NL9001321A

NL9001321A - Concrete-item cutting mechanism - has two rams actuating hinging jaw at opposite sides of hinge axis

Info

Publication number: NL9001321A
Application number: NL9001321A
Authority: NL
Original assignee: Verachtert Beheer Bv
Priority date: 1990-06-12
Filing date: 1990-06-12
Publication date: 1992-01-02

Abstract

The mechanism cuts up concrete, iron or wooden items, having a pair of jaws hinging together and being suitable for mounting on an excavator boom etc. A ram acting between the first jaw and a frame to which the second is fixed swings the first jaw between the open and shut positions. The first jaw (5) has an extension (12) beyond its hinge axis (6), and between this and the frame (1) is a second ram (14), working in conjunction with the first (8).

Description

Korte aanduiding Inrichting voor het stukmaken van uit beton of dergelijk materiaal bestaande voorwerpen.Short designation Device for breaking up objects consisting of concrete or similar material.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het stukmaken van uit beton, ijzer, hout of dergelijk materiaal bestaande voorwerpen, voorzien van een tweetal om een zwenkas ten opzichte van elkaar verzwenkbare bekken, welke inrichting geschikt is om te worden gekoppeld aan het uiteinde van de arm van een graafmachine of dergelijke, waarbij tussen een eerste bek en een vast met de tweede bek verbonden gesteldeel een verstelcylinder is aangebracht, zodanig, dat met behulp van de verstel cylinder de eerste bek om de zwenkas naar en af gekeerd van de tweede bek kan worden verzwenkt.The invention relates to a device for shredding objects consisting of concrete, iron, wood or the like, provided with two jaws pivotable relative to each other about a pivot axis, which device is suitable for coupling to the end of the arm of an excavator or the like, wherein an adjusting cylinder is arranged between a first jaw and a fixed part connected to the second jaw, such that with the aid of the adjusting cylinder the first jaw can rotate about the pivot axis towards and away from the second jaw are pivoted.

Bij bekende inrichtingen van deze soort, zoals bijvoorbeeld geopenbaard in de Europese octrooiaanvrage 0218899 of de Britse octrooiaanvrage 2157215 wordt gebruik gemaakt van een enkele verstelcylinder met behulp waarvan de ene bek ten opzichte van de andere bek verzwenkbaar is. Een dergelijke uitvoering heeft in de praktijk meerdere nadelen. De verstelcylinder is in het algemeen gekoppeld met het hydraulisch Systeem van de graafmachine. Bij een bepaalde in dit hydraulische systeem beschikbare druk zal de kracht, welke met behulp van de verstelcylinder kan worden uitgeoefend afhangen van de grootte van de verstelcylinder, welke echter weer wordt beïnvloed door de beschikbare ruimte.Known devices of this kind, such as, for example, disclosed in European patent application 0218899 or British patent application 2157215, use a single adjusting cylinder by means of which one jaw is pivotable relative to the other jaw. In practice, such an embodiment has several drawbacks. The adjusting cylinder is generally coupled to the excavator hydraulic system. At a certain pressure available in this hydraulic system, the force which can be applied with the aid of the adjusting cylinder will depend on the size of the adjusting cylinder, which, however, is influenced by the available space.

Een verder nadeel van deze bekende construktie is, dat in het algemeen de voor het uiteen bewegen van de bekken beschikbare kracht aanzienlijk kleiner is dan de voor het sluiten van de bekken beschikbare kracht.A further drawback of this known construction is that in general the force available for moving the jaws apart is considerably smaller than the force available for closing the jaws.

Een verder nadeel is, dat het bewegen van de bekken tijdens de niet werkzame slag van de inrichting verhoudingsgewijs veel tijd in beslag neemt, hetgeen de produktiviteit van de inrichting nadelig beïnvloedt.A further drawback is that the movement of the jaws takes a relatively long time during the idle stroke of the device, which adversely affects the productivity of the device.

Volgens de uitvinding is nu de eerste bek voorzien van een zich vanaf de eerste bek voorbij de zwenkas uitstrekkende verlenging en is tussen deze verlenging en het met de tweede bek verbonden gesteldeel een tweede met de eerste verstelcylinder samenwerkende verstelcylinder aangebracht.According to the invention, the first jaw is now provided with an extension extending from the first jaw past the pivot axis and a second adjustment cylinder cooperating with the first adjustment cylinder is arranged between this extension and the frame part connected to the second jaw.

Door toepassing van de construktie volgens de uitvinding kan worden bewerkstelligd, dat zowel bij het naar de tweede bek toe bewegen van de eerste bek als bij het van de tweede bek wegbewegen van de eerste bek een verhoudingsgewijs groot koppel op de eerste bek wordt uitgeoefend, en/of het van de tweede bek wegbewegen ten opzichte van de eerste bek snel kan plaatsvinden met minder kracht dan bij de langzame beweging het geval is, waarbij de verhouding snel - langzaam op een bepaald moment een bepaalde waarde heeft.By applying the construction according to the invention it can be ensured that a relatively large torque is exerted on the first jaw both when the first jaw is moved towards the second jaw and when the first jaw is moved away from the second jaw, and / whether moving away from the second jaw with respect to the first jaw can take place quickly with less force than is the case with the slow movement, wherein the ratio fast - slow at a certain moment has a certain value.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een schematisch in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to a possible embodiment of a device according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht op een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de eerste bek op afstand van de tweede bek is weergegeven.Figure 1 schematically shows a side view of a device according to the invention, wherein the first jaw is shown at a distance from the second jaw.

Figuur 2 toont een met figuur 1 overeenkomend zijaanzicht waarbij de bekken in de gesloten stand zijn afgebeeld.Figure 2 shows a side view corresponding to Figure 1 with the jaws shown in the closed position.

Figuur 3 toont schematisch het hydraulisch schema voor het toe- en af voeren van al dan niet onder druk staand fluidum aan de beide verstelcylinders van de in figuur 1 en 2 weergegeven inrichting.Figure 3 schematically shows the hydraulic scheme for supplying and discharging pressurized or non-pressurized fluid to the two adjusting cylinders of the device shown in Figures 1 and 2.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven inrichting omvat een gesteldeel 1 voorzien van bevestigingsoren 2, 3 met behulp waarvan de inrichting aan de giek van een graafmachine of dergelijke kan worden gekoppeld. Het gesteldeel 1 vormt een geheel met een schematisch afgebeelde bek 4, welke kan samenwerken met behulp van een verdere bek 5, die met behulp van een zwenkas 6 scharnierend met het gesteldeel 1 is gekoppeld.The device shown in Figures 1 and 2 comprises a frame part 1 provided with mounting ears 2, 3 by means of which the device can be coupled to the boom of an excavator or the like. The frame part 1 forms a whole with a schematically depicted jaw 4, which can cooperate with the aid of a further jaw 5, which is hingedly coupled to the frame part 1 by means of a pivot axis 6.

Voor het breken van beton kunnen dergelijke bekken bijvoorbeeld zijn uitgevoerd op de wijze zoals weergegeven in de oudere aanvraag 8901542 van aanvraagster.For crushing concrete, such jaws may be designed, for example, in the manner shown in applicant's earlier application 8901542.

Voor het verzwenken van de bek 5 ten opzichte van de bek 4 om de zwenkas 6 is tussen de bek 5 en het gesteldeel 1 een verstelcylinder 7 aangebracht. Het huis 8 van de verstelcylinder 7 is met behulp van een zich evenwijdig aan de zwenkas 6 uitstrekkende scharnieras 9 met het gesteldeel 1 gekoppeld. Het vrije uiteinde van de zuigerstang 10 van de verstelcylinder 7 is met behulp van een evenwijdig aan de zwenkas 6 verlopende pen 11 scharnierend met de bek 5 gekoppeld.An adjustment cylinder 7 is arranged between the jaw 5 and the frame part 1 for pivoting the jaw 5 relative to the jaw 4 about the pivot axis. The housing 8 of the adjusting cylinder 7 is coupled to the frame part 1 by means of a pivot shaft 9 extending parallel to the pivot axis 6. The free end of the piston rod 10 of the adjusting cylinder 7 is hingedly coupled to the jaw 5 by means of a pin 11 running parallel to the pivot axis 6.

De bek 5 is verder voorzien van een zich gerekend vanaf de bek 5 voorbij de zwenkas 6 uitstrekkende verlenging 12. Tussen deze verlenging 12 en het gesteldeel 1 is een tweede verstelcylinder 13 aangebracht. Daarbij is een huis 14 van de verstel cylinder met behulp van een zich evenwijdig aan de pennen 9 en 11 uitstrekkende pen 15 scharnierend met het gesteldeel 1 gekoppeld. De zuigerstang 16 van de verstelcylinder 13 is met zijn vrije uiteinde aan de verlenging 12 gekoppeld met behulp van een zich evenwijdig aan de pennen 9, 11 en 15 uitstrekkende pen 17.The jaw 5 is further provided with an extension 12 calculated from the jaw 5 beyond the pivot axis 6. A second adjusting cylinder 13 is arranged between this extension 12 and the frame part 1. A housing 14 of the adjusting cylinder is thereby hingedly coupled to the frame part 1 by means of a pin 15 extending parallel to the pins 9 and 11. The piston rod 16 of the adjusting cylinder 13 is coupled with its free end to the extension 12 by means of a pin 17 extending parallel to the pins 9, 11 and 15.

Zoals verder nog uit de figuren 1 en 2 blijkt is de verlenging 12 nog voorzien van een aan deze verlenging bevestigd mes 18, dat naast een uitstekende neus 19 van de verlenging is gelegen. Het mes 18 werkt samen met een vast aan de bek 4 bevestigd mes 20, dat ter hoogte van aan de bek 4 bevestigde en met de neus 19 samenwerkende geleidingsvingers 21 is opgesteld.As furthermore appears from Figures 1 and 2, the extension 12 is further provided with a knife 18 attached to this extension, which is located next to a protruding nose 19 of the extension. The knife 18 cooperates with a knife 20 fixed to the jaw 4, which is arranged at the height of guide fingers 21 fixed to the jaw 4 and cooperating with the nose 19.

De beide cylinders 7 en 13 zijn in figuur 3, tesamen met de bek 5 en de een geheel daarmee vormende verlenging 12 schematisch weergegeven.The two cylinders 7 and 13 are schematically shown in figure 3, together with the jaw 5 and the extension 12 which forms an integral part thereof.

De cylinder 13 vormt een hoofdcylinder, op de uiteinden waarvan een tweetal leidingen 22 en 23 zijn aangesloten. Deze leidingen 22 en 23 kunnen op op zichzelf bekende wijze worden aangesloten op het hydraulisch circuit van de graafmachine of dergelijke waaraan de inrichting voor gebruik wordt aangekoppeld, zodanig, dat naar keuze via een van deze leidingen 22 of 23 onder druk staande vloeistof naar de hoofdcylinder 13 kan worden toegevoerd, terwijl dan via de andere leiding vloeistof uit de desbetreffende cylinder kan worden afgevoerd.The cylinder 13 forms a main cylinder, at the ends of which two lines 22 and 23 are connected. These lines 22 and 23 can be connected in known manner to the hydraulic circuit of the excavator or the like to which the device is coupled for use, such that optionally via one of these lines 22 or 23 pressurized liquid to the main cylinder. 13 can be supplied, while liquid can then be discharged from the relevant cylinder via the other pipe.

Op de beide uiteinden van de verstel cylinder 7 zijn een tweetal leidingen 24 en 25 aangesloten. De van de verstelcylinder 7 afgekeerde uiteinden van de leidingen 24 en 25 zijn aangesloten op een tussen twee verschillende standen instelbare klep 26. Uit figuur 3 zal het duidelijk zijn, dat in de in de figuur 3 weergegeven stand van de klep 26 de leiding 24, die op de verstel cylinder 7 is aangesloten aan het van de zuigerstang 10 afgekeerde uiteinde van het huis 8 van de verstelcylinder 7 in open verbinding staat met de leiding 22, die is aangesloten op het van de zuigerstang 16 af gekeerde uiteinde van het huis 14 van de verstelcylinder 13. De leiding 25, die is aangesloten op het uiteinde van het huis 8 van de verstelcylinder 7 waar uit de zuigerstang 10 uitsteekt, staat daarbij in open verbinding met de leiding 23, die is aangesloten op het uiteinde van het huis 14 van de verstel cylinder 13, waaruit de zuigerstang 16 uitsteekt.Two lines 24 and 25 are connected to both ends of the adjusting cylinder 7. The ends of the pipes 24 and 25 remote from the adjusting cylinder 7 are connected to a valve 26 adjustable between two different positions. It will be apparent from Figure 3 that in the position of the valve 26 shown in Figure 3, the pipe 24, connected to the adjusting cylinder 7 at the end of the housing 8 of the adjusting cylinder 7 remote from the piston rod 10, in open communication with the conduit 22, which is connected to the end of the housing 14 remote from the piston rod 16 of the adjusting cylinder 13. The line 25, which is connected to the end of the housing 8 of the adjusting cylinder 7, from which the piston rod 10 protrudes, is in open connection with the line 23, which is connected to the end of the housing 14 of the adjusting cylinder 13, from which the piston rod 16 protrudes.

In de andere stand van de klep 26 zal daarentegen de leiding 24 in open verbinding staan met de leiding 23, terwijl de leiding 25 dan in open verbinding staat met de leiding 22.In the other position of the valve 26, on the other hand, the pipe 24 will be in open communication with the pipe 23, while the pipe 25 will then be in open communication with the pipe 22.

De klep 26 kan tussen de beide standen worden versteld met behulp van een tweetal op de uiteinden van de klep 26 aangesloten stuurkleppen 27 resp. 28. De stuurklep 27 is via een tweetal leidingen 28 en 29, waarin terugslagkleppen 30 zijn opgenomen, op de weergegeven wijze aangesloten op de leidingen 22 en 23. Op soortgelijke wijze is de stuurklep 28 via terugslagkleppen 31 omvattende leidingen 32 en 33 verbonden met de leidingen 22 en 23.The valve 26 can be adjusted between the two positions with the aid of two control valves 27 resp. Connected to the ends of the valve 26. 28. The control valve 27 is connected to the pipes 22 and 23 via two pipes 28 and 29, in which check valves 30 are included. In the same way, the control valve 28 is connected via pipes 32 and 33 comprising non-return valves 31 to the lines 22 and 23.

De uitvoering van deze op zichzelf bekende kleppen 27 en 28 is daarbij zodanig, dat indien de druk in de leiding 22 resp. 23 een bepaalde waarde overschrijdt de klep 26 met behulp van de stuurklep 27 vanuit de in figuur 3 weergegeven stand naar de andere mogelijke stand van de klep 26 wordt versteld. De klep 26 wordt in deze laatste stand vastgehouden, totdat de hoogste druk in de leiding 22 of 23 een lagere waarde inneemt dan een ingestelde of vaste druk, die lager is dan de druk waarop de klep 28 reageert.The embodiments of these valves 27 and 28, which are known per se, are such that if the pressure in the conduit 22 and 28 respectively. 23 exceeds a certain value, the valve 26 is adjusted with the aid of the control valve 27 from the position shown in figure 3 to the other possible position of the valve 26. Valve 26 is held in this last position until the highest pressure in line 22 or 23 takes a lower value than a set or fixed pressure, which is less than the pressure to which valve 28 responds.

Door het aanbrengen van de klep 28 wordt voorkomen, dat de klep 26 tussen zijn beide standen gaat heen en weer bewegen, indien na verstellen van de klep 26 met behulp van de klep 27 de druk in de leidingen 22, 23 kortstondig enigszins daalt onder de versteldruk van de klep 27.The provision of the valve 28 prevents the valve 26 from moving back and forth between its two positions if, after adjustment of the valve 26 with the aid of the valve 27, the pressure in the pipes 22, 23 briefly drops slightly below the adjustment pressure of the valve 27.

Indien nu bijvoorbeeld onder druk staande vloeistof aan de hoofdcylinder 13 wordt toegevoerd via de leiding 23 zal de bek 5 om de zwenkas 6 gaan verzwenken in de richting volgens pijl A. Dientengevolge wordt de zuigerstang 10 van de verstelcylinder 7 uit het huis 8 getrokken, waardoor de zich in het huis verplaatsende zuiger vloeistof uit het huis 8 zal wegdrukken via de leiding 25. Uit het huis 14 van de verstel- cylinder 13 weggedrukte olie kan wegstromen via de leiding 22 en althans volgens de in figuur 3 afgebeelde situatie gedeeltelijk via de leiding 24 naar het huis 8 van de verstelcylinder 7 stromen.If, for example, pressurized liquid is now supplied to the master cylinder 13 via the line 23, the jaw 5 will pivot about the pivot axis 6 in the direction according to arrow A. As a result, the piston rod 10 of the adjustment cylinder 7 is pulled out of the housing 8, so that the piston moving in the housing will push liquid out of the housing 8 via the pipe 25. Oil pressed away from the housing 14 of the adjusting cylinder 13 can flow away via the pipe 22 and at least according to the situation shown in figure 3 partly via the pipe 24 flow to the housing 8 of the adjustment cylinder 7.

De via de leiding 25 uit het huis 8 weggeperste vloeistof wordt in de leiding 23 geperst en zo naar de verstelcylinder 13 toegevoerd. In deze opstelling vindt een verhoudingsgewijs snelle verplaatsing van de bek 5 plaats.The liquid pressed out of the housing 8 via the line 25 is pressed into the line 23 and thus supplied to the adjustment cylinder 13. In this arrangement, the jaw 5 is moved relatively fast.

Zodra echter de bek 5 in aanraking komt met een tuséen de beide bekken 4 en 5 geplaatst voorwerp, bijvoorbeeld een brok beton of dergelijke, zal de verplaatsing van de bek 5 worden afgeremd en' dientengevolge de druk van de vloeistof in de leiding 23 oplopen. Indien de druk in de leiding 23 daarbij een bepaalde waarde overschrijdt zal de stuurklep 27 in werking worden gesteld om de klep 26 vanuit de in figuur 3 weergegeven stand te verschuiven in zijn andere stand. In deze stand zal de leiding 23 in open verbinding zijn met de leiding 24 en zal via deze leiding 24 vanuit de leiding 23 onder druk staande vloeistof worden toegevoerd terwijl uit de verstelcylinder 7 weggedrukte vloeistof via de leiding 25 en .de leiding 22 kan ontsnappen naar het hydraulische systeem van het de inrichting dragende graafwerktuig of dergelijke.However, as soon as the jaw 5 comes into contact with an object placed between the two jaws 4 and 5, for example a lump of concrete or the like, the movement of the jaw 5 will be slowed down and the pressure of the liquid in the pipe 23 will consequently rise. If the pressure in the line 23 thereby exceeds a certain value, the control valve 27 will be actuated to shift the valve 26 from the position shown in figure 3 to its other position. In this position, the conduit 23 will be in open communication with the conduit 24 and pressurized liquid will be supplied from this conduit 24 from the conduit 23 while liquid expelled from the adjustment cylinder 7 can escape through the conduit 25 and conduit 22 to the hydraulic system of the excavator-carrying excavator or the like.

Het zal duidelijk zijn, dat dan de beide cylinders 7 en 13 elkaar ondersteunen bij het verzwenken van de bek 5 in de richting volgens pijl A, zodat met behulp van de beide verstel cylinders 7 en 13 een groot koppel op de bek 5 wordt uitgeoefend om deze in de richting van de bek 4 te bewegen.It will be clear that the two cylinders 7 and 13 then support each other in pivoting the jaw 5 in the direction according to arrow A, so that with the aid of the two adjusting cylinders 7 and 13 a large torque is exerted on the jaw 5 to move it towards the jaw 4.

Indien, bijvoorbeeld bij het einde van de sluitslag, de toevoer van onder druk staande vloeistof aan de leiding 23 wordt onderbroken zal de druk uitgeoefend op de verstel klep 28 weer onder een bepaalde waarde dalen, waardoor de klep 26 weer zal worden terugbewogen naar de in figuur 3 weergegeven stand.If, for example, at the end of the closing stroke, the supply of pressurized liquid to the line 23 is interrupted, the pressure exerted on the adjustment valve 28 will drop below a certain value again, whereby the valve 26 will again be moved back to the Figure 3 shown.

Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat indien dan onder druk staande vloeistof via de leiding 22 aan de verstel cylinder 13 wordt toegevoerd voor het verzwenken van de bek 5 in een richting tegengesteld aan de pijl A aanvankelijk weer een snelle opening van de bek zal worden bewerkstelligd, terwijl indien de verzwenking van de bek in een richting tegengesteld aan pijl A een zodanig grote weerstand ondervindt, dat de druk in de leiding 22 een bepaalde waarde overschrijdt de klep 26 weer met de verstelklep 27 vanuit de in figuur 3 weergegeven stand zal worden verplaatst naar de andere stand van deze klep 26. In deze nieuwe stand van de klep 26 zal dan vanuit de leiding 22 weer onder druk staande olie worden toegevoerd aan de van de zuigerstang 16 afgek'eerde zijde van de verstelcylinder 13 en aan de nabij de zuigerstang 10 gelegen zijde van de verstelcylinder 7, zodat de beide verstelcylinders 7 en 13 elkaar ondersteunen voor het in een van de bek 4 afgekeerde richting bewegen van de bek 5, zodat deze verplaatsing van de bek 5 met grote kracht kan worden bewerkstelligd.From the above it will be clear that if pressurized liquid is then supplied via the line 22 to the adjusting cylinder 13 for pivoting the jaw 5 in a direction opposite to the arrow A, a quick opening of the jaw will initially , while if the pivoting of the jaw in a direction opposite to arrow A encounters such a great resistance that the pressure in the pipe 22 exceeds a certain value, the valve 26 will again be adjusted with the adjustment valve 27 from the position shown in figure 3. be moved to the other position of this valve 26. In this new position of the valve 26, pressurized oil will then be supplied from the line 22 again to the side of the adjusting cylinder 13 remote from the piston rod 16 and to the adjacent the piston rod 10 located side of the adjusting cylinder 7, so that the two adjusting cylinders 7 and 13 support each other for moving in a direction away from the jaw 4 of the jaw 5, so that this displacement of the jaw 5 can be effected with great force.

Uit bovenstaande zal het dus duidelijk zijn, dat indien de bek 5 tijdens zijn verzwenking om de zwenkas 6 ten opzichte van de bek 4 geen of weinig weerstand ondervindt de bek 5 verhoudingsgewijs snel ten opzichte van de bek 4 wordt verplaatst, terwijl indien de op de bek 5 tijdens het verzwenken uitoefende kracht een bepaalde waarde overschrijdt de beide verstelcylinders 7 en 13 met elkaar gaan samenwerken om de bek te verzwenken, zodat deze verzwenking van de bek 5, zowel bij het verzwenken van de bek 5 naar de bek 4 toe als in een van de bek 4 afgekeerde richting met grote kracht kan plaatsvinden. De inrichting volgens de uitvinding is dan ook niet alleen bijzonder goed geschikt voor het fijnbreken van tussen de bekken 4 en 5 geplaatste voorwerpen, maar kan ook worden gebruikt om, nadat de bekken 4 en 5 in de in figuur 2 weergegeven stand zijn bewogen, de beide bekken in een opening in een te breken voorwerp te steken en dan de bekken uit elkaar te bewegen voor het uiteenscheuren van het desbetreffende voorwerp.From the above it will therefore be clear that if the jaw 5 experiences little or no resistance during its pivotal movement about the pivot axis 6 relative to the jaw 4, the jaw 5 will move relatively quickly relative to the jaw 4, while if the jaw 5 force exerted during pivoting exceeds a certain value, the two adjustment cylinders 7 and 13 cooperate with each other to pivot the jaw, so that this pivoting of the jaw 5, both when the jaw 5 is pivoted towards the jaw 4 and in a direction with great force away from the jaw 4 can take place. The device according to the invention is therefore not only particularly suitable for crushing objects placed between the jaws 4 and 5, but can also be used to move the jaws 4 and 5 into the position shown in Figure 2 after the jaws have been moved. insert both jaws into an opening in an object to be broken and then move the jaws apart to tear apart the object in question.

Door het aanbrengen van de messen 18 en 20 aan de van de bekken 4 en 5 afgekeerde zijde van de zwenkas 6 op de hierboven beschreven wijze is de inrichting tevens voorzien van. middelen met behulp waarvan bijvoorbeeld stalen pijpen of balken of dergelijke die tussen de desbetreffende messerv worden geplaatst, kunnen worden doorgeknipt.By arranging the knives 18 and 20 on the side of the pivot shaft 6 remote from the jaws 4 and 5 in the manner described above, the device is also provided with. means by means of which, for example, steel pipes or beams or the like which are placed between the relevant messerv can be cut.

Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat door toepassing van de inrichting volgens de uitvinding een veelzijdig te gebruiken inrichting is verkregen, waarbij de bekken resp. messen van de inrichting, indien niet of verhoudingsgewijs licht belast, snel naar elkaar toe en/of van elkaar af kunnen worden bewogen, terwijl daarnaast voor het breken van een bepaald voorwerp de bekken en/of messen met grote kracht naar elkaar toe resp. van elkaar af bewogen kunnen worden.From the above it will be clear that by using the device according to the invention a versatile device can be used, wherein the jaws and / or jaws respectively. knives of the device, if not or relatively lightly loaded, can be moved quickly towards and / or away from each other, while in addition, for breaking a certain object, the jaws and / or knives are directed towards each other with great force. can be moved away from each other.

Claims

1. Device for shredding objects consisting of concrete, iron, wood or the like material, provided with two jaws pivotable relative to each other, which device is suitable for coupling to the end of the arm of an excavator or the like, wherein an adjusting cylinder is arranged between a first jaw and a frame part fixedly connected to the second jaw, such that the first jaw can be pivoted about the pivot axis towards and away from the second jaw by means of the adjusting cylinder, characterized in that the first jaw is provided with an extension extending from the first jaw past the pivot axis and a second adjustment cylinder cooperating with the first adjusting cylinder is arranged between the extension and the frame part connected to the second jaw.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that pipes for the supply and / or discharge of fluid are arranged on both ends of the one adjusting cylinder, while the pipe, which is connected to the first jaw resp. the extension of the first jaw facing end of this adjusting cylinder is coupled to a conduit connecting to the end of the other adjusting cylinder facing away from the first jaw, respectively. the extension of the first jaw, while the conduit connected to the of the first jaw resp. the extension of the first jaw facing the end of the adjusting cylinder is coupled to a pipe which connects to the jaw respectively. the extension-facing end of the other adjustment cylinder.

3. Device as claimed in claim 1, characterized in that lines for the supply and discharge of fluid are connected to the two ends of the one adjusting cylinder, while the line connected to the first jaw resp. the extension of the first jaw facing end is coupled to a pipe which connects to the first jaw resp. the extension of the first jaw facing end of the other adjusting cylinder and the pipe, which is connected to the of the first jaw resp. the extension of the first jaw facing away is coupled to a pipe connecting to the jaw of the first jaw, respectively. end of the other adjustment cylinder facing away from the extension of the first jaw.

Device as claimed in claims 2 and 3, characterized in that between the pipes connected to one adjusting cylinder and the pipes connected to the other adjusting cylinder is a valve. arranged, which can be adjusted between two positions, wherein in the first position of the valve the pipes are coupled to each other as described in claim 2 and in the second position of the valve the pipes are coupled to each other as in claim 3.

5. Device according to claim 4, characterized in that the valve is adjustable by means of two control valves, which are connected to the two pipes for supplying and discharging fluid to the device, the one control valve adjusting the valve if the pressure in one of these pipes exceeds a certain value and the other control valve allows the valve to be adjusted if the maximum pressure in one of these pipes falls below a certain value.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the jaws are designed to break concrete or the like and extensions of the jaws extending beyond the pivot axis are provided with mutually co-operating blades.