NL8902808A

NL8902808A - Roller door for rear opening of goods vehicle - uses drive motor which also acts as brake on door movement

Info

Publication number: NL8902808A
Application number: NL8902808A
Authority: NL
Original assignee: Pieter Cornelis Millenaar
Priority date: 1989-11-14
Filing date: 1989-11-14
Publication date: 1991-06-03

Abstract

The access aperture (2) at the rear of the truck (1) is normally blocked by the hinged panels (4) which make up the roller door (3). When the door is raised, the panels are guided into a horizontal position just under the roof of the truck, by tracks (5) on each side of the opening. The novel geature of the present system is in the way by which the door is operated. At the top of the opening (2) is a drive shaft (7) powered by an electric motor (10). On the ends of the shaft are gear wheels which mesh with toothed belts (9), the belts being attached to the upper and lower panels of the door. The motor acts as a brake when de-energised.

Description

Roldeur voor een vrachtwagen of dergelijke.Roller shutter for a truck or the like.

De uitvinding heeft betrekking op een roldeur voor een vrachtwagen of dergelijke, met een aantal scharnierbaar met elkaar verbonden deurpanelen, die via een geleiding verplaatsbaar zijn tussen een open-deur positie en een geslotendeur positie en met een door een veerorgaan gebalanceerde aandrijfas, die aangrijpt op ten minste één trekorgaan, dat met een uiteinde is verbonden met het onderste deurgedeelte. In het kader van de uitvinding wordt onder vrachtwagen tevens verstaan een truck met laadbak, oplegger en aanhangwagen met laadbak, bestelwagen etcetera.The invention relates to a roller door for a truck or the like, with a number of hingedly connected door panels, which are movable via a guide between an open-door position and a closed-door position and with a drive shaft balanced by a spring member, which engages on at least one pull member connected at one end to the bottom door portion. In the context of the invention, a truck is also understood to mean a truck with a body, trailer and trailer with body, van, etc.

Bij een bekende roldeur van het bovengenoemde type is de aandrijfas hol uitgevoerd en voorzien van een uitwendige schroefveer. Wanneer de roldeur zich in de gesloten-deur positie bevindt is de schroefveer ten opzichte van zijn neutrale stand zodanig gewikkeld, dat een balanceringskracht wordt verkregen voor het naar de open-deur positie bewegen van de roldeur. In het algemeen zijn twee trekorganen toegepast, die in de vorm van kabels of dergelijke zijn uitgevoerd. Het ene uiteinde van elk trekorgaan is verbonden met het onderste deurpaneel, terwijl het tegenover gelegen uiteinde is bevestigd aan een op de aandrijfas bevestigde trommel. Voor het vanuit de gesloten-deur positie naar de open-deur positie bewegen van de roldeur wordt door een persoon op het onderste deurgedeelte, bijvoorbeeld het onderste deurpaneel, een omhoog gerichte kracht uitgeoefend. Deze kracht is voldoende om samen met de balanceerkracht van de spiraalveer en de hierdoor veroorzaakte trekkracht in de kabels de roldeur te openen (en in deze geopende stand te houden). Tijdens het openen van de roldeur wordt het trekorgaan op de trommel gewikkeld; bij het sluiten van de roldeur vindt op overeenkomstige wijze een afwikkeling plaats.In a known roller door of the above type, the drive shaft is hollow and provided with an external coil spring. When the shutter is in the closed-door position, the coil spring is wound relative to its neutral position to provide a balancing force for moving the shutter to the open-door position. In general, two pulling members are used, which are in the form of cables or the like. One end of each pull member is connected to the bottom door panel, while the opposite end is attached to a drum mounted on the drive shaft. In order to move the roller door from the closed-door position to the open-door position, a person exerts an upward force on the lower door part, for example the lower door panel. This force is sufficient to open the roller door (and keep it in this open position) together with the balancing force of the coil spring and the resulting tensile force in the cables. When the roller door is opened, the pulling member is wound on the drum; when the roller shutter is closed, unwinding takes place in a corresponding manner.

Deze bekende roldeur bezit een aantal nadelen. Alhoewel veelal wordt gepoogd een zo nauwkeurig mogelijke balancering te realiseren kan in het algemeen niet worden voorkomen, dat de roldeur slechts in de geheel geopende of in de geheel gesloten positie kan worden gehandhaafd. Het in tussenposities plaatsen van de roldeur is dan niet of nauwe lijks mogelijk. Wanneer kleine voorwerpen uit de vrachtwagen moeten worden genomen is het echter niet telkens vereist om de roldeur geheel te openen. Wanneer de roldeur naar de geheel geopende stand is bewogen vindt gedurende enige tijd een slingerbeweging om de open-deur positie plaats. Deze slingerbeweging is een gevolg van de werking van de balan-ceerveer in combinatie met de trekorganen.This known rolling door has a number of drawbacks. Although it is often attempted to achieve the most accurate balancing possible, it cannot generally be prevented that the rolling door can only be maintained in the fully opened or fully closed position. Placing the roller door in intermediate positions is then not or hardly possible. However, when small items need to be removed from the truck, it is not always necessary to open the roller shutter completely. When the rolling door has been moved to the fully open position, a swinging movement takes place around the open-door position for some time. This pendulum movement is a result of the action of the balancing spring in combination with the pulling members.

Voor het sluiten van een geheel geopende roldeur moet op het onderste deurgedeelte een omlaag gerichte kracht worden uitgeoefend. Gezien de hoogte van het onderste deurgedeelte in een dergelijke stand wordt vaak aan het onderste deurgedeelte een lus bevestigd, zodat voor het sluiten van de deur met een lange haak aan deze lus kan worden getrokken. In de praktijk blijkt echter, dat een bedienend persoon veelvuldig uit de laadbak van de vrachtwagen of dergelijke springt, waarbij deze lus wordt vastgehouden. Dit kan tot ongevallen leiden. Daarnaast wordt er ook vaak toe overgegaan om de deur, wanneer slechts over een korte afstand moet worden gereden, niet te sluiten. Het spreekt voor zich, dat het diefstalrisico van in de vrachtwagen aanwezige voorwerpen hierdoor aanzienlijk toeneemt. Tevens is dit nadelig bij ladingen die worden gekoeld of dergelijke.To close a fully opened roller door, a downward force must be exerted on the bottom door section. In view of the height of the bottom door part in such a position, a loop is often attached to the bottom door part, so that this loop can be pulled with a long hook before closing the door. In practice, however, it appears that an operator frequently jumps out of the loading box of the truck or the like, while this loop is held. This can lead to accidents. In addition, it is also often decided not to close the door when driving only a short distance. It goes without saying that the risk of theft of objects present in the truck increases considerably. This is also disadvantageous with loads that are cooled or the like.

Bij deze bekende deur tenslotte vinden de bewegingen tussen de open-deur positie en de gesloten-deur positie en omgekeerd met vrij grote snelheid plaats. Dit leidt tot een aanzienlijke geluidsoverlast, terwijl tevens een aanzienlijke slijtage optreedt.Finally, in this known door, the movements between the open-door position and the closed-door position and vice versa take place at a fairly great speed. This leads to a considerable noise nuisance, while at the same time considerable wear occurs.

De uitvinding beoogt een roldeur van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen niet optreden.The object of the invention is to provide a rolling door of the type mentioned in the preamble, wherein the drawbacks mentioned do not occur.

Hiertoe bezit de roldeur volgens de uitvinding het kenmerk, dat het trekorgaan met zijn andere uiteinde is verbonden met het bovenste deurgedeelte en dat de aandrijfas aandrijfbaar is door een motor, waarbij de aandrijfas aangrijpt op het tussen beide uiteinden gelegen trekorgaan-gedeelte.To this end, the roller door according to the invention is characterized in that the pulling member is connected at its other end to the upper door part and that the drive shaft is drivable by a motor, the drive shaft engaging the pulling part situated between the two ends.

Doordat de aandrijfas wordt aangedreven door een motor vinden de bewegingen van de roldeur zeer gelijkmatig plaats. Dit leidt tot een lager geluidsniveau tijdens en minder slijtage ten gevolge van de beweging van de roldeur. Teneinde het mogelijk te maken, dat de roldeur met behulp van de door de motor aangedreven aandrijfas vanuit de opendeur positie naar de gesloten-deur positie kan worden bewogen is elk trekorgaan met zijn andere uiteinde verbonden met het bovenste deurgedeelte. Dit bovenste deurgedeelte kan een van de deurpanelen omvatten die zich aan of nabij het bovenste uiteinde van de roldeur bevinden. Een gevolg is, dat dit uiteinde van het trekorgaan tijdens het sluiten van de roldeur op het bovenste deurgedeelte een trekkracht gaat uitoefenen. Tijdens het openen van de roldeur oefent het ene uiteinde een tegengestelde trekkracht uit op het onderste deurgedeelte.Because the drive shaft is driven by a motor, the movements of the roller door take place very evenly. This leads to a lower noise level during and less wear due to the movement of the roller door. In order to enable the roller door to be moved from the open-door position to the closed-door position by means of the motor-driven drive shaft, each pulling member is connected at its other end to the upper door part. This top door section may include one of the door panels located at or near the top end of the roller door. As a result, this end of the pulling member will exert a pulling force during the closing of the rolling door on the upper door part. When opening the roller door, one end exerts an opposite pulling force on the lower door part.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de roldeur geldt, dat het motor-aandrijfassamenstel zelfremmend is. Dit biedt de mogelijkheid om de roldeur niet alleen in een geheel geopende of geheel gesloten positie te brengen, maar tevens in elke willekeurige tussenpositie en, hetgeen van belang is, in een dergelijke tussenpositie te houden. Tevens verschaft de zelfremmendheid een beveiliging tegen een onbevoegd openen van de roldeur.In a preferred embodiment of the roller door, the motor-drive shaft assembly is self-locking. This offers the possibility of not only bringing the rolling door into a fully opened or completely closed position, but also of keeping it in any arbitrary intermediate position and, which is important, in such an intermediate position. Self-locking also provides protection against unauthorized opening of the roller shutter.

Voor het door de aandrijfas aandrijven van het trekorgaan is het vanzelfsprekend mogelijk om opnieuw gebruik te maken van de reeds bij de bekende roldeur toegepaste trommels. Een echter technisch minder gecompliceerde, doch niettemin zeer doeltreffende oplossing hiervoor wordt overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de roldeur hierdoor verschaft, dat het trekorgaan bestaat uit een tandriem en dat de aandrijfas een corresponderende tandriemschijf draagt. Tussen de tandriem en de tandriemschijf vindt een uitermate effectieve krachtsoverdracht plaats. Het is hierbij slechts vereist dat maatregelen zijn getroffen om het contact tussen de tandriem en de tandwielschijf voortdurend te handhaven. Hiertoe is het mogelijk om op zichzelf bekende aandrukrollen of dergelijke toe te passen.For driving the pulling member through the drive shaft it is of course possible to make use again of the drums already used in the known roller door. However, according to an embodiment of the roller door, a technically less complicated, but nevertheless very effective solution for this is provided by the fact that the pulling member consists of a toothed belt and that the drive shaft carries a corresponding toothed pulley. An extremely effective power transfer takes place between the toothed belt and the toothed belt pulley. It is only required here that measures are taken to continuously maintain the contact between the toothed belt and the gear wheel. For this purpose it is possible to use pressure rollers or the like known per se.

Vanzelfsprekend kan het trekorgaan ook op andere wijze zijn uitgevoerd. Als voorbeeld wordt een ketting genoemd, waarbij de tandriemschijven door geschikte bijpassende organen zijn vervangen.The pulling member can of course also be designed in a different manner. A chain is mentioned as an example, in which the toothed pulleys are replaced by suitable matching members.

Aangezien tijdens de beweging van de roldeur een geringe lengteverandering kan optreden van de afgewikkelde lengte van het trekorgaan, gemeten tussen de beide uiteinden daarvan, is overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm ervoor gezorgd, dat het trekorgaan een lengte-compensatievoorzlening bezit. Het is bijvoorbeeld mogelijk, dat de lengte-compensatievoorz iening een trekveer omvat. In het algemeen kan elk geschikt veerorgaan als lengte-compensatievoorziening fungeren. De door een dergelijke lengte-compensatievoor-ziening te compenseren lengteveranderingen bevinden zich in het algemeen in de grootte-orde van enige centimeters.Since during the movement of the roller door a slight change in length of the unwound length of the pulling member, measured between the two ends thereof, can occur, according to a further embodiment it is ensured that the pulling member has a length compensation provision. For example, it is possible for the length compensation front to include a tension spring. In general, any suitable spring member can function as a length compensation device. The length changes to be compensated for by such a length compensation provision are generally of the order of a few centimeters.

De roldeur volgens de uitvinding kan op geautomatiseerde wijze worden geopend en gesloten. Vereist hiertoe is slechts, dat een geschikte krachtbron voor de motor aanwezig is. Wanneer de motor een elektromotor omvat betekent dit bijvoorbeeld, dat een elektrische voedingsbron aanwezig moet zijn. Dit kan bijvoorbeeld de accu van de vrachtwagen zijn. Wanneer echter (tengevolge van een storing of wanneer de trekker van een oplegger is ontkoppeld en geen voedingsbron aanwezig is) de motor niet kan worden bekrachtigd is het handig, wanneer voorzieningen zijn getroffen om de roldeur alsnog met de hand te openen of te sluiten. Immers, in het algemeen zal het systeem, zoals eerder aangeduid, zelfremmend zijn en is het bewegen van de roldeur zonder bekrachtiging van de motor niet mogelijk. Derhalve is bij een verdere, met voorkeur toe te passen, uitvoeringsvorm van de roldeur volgens de uitvinding de aandrijfas voorzien van een ontkoppel-mechanisme voor het van de motor ontkoppelen van de aandrijfas. In de ontkoppelde stand van de aandrijfas is de zelfrem-mendheid opgeheven en vindt de beweging van de roldeur plaats op een wijze, welke in hoofdzaak overeenkomt met de bediening van een conventionele roldeur, namelijk met de hand.The roller door according to the invention can be opened and closed in an automated manner. All that is required is that a suitable power source for the motor is present. If the motor comprises an electric motor, this means, for example, that an electric power source must be present. This can be, for example, the battery of the truck. However, if the motor cannot be energized (due to a malfunction or when the tractor is disconnected from a trailer and no power source is present), it is convenient if provisions are made to open or close the roller shutter by hand. After all, in general, as indicated earlier, the system will be self-braking and the rolling door cannot be moved without energizing the motor. Therefore, in a further, preferably applicable, embodiment of the rolling door according to the invention, the drive shaft is provided with a decoupling mechanism for decoupling the drive shaft from the motor. In the disengaged position of the drive shaft, the self-locking ability is released and the rolling door movement takes place in a manner substantially corresponding to the operation of a conventional rolling door, namely by hand.

Overeenkomstig een gunstige uitvoeringsvorm van de roldeur geldt, dat de aandrijfas een coaxiaal eerste koppel-deel bezit, dat draaivast maar axiaal beperkt verschuifbaar is ten opzichte van de aandrijfas en in een koppelstand draaivast in aangrijping is met een op de motor bevestigd tweede koppeldeel en in een ontkoppelstand buiten aangrij-ping met dit tweede koppeldeel is.According to a favorable embodiment of the roller door, it holds that the drive shaft has a coaxial first coupling part, which is rotatably but axially limited displaceable relative to the drive shaft and in a coupling position engages with a second coupling part mounted on the motor and in is a disengaging position out of engagement with this second coupling member.

In de koppelstand is het tweede koppeldeel in aan-grijping met het eerste koppeldeel. Een rotatie van de motor leidt derhalve tot een rotatie van beide koppeldelen en derhalve tot een rotatie van de aandrijfas. Wanneer evenwel het eerste koppeldeel zodanig wordt verschoven dat het in een ontkoppelstand buiten aangrijping met het tweede koppeldeel komt zal een rotatie van de motor niet leiden tot een rotatie van de aandrijfas. Omgekeerd is het in de ontkoppelstand mogelijk om, wanneer de motor stilstaat, de aandrijfas met de hand te doen roteren. Dit geschiedt bijvoorbeeld, wanneer zich een storing voordoet of geen voedingsbron voor de motor aanwezig is. Door een bedienend persoon kan de roldeur, die dan niet langer zelfremmend is, op conventionele wijze worden geopend of gesloten, namelijk met de hand.In the coupling position, the second coupling part engages the first coupling part. A rotation of the motor therefore leads to a rotation of both coupling parts and therefore to a rotation of the drive shaft. However, when the first coupling part is shifted such that it disengages from the second coupling part in a disengaging position, a rotation of the motor will not lead to a rotation of the drive shaft. Conversely, in the decoupling position, it is possible to rotate the drive shaft manually when the engine is stopped. This occurs, for example, when a malfunction occurs or no power source for the motor is present. The roller door, which is then no longer self-locking, can be opened or closed in a conventional manner by an operator, namely by hand.

Teneinde een onbedoeld ontkoppelen van de aandrijfas van de motor te verhinderen geniet het de voorkeur, wanneer het eerste koppeldeel veerbelast is in de richting van zijn koppelstand en tegen deze veerbelasting in door een bedieningselement verplaatsbaar is naar de ontkoppelstand. Hierbij is het mogelijk, dat het bedieningselement een trekkabelvoorziening met dode-puntsvergrendeling omvat.In order to prevent an unintentional disconnection of the drive shaft from the motor, it is preferred when the first coupling part is spring-loaded in the direction of its torque position and can be moved by an operating element to the disengaging position against this spring load. It is possible here for the operating element to comprise a pull-rope facility with dead-point locking.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de roldeur volgens de uitvinding is weergegeven.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing, in which an exemplary embodiment of the rolling door according to the invention is shown.

Fig. 1 toont schematisch en gedeeltelijk opengewerkt een gedeelte van een vrachtwagen, die is voorzien van een roldeur volgens de uitvinding;Fig. 1 shows schematically and partly cut-away a part of a truck, which is provided with a rolling door according to the invention;

Fig. 2 toont op grotere schaal een detail van de roldeur volgens fig. 1, enFig. 2 shows on a larger scale a detail of the rolling door according to FIG. 1, and

Fig. 3 toont eveneens op grotere schaal een ander detail van de roldeur volgens fig. 1.Fig. 3 also shows on a larger scale another detail of the roller door according to FIG. 1.

De in fig. 1 slechts gedeeltelijk getoonde vrachtwagen 1 of dergelijke bezit een laadruimte 2 welke afsluitbaar is door een roldeur 3. De roldeur 3 bestaat uit een aantal scharnierbaar met elkaar verbonden deurpanelen 4. De uiteinden van de deurpanelen 4 werken op niet nader getoonde wijze samen met geleidingen 5, zodanig, dat de roldeur in zijn geheel verplaatsbaar is tussen een gesloten-deur positie, waarin het onderste deurpaneel aansluit op de laadvloer 6 van de laadruimte 2, en een open-deur positie, waarin het onderste deurpaneel zich op een grote hoogte boven de laadvloer 6 bevindt.The truck 1 or the like shown in fig. 1 only has a loading space 2 which can be closed by a rolling door 3. The rolling door 3 consists of a number of door panels 4 hingedly connected to each other 4. The ends of the door panels 4 operate in a manner not shown in more detail. together with guides 5, such that the rolling door can be moved in its entirety between a closed-door position, in which the lower door panel connects to the loading floor 6 of the loading space 2, and an open-door position, in which the lower door panel is located on a height above the loading platform 6.

De roldeur is voorzien van een aandrijfas 7, die hol is uitgevoerd en die door een niet nader getoond veer-orgaan, bijvoorbeeld een uitwendige schroefveer, is gebalanceerd. Op de beide uiteinden van de aandrijfas bevindt zich een tandriemschijf 8 (in fig. 1 slechts aan één zijde zichtbaar) welke samenwerkt met een slechts schematisch aangeduide tandriem 9. De tandriem 9 is met zijn ene uiteinde bevestigd aan het onderste deurpaneel, terwijl het tegenover gelegen andere uiteinde aan het bovenste deurpaneel is bevestigd. Natuurlijk is het ook mogelijk om de betreffende tandriemuiteinden aan andere, nabij de roldeuruiteinden gelegen, deurpanelen te bevestigen, bijvoorbeeld het op een na bovenste respectievelijk op een na onderste deurpaneel. Door de samenwerking tussen de tandriem 9 en de tandriemschi jf 8 leidt een rotatie van de aandrijfas 7 tot een verplaatsing van de roldeur naar een willekeurige geopende stand of de gesloten stand. Wanneer vanuit de in fig. 1 getoonde positie de roldeur verder moet worden geopend zal het zich in deze stand verticaal uitstrekkende tandriem-segment als trekorgaan fungeren en een trekkracht uitoefenen op het corresponderende onderste deurpaneel 4. Omgekeerd leidt het vanuit de in fig. 1 getoonde positie naar een gesloten stand bewegen van de roldeur tot het door het zich thans in een horizontale positie bevindende tandriemsegment uitoefenen van een trekkracht op het betreffende bovenste deurpaneel 4. Op deze wijze kan door een geschikte rotatie van de aandrijfas 7 de roldeur geautomatiseerd worden geopend (eventueel gedeeltelijk) en gesloten.The roller door is provided with a drive shaft 7, which is of hollow construction and which is balanced by a spring element, not shown in detail, for example an external coil spring. On both ends of the drive shaft there is a toothed belt pulley 8 (only visible on one side in fig. 1) which interacts with a toothed belt 9 only schematically indicated. The toothed belt 9 is attached with one end to the lower door panel, while facing opposite located opposite end to the top door panel. It is of course also possible to attach the relevant toothed belt ends to other door panels located close to the roller door ends, for example the second top and second bottom door panels, respectively. Due to the cooperation between the toothed belt 9 and the toothed belt disc 8, a rotation of the drive shaft 7 leads to a displacement of the roller door to any open or closed position. When the roller door has to be opened further from the position shown in Fig. 1, the toothed belt segment extending vertically in this position will act as a pulling member and exert a pulling force on the corresponding lower door panel 4. Conversely, it leads from the position shown in Fig. 1. Moving the roller shutter to a closed position until the roller door segment, which is currently in a horizontal position, exerts a pulling force on the respective upper door panel 4. In this manner, the roller door can be opened automatically by a suitable rotation of the drive shaft 7 ( possibly partly) and closed.

Voor het aandrijven van de aandrijfas is een in fig. 1 slechts schematisch aangeduide motor 10 toegepast. In het meest eenvoudige geval omvat de motor 10 een elektromotor, die wordt gevoed door de accu van de vrachtwagen.A motor 10, which is only schematically indicated in FIG. 1, is used to drive the drive shaft. In the simplest case, the motor 10 comprises an electric motor, which is powered by the battery of the truck.

Het door deze motor samen met de aandrijfas gevormde samenstel is bij voorkeur zelfremmend, zodat elke ingenomen positie van de roldeur bij uitgeschakelde motor wordt gehandhaafd.The assembly formed by this motor together with the drive shaft is preferably self-braking, so that any occupied position of the rolling door is maintained when the motor is switched off.

In de detailweergave volgens fig. 2 is opnieuw de tandriem 9 zichtbaar, alsmede de as 7 en de hierop bevestigde tandriemschijf 8. Teneinde te garanderen, dat de tanden van de tandriem 9 en de tanden van de tandriemschijf 8 op correcte wijze met elkaar samengrijpen zijn een aantal rollen 11, 12 en 13 toegepast, die zijn gemonteerd in montagesteunen 14 en 15. De rollen 11 en 12 zorgen voor een voorspanning van de tandriem 9, terwijl de rol 13 de tandriem 9 tegen de tandriemschijf 8 drukt.In the detailed view according to Fig. 2, the toothed belt 9 is again visible, as well as the shaft 7 and the toothed pulley 8 mounted thereon, in order to ensure that the teeth of the toothed belt 9 and the teeth of the toothed belt pulley 8 are correctly engaged. a number of rollers 11, 12 and 13 are used, which are mounted in mounting brackets 14 and 15. The rollers 11 and 12 pre-tension the toothed belt 9, while the roller 13 presses the toothed belt 9 against the toothed pulley 8.

Tijdens de beweging van de roldeur vanuit de geopende stand naar de gesloten stand en omgekeerd varieert de afgewikkelde lengte van de tandriem 9 enigszins. Met afgewikkelde lengte wordt hierbij bedoeld de afstand vanaf het ene uiteinde van de tandriem (het bevestigingspunt met het onderste deurpaneel), om de tandriemschij f 8 naar het andere uiteinde van de tandriem 9 (de bevestiging aan het bovenste deurpaneel). Teneinde deze lengtevariatie, die enige centimeters kan bedragen, op te vangen is de tandriem aan één zijde door middel van een trekveer 16 met het betreffende deurpaneel verbonden. Deze trekveer 16 fungeert derhalve als lengte-compensatievoorziening.During the movement of the roller door from the open position to the closed position and vice versa, the unwound length of the timing belt 9 varies slightly. Unwound length refers to the distance from one end of the timing belt (the attachment point with the bottom door panel), around the timing belt disc 8 to the other end of the timing belt 9 (the attachment to the top door panel). In order to compensate for this length variation, which may amount to a few centimeters, the toothed belt is connected to the relevant door panel on one side by means of a tension spring 16. This tension spring 16 therefore functions as a length compensation provision.

In fig. 3 is een ontkoppelmechanisme getoond dat het mogelijk maakt, dat de aandrijfas 7 wegens de zelf-remmendheid van de motor 10 kan worden ontkoppeld, bijvoorbeeld indien zich een storing voordoet in de stroomvoorziening van de motor 10 of wanneer voor de motor geen voedingsbron aanwezig is. De aandrijfas 7, die hol is uitgevoerd, bezit hiertoe een coaxiaal eerste koppeldeel 17, dat in het inwendige van de aandrijfas 7 beperkt heen en weer verschuifbaar is. Het eerste koppeldeel 17 bezit een uitsparing 18 waarin een pen 19 steekt. Deze pen 19 is op niet nader getoonde wijze vast verbonden met de mantel van de aandrijfas 7. In de getoonde positie ligt één uiteinde van de uitsparing 18 aan tegen de pen 19. Het koppeldeel 17 kan thans zover worden verschoven totdat het tegenover gelegen uiteinde van de uitsparing 18 aanslaat tegen de pen 19. Een dergelijke verschuiving vindt plaats tegen de werking van een veer 20 in, die het eerste koppeldeel in de richting van de in fig., 3 getoonde stand belast.In Fig. 3 a decoupling mechanism is shown which allows the drive shaft 7 to be disconnected due to the self-braking ability of the motor 10, for example if a failure occurs in the power supply of the motor 10 or if there is no power source for the motor is present. To this end, the drive shaft 7, which is hollow, has a coaxial first coupling part 17, which can be moved to and fro in a limited manner in the interior of the drive shaft 7. The first coupling part 17 has a recess 18 into which a pin 19 is inserted. This pin 19 is fixedly connected in a manner not shown in more detail to the casing of the drive shaft 7. In the position shown, one end of the recess 18 abuts the pin 19. The coupling part 17 can now be slid until the opposite end of the the recess 18 abuts the pin 19. Such a shift takes place against the action of a spring 20, which loads the first coupling part in the direction of the position shown in Fig. 3.

Het eerste koppeldeel 17 bezit aan de van de veer 20 afgekeerde zijde een uitsparing 21/ welke kan samenwerken met een complementair gevormde nok 22 van een tweede koppeldeel 23. Dit tweede koppeldeel 23 is draaivast bevestigd op een door de motor 10 aangedreven as 24. In de in fig. 3 getoonde stand leidt een rotatie van de as 24 tot een rotatie van het eerste koppeldeel 17 (via de verbinding tussen de uitsparing 21 en de nok 22). De rotatie van het eerste koppeldeel 17 leidt via de pen 19 tenslotte tot een rotatie van de aandrijfas 7.The first coupling part 17 has, on the side remote from the spring 20, a recess 21 / which can cooperate with a complementary shaped cam 22 of a second coupling part 23. This second coupling part 23 is mounted rotatably on a shaft 24 driven by the motor 10. In the position shown in fig. 3 a rotation of the shaft 24 leads to a rotation of the first coupling part 17 (via the connection between the recess 21 and the cam 22). The rotation of the first coupling part 17 finally leads via the pin 19 to a rotation of the drive shaft 7.

Wanneer thans het ontkoppelmechanisme moet worden geactiveerd kan met behulp van een trekkabelvoorziening 25 het eerste koppeldeel 17 zodanig axiaal worden verschoven, dat de uitsparing 21 daarvan en de nok 22 van het tweede koppeldeel buiten aangrijping met elkaar komen. In een dergelijke stand is het dan mogelijk, om de aandrijfas 7 met de hand te doen roteren, zonder dat een stilstaande motor (stilstaande as 24 en stilstaand tweede koppeldeel 22) hiertoe een belemmering vormt.When the release mechanism must now be activated, the first coupling part 17 can be moved axially with the aid of a pull cable facility 25, so that the recess 21 thereof and the cam 22 of the second coupling part come into engagement with each other. In such a position it is then possible to rotate the drive shaft 7 manually, without a stationary motor (stationary shaft 24 and stationary second coupling part 22) hindering this.

De trekkabelvoorziening 25 kan zijn verbonden met een hefboom, welke is voorzien van een dode-puntsvergren-deling. Op deze wijze is het mogelijk, om het ontkoppelmechanisme te activeren en in deze geactiveerde stand te handhaven zonder dat hiertoe een extra persoon benodigd is.The pull cable facility 25 can be connected to a lever which is provided with a dead-point lock. In this way it is possible to activate the release mechanism and to maintain it in this activated position without the need for an additional person.

In een dergelijke ontkoppelde stand kan vervolgens op conventionele wijze met de hand een beweging van de roldeur worden verkregen.In such a decoupled position, a movement of the rolling door can subsequently be obtained in a conventional manner.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd. Hierbij kan worden opgemerkt, dat in plaats van de elektromotor 10 ook andere aandrijfbronnen voor de aandrijfas 7 denkbaar zijn. Tevens kan elk geschikt ontkoppelmechanisme om een dergelijke aandrijfbron van de aandrijfas 7 te ontkoppelen, worden toegepast.The invention is not limited to the embodiment described above, which can be varied in many ways within the scope of the invention. It can be noted here that instead of the electric motor 10, other drive sources for the drive shaft 7 are also conceivable. Any suitable decoupling mechanism for decoupling such a drive source from the drive shaft 7 can also be used.

Claims

Rolling door for a truck or the like, with a number of hingedly connected door panels, which are movable via a guide between an open-door position and a closed-door position and with a drive shaft balanced by a spring member, which engages at least one pull member connected at one end to the bottom door portion, characterized in that the pull member is connected at its other end to the top door portion and the drive shaft is drivable by a motor, the drive shaft engaging it between the two ends located puller member.

Rolling door according to claim 1, characterized in that the motor-drive shaft assembly is self-locking.

Roller shutter according to claim 1 or 2, characterized in that the pulling member consists of a toothed belt and in that the drive shaft carries a corresponding toothed pulley.

Rolling door according to Claim 1, 2 or 3, characterized in that the pulling member has a length compensation provision.

Roller shutter according to claim 4, characterized in that the length compensation provision comprises a tension spring.

Roller shutter according to one of claims 1 to 5, characterized in that the drive shaft is provided with a release mechanism for decoupling the drive shaft from the motor.

Roller shutter according to claim 6, characterized in that the drive shaft has a coaxial first coupling part, which is rotatable but axially limited displaceable relative to the drive shaft and in a coupling position engages with a second coupling part mounted on the motor and is disengaged from said second coupling member in a disengaging position.

Roller shutter according to claim 7, characterized in that the first coupling part is spring-loaded in the direction of its coupling position and, against this spring load, is movable by an operating element to the uncoupling position.

Roller shutter according to claim 8, characterized in that the operating element comprises a pull-wire facility with dead-point locking.

Roller shutter according to any one of claims 3-9, characterized in that it has two toothed belts which are arranged at the opposite transverse ends of the door.

Roller shutter according to one of Claims 1 to 10, characterized in that the motor driving the drive shaft comprises an electric motor.