NL9000361A - Kous-aan/uittrekhulp. - Google Patents

Kous-aan/uittrekhulp. Download PDF

Info

Publication number
NL9000361A
NL9000361A NL9000361A NL9000361A NL9000361A NL 9000361 A NL9000361 A NL 9000361A NL 9000361 A NL9000361 A NL 9000361A NL 9000361 A NL9000361 A NL 9000361A NL 9000361 A NL9000361 A NL 9000361A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
stocking
aid according
clamping ring
annular member
annular
Prior art date
Application number
NL9000361A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Grol Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Grol Beheer B V filed Critical Grol Beheer B V
Priority to NL9000361A priority Critical patent/NL9000361A/nl
Publication of NL9000361A publication Critical patent/NL9000361A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G25/00Household implements used in connection with wearing apparel; Dress, hat or umbrella holders
    • A47G25/90Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers
    • A47G25/905Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers for stockings
    • A47G25/908Removal devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G25/00Household implements used in connection with wearing apparel; Dress, hat or umbrella holders
    • A47G25/90Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers
    • A47G25/905Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers for stockings

Description

Titel: Kous-aan/uittrekhulp
De uitvinding heeft betrekking op een kous-aan/uittrek-hulp. Hiermee wordt in het kader van de onderhavige aanvrage een inrichting bedoeld die bestemd is om te worden toegepast als hulpmiddel om het aan- respectievelijk uittrekken van kousen, in het bijzonder elastische steunkousen, te vergemakkelijken.
Het aan- respectievelijk uittrekken van kousen kan de drager voor problemen plaatsen, bijvoorbeeld wanneer hij/zij door een lichamelijk ongemak niet in staat is met de handen de voeten te bereiken. Wanneer het elastische steunkousen betreft, kunnen zelfs meer-valide mensen voor problemen worden geplaatst bij het aan- respectievelijk uittrekken van de kousen, omdat hiervoor nogal wat kracht moet worden uitgeoefend, in het bijzonder om de kous over de hiel te bewegen. Bij het uittrekken moet men bovendien eerst de vingers tussen het been en de kous steken om de kous te kunnen grijpen, hetgeen vanwege de spankracht van de kous lastig is. Weliswaar kan men hierbij gebruik maken van een schoenlepel, maar aangezien een schoenlepel niet voor dit doel bestemd is en ook geen voor dit doel geschikte vorm heeft, kan hierbij het been en/of de kous worden beschadigd.
Door dit alles is het mogelijk, dat de drager niet in staat is zelfstandig de kousen aan of uit te trekken. Voor de drager betekent dit een psychische belasting, omdat hij dan afhankelijk is van de hulp van een ander: elke dag moet de drager ten minste tweemaal, te weten * s morgens bij het aantrekken en 1 s avonds bij het uittrekken, een beroep doen op een ander om daarbij behulpzaam te zijn. Is deze afhankelijkheid al onpraktisch in het geval dat de drager huisgenoten heeft, in het geval van een zelfstandig wonende drager is genoemde afhankelijkheid zelfs bijzonder ongewenst, omdat de helpende persoon tweemaal per dag tijd vrij moet maken om de drager te bezoeken.
Zelfs als de drager geholpen wordt door een ander persoon, is het aan- respectievelijk uittrekken van met name elastische steunkousen bijzonder ongemakkelijk en voor de drager erg onplezierig, vooral vanwege de daarvoor vereiste kracht. Daarbij is het bij het uittrekken van de kous mogelijk, dat de kous plotseling losschiet van het been, waardoor men zijn evenwicht kan verliezen en kan vallen, zodat men gewond kan raken. Bovendien wordt er door de vingers een grote en ongelijkmatige belasting op de kous uitgeoefend, waardoor vormverlies en/of een althans gedeeltelijk verminderde steunwerking van de kous optreedt, en waardoor de kous zelfs kapot kan gaan.
Indien de drager niet kan rekenen op een dergelijke regelmatige hulp, kan het betekenen dat hij zijn zelfstandigheid op moet geven en bijvoorbeeld in een verzorgingshuis moet gaan wonen. Enerzijds wordt het als bijzonder bezwarend ervaren dat men alleen vanwege hulpbehoevendheid bij het aan-respectievelijk uittrekken van steunkousen zijn zelfstandigheid moet opgeven, anderzijds betekent dit een onnodige belasting van een dergelijk verzorgingshuis.
Het zal duidelijk zijn, dat bovengenoemde problemen reeds lang bestaan. Immers, bovengenoemde problemen worden niet alleen gevoeld door minder-valide mensen, bijvoorbeeld mensen met een gebroken heup, bij het aan- respectievelijk uittrekken van kousen in het algemeen, maar zelfs door meer-valide mensen bij het aan- respectievelijk uittrekken van elastische steunkousen. In het bijzonder worden genoemde problemen gevoeld door mensen die minder-valide zijn en bovendien elastische steunkousen behoeven, vaak oudere mensen.
Toch is er tot nog toe geen hulpmiddel om het aan- en uittrekken van kousen te vergemakkelijken.
Derhalve beoogt de onderhavige uitvinding de bovengenoemde problemen op te lossen, en een inrichting te verschaffen met behulp waarvan het aan- en uittrekken van kousen, in het bijzonder elastische steunkousen, wordt vergemakkelijkt.
Volgens een eerste doel van de uitvinding wordt het aan-en uittrekken van kousen zodanig vergemakkelijkt, dat de kans op beschadiging van de kous wordt verminderd.
Volgens een verder doel van de uitvinding wordt het aan-en uittrekken van kousen zodanig vergemakkelijkt, dat de drager deze handelingen zelf kan verrichten, ook in het geval dat hij/zij minder-valide is.
Daartoe voorziet de uitvinding in een kous-aan/uittrek-hulp, omvattende een ringvormig orgaan voor het daaromheen aanbrengen van een uiteinde van de kous, en klemmiddelen om de kous ten opzichte van dit ringvormig orgaan vast te houden.
Bij het aan- en uittrekken van de kous hoeft men nu niet de kous zelf vast te grijpen, en men hoeft ook niet meer met de vingers tussen de kous en het been te grijpen. De kous wordt in hoofdzaak over de gehele omtrek van het uiteinde vastgehouden ten opzichte van het ringvormig orgaan, zodat de krachten egaal worden verdeeld over de omtrek van de kous, waardoor de kans op beschadiging van de kous wordt verminderd.
Het ringvormig orgaan kan enigszins zijn opgeruwd om een goede greep te verschaffen op de kous.
Het ringvormig orgaan kan een cirkelronde dwarsdoorsnede bezitten.
Het plaatsen van het ringvormig orgaan om het been alvorens daar het uiteinde van de kous omheen aan te brengen, respectievelijk het verwijderen van het ringvormig orgaan zonder de kous, kan op eenvoudige wijze plaatsvinden door het ringvormig orgaan over de voet te bewegen. Voor een persoon die zelf niet met de handen de voeten kan bereiken, kan het gewenst zijn het ringvormig orgaan van opzij om het been aan te brengen. Daartoe is bij voorkeur het ringvormig orgaan voorzien van ten minste één onderbreking, en kunnen de uiteinden van het ringvormig orgaan ten opzichte van elkaar worden bewogen. Het ringvormig orgaan kan ook althans ten dele flexibel zijn uitgevoerd.
Voor een gemakkelijk hanteren van de binnenring in de gesloten stand kan het gewenst zijn, dat het ringvormig orgaan is voorzien van middelen om het ringvormig orgaan in de gesloten stand te zekeren. Daartoe kunnen de uiteinden van het ringvormig orgaan zijn voorzien van een uitstekend gedeelte respectievelijk een daarmee samenwerkend verdiept gedeelte.
De klemmiddelen kunnen een eveneens ringvormig buitenorgaan omvatten, waarvan de omtreksvorm overeenkomt met die van de binnenring, en waarvan de binnencontour van de dwarsdoorsnede bij voorkeur complementair is aan de buitencontour van de dwarsdoorsnede van de binnenring. Door het aanbrengen van een dergelijke klemring om het ringvormig orgaan wanneer daar het uiteinde van de kous omheen is aangebracht, wordt genoemd uiteinde geklemd tussen de binnenring en de klemring.
Om de klemwerking van de klemring ten opzichte van de kous en de binnenring te verbeteren, kan de klemring aan de binnenzijde zijn voorzien van een laag van een stroef en elastisch materiaal.
Om het aanbrengen van de klemring om de binnenring te vergemakkelijken, is bij voorkeur de grootte van de omtreksvorm van de klemring variabel. Het variëren van de grootte van de omtreksvorm van de klemring kan tot stand worden gebracht middels een telescopisch werkend gedeelte van de klemring, of doordat de klemring althans ten dele flexibel en elastisch is uitgevoerd. Bij voorkeur is de klemring op althans één plaats onderbroken, en kunnen de uiteinden van de klemring ten opzichte van elkaar worden bewogen.
Om de klemring in de klemstand ten opzichte van de binnenring te zekeren, kan de klemring zijn voorzien van dicht-klemorganen, die bijvoorbeeld een vleugelmoer of vleugel-schroef kunnen omvatten.
Om het vastpakken van het door de binnenring en de klemring gevormde stelsel te vergemakkelijken, kan de klemring zijn voorzien van ten minste één handgreep.
Om het de drager mogelijk te maken om het ringvormig orgaan met het daaromheen geklemde uiteinde van de kous om zijn been aan te brengen respectievelijk te verwijderen, zonder dat hij veel kracht moet uitoefenen en zonder dat hij met de handen tot aan de voet moet reiken, is bij voorkeur voorzien in grijporganen die kunnen samenwerken met de klem-ring. Bij voorkeur zijn deze grijporganen uitgevoerd als een in hoofdzaak langwerpig orgaan dat aan één uiteinde geschikt is voor samenwerking met de klemring en aan het andere uiteinde is voorzien van een handgreep.
Bij het bewegen van het ringstelsel met de kous over de hiel moet enerzijds een bijzonder grote kracht worden overwonnen, terwijl anderzijds de bewegingsrichting moet veranderen van een in hoofdzaak in de lengterichting van het onderbeen gerichte beweging naar een in hoofdzaak in de lengterichting van de voet gerichte beweging. Hierbij moet enerzijds de door de drager middels de grijporganen op het ringstelsel uitgeoefende kracht van richting worden veranderd, terwijl tevens de oriëntatie van het ringstelsel ten opzichte van het been dient te worden veranderd. Om een en ander te vergemakkelijken, is de klemring bij voorkeur voorzien van ten minste één roteerbaar orgaan. Enerzijds kan dit dienst doen als wiel, om zonder beschadiging het ringvormig stelsel over een ondergrond, bijvoorbeeld de vloer, te bewegen waarbij het ringvormig stelsel op de ondergrond kan steunen, terwijl het anderzijds dienst kan doen als steunpunt om middels de hefboomwerking genoemde bewegings- en oriëntatieverandering tot stand te brengen.
Bij voorkeur is de lengte van de grijporganen veranderbaar, bijvoorbeeld door een telescopisch gedeelte, of is voorzien in ten minste twee stel grijporganen met verschillende lengte, In de praktijk blijkt namelijk, dat het bij het uittrekken handiger is wanneer de grijporganen langer zijn, terwijl het bij het aantrekken van de kous handiger is wanneer de grijporganen korter zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de hulp-inrichting volgens de uitvinding zijn de grijporganen voorzien van een koppelorgaan voor het koppelen van de grijporganen met het ringvormig stelsel. Bij voorkeur omvat dit koppelorgaan een ringvormige goot, althans een aantal gootgedeelten, voor het opnemen van de klemring, waarbij bij voorkeur genoemd wiel aan het gootgedeelte is aangebracht. De grijporganen kunnen dan bijvoorbeeld losneembaar verbonden zijn met dit gootgedeelte.
In het hiernavolgende zal de uitvinding nader worden verduidelijkt door een gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuur IA een schematisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van een ringvormig orgaan volgens de uitvinding; figuur 1B een doorsnede toont van het ringvormig orgaan van figuur IA volgens de lijn I-I; figuur 2 een schematisch aanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een ringvormig orgaan volgens de uitvinding; figuur 3a een doorsnede toont van het ringvormig orgaan volgens figuur 1B, voorzien van een daaromheen aangebrachte klemring volgens de uitvinding; figuur 3B een schematisch aanzicht toont van een ringvormig orgaan met een klemring in een geopende stand; figuur 3C een schematisch aanzicht toont van dit ringvormig orgaan met deze klemring in de gesloten stand; figuur 4A-E opeenvolgende stappen illustreren voor het uittrekken van een kous met een kous-aan/uittrekhulp volgens de uitvinding; figuur 5 een schematisch aanzicht toont van een stel grijporganen met een koppelorgaan volgens de uitvinding; en figuur 6A-B opeenvolgende stappen illustreren voor het uittrekken van een kous met de grijporganen en het koppelorgaan van figuur 5.
Een in fig. 1A-B getoond ringvormig orgaan 10 heeft bij wijze van voorbeeld een ellips-achtig gerekte vorm. Een dergelijke vorm heeft enerzijds een grote lengteafmeting hetgeen, zoals in het onderstaande nader zal worden verduidelijkt, van voordeel is bij het gebruik ervan, terwijl het anderzijds een betrekkelijk gering oppervlak heeft waardoor het aanbrengen van een uiteinde van een kous over het ringvormig orgaan zo min mogelijk kracht kost. De dwarsdoorsnede van het ringvormig orgaan 10 is cirkelrond, zoals uit fig. 1B duidelijk blijkt. Het oppervlak van het ringvormig orgaan 10 is, althans aan de buitenzijde 11, enigszins ruw uitgevoerd. Het ringvormig orgaan 10 kan uit één onvervormbaar geheel bestaan, maar in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is het ringvormig orgaan 10 voorzien van een onderbreking bij 18, en het omvat twee ringdelen 12 en 12’ die met hun eerste uiteinden 13 respectievelijk 13' scharnierbaar aan elkaar zijn bevestigd middels een scharnier 14. Hoewel dit niet noodzakelijk is, is het ringdeel 12 aan het vrije uiteinde 15 voordeligerwijze voorzien van een uitstekend gedeelte 16 dat kan samenwerken met een uitsparing 17 in het ringdeel 12’ om de uiteinden 15 respectievelijk 15' zijdelings ten opzichte van elkaar te fixeren. Het zal duidelijk zijn dat de twee ringdelen 12 en 121 ook als één geheel vervaardigd kunnen zijn, waarbij het scharnier 14 is vervangen door een flexibel verbindingsgedeelte. Het materiaal waarvan het ringvormig orgaan 10 is vervaardigd, is niet kritisch. Wel is van belang dat het materiaal stevig is, bijvoorbeeld metaal. Ook een stevige en liefst enigszins vervormbare kunststof, zoals bijvoorbeeld PVC of een polyamide, is bijzonder geschikt.
Zoals in figuur 2 is getoond, kan een ringvormig orgaan 20 zijn voorzien van draaibare organen 21 om het aanbrengen van het uiteinde van een kous te vergemakkelijken. De draaibare organen 21 kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als ronde kralen, maar zijn bij wijze van voorbeeld weergegeven als om een as 22 draaibare cylinders met afgeronde randen 24.
Hoewel een andere vorm ook mogelijk is, zijn de klem-middelen bij voorkeur uitgevoerd als een in figuur 3A-B getoonde klemring 30 die dient om te worden aangebracht aan de buitenzijde van het ringvormig orgaan 10, 20. De vorm van de klemring 30 is ellips-achtig gerekt, corresponderend met de vorm van het ringvormig orgaan 10, 20. De binnenzijde 31 van de klemring 30 heeft een profiel dat in hoofdzaak complementair is aan de vorm van de buitenzijde 11 van het ringvormig orgaan 10, en is bij wijze van voorbeeld voorzien van een laag 32 van een stroef en elastisch materiaal zoals rubber. Om het aanbrengen van de klemring 30 om het ringvormig orgaan 10 te vergemakkelijken, is het voordelig, dat de grootte van de vorm daarvan veranderd kan worden. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden middels een telescopisch werkend gedeelte van de klemring 30, of de klemring 30 kan in zijn geheel flexibel en elastisch zijn uitgevoerd. In het weergegeven voorbeeld is de klemring 30 voorzien van een onderbreking bij 33 en kunnen de uiteinden 34 en 34' uit elkaar worden bewogen doordat de klemringdelen 35 en 35' middels een scharnier of flexibel verbindingsorgaan 36 beweegbaar met elkaar zijn verbonden. Bij de uiteinden 34 en 34' is de klemring 30 voorzien van geschikte dichtklemorganen om de klemring 30 in de klemstand ten opzichte van het ringvormig orgaan 10 dicht te klemmen en te zekeren. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvatten de dichtklemorganen een aan het uiteinde 34 bevestigde en van schroefdraad voorziene pen 37, en een daarmee samenwerkende vleugelmoer 38. Het zal echter duidelijk zijn, dat ook andere dichtklemorganen met succes kunnen worden toegepast zonder het kader van de uitvinding te verlaten.
In de in figuur 3C geïllustreerde klemstand is de binnenzijde van de klemring 30 via de laag 32 in contact met de buitenzijde 11 van het ringvormig orgaan 10, waarbij een langs de omtrek van het ringvormig orgaan 10 in hoofdzaak homogene wederzijdse druk wordt uitgeoefend. Tevens toont figuur 3C, dat de klemring voor een gemakkelijk hanteren daarvan kan zijn voorzien van handgrepen 40 en 40'.
Onder verwijzing naar de figuren 4A-E zal thans de procedure worden beschreven voor het verwijderen van een kous met behulp van de bovenstaande inrichting waarbij de klemring 30 is voorzien van de in figuur 3C getoonde, maar voor de duidelijkheid in de figuren 4A-E niet weergegeven, handgrepen 40.
Figuur 4A toont schematisch een been 100 voorzien van een steunkous 110, waarbij de steunkous 110 van het type is dat vanaf de voet 101 met een uiteinde 111 tot onder de knie 102 reikt. In een eerste stap wordt het ringvormig orgaan 10 om het been 100 gebracht in de nabijheid van het uiteinde 111, bijvoorbeeld door het ringvormig orgaan 10 via de voet 101 over het been 100 te schuiven, zoals bij a) aangeduid met de pijl PI, of door het ringvormig orgaan 10 open te buigen en zijdelings om het been 100 te schuiven, zoals bij b) aangeduid met de pijl P2.
In een tweede stap wordt het uiteinde 111 van de kous 110 om het ringvormig orgaan 10 gevouwen, zoals in doorsnede in figuur 4B is getoond. Dit gaat relatief eenvoudig, omdat ook minder-valide mensen in het algemeen nog wel met hun handen bij de knie kunnen, terwijl de spankracht bij het uiteinde van de kous relatief laag is en aldus de voor genoemde handeling benodigde kracht relatief laag is.
In een derde stap wordt de kous ten opzichte van het ringvormig orgaan 10 gefixeerd, zoals in figuur 4C getoond. In het weergegeven voorbeeld gebeurt dit door het aanbrengen van de klemring 30 om het ringvormig orgaan 10 met het uiteinde 111 van de kous 110, en de klemring 30 vervolgens dicht te klemmen middels de dichtklemorganen.
In een vierde stap wordt, zoals in figuur 4D getoond, het door het ringvormig orgaan 10 en de klemring 30 gevormde ringvormig stelsel met daartussen geklemd het uiteinde 111 van de kous 110, in de lengterichting van het onderbeen volgens de pijl P3 naar beneden bewogen tot de hiel 103, waarbij het ringvormig stelsel in hoofdzaak loodrecht op het onderbeen wordt gehouden. Het teruggevouwen deel 112 van de kous 110 wordt daarbij uitgerekt, waarbij in dit deel 112 een aanzienlijke spankracht ontstaat. Om beschadigingen van de kous 110 te voorkomen, is de klemring 30 en/of de laag 32 bij 39 afgerond.
In een vijfde stap wordt het ringvormig stelsel over de hiel 103 gedraaid, zodat het ringvormig stelsel in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van de voet 101 staat, zoals in figuur 4E getoond. Bij deze draaibeweging over de hiel 103 is de genoemde elliptisch gerekte vorm van het ringvormig stelsel van voordeel.
Vervolgens wordt het ringvormig stelsel in de lengterichting van de voet 101 over de tenen 104 en verder bewogen volgens de pijl P4, waarbij de kous 110 van het been 100 wordt losgetrokken.
Bovengenoemde handelingen kunnen met de hand worden uitgevoerd door een helpende persoon of door de drager van de kous zelf, waarbij men het ringvormig stelsel vastpakt aan de voor de duidelijkheid in de figuren niet weergegeven handgrepen. Hoewel deze handelingen nog vrij veel kracht vergen, wordt door het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding toch reeds het voordeel bereikt, dat de kous langs de gehele omtrek van het uiteinde daarvan wordt aangepakt, waarbij de krachten homogeen langs deze omtrek zijn verdeeld, zodat de kous niet vervormt en in het bijzonder niet kapot gaat.
Bovengenoemde handelingen kunnen echter ook door de drager van de kous worden uitgevoerd met behulp van grijp-organen, die in het bijzonder wanneer de drager minder-valide is het voordeel bieden, dat betrekkelijk veel kracht kan worden uitgeoefend door de hefboomwerking ervan, zonder dat men met de handen tot aan de voeten moet reiken hetgeen een ongemakkelijke houding is waarin bovendien niet veel kracht kan worden uitgeoefend, en zonder dat men het risico loopt uit te schieten. Figuur 5 toont bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een stel van dergelijke grijporganen 200, 200', voorzien van een koppelorgaan 210 voor het koppelen van de grijporganen 200, 200' met de klemring 30. De grijporganen 200, 200’ zijn langwerpig uitgevoerd en zijn bij een eerste uiteinde 201, 201' voorzien van handgrepen202, 202'. Bij het tegenovergelegen uiteinde 203, 203' zijn de grijporganen 200, 200' losmaakbaar bevestigd aan het koppelorgaan 210, bijvoorbeeld middels een schroefverbinding. Het koppelorgaan 210 omvat een goot 211 waarvan de vorm overeenkomt met de vorm van het onderste gedeelte van de klemring 30. Om het aanbrengen van de klemring 30 in de goot 211 te vergemakkelijken, is de breedte van de goot 211 groter dan de breedte van de klemring 30. Hoewel dit in de tekening niet is weergegeven, hoeft de goot 211 niet over zijn gehele lengte dezelfde breedte te hebben, maar is het voldoende wanneer de breedte van de goot 211 bij de uiteinden daarvan groter is dan de breedte van de klemring 30, waarbij dan de goot 211 van de uiteinden naar het midden smaller wordt. Midden onder de goot 211 is een roteerbaar orgaan 212 bevestigd, waarvan de functie in het hiernavolgende zal worden verduidelijkt.
Het zal duidelijk zijn, dat ook andere grijporganen en/of koppelorganen kunnen worden toegepast zonder het kader van de uitvinding te verlaten. Ook kan de goot 211 zijn gevormd door een aantal gootgedeelten. Ook kunnen in de goot 211 ruimten zijn uitgespaard voor het opnemen van aan de klemring 30 bevestige handgrepen 40. Voorts kan de functie van de klemring 30 en de goot 211 worden vervuld door één combinatieorgaan.
Dit combinatieorgaan kan worden gevormd door een klemring van het type zoals in figuur 3B is geïllustreerd, te voorzien van een roteerbaar orgaan, waarbij de grijporganen individueel met dit combinatieorgaan kunnen worden gekoppeld, bij voorbeeld via een klikverbinding of een schroefverbinding. Hierbij wordt het voordeel bereikt, dat de handelingen met betrekking tot het inbrengen van de klemring 30 in de goot 211 achterwege kunnen blijven.
De handelingen voor het uittrekken van een kous met behulp van grijporganen worden geïllustreerd in figuur 6A-B, waarbij bij wijze van voorbeeld de onder verwijzing naar figuur 5 besproken grijporganen zijn toegepast. Voor de duidelijkheid zijn in figuur 6 geen details met betrekking tot het ringvormig stelsel getoond, en is de kous niet weergegeven .
De eerste t/m de derde stappen zijn ongewijzigd. Desgewenst kan men ook reeds de vierde stap gedeeltelijk uitvoeren, namelijk het ringvormig stelsel met de hand een weinig over het onderbeen in de richting van de voet bewegen om wat afstand te nemen van de knie. In een volgende stap, die hierbij wordt aangeduid met de zesde stap, plaatst men het ringvormig stelsel in de ringvormige groef 211 van het koppel-orgaan 210. De grijporganen 200, 200* zijn hierbij langs het been 100 naar het bovenlichaam gericht, zoals getoond in figuur 6A.
In een zevende stap pakt men de handgrepen 202, 202' van de grijporganen 200, 200' beet, en men drukt met de grijporganen 200, 200' het ringvormig stelsel langs het onderbeen naar beneden, tot het roteerbare orgaan 212 de grond 300 raakt. Hierbij blijven de grijporganen 200, 200’ in hoofdzaak langs het been gericht.
In een achtste stap maakt men een gecombineerde beweging, waarbij men enerzijds het ringvormig stelsel langs het been verder naar beneden drukt, en anderzijds de handgrepen 202, 202' van de grijporganen 200, 200' zijdelings ten opzichte van het been naar beneden drukt volgens de pijl P5, zodanig dat het ringvormig stelsel over de hiel wordt bewogen en daarbij een draaiende beweging maakt om in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de lengterichting van de voet te worden georiënteerd, zoals in figuur 6B getoond. In de praktijk zal een en ander bij voorkeur gepaard gaan met een buigende beweging van de knie.
In een negende stap beweegt· men het ringvormig stelsel langs de voet verder, vergelijkbaar met de bovenstaand beschreven vijfde stap.
De handelingen van de zesde t/m de negende stappen kunnen worden uitgeoefend met betrekkelijk weinig kracht, welke kracht men ook nog vrij nauwkeurig kan doseren. Tijdens de handelingen kan men het been laten steunen, eerst door de voet op de vloer te plaatsen, en met name bij de achtste stap door het roteerbare orgaan op de vloer te laten steunen: het been "hangt" dan als het ware in het ringvormig stelsel. Het is hierbij van voordeel wanneer het roteerbare orgaan een dusdanige breedte heeft, dat een zijdelingse stabiliteit wordt geboden. Dit kan ook worden bereikt door twee roteerbare organen naast elkaar aan te brengen.
Aldus biedt de uitvinding ook aan minder-valide mensen de mogelijkheid om zelf de kousen aan of uit te trekken, waardoor zij minder afhankelijk zijn van hulp van anderen en langer hun zelfstandigheid kunnen behouden. Een belangrijk aspect hierbij is, dat men het aan- of uittrekken van de kousen met behulp van de inrichting volgens de uitvinding kan verrichten in een zittende houding. Men hoeft om kracht te zetten dus niet te gaan staan, waarbij men zou kunnen vallen. Aldus biedt de inrichting volgens de uitvinding ook een zekere veiligheid.
Zoals voor een deskundige op dit gebied duidelijk zal zijn, vindt het aantrekken van een kous plaats door de bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde en in omgekeerde richting uit te voeren. Desgewenst kunnen hierbij de grijporganen een andere lengte hebben dan bij het uittrekken van de kous. Dit kan worden bereikt door de grijporganen op op zich bekende wijze uit te voeren met een variabele lengte, of door twee of meerdere stellen grijporganen te verschaffen met verschillende gefixeerde lengte, waarbij de grijporganen losmaakbaar met het ringvormig stelsel respectievelijk met het koppelorgaan kunnen zijn verbonden. Voorts kan een langer grijporgaan worden uitgevoerd als combinatie van een verlengstuk en een korter grijporgaan. Bij het gebruik kan men dan de kortere grijporganen steeds met het ringvormig stelsel respectievelijk met het koppelorgaan verbonden laten zijn, waarbij men slechts de verlengstukken aan de kortere grijporganen bevestigt wanneer men langere grijporganen behoeft. Ook in dat geval, of in het geval slechts één stel grijporganen verschaft wordt, verdient het aanbeveling de grijporganen losmaakbaar uit te voeren, omdat bij eventueel vervoer het geheel minder ruimte vereist.

Claims (21)

1. Kous-aan/uittrekhulp, omvattende een ringvormig orgaan voor het daaromheen aanbrengen van een uiteinde van de kous, en klemmiddelen om de kous ten opzichte van dit ringvormig orgaan vast te houden.
2. Kous-aan/uittrekhulp volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het ringvormig orgaan enigszins is opgeruwd.
3. Kous-aan/uittrekhulp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het ringvormig orgaan een cirkelronde dwarsdoorsnede bezit.
4. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het ringvormig orgaan is voorzien van ten minste één onderbreking, en dat de uiteinden van het ringvormig orgaan ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen, waarbij eventueel is voorzien in middelen om het ringvormig orgaan in de gesloten stand te zekeren.
5. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de klemmiddelen een eveneens ringvormig buitenorgaan omvatten, waarvan de omtreksvorm overeenkomt met die van het genoemde ringvormige orgaan.
6. Kous-aan/uittrekhulp volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de klemring althans aan de binnenzijde is voorzien van een laag van een stroef en elastisch materiaal.
7. Kous-aan/uittrekhulp volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de binnencontour van de dwarsdoorsnede van de klemring complementair is aan de buitencontour van de dwarsdoorsnede van het genoemde ringvormige orgaan.
8. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der conclusies 5-7, met het kenmerk dat de grootte van de omtreksvorm van de klemring variabel is.
9. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der conclusies 5-8, met het kenmerk dat de klemring op althans één plaats is onderbroken, waarbij de uiteinden van de klemring ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen.
10. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der conclusies 5-9, met het kenmerk dat de klemring is voorzien van dichtklemorganen.
11. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der conclusies 5-10, met het kenmerk dat de klemring is voorzien van ten minste één handgreep.
12. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der conclusies 5-11, gekenmerkt door ten minste één grijporgaan voor samenwerking met de klemring.
13. Kous-aan/uittrekhulp volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het grijporgaan een in hoofdzaak langwerpig orgaan omvat dat aan één uiteinde geschikt is voor samenwerking met de klemring en aan het andere uiteinde is voorzien van een handgreep.
14. Kous-aan/uittrekhulp volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de lengte van het grijporgaan veranderbaar is.
15. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der conclusies 12-14, gekenmerkt door koppelorganen om het grijporgaan te koppelen met de klemring.
16. Kous-aan/uittrekhulp volgens conclusie 15, met het kenmerk dat de koppelorganen althans een segment van een ringvormige goot omvatten voor het opnemen van de klemring.
17. Kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door tenminste één roteerbaar orgaan dat als wiel kan fungeren bij het gebruik van de kous-aan/uittrekhulp .
18. Ringvormig orgaan, bestemd voor een kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der voorgaande conclusies.
19. Klemring, bestemd voor een kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der voorgaande conclusies.
20. Grijporganen, bestemd voor een kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der voorgaande conclusies.
21. Koppelorganen, bestemd voor een kous-aan/uittrekhulp volgens ten minste één der voorgaande conclusies.
NL9000361A 1990-02-15 1990-02-15 Kous-aan/uittrekhulp. NL9000361A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000361A NL9000361A (nl) 1990-02-15 1990-02-15 Kous-aan/uittrekhulp.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000361A NL9000361A (nl) 1990-02-15 1990-02-15 Kous-aan/uittrekhulp.
NL9000361 1990-02-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9000361A true NL9000361A (nl) 1991-09-02

Family

ID=19856600

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000361A NL9000361A (nl) 1990-02-15 1990-02-15 Kous-aan/uittrekhulp.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9000361A (nl)

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5924609A (en) * 1994-10-13 1999-07-20 N.V. Varitex Method and means for taking off an elastic cover for limbs
NL1030634C2 (nl) 2005-12-09 2007-06-12 Steven Bernardus Ant Westerbos Kous-uittrekhulp.
WO2007085061A1 (en) * 2006-01-30 2007-08-02 Skerman Robert Graham Mitchell Applicator for compression stockings and the like
WO2008000776A1 (de) * 2006-06-28 2008-01-03 4 Dress Brauner & Epke Gbr An- und ausziehhilfe für ein oberkörper-bekleidungsstück
ITGE20100096A1 (it) * 2010-09-06 2010-12-06 Pietrino Forfori Dispositivo infila calze elastiche
US20180242767A1 (en) * 2015-08-27 2018-08-30 Georg Herzig A putting-on aid for a support stocking

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5924609A (en) * 1994-10-13 1999-07-20 N.V. Varitex Method and means for taking off an elastic cover for limbs
NL1030634C2 (nl) 2005-12-09 2007-06-12 Steven Bernardus Ant Westerbos Kous-uittrekhulp.
WO2007067050A1 (en) * 2005-12-09 2007-06-14 Westerbos Steven Bernardus Ant Aid for taking off stockings
EA013766B1 (ru) * 2005-12-09 2010-06-30 Стивен Бернардус Антониус Вестербос Вспомогательное приспособление для снятия чулок
WO2007085061A1 (en) * 2006-01-30 2007-08-02 Skerman Robert Graham Mitchell Applicator for compression stockings and the like
US8857679B2 (en) 2006-01-30 2014-10-14 Robert Graham Mitchell Skerman Applicator for compression stockings and the like
WO2008000776A1 (de) * 2006-06-28 2008-01-03 4 Dress Brauner & Epke Gbr An- und ausziehhilfe für ein oberkörper-bekleidungsstück
ITGE20100096A1 (it) * 2010-09-06 2010-12-06 Pietrino Forfori Dispositivo infila calze elastiche
WO2012032459A1 (en) * 2010-09-06 2012-03-15 Pietrino Forfori Stocking device for resilient stockings.
US20180242767A1 (en) * 2015-08-27 2018-08-30 Georg Herzig A putting-on aid for a support stocking
US10682001B2 (en) * 2015-08-27 2020-06-16 Georg Herzig Putting-on aid for a support stocking

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8857679B2 (en) Applicator for compression stockings and the like
EP2043573B1 (en) A compression stocking applicator
US5741207A (en) Portable whole body exercise device
US6068618A (en) External male catheter
KR101835159B1 (ko) 의복 착의 및 탈의 장치
US4651909A (en) Manually operable device for applying socks
US9386875B2 (en) Combination shoe horn and sock donning and doffing apparatus
US5720700A (en) Portable whole body exercise device
EP1797797A1 (en) Self-help device for handling socks, compression stockings and stockings in general
IES63642B2 (en) A stocking aid
NL9000361A (nl) Kous-aan/uittrekhulp.
EP1501396B1 (fr) Dispositif pour le retrait d'une orthèse compressive
US5706845A (en) Walker adapter
US20170020248A1 (en) Devices, systems, and methods for combining mobility and reaching aids
US20150190006A1 (en) Multifunctional device for footwear placement, removal and retrival dressing aid
US20210235911A1 (en) Devices and methods for applying compression socks to feet
CN212066893U (zh) 一种消毒手臂关节固定架
CN215195082U (zh) 皮肤性病科激光类治疗仪器用一次性防护套
US11622641B1 (en) Portable dressing aid device
CN217186911U (zh) 助行器
US10159370B1 (en) Device to position socks to facilitate donning the socks on user legs
US20150136816A1 (en) Hosiery Assistance Apparatus
GB2439400A (en) A dressing aid
EP3533362A1 (en) Assist device for pulling compression stockings on and off
CN113425558A (zh) 一种免提式拐杖

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed