NL9001624A - Gerepareerde of gerenoveerde buisleiding met aangesloten zijleiding met door een fixatiehuls vastgezet aftakzadel, alsmede aftakzadel voor toepassing in een dergelijke buisleiding en inrichting voor het optrompen van een zadeldeel of fixatiehuls. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Gerepareerde of gerenoveerde buisleiding met aangesloten zijleiding met door een fixatiehuls vastgezet aftakzadel, alsmede aftakzadel voor toepassing in een dergelijke buisleiding en inrichting voor het optrompen van een zadeldeel of fixatiehuls.

Door Aanvraagster worden als uitvinder genoemd: A.G.H. Meijers, te Zwolle en

Mevrouw K. van Beurden te Hellendoorn.

De uitvinding heeft betrekking op een gerepareerde of gerenoveerde buisleiding met tenminste een via een zij-leidingsopening aangesloten zijleiding metzijleidingbinnen-wand, waarbij een buitenoppervlak van een vanaf de binnenzijde van de buisleiding ingebracht aftakzadel onder toepassing van afdichtmiddelen afdichtend tot samenwerking gebracht wordt met de binnenzijde van een tegenoverliggende buiswand en de spruit van dit aftakzadel zich uitstrekt in een zijleiding, terwijl met een buiswand en het buiszadel samenwerkende bevestigingsmiddelen het buiszadel fixeren.

Een dergelijke gerenoveerde of gerepareerde buisleiding, in het bijzonder een rioolleiding waarbij van buitenaf een buisvormige binnenbekleding en vanaf de binnenzijde van de buisleiding door een doorboring in de binnenbekleding een aftakzadel naar buiten gestoken wordt, is bekend. Hierbij wordt het zadel vanaf de buitenzijde door middel van een op een buitendraad van de spruit van het zadel aangebrachte en bewegende moer èn een schouderorgaan tegen de buisvormige binnenbekleding aangetrokken.

Deze bekende werkwijze heeft het grote nadeel dat men vrijwel altijd een put moet graven om de aftakverbinding te vormen daar men moeilijk de aftakverbinding kan vormen in bestaande ondergronds liggende zijleidingen, zoals dit algemeen voorkomt bij bestaande rioleringsleidingen van beton.

gres en dergelijke.

Bovendien zal bij toepassing van een dergelijke aftakverbinding zonder opgraven een aanzienlijke vermindering van de bestaande doorvoer van of naar de bestaande zij-leiding optreden.

Tenslotte is het niet uitgesloten dat bij de bekende aftakverbinding geen goede afdichting tussen kunststof zadel en kunststofbinnenbekleding tot stand komt, waardoor door dergelijke buisleidingen getransporteerd medium, zoals afvalwater, binnen kan dringen in de ruimte tussen buisvormige binnenbekleding en binnenzijde van de buislei-ding.

Aangezien men echter juist dergelijke buisvormige binnenbekledingen aanbrengt in rioleringsleidingen die in de loop der jaren beschadigd zijn geraakt, is dit vanuit milieutechnisch oogpunt onaanvaardbaar.

Bovendien zou voor rioolleidingen die onder grond-waterniveau liggen de bestaande ongewenste situatie, dat door lekkage gronddeeltjes en water in de buis spoelen met risiko's van verzakkingen en ongewenste belasting van rioolwaterzuiveringsinstallaties, niet of onvoldoende worden opgeheven .

De uitvinding beoogt nu een buisleiding van het hierboven genoemde type te verschaffen waarbij deze nadelen niet optreden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het aftakzadel gefixeerd is door een opgetrompte fixatiebinnenhuls, die ter plaatse van zijleidingsopening van een binnenhuisopening voorzien is en bij het optrompen tenminste einddelen van de huls tot samenwerking gebracht zijn met de binnenzijde van de tegenoverliggende buiswand die zich naast de zadelplaat van het zadel uitstrekt.

Door het vastzetten van het aftakzadel door middel van een opgetrompte fixatiebinnenhuls wordt een zeer weinig kwetsbare en zeer flexibele verbindingstechniek verkregen. Kleine variaties in de onderlinge afmetingen van het zadel en buisleiding kunnen namelijk gemakkelijk opgevangen worden door de fixatiebinnenhuls tijdens het optrompen terwijl men anderzijds met behulp van een opgetrompte fixatiebinnenhuls een zeer goede fixering van het aftakzadel bereikt. Na het optrompen van de fixatiehuls sluit de zadelplaat goed aan waardoor zo min mogelijk stromingsverstoring optreedt. Eventueel in de zadelplaat aanwezige ribbels kunnen door de fixatiehuls weggedrukt worden, bij gebruik van een flexibele zadelplaat.

Anderzijds ontstaat geen belangrijke vernauwing in de doorvoer en is een gelijkmatige overgang mogelijk naar een zijleiding wanneer deze zijleiding één geheel vormt met de rioleringsleiding.

Door een dergelijk zadel van binnenuit de riole-ringsbuisleiding aan te brengen, zijn bovendien geen plaatselijke opgravingen nodig.

Met voordeel bestaan de afdichtmiddelen uit een afdichting van elastisch materiaal meer in het bijzonder uit een onder invloed van door de rioleringsleiding getransporteerd medium zoals water, zwelbaar elastisch materiaal.

Door een goede bevestiging van het aftakzadel kan de afdichting van elastisch materiaal tussen zadel en binnenzijde van de binnenbekleding goed gedeformeerd worden en komt op deze wijze een onberispelijke afdichting tot stand.

Op de bovenstaande wijze wordt bovendien gewaarborgd dat geen vloeibaar medium aan de buitenzijde van de binnenbekleding terecht kan komen of deeltjes of grondwater vanuit de omliggende grond in de rioleringsleiding.

Vóór het aanbrengen van het aftakzadel wordt in een tevoren in een rioleringsleiding, ter bescherming van deze aangebrachte buisvormige binnenbekleding ter plaatse van een zijleiding door een robot een opening gesneden waarna de spruit van een aftakzadel door deze opening in de zij-leiding wordt gedrukt.

Zeer doelmatig is het spruitstuk aan de buitenzijde omgeven door elastisch materiaal dat een afdichting vormt tussen de buitenzijde van de spruit en de zijleidingbinnen-wand.

Met voordeel is het zadel uitgevoerd met een enigszins flexibele zadelplaat waardoor de aansluiting ook kan plaatsvinden als een uitwendige diameter van het zadel en de inwendige diameter van de binnenbekledingsbuis niet volledig overeenstemmen ofwel wanneer de aansluiting niet volledig radiaal plaatsvindt.

Met bijzonder voordeel is de verbinding tussen spruit en zadelplaat enigszins flexibel zodat kleine variaties in de aansluithoek kunnen worden opgevangen.

Met bijzonder voordeel wordt de fixatiebinnenhuls opgetrompt onder toepassing van warmte, in het bijzonder door middel van een verwarmbare opblaasbare ballon. Deze verwarming kan plaatsvinden door water of stoom en/of elektrisch.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een af-takzadel geschikt voor toepassing in een te repareren of te renoveren buisleiding met tenminste een via een zijleidings-opening aangesloten zij leiding, omvatende een zadelplaat en een spruit, dat gekenmerkt is doordat de zadelplaat via een eerste konisch aansluitdeel overgaat in een spruit.

Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het optrompen van een zadeldeel of fixa-tiebinnenhuls in een te renoveren of te repareren buisleiding onder vormen van een gerenoveerde of gerepareerde buisleiding omvattende een opblaasbare ballon met verwarmbare buitenwand alsmede een aansluiting die aangesloten kan worden op een drukgasbron.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin: fig. 1 een doorsnede toont van een gerepareerde of gerenoveerde buisleiding met zijleiding en aftakverbinding volgens de de uitvinding, fig. 2 eenzelfde doorsnede toont vóór het optrompen van een fixatiehuls ter vorming van de verbinding volgens fig. 1; fig. 3 een doorsnede van een variant van een buisleiding volgens fig. 1; fig. 4 een detail van de verbinding volgens de uitvinding toont; fig. 5 een bij een gerepareerde of gerenoveerde buisleiding toegepast tweedelig zadel; en fig. 6 een opblaasorgaan voor het optrompen van een spruit van een aftakzadel.

In de figuren is een rioleringsbuisleiding 1 weergegeven met een leidingopening 2a waaraan een zijleiding 2 is aangesloten. Een dergelijke rioleringsbuisleiding bestaat in het algemeen uit beton, gres of kan ook gevormd zijn uit metselwerk of kunststof.

In de rioleringsleiding 1 is een kunststofbinnen-bekleding 3 aangebracht zodat door de rioleringsleiding getransporteerd rioolwater niet meer door scheuren of andere beschadigingen in de rioleringsleiding 1 naar buiten en ook water en deeltjes vanuit de omgeving niet in de rioleringsbuisleiding kunnen treden.

Na het inbrengen van de binnenbekleding 3 wordt met behulp van een robot een binnenbekledingsdoorboring 3a ter plaatse van de zij leiding 2 aangebracht en vervolgens eveneens vanuit de binnenzijde van de leiding 1 een zadel 6 van thermoplastische kunststof met zadelplaat 6' voorzien van zadelopening 6a. Vervolgens wordt de in de zijleiding 2 stekende spruit 8 van het zadel opgetrompt waarbij eventueel op de spruit aanwezige stalen weerhaken in de wand van de zijleiding 2 dringen.

Er is dan een afdichting 5 aanwezig tussen de binnenzijde van de zijleiding 2 en buitenzijde van de spruit 8.

Daarna wordt door een robot een dunne fixatie-huls 13 uit thermoplastische kunststof met een diameter die kleiner is dan de binnendiameter van binnenbekleding 3 en zadel 6 ter plaatse van het zadel aangebracht waarbij deze fixatiebinnenhuls voorzien is of wordt van een fixatiebinnen-hulsopening 13a die overeenkomt met zadelopening 6a van zadel 6. Voor het optrompen is de fixatiebinnenhulsopening 13a ovaal doch deze gaat bij het optrompen over in een ronde f ixatiebinnenhulsopening.

Zoals men ziet, strekt de fixatiebinnenhuls 13 zich ter weerszijden buiten het einde van het zadel 6 uit. (zie fig. 2).

Door optrompen van de fixatiebinnenhuls 13 (zie fig. 1) worden tenminste de eindgedeelten 14 en 15 van de vastzetbinnenhuls 13 in samenwerking gebracht met de binnen-bekleding 3. Bij afwezigheid van een binnenbekleding zullen i de eindgedeelten 14 en 15 tot samenwerking gebracht worden met de binnenwand van buisleiding 1.

Voor het optrompen van de fixatiebinnenhuls 13 wordt gebruik gemaakt van een verwarmbare opblaasbare ballon.

I In het algemeen wordt ook de spruit 8 opgetrompt met behulp van een dergelijke verwarmbare opblaasbare ballon.

Tussen binnenbekleding 3 en zadelplaat 6' is een afdichting 12 aanwezig.

Doelmatig kan tussen binnenbekleding 3 en fixatiebinnenhuls 13 ter plaatse van de samenwerking tussen fixatiebinnenhuls 13 en binnenzijde van de binnenbekleding 3 een fixeringsmateriaal aanwezig zijn dat harder is dan de kunststof waaruit de fixatiebinnenhuls 13 en de binnenbekleding 3 is opgebouwd.

Met bijzonder voordeel kan dit harde fixeringsmateriaal bestaan uit carborundum korrels 10. Hierdoor bereikt men dat vooral bij gladde materialen, zoals polyolefinen, in het bijzonder polyetheen een zeer goede fixering tussen opgetrompte fixatiebinnenhuls 13 en binnenzijde van binnenbekleding 3 gewaarborgd is en geen verschuivingen tussen beide samenwerkende delen kunnen optreden. Tijdens het optrompen dringen de harde korrels 10 zowel in de binnenbekleding 3 als in de vastzetbinnenhuls 13 waardoor later beide delen niet meer kunnen verschuiven (fig. 4).

Op analoge wijze kunnen de harde korrels ook aangebracht zijn tussen binnenbekleding 3 en buitenzijde van zadelplaat 6', en/of tussen de buitenzijde van fixatiebinnenhuls 13 en binnenzijde van zadelplaat 6'.

Voor een goede flexibiliteit van het zadel is dit doelmatig voorzien van golvingen 24 welke bij het optrompen van fixatiebinnenhuls 13 bij gebruik van een enigszins buigzame zadelplaat 6' weggedrukt worden (zie fig. 3).

Bij toepassing van een zadel 6 uit thermoplastische kunststof zal de zadelplaat 6' bij het optrompen van de fixatiebinnenhuls 13, als dit plaatsvindt onder toepassing van warmte, ook verwarmd en daardoor zachter en flexibeler worden, waardoor de ribbels nog gemakkelijker weggedrukt worden en het zadel 6 zeer goed aan de binnenzijde van de binnenbekleding 3 zal aansluiten.

De spruit 8 van het zadel 6 is doelmatig ook enigszins flexibel zodat bij het optrompen in de spruit aanwezige golvingen 8a weggedrukt kunnen worden.

Doelmatig is de overgang 25 tussen zadelplaat 6' en spruit 8 enigszins flexibel.

Bij voorkeur gaat de zadelplaat 6' via een konisch verlopend overgangsdeel 21 over in spruit 8, waardoor een plaatselijke vermindering van de diameter van spruit 8 wordt voorkomen en een groter diameterbereik van de spruit 8 in een zijleiding 2 mogelijk is. Hierdoor kan men ook gemakkelijker niet loodrecht op de buisleiding verlopende zijlei-dingen aansluiten.

Een dergelijk kunststof aftakzadel is bij voorkeur uitgevoerd in twee delen (zie fig. 5). Het eerste zadeldeel 20 omvat dan een zadelplaat 6' waarop een konisch verlopend eerste aansluitdeel 21 gevormd is. Het tweede zadeldeel 22 omvat spruit 8 en hieraan gevormd tweede aansluitdeel 23. Aansluitdeel 22 verloopt op dezelfde konische wijze als aansluitdeel 21 en is hierin losneembaar opgenomen. Een dergelijk zadel met zadeldelen 20 en 22 is gemakkelijk te vervaardigen.

Met een beperkt aantal onderdelen kunnen voor een groot aantal combinaties van diameters van de buisleiding 1 en zijleiding 2 zadels 6 worden samengesteld. De beide samenstellende delen 20 en 22 van een zadel 6 kunnen door middel van een klikverbinding, met mogelijkheid van een afdichting daartussen, of een lijmverbinding worden verenigd. Toepassing van een zogenaamde hot-melt lijm biedt voordelen indien het zadel wordt verwarmd bij het optrompen van de fixatiebinnenhuls 13 en/of de spruit 8. Door de beide samenstellende zadeldelen 20 en 22 in nog niet volledig verenig de vorm, maar in elkaar schuifbaar, in de binnenbuis 3 in te voeren, is het mogelijk een zadel 6 met verder uitstekende spruit 8 in te brengen. Dit kan in het bijzonder gewenst zijn bij een aansluitleiding 2 die niet haaks op de buislei-ding 1 staat.

In fig. 6 is tenslotte een opblaasinrichting 15 weergegeven voorzien van een opblaasbare ballon 16 die aangesloten kan worden op een drukluchtleiding 17. De ballon is omgeven door een elektrisch verwarmbare siliconenrubber-huls 18 waarin een elektrische verwarmingsdraad 19 is ingebed. Een spruit 8 kan hierdoor gemakkelijk opgetrompt worden. Een dergelijke inrichting kan natuurlijk ook gebruikt worden om fixatiebinnenhuls 13 op te trompen tot deze tegen de binnenwand van binnenbekleding 3 aanligt.

Met behulp van overdrukventiel 26 is het mogelijk om na het bereiken van de ingestelde druk in de ballon 16 continu druklucht door de ballon te leiden waardoor de ballon van binnenuit wordt afgekoeld en de procedure wordt versneld .

Claims (26)

1. Gerepareerde of gerenoveerde buisleiding (1) met tenminste een via een zijleidingsopening (2a) aangesloten zijleiding (2) met zijleidingbinnenwand, waarbij een buitenoppervlak van een vanaf de binnenzijde (15) van de buisleiding ingebracht aftakzadel (6) onder toepassing van afdichtmiddelen (12) afdichtend tot samenwerking gebracht wordt met de binnenzijde van een tegenoverliggende buiswand (la, 3a) en de spruit (8) van dit aftakzadel (6) zich uitstrekt in een zijleiding (2), terwijl met een buiswand en het aftakzadel (6) samenwerkende bevestigingsmiddelen het aftakzadel fixeren, met het kenmerk, dat het aftakzadel (6) gefixeerd is door een opgetrompte fixatiebinnenhuls (13), die ter plaatse van zijleidingsopening (30) van een binnen-hulsopening (13a) voorzien is en bij het optrompen tenminste einddelen (14, 15) van de huls (13) tot samenwerking gebracht zijn met de binnenzijde van de tegenoverliggende buiswand (la, 3a) die zich naast de zadelplaat (6a) van het zadel (6) uitstrekt.

2. Rioleringsbuisleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste in de buisleiding (1) een buisvormige binnenbekleding (3) is opgenomen, die ter plaatse van een zijleiding (2) voorzien is van een binnenbekledings-doorboring (4), en de spruit van het aftakzadel zich door een bekledingsdoorboring (3a) in zijleiding (2) uitstrekt.

3. Buisleiding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnenhuisopening (13a) aangebracht is vóór het optrompen, en bij voorkeur de binnenhuisopening (13a) voor het optrompen ovaalvormig is en bij het optrompen rond wordt.

4. Buisleiding volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de spruit (8) van het zadel (6) in de zijleiding (2) eveneens opgetrompt is.

5. Buisleiding volgens een of meer der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de spruit (8) en/of binnenhuis (13) opgetrompt is onder toepassing van warmte.

6. Buisleiding volgens een of meer der conclusie 1-5, met het kenmerk, dat het optrompen uitgevoerd wordt met een opblaasbare verwarmbare ballon.

7. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de binnenbekledings-doorboring (3a) aangebracht wordt na aanbrengen van de binnenbekleding (3) in buisleiding (1).

8. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de buitenzijde van fixa-tiebinnenhuls (13) en de hiermee samenwerkende gedeelten van de binnenbekleding (34) een fixeringsmateriaal (10) aanwezig is met grotere hardheid dan het materiaal van binnenbekleding (3) en vastzethuls (13), bij voorkeur carborundum korrels.

9. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenzijde van spruit (8) klemmend samenwerkt met de binnenwand van de zijleiding (2).

10. Buisleiding volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat tussen de buitenzijde van de spruit (8) en de binnenwand van de zijleiding (2) een afdichtingsmateriaal (5) aanwezig is.

11. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zadelplaat (6') via een konisch aansluitdeel (21) overgaat in een spruit (8).

12. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zadelplaat (6') flexibel is uitgevoerd.

13. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aansluiting tussen zadelplaat (6') en spruit (8) enigszins flexibel is.

14. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spruit (8), al dan niet gegolfd (8a), flexibel uitgevoerd is.

15. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zadel tweedelig uitgevoerd is.

16. Aftakzadel geschikt voor toepassing in een te repareren of te renoveren buisleiding (1) met tenminste een via een zijleidingsopening (2a) aangesloten zijleiding (2) omvattende fen zadelplaat (6') en een spruit (8), met het kenmerk, dat de zadelplaat (6') via een eerste konisch aan-sluitdeel (21) overgaat in een spruit (8).

17. Aftakzadel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de aansluiting tussen zadelplaat (6') en spruit (8) enigszins flexibel is.

18. Aftakzadel volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de zadelplaat (6') flexibel is uitgevoerd.

19. Aftakzadel volgens een of meer der conclusies 16-18, met het kenmerk dat de zadelplaat (6') gegolfd is uitgevoerd.

20. Aftakzadel volgens een of meer der conclusies 16-19, met het kenmerk, dat de spruit (8), al dan niet gegolfd, flexibel uitgevoerd is.

21. Aftakzadel volgens een of meer der conclusies 16-20, met het kenmerk, dat het zadel tweedelig is uitgevoerd .

22. Aftakzadel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de zadelplaat (6') met een eerste konisch aan-sluitdeel (21) een eerste zadeldeel (20) vormt en spruit (8) met hieraan gevormd een tweede overeenkomstig konisch aansluitdeel (23) een tweede zadeldeel (22) vormt, waarbij tweede konisch aansluitdeel (23) losneembaar opgenomen is in eerste konisch aansluitdeel (21).

23. Inrichting voor het optrompen van een zadeldeel (8) of fixatiebinnenhuls (13) in een te renoveren of te repareren buisleiding onder vormen van een gerenoveerde of gerepareerde buisleiding omvattende een opblaasbare ballon (16) met verwarmbare buitenwand (18) alsmede een aansluiting (17) die aangesloten kan worden op een drukgasbron.

24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de buitenwand (18) bestaat uit een rubber materiaal met daarin ingebed een elektrisch verwarmbaar materiaal (19).

25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk dat doorleidmiddelen aanwezig zijn om een koelend medium door de ballon (16) te leiden.

26. Inrichting volgens conclusie 25, met het ken- merk, dat de doorleidmiddelen bestaan uit een overdrukven-tiel (26) en dat het koelmedium druklucht is die ook wordt toegepast voor het opblazen van de ballon (26).