NL9000843A - Voersysteem met een deelrantsoenbunker. - Google Patents

Description

Voersvsteem met een deelrantsoenbunker

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voersysteem voor het voeren van dieren, zoals runderen, varkens, pluimvee en vissen.

Een bekend voersysteem voor het voeren van dieren in een stal, omvat een voorraadhouder voor voer en in een aantal hokken opgestelde voerbunkers, waaraan met behulp van een transportsysteem voer wordt toegevoerd. Elke voerbunker is voorzien van middelen, waarmee het voervolume van de bunker kan worden ingesteld. Bijvoorbeeld is de bunker voorzien van een spindel waarmee een wegzwenkbare bunkerbodem op een gewenste plaats in de bunker kan worden aangebracht.

Dit bekende voersysteem heeft het nadeel, dat elke voerbunker apart moet worden ingesteld op het te voeren dier. Het handmatig instellen van elke voerbunker is zeer tijdrovend, terwijl het op afstand instellen van elke voerbunker dure additionele middelen vereist.

De uitvinding beoogt het voersysteem van de in de aanhef genoemde soort in die zin te verbeteren, dat relatief goedkope voerbunkers kunnen worden gebruikt, en elk dier zijn dagrantsoen aan voer kan ontvangen.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat het voersysteem overeenkomstig de uitvinding voor het voeren van dieren omvat een voorraadhouder voor voer, een transportsysteem voor het transporteren van het voer naar tenminste één deelrantsoenbunker, waarvan een met een klep afsluitbare afvoer lost in een voerbak, en een besturingssysteem voor het besturen van het transportsysteem en de klep.

Kenmerkend voor het voersysteem volgens de uitvinding is het gebruik van een deelrantsoenbunker die een fractie van het dagrantsoen voor het dier kan bevatten. Deze bunker is voorzien van een afsluitbare klep en bezit zodoende een zeer eenvoudige constructie. De dosering is uitermate betrouwbaar, aangezien het bekrachtigen van de klep leidt tot het doseren van een deelrantsoen. Bovendien kan door het meermalen dose- ren van een deelrantsoen het dier optimaal gevoederd worden in afhankelijkheid van zijn groeicurve. Indien bij voorkeur het besturingssysteem zodanig is ingericht, dat, indien het transportsysteem niet-bekrachtigd is, de klep van de deel-rantsoenbunker kan worden geopend, kan worden afgezien van een klep voor het afsluiten van de toevoer naar de deelrant-soenbunker, aangezien geen voer wordt toegevoerd aan de deelrantsoenbunker indien de klep daarvan wordt bekrachtigd.

Indien bij voorkeur het te voeren dier is voorzien van een sensor, en de klep van de deelrantsoenbunker kan worden bekrachtigd indien de sensor een bij de voerbak opgestelde detector activeert, ontstaat een optimaal voersysteem, waarbij het dier zelf bepaalt of hij een deelrantsoen wenst te ontvangen. Dit optimale systeem staat toe dat het voersysteem wordt gebruikt in een gemeenschapshok met één of een beperkt aantal voerbakken, aangezien de aanwezigheid van een specifiek dier bij een voerbak bepaalt of een deelrantsoen wordt afgegeven.

Genoemde en andere kenmerken zullen verder worden verduidelijkt aan de hand van twee niet-limitatieve uit-voeringsvoorbeelden van het voersysteem volgens de uitvinding, terwijl wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen. ?

In de tekening is figuur 1 een schematische tekening van een eerste voersysteem volgens de uitvinding; en figuur 2 een perspectivisch aanzicht deels in doorsnede van een voersysteem volgens de uitvinding ter hoogte van een voerbak.

Figuur 1 toont een voersysteem 1 volgens de uitvinding dat is opgesteld in een stal en dat is bestemd voor het voeren van dieren 2. Het voersysteem omvat een voorraadhouder 3 en een transportsysteem 4. Dit transportsysteem 4 omvat een ringleiding 5 met. een daarin geleide, van meenemers 6 voorziene ketting of kabel 7. De ringleiding 5 is voorzien van een aantal inlaten 8 van deelrantsoenbunkers 9. Elke deelrantsoenbunker omvat verder een uit laat 10, die afsluitbaar is met een bekrachticr-bare klep 12, bijvoorbeeld bekrachtigbaar met een cilinder 12. De inhoud van de deelrantsoenbunker is afgestemd op de te voeren dieren 2 en bevat in dit geval bijvoorbeeld een volume van 200 gram. De uitlaat 10 van de deelrantsoenbunker 9 lost in een voerbak 18.

De cilinder 11 van de klep 12 is via een besturings-leiding 13 verbonden met een besturingssysteem 14, dat anderzijds via een besturingslijn 15 is verbonden met een motor 16 van een aandrijfinrichting 17 voor de ketting 7 van het transportsysteem 4.

Ter hoogte van elke voerbak 18 is een detector 19 opgesteld, en via een besturingslijn 20 verbonden met de besturingseenheid 14. Deze detector 19 kan worden bekrachtigd met een sensor 21 die is bevestigd aan het dier 2.

De werking van het voersysteem 1 volgens de uitvinding is als volgt. Het besturingssysteem 14 bekrachtigt de motor 16 van de aandrijfinrichting 17, waardoor alle deelrantsoenbunker s 9 worden gevuld met een deelrantsoen, waarna de motor 16 wordt uitgeschakeld. Indien het beest 2 een deel van zijn dagrantsoen wenst te ontvangen, begeeft het zich naar een voerbak 18. De sensor 21 bekrachtigd de detector 19, waarna via de besturingseenheid de klep 12 wordt geopend, en het dier 2 een deel van zijn dagrantsoen ontvangt in de voerbak 18. Dit voerproces kan zo lang worden herhaald totdat ofwel het dier 2 de voerbak *18 verlaat, dan wel het aantal deel-rantsoenen gelijk is aan zijn toelaatbare, in de besturingseenheid 14 opgenomen dagrantsoen.

Figuur 2 toont een variant van het voersysteem 1 volgens de uitvinding. In vergelijking met het voersysteem volgens figuur 1 zijn dezelfde verwijzingscijfers voor identieke of equivalente constructiedetails gebruikt.

Het transportsysteem 4 voert voer 22 door de ringleiding 5, totdat alle deelrantsoenbunkers 9 zijn gevuld. Vervolgens wordt via de besturingslijn 13 de cilinder 11 bekrachtigd, waardoor via een hefboom 23 de klep 12 in de richting van de pijl 24 wordt verplaatst naar de met streep-lijnen aangegeven stand, waardoor het deelrantsoen 25 via de uitlaat 10 tot in de voerbak 18 geraakt. Vervolgens kan een dier de voerbak 18 leegeten. Inmiddels kan door middel van het transportsysteem 4 de deelrantsoenbunker 9 opnieuw zijn gevuld en kan door middel van de besturingseenheid 14 opnieuw een deelrantsoen worden gelost in de voerbak 18. Het voer-systeem volgens figuur 2 is vooral bestemd voor het voeren van slecht één dier per hok.

Het zal duidelijk zijn dat het overeenkomstig de uitvinding mogelijk is om gedurende de dag wanneer een dagrantsoen nog niet volledig is verbruikt, rantsoenering van voer stop te zetten, hetgeen bijvoorbeeld wenselijk is in kraamhokken na het werpen van biggen.

Claims (4)

1. Voersysteem voor het voeren van dieren, omvattende een voorraadhouder voor voer, een transportsysteem voor het transporteren van het voer naar tenminste één deelrantsoen-bunker, waarvan een met een klep afsluitbare afvoer lost in een voerbak, en een besturingssysteem voor het besturen van het transportsysteem en de klep.

2. Voersysteem volgens conclusie 1, waarin het besturingssysteem zodanig is ingericht, dat, indien het transportsysteem niet-bekrachtigd is, de klep van de deel-rantsoenbunker kan worden geopend.

3. Voersysteem volgens conclusie l of 2, waarin het te voeren dier is voorzien van een sensor, en de klep van de deelrantsoenbunker kan worden bekrachtigd indien de sensor een bij de voerbak opgestelde detector activeert.

4. Voersysteem volgens conclusie 3, waarin de voerbak is opgesteld in een gemeenschapshok.