NL8903009A - Ijzergoot. - Google Patents

Description

De uitvinding heeft betrekking op een ijzergoot voor het aftappen van gesmolten ruwijzer uit een hoogoven, tenminste omvattende een slijtvoering welke een tijdens bedrijf het ijzer voerende begrenzing vormt en een blijfvoering waarin de slijtvoering is opgenomen, een stalen of betonnen buitenbegrenzing en althans een buitenvoering met een hoge warmtegeleidingscoëfficiënt welke tussen de buitenbegrenzing en de blijfvoering is aangebracht.

Een dergelijke ijzergoot is bekend uit de "Iron & Steel Engineer" van oktober 1988, pagina's 47 - 51. Een probleem van deze bekende ijzergoot is de forse slijtage welke vooral ter hoogte van de ijzer-slak grenslaag optreedt, en die uiteindelijk noodzaakt tot reparatie van de tijdens bedrijf ijzervoerende slijtvoering. Dit is met name een probleem omdat deze slijtage in de omgeving van de grenslaag door de sterk abrasieve werking van de slak vrij hevig is, waardoor bij de reparatie een overigens nog grotendeels intacte slijtlaag dient te worden weggebroken.

Met de uitvinding wordt nu beoogd de slijtage van de slijtvoering gelijkmatiger te laten verlopen, waardoor een verlenging van de bedrijfstijd van de ijzergoot mogelijk wordt en deze met lagere operationele kosten bedreven kan worden.

Daartoe wordt de ijzergoot volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt dat de buitenvoering is voorzien van een verdikking in de richting van de slijtvoering, welke verdikking is aangebracht ter hoogte van de tijdens bedrijf aanwezige grenslaag tussen het door de goot gevoerde ijzer en een op het ijzer drijvende slaklaag.

Verrassenderwijs is gevonden dat door de hiermee bereikte betere koeling van de slijtvoering ter hoogte van waar zich tijdens bedrijf de ijzer-slak grenslaag bevindt, de slijtage van de slijt-voering aldaar wordt tegengegaan. Dit effect wordt ten zeerste bevorderd door de uitvoeringsvorm van de ijzergoot waarbij de verdikking van de buitenvoering direct aanligt tegen de blijf-voering.

De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van de tekening van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld van de ijzergoot volgens de uitvinding nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede van de ijzergoot volgens de uitvinding.

In fig. 1 wordt de ijzergoot 1 getoond, waarvan de ijzer-voerende begrenzing gevormd wordt door een slijtvoering 2. Voor de slijtvoering 2, die uit een aantal lagen kan bestaan die onderling beweegbaar zijn, kunnen verschillende soorten materiaal worden gebruikt, maar gebruikelijk is het om hier een vuurvaste beton toe te passen. Direct aansluitend op de slijtvoering 2 kan als blijf-voering een koolstof-tussenvoering 3 toegepast worden voor temperatuur-egalisatie van de slijtvoering 2. Essentieel voor de uitvinding is deze tussenvoering 3 echter niet. Aansluitend op deze tussenvoering 3 en bij ontbreken daarvan, aansluitend op de slijtvoering 2, is een isolatielaag 4 voorzien welke bestaat uit een vuurvaste beton. De buitenvoering 6, 7 bestaat uit een bodemplaat 6 en zijwanden 7 die onderling thermisch gekoppeld zijn. Door voor de buitenvoering 6, 7 koolstof, grafiet of semi-grafiet, maar bij voorkeur grafiet te nemen wordt het gewenste warmtegeleidend vermogen op deze plaats verkregen en is het mogelijk direct aansluitend op de zijwanden 7 isolerende vuurvaste bekledingslagen 8, 9 aan te brengen.

Volgens de uitvinding zijn de thermisch hooggeleidende zijwanden 7 van de ijzergoot 1 nu tevens voorzien van een verdikking 10 in de richting van de slijtvoering 2, welke verdikking 10 ' is aangebracht ter hoogte van waar zich tijdens bedrijf de grenslaag bevindt tussen het gevoerde ijzer 11 en de daarop drijvende slaklaag 12. De verdikking 10 ligt bij voorkeur direct aan tegen de slijtvoering 2. Hiermee wordt een bijzonder effectieve plaatselijke koeling van de slijtvoering 2 verkregen ter hoogte van de grenslaag ijzer-slak, waardoor slijtage van de slijtvoering 2 ter hoogte van genoemde grenslaag wordt tegengegaan en een langere levensduur van de slijtvoering bereikt wordt.

Claims (2)

1. IJzergoot voor het aftappen van gesmolten ruwijzer uit een hoogoven, tenminste omvattende een slijtvoering welke een tijdens bedrijf ijzervoerende begrenzing vormt, en een blijf-voering waarin de slijtvoering is opgenomen, een buitenbegrenzing en althans een buitenvoering met een hoge warmte-geleidingscoëfficiënt welke tussen de buitenbegrenzing en de blijfvoering is aangebracht, met het kenmerk, dat de buitenvoering is voorzien van een verdikking in de richting van de slijtvoering, welke verdikking is aangebracht ter hoogte van de tijdens bedrijf aanwezige grenslaag tussen het door de goot gevoerde ijzer en een op het ijzer drijvende slaklaag.

2. IJzergoot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdikking van de buitenvoering direct aanligt tegen de slijtvoering.