NL9002397A - Lassteunring. - Google Patents

Description

LASSTEUNRING

De uitvinding betreft een lassteunring voor het inwendig steunen van de ringvormige las tijdens het aan elkaar lassen van twee pijpeinden van twee zich in eikaars verlengde uitstrekkende pijpen.

Een dergelijke lassteunring is bekend uit GB-1528775. Daarbij heeft elk ringstuk een de buitenomtrek van de lassteunring begrenzend steunlichaam van koper dat voorkomt dat de lasrups tot binnen in de pijpdoortocht dringt, doordat het koperen steunlichaam met enige vervorming goed aan de binnenomtrek van de aan elkaar te lassen pijpen kan worden aangepast. Met behulp van koper wordt warmte aan de lasrups onttrokken, opdat deze ter plaatse stolt en wel exact aan het doorlopende binnenvlak van de aan elkaar te lassen pijpen. Het steunlichaam van koper is aan sterke slijtage onderhevig en moet daarom vaak worden vervangen. Bij een incorrecte instelling van het lasproces kan het koperen steunlichaam min of meer aan de las vastsmelten.

De uitvinding heeft ten doel de lassteunring te verbeteren, zodanig dat deze een langere standtijd heeft. Daartoe omvat de lassteunring volgens de uitvinding een krans van over de omtrek verdeelde ringstukken, waarbij ringstukken elk ten minste één de buitenomtrek van de lassteunring begrenzend steunlichaam van ceramisch of cera-mischachtig materiaal omvatten. De steunlichamen van ceramisch of ceramischachtig materiaal kunnen de laswarmte goed weerstaan. Zij isoleren de las, in plaats van dat zij warmte aan de las onttrekken. Daardoor is er een betere versmelting van het pijpmateriaal met het lasmateriaal. Er ontstaat dus een betere las aan de binnenzijde van de pijpen op die plaats waar de las met eventueel door de pijpen te transporteren agressief materiaal in aanraking komt.

De lassteunring voor het inwendig steunen van de ringvormige las tijdens het aan elkaar lassen van twee pijpeinden van twee zich in eikaars verlengde uitstrekkende pijpen, kan als een goed aaneengesloten ring worden uitgevoerd, indien ringstukken onderling gekoppeld zijn middels veermiddelen die de ringstukken met hun grensvlakken tegen elkaar drukken.

De genoemde en andere kenmerken volgens de uitvinding zullen in de hierna volgende beschrijving worden verduidelijkt aan de hand van een tekening, waarin voorstellen:

Figuur 1 een lassteunring volgens de uitvinding, opgesteld in twee aan elkaar te lassen pijpen;

Figuren 2 en 3 elk een doorsnede over de lijn II-II respectievelijk III-III van figuur 1;

Figuur 4 op grotere schaal een perspectivisch aanzicht van fractie IV van figuur 2;

Figuur 5 een doorsnede over de lijn V-V van figuur 4,

Figuur 6 een variant van het detail van figuur 5; en

Figuur 7 een perspectivisch aanzicht van een ander ringstuk voor een lassteunring volgens de uitvinding.

De lassteunring 1 van figuren 1-5 omvat een kern 2, die middels rollen 3 op zijn plaats wordt gerold binnenin twee identieke pijpen 3 die in eikaars verlengde en tegen elkaar zijn opgesteld en die volgens een ringlas 5 aan elkaar verbonden moeten worden. Daartoe zijn de pijpeinden 26 van tevoren afgeschuind.

De lassteunring 1 omvat een krans 6 van over de omtrek verdeelde ringstukken 7, die elk een de buitenomtrek van de lassteunring 1 begrenzend steunlichaam 8 van cera-misch of ceramischachtig materiaal omvatten. Elk ringstuk 7 is afgesteund op de kern 2 middels radiaal verlengbare ringsteunen 9, die gevormd worden door pneumatische of hydraulische cilinders die onderling met niet getekende leidingen communiceren, zodanig dat de druk in alle cilinders gelijk is. Aan weerszijden van de krans 6 bevindt zich een krans 10 van middels twee rollen 13 op de binnenomtrek 11 van een pijp 4 aangrijpende steunelementen 12, die elk middels radiaal verlengbare steunen 14 afsteunen op de kern 2. Deze steunen 14 van elke krans bestaan uit pneumatische of hydraulische cilinders die onderling communiceren om een gelijkmatig over de omtrek verdeelde steundruk te bewerkstelligen.

Elk ringstuk 7 omvat een bodem 15 en twee aan weerszijden middels bouten 16 daaraan verbonden klemstukken 17, die het steunlichaam 8 vasthouden dat daartoe van twee zij ribben 18 is voorzien, waar de aangepaste klembekken 19 overheen grijpen.

Om de zuigerstang 20 van de steun 9 grijpt een veer steun 21, waarom een veer 22 is gewikkeld, waarvan het ene einde 23 op dit ringstuk 7 aangrijpt, terwijl het andere einde 24 van deze veer 22 op een pen 25 van een aangrenzend ringstuk 7 aangrijpt.

De steunlichamen 8 grenzen aan elkaar volgens grensvlakken 27, die met langsvlakken 28 van de lassteunring 1 een scherpe hoek a insluiten.

Er zijn ten minste zes ringstukken 7 aanwezig, doch bij voorkeur ten minste acht en liefst zelfs meer.

Het is denkbaar dat er bij een andere constructie van de ringstukken 7 aanzienlijk meer ceramische steunlichamen aanwezig zijn, zodat er per elke 1 a 2 cm van de krans 6 een steunlichaam aanwezig is. De steunlichamen zijn van ceramisch of ceramischachtig materiaal, waarvan de slijtage laag en de warmte-isolatie hoog is, terwijl het aan het lasbad geen voor de las nadelige stoffen afgeeft. Dit materiaal is bijvoorbeeld gebakken of gesinterd materiaal op basis van siliciumoxyde, waarin mataalpoeder is verwerkt. Dit materiaal kan één of meer stoffen bevatten, bijvoorbeeld twee stoffen met verschillende percentages aluminium en/of titanium en eventueel andere elementen.

Het in figuur 6 getekende ringstuk 7 is via een cardanische scharnier 29 aan een zuigerstang 20 bevestigd met een moer 30, zodanig dat het om de radiale aslijn 31 kan draaien, alsmede om een horizontale aslijn 32, zodat er een nog betere aanpassing van het steunlichaam 8 aan de eventue-

Ie afwijkingen van de interne pijpvlakken 34 mogelijk is.

Het ringstuk 7 van figuur 7 heeft in plaats van een steunlichaam 8 uit één stuk een flink aantal kleine ruitvormige steunlichamen 8, die gedragen worden door een gemeenschappelijke ruitvormige bodem 15 en die vastgeklemd worden middels klemstukken 17. De metalen delen van bodem 15 en klemstukken 17 kunnen dan enigszins elastisch vervormbaar zijn, terwijl de steunlichamen 8 toch goed tegen elkaar aangedrukt blijven. Hiermede is een nog betere aanpassing aan diameterverschillen en onrondheden mogelijk.

Claims (9)

1. Lasstreunring (1) voor het inwendig steunen van de ringvormige las tijdens het aan elkaar lassen van twee pijpeinden (26) van twee zich in eikaars verlengde uitstrek-kende pijpen, met het kenmerk dat ringstukken (7) elk ten minste één de buitenomtrek van de lassteunring (1) begrenzend steunlichaam (8) van ceramisch of ceramischachtig materiaal omvatten.

2. Lassteunring (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de lassteunring (1) een krans (6) van over de omtrek verdeelde ringstukken (7) omvat, welke ringstukken (7) aan elkaar grenzen volgens grensvlakken (27) die met langsvlakken van de lassteunring een scherpe hoek insluiten.

3. Lassteunring (1) voor het inwendig steunen van de ringvormige las tijdens het aan elkaar lassen van twee pijpeinden (26) van twee zich in eikaars verlengde uitstrek-kende pijpen, met het kenmerk dat ringstukken (7) onderling gekoppeld zijn middels veermiddelen (22) die de ringstukken (7) met hun grensvlakken (27) tegen elkaar drukken.

4. Lassteunring (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat elk ringstuk (7) een daaraan verbonden veersteun heeft en dat een veer (22) om deze veersteun (21) is gewikkeld, waarbij een einde (23) van deze veer (22) op dit ringstuk (7) aangrijpt, terwijl het andere einde (24) van deze veer (22) op een aangrenzend ringstuk (7) aangrijpt.

5. Lassteunring (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ringstukken (7) elk middels radiaal verlengbare ringsteunen (9) afsteunen op een binnen in de aan elkaar te lassen pijpen (4) aan te brengen kern (2).

6. Lassteunring (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lassteunring aan weerszijden van de krans (7) van ringstukken (7) een krans (10) van op de binnenomtrek (11) van een pijp (4) aangrijpende steunelementen (12) heeft, die middels radiaal verlengbare steunen (14) afsteunen op een binnen in de aan elkaar te lassen pijpen (4) aan te brengen kern (2).

7. Lassteunring (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de steunlichamen (8) ruitvormig zijn.

8. Lassteunring (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ten minste één ringstuk (7) een veelvoud van steunlichamen (8) omvat, die gevat zijn in een gemeenschappelijke houder.

9. Lassteunring (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk ringstuk (7) ten opzichte van de kern (2) is af gesteund via een cardanische scharnier (29).