NL8902959A - Werkwijze voor het bewerken van voorwerpen uit voor de mens schadelijke materialen. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het bewerken van voorwerpen uit voor de mens schadelijke materialen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bewerken van voorwerpen uit voor de mens schadelijke materialen.

Bij het bewerken van voorwerpen uit voor de mens schadelijke materialen, zoals bijvoorbeeld asbest, moeten uitgebreide voorzorgsmaatregelen getroffen worden ter voorkoming van het in de lucht vrijkomen van schadelijk stof.

Bij renovatiewerkzaamheden moeten regelmatig as-bestvoorwerpen, zoals bijvoorbeeld poreus geworden rioolbuizen, door middel van zagen of slijpen verwijderd worden. Hierbij komt vluchtig, bijna onzichtbaar, kankerverwekkend stof vrij. Om te voorkomen, dat dit stof een schadelijke invloed uitoefent op de mens wordt de ruimte, waarin het te bewerken voorwerp zich bevindt, afgesloten en afgezogen en toegankelijk gemaakt middels een sluis. Ook kan het voorwerp zelf worden verpakt in een zogeheten couveusezak, waarbinnen zich ook de gereedschappen bevinden. De bewerking vindt binnen de couveusezak plaats. Deze beide methoden zijn duur, gecompliceerd en onpraktisch.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen, waarmee op eenvoudige en niet dure wijze zonder veel voorzorgsmaatregelen het bij een bewerking vrijkomende schadelijke stof opgevangen kan worden.

Dit wordt door de uitvinding bereikt, doordat het voorwerp omsloten wordt door een kast voor het voorkomen, dat de schadelijke materialen buiten de kast geraken, doordat de mens zich buiten de kast bevindt en doordat de bewerking in de kast plaatsvindt.

De kast kan gevuld worden met een korrelig materiaal, dat het te bewerken voorwerp omsluit en onmiddellijk het bij de bewerking vrijkomende stof opvangt. Toevoeging van een bindmiddel versterkt de bindende werking van het korrelige materiaal. Op deze manier komt het stof niet meer vrij en gebruik van een couveusezak of afsluiting en af-zuiging van de ruimte, waarin het te bewerken voorwerp zich bevindt, is niet meer nodig.

Bovendien hoeven de gereedschappen bij deze methode niet binnen een couveusezak gehanteerd te worden.

De figuur geeft een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Bij een te bewerken buis wordt op de plaats van de bewerking een kast l, voorzien van muizegatachtige uitsparingen 2, die de buis 3 omsluiten, geplaatst, waarbij de achterzijde 7 van de kast 1 tegen wand 8 aansluit. De onderzijde 12 van de kast 1 wordt afgesloten door de vloer 13. Vervolgens wordt middels een aan de bovenzijde 4 van de kast 1 aangebrachte vulopening 5 de kast 1 volgestort met korrelig materiaal, bij voorkeur vermengd met een bindmiddel, zoals bijvoorbeeld zeep. Via een sleuf 10, aangebracht in de voorzijde 9 van de kast 1, kan een zaag 11 in de kast 1 gebracht worden, ten einde de bewerking uit te voeren. De zijwanden 14 van de kast 1 dienen in de getoonde voorkeursuitvoering als geleiders voor de boorkop 15. Door de heen-en-weergaande beweging van de zaag 11 zal het korrelige materiaal 6 zich verdichten en op die manier het vrijkomende stof nog beter binden. Bij de sleuf 10 wordt tijdens de bewerking een stofzuiger gehouden, ten einde eventueel via de sleuf vrijkomend stof op te vangen.

Na de bewerking wordt de kast 1 weggenomen en het korrelige materiaal 6 samen met het vrijgekomen stof door middel van stofzuigen verwijderd.

Met enkele aanpassingen kan de inrichting voor liggende en staande voorwerpen in elke vorm gebruikt worden.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het bewerken van een voorwerp, tenminste ten dele uit voor de mens schadelijke materialen, met het kenmerk, dat het voorwerp omsloten wordt door een kast voor het voorkomen, dat de schadelijke materialen buiten de kast geraken, dat de mens zich buiten de kast bevindt en dat de bewerking in de kast plaatsvindt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kast gevuld wordt met een korrelig materiaal, ten einde bij de bewerking vrijkomend, voor de mens schadelijke stof op te vangen.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het korrelige materiaal zand is.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan het korrelige materiaal een bindmiddel wordt toegevoegd, ten einde het bij de bewerking vrijkomende, voor de mens schadelijke stof te binden.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het bindmiddel een zeep is.

6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting zodanig gevormd is, dat deze het voorwerp op de plaats van een uit te voeren bewerking omsluit en uit plaatmateriaal is gemaakt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van muizegatachtig gevormde uitsparingen, ten einde de inrichting over het te bewerken voorwerp te plaatsen.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de inrichting aan één zijde open is voor het vullen van de inrichting met korrelig materiaal.

9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van een opening voor het doorlaten van gereedschap.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat deze opening gevormd is als een sleuf voor het doorlaten van een zaag.

11. Mengsel voor het vullen van de inrichting en het opvangen van voor de mens schadelijk stof bestaande uit een korrelig materiaal en een bindmiddel.