in het hoofdelement (9) reikende trekvaste verbinding (18) met instelbare lengte tussen de plaat (13) en de montagebeugel (8) is aangebracht.

4. Scharnierkonstruktie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de trekvaste verbinding (18) bestaat uit een verdraaibare schroefbout (19) waarvan het ene einde (20) scharnierbaar en verdraaibaar is verbonden met de montagebeugel (8) en het andere einde is voorzien van een kogelvormige kop (23) die is gelagerd in een complementaire kogelkas (25) in de stuitplaat (16), waarbij deze plaat en kogelkas in de stuitstand verzonken zijn opgenomen in een uitsparing van het hoofdelement (9).

5. Scharnierkonstruktie volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de vergrendeling bestaat uit een scharnier-baar in het hoofdelement (9) gelegerde, onder veerdruk staande tuimelhefboom (29) waarvan een haakvormig einde (31) kan samenwerken met de stuitplaat (16) en het andere uiteinde (33) buiten het hoofdelement reikt.