NL8902731A - Handgreep. - Google Patents

Description

Handgreep.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een handgreep, in het bijzonder voor sanitaire voorzieningen die bestemd zijn voor invaliden, mindervaliden of ouderen, omvattende een in hoofdzaak langwerpig greepgedeelte met aan elk einde daarvan een bevestigingsorgaan dat een bevestigingsvlak vertoont.

Een dergelijke handgreep is bekend en wordt bijvoorbeeld aan één van de wanden in een toilet gemonteerd dat bestemd is voor invaliden, mindervaliden of ouderen, teneinde steun of houvast te bieden aan de gebruiker. De bekende handgreep bestaat uit een greepgedeelte in de vorm van een stalen buis die nabij elk einde over een hoek van 90° is gebogen, zodat de buis met zijn eindvlakken loodrecht op twee in een vlak gelegen, stalen platen kan worden gelast. Elke bevestigingsplaat is voorzien van twee uitsparingen voor het met schroeven of dergelijke aan de wand bevestigen van de handgreep. De afstand van de hartlijn van de buis tot de wand bedraagt daarbij 80 mm. De buisdiameter is ongeveer 30 mm.

Deze bekende handgreep vertoont een aantal bezwaren. Een belangrijk bezwaar van ergonomische aard is dat bij het vastgrijpen nabij één van de over 90° gebogen einden de vingers van de hand in het nauw komen, hetgeen pijnlijk is en ertoe leidt dat er geen goede greep wordt verkregen, waardoor zich ongevallen kunnen voordoen. Een goede greep wordt ook tegengewerkt doordat, in het bijzonder bij een schuin geplaatste, zijdelingse montage van de handgreep, de pols enigszins gedraaid moet worden bij het nabij één van de einden vastgrijpen van de handgreep. Bovendien kunnen daarbij de lasrupsen en mogelijke bramen aan de voor de bevestiging gebruikte schroeven de hand verwonden. Een bijkomend bezwaar is het "ziekenhuisachtige" uiterlijk van de handgreep.

Doel van de onderhavige uitvinding is een handgreep te verschaffen die ergonomisch beter voldoet dan de bekende handgreep en die bovendien een fraaier uiterlijk kan hebben.

Hiertoe wordt overeenkomstig de uitvinding een handgreep van de in de aanhef genoemde soort verschaft, met het kenmerk, dat nabij elk einde van het greepgedeelte de hartlijn hiervan een hoek maakt met het bevestigingsvlak die aanzienlijk kleiner is dan 90°.

Aldus kan over de gehele beschikbare lengte van het greepgedeelte een goede greep worden verkregen doordat ook nabij de bevestigingsorganen de vingers gebogen naast elkaar kunnen worden geplaatst zonder te worden ingeklemd. De pols behoeft voor een greep aan een einde van de handgreep niet te worden gedraaid.

Bij voorkeur is de hoek ongeveer 60°.

Volgens een nadere uitwerking van de handgreep volgens de uitvinding heeft elk bevestigingsorgaan een aan het bevestigingsvlak grenzend, opstaand gedeelte dat het bijbehorende einde van het greepgedeelte althans in hoofdzaak omsluit. Hierdoor kan de handgreep, en in het bijzonder de bevestigingsorganen hiervan, zodanig worden vervaardigd en vormgegeven dat de handgreep onder alle omstandigheden comfortabel in gebruik is. Een verder voordeel van deze uitvoering is dat, aangezien elk einde van het greepgedeelte onder de schuine hoek in het bijbehorende opstaande gedeelte steekt, het greepgedeelte, zonder verdere maatregelen, door deze opstaande gedeelten wordt opgesloten en tegengehouden.

Andere kenmerken en voordelen van de handgreep volgens de uitvinding zullen duidelijk worden na het lezen van de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoering van de handgreep volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuur 1 een gedeeltelijk zij-aanzicht is van een voorkeursuitvoering van de handgreep volgens de uitvinding; figuur 2 een bovenaanzicht is van een bevestigingsorgaan van de handgreep volgens figuur 1 waarvan een afschermkap is verwijderd; figuur 3 een aanzicht is van, onder meer, een doorsnede van het bevestigingsorgaan langs de lijn I-I in figuur 2; de figuren 4A en 4B een onder- respectievelijk een zij-aanzicht tonen van de afschermkap behorende bij het bevestigingsorgaan volgens figuur 2.

In figuur 1 is een voorkeursuitvoering van een handgreep 1 volgens de uitvinding weergegeven. Duidelijkheidshalve is evenwel in de figuur slechts een deel van de handgreep 1 getoond, waarbij het niet weergegeven deel op een met het weergegeven deel overeenkomstige wijze is uitgevoerd. Hierna zal daarom worden volstaan met de beschrijving van het weergegeven deel van de handgreep 1.

De handgreep 1 bestaat uit een in hoofdzaak langwerpig greepgedeelte dat in dit voorbeeld de vorm heeft van een buis 2 met een hartlijn 3 en met aan het einde 4 een bevestigings-orgaan dat een bevestigingsvlak 5 vertoont. Door middel van het be-vestigingsorgaan kan de handgreep aan een wand 6 worden bevestigd.

De buis 2 is nabij het einde 4 over 60° gebogen, zodat de hartlijn 3 en het bevestigingsvlak 5 een hoek van 60° insluiten. Deze hoek van 60° is in ergonomisch opzicht het meest gunstig gebleken. Teneinde de schuin aflopende einden van het greepgedeelte zoveel mogelijk te kunnen benutten, is de afstand van de hartlijn van het zich evenwijdig aan het bevestigingsvlak 5 uitstrekkende gedeelte van de buis 2 tot het vlak van bevestiging binnen het interval van 90-100 mm. De diameter van de buis kan op gebruikelijke wijze ongeveer 30 mm zijn.

Doordat het bevestigimgsorgaan een aan het bevestigingsvlak 5 grenzend, opstaand gedeelte 7 heeft dat het bijbehorende einde 4 van de buis 2 omsluit, is het bevestigingsorgaan aldus geschikt voor een bevestiging hieraan van het onder de hoek van .€-0° schuin op het bevestigingsvlak 5 staande einde 4 van de buis 2. Het opstaande gedeelte 7 is in deze voorkeursuitvoering aan het van het bevestigingsvlak 5 afgekeerde einde voorzien van een in hoofdzaak cirkelvormige uitsparing voor het hierin opnemen van het einde 4 van de buis 2. Een speciale bewerking van het eindvlak van de buis 2 kan hierdoor achterwege blijven, terwijl bovendien, eventueel onder toevoeging van een kleefstof, een stevige, blijvende bevestiging aan het bevestigingsorgaan wordt verkregen, aangezien de buis door de aldus gevormde bevestigingsorganen wordt opgesloten en tegengehouden.

Het opstaande gedeelte 7 wordt gevormd door drie boven op elkaar geplaatste, schuin afgeknotte, kegelachtige lichamen 9, 10 en 11. In figuur 1 is het kegelachtige lichaam 10 met gebroken lijnen weergegeven, aangezien het wordt afgeschermd door een afschermkap 12.

In figuur 2 is een bovenaanzicht getoond van het bevestigingsorgaan, waarbij de afschermkap 12 volgens figuur 1 is verwijderd, als gevolg waarvan uitsparingen 13 en 14 in het kegelachtige lichaam 10 zichtbaar zijn die bestemd zijn voor het opnemen van schroeven of dergelijke, teneinde de handgreep 1 aan de wand 6 te kunnen bevestigen.

Zoals ook uit de tekening blijkt, neemt in de richting vanaf het bevestigingsvlak 5 en evenwijdig aan de hartlijn 3 van de buis 2 de gemiddelde diameter van de kegelachtige lichamen af, teneinde de buis 2 met een vloeiende overgang met het bevestigingsvlak 5 te verbinden. Bij voorkeur zijn daarom de afmetingen van het ondervlak van het kegelachtige lichaam 9 gelijk aan die van het bevestigingsvlak 5. Dit bevestigingsvlak 5 kan natuurlijk ook worden gevormd door het ondervlak zelf van het kegelachtige lichaam 9. Doordat van elk kegelvormig lichaam van het bevestigingsorgaan het omtreksgedeelte dat de geringste hoogte heeft zich in hoofdzaak bevindt aan de het meest naar het andere, niet weergegeven, bevestigingsorgaan toegekeerde zijde van het bevestigingorgaan, kan aldus de hoek van 60° worden verkregen, waarbij de bovenvlakken van de kegelachtige lichamen respectievelijk een hoek maken van ongeveer 4°, 16° en 30°, zoals ook in figuur 1 is aangegeven. De bovenen ondervlakken van de kegelachtige lichamen hebben bij voorkeur een cirkelvormige omtrek. De bovenvlakken van de lichamen 9, 10 en 11 kunnen bijvoorbeeld een diameter hebben van respectievelijk 69, 44 en 33 mm.

Bij voorkeur zijn de kegelachtige lichamen 9, 10 en 11 uit één stuk vervaardigd, zoals is weergegeven in figuur 3 waarin een doorsnede van het bevestigingsorgaan langs de lijn i-i van figuur 2 wordt getoond. Een geschikt materiaal voor het bevestigingsorgaan is een glasgevulde nylonsoort. De buis 2 kan van staal, dat al dan niet is voorzien van een kunststof deklaag, of geheel van kunststof zijn vervaardigd.

In figuur 4A is een onderaanzicht van de afscherm-kap 12 weergegeven, terwijl in figuur 4B een zij-aanzicht hiervan is weergegeven. Door deze afschermkap 12 worden de uitsparingen 13 en 14 en de bijbehorende schroeven die zijn aangebracht in het ke-gelcchtige lichaam 10 afgeschermd, zodat zich hierin geen vuil kan ophopen en de gebruiker zich niet kan verwonden aan mogelijke bramen van de schroeven. De kap 12 is eveneens kegelachtig teneinde samen met de kegelachtige lichamen 9 en 11 een volkomen vloeiende overgang aan de buitenomtrek van het bevestigingsorgaan te verkrijgen. Aan de binnenzijde grenst de kap 12 bij voorkeur direct aan het kegelachtige lichaam 10 om hierop op de kap 12 uitgeoefende krachten bij het vastgrijpen over te brengen. Hierdoor is een stevige, pijnloze greep nabij het bevestigingsorgaan mogelijk. Bovendien wordt aldus een fraai uiterlijk verkregen. Voor de verschillende delen van de handgreep kunnen verschillende kleuren worden gekozen.

Ten behoeve van de bevestiging van de afschermkap 12 is aan het ondervlak van het kegelvormige lichaam 11 voorzien in een kraag 15, zoals is geïllustreerd in figuur 1. De kraag 15 kan bij op juiste wijze op de afmetingen van de afschermkap 12 af gestemde metingen met de kap 12 een kliksluiting vormen. De afschermkap 12 kan, indien deze van een voldoende buigzaam materiaal is, ook zijn voorzien van een zich in axiale richting over de gehele hoogte uitstrekkende uitsparing, teneinde, na de kap enigszins te hebben opengebogen, deze om het kegelachtige lichaam 10 aan te brengen of om de buis 2 aan te brengen en vervolgens over het kegelachtige lichaam 10 te schuiven. De onderlinge afmetingen zijn in deze laatste uitvoering dan minder kritisch.

Voor het op de juiste wijze oriënteren van de af-schermkap 12 bij het aanbrengen kan zijn voorzien in uitstekende gedeelten 16, zoals weergegeven in figuur 4, die samenwerken met corresponderende gaten 17 die zijn aangebracht in het kegelachtige lichaam 9, zie figuur 2. In plaats van de uitstekende gedeelten 16 en gaten 17 kan voor het oriënteren ook zijn voorzien in een gleuf in axiale richting aan het omtreksvlak van het kegelachtige lichaam 10, welke gleuf samenwerkt met een aan de binnenzijde van de af-schermkap 12 aanwezige verhoging.

Door de vormgeving van het bevestigingsorgaan en het van kunststof vervaardigd zijn van tenminste het bevestigingsorgaan, is de handgreep volgens de uitvinding bijzonder comfortabel in gebruik.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding zich niet beperkt tot de in de tekening weergegeven voorkeursuitvoering en dat vele wijzigingen in de beschreven voorkeursuitvoering kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader te treden van de uitvinding zoals beschreven in de bijgaande conclusies.

Claims (19)

1. Handgreep/ in het bijzonder voor sanitaire voorzieningen die bestemd zijn voor invaliden en mindervaliden, omvattende een in hoofdzaak langwerpig greepgedeelte met aan elk einde daarvan een bevestigingsorgaan dat een bevestigingsvlak vertoont/ met het kenmerk/ dat nabij elk einde van het greepgedeelte de hartlijn hiervan een hoek maakt met het bevestigingsvlak die aanzienlijk kleiner is dan 90°.

2. Handgreep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoek ongeveer 60° bedraagt.

3. Handgreep volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk bevestigingsorgaan een aan het bevestigingsvlak grenzend opstaand gedeelte heeft dat het bijbehorende einde van het greepgedeelte althans in hoofdzaak omsluit.

4. Handgreep volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat tenminste de einden van het greepgedeelte buisvormig zijn en dat aan het van het bevestigingsvlak afgekeerde einde van het opstaande gedeelte een in hoofdzaak cirkelvormige uitsparing is aangebracht voor het hierin opnemen van het bijbehorende einde van het greepgedeelte.

5. Handgreep volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het opstaande gedeelte wordt gevormd door een aantal boven op elkaar geplaatste, schuin afgeknotte, kegelachtige lichamen.

6. Handgreep volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de gemiddelde diameter van elk van de kegelachtige lichamen afneemt in de richting vanaf het bevestigingsvlak evenwijdig aan de hartlijn.

7. Handgreep volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk/ dat van elk kegelachtig lichaam van een bevestigingsor-gaan het omtreksgedeelte dat de geringste hoogte heeft, zich in hoofdzaak bevindt aan de het meest naar het andere bevestigingsor-gaan toegekeerde zijde van het bevestigingsorgaan.

8. Handgreep volgens conclusie 7, met het ken merk, dat het aantal kegelachtige lichamen drie bedraagt.

9. Handgreep volgens conclusie 8, met het ken merk, dat de bovenvlakken van de kegelachtige lichamen respectievelijk een hoek maken van ongeveer 4°, 16° en 30° met het bevesti-gingsvlak.

10. Handgreep volgens één der conclusies 5 tot en met 9, met het kenmerk, dat de afmetingen van het ondervlak van het onderste kegelachtige lichaam overeenkomen met die van het be-vestigingsvlak.

11. Handgreep volgens één der conclusies 5 tot en met 10, met het kenmerk, dat de kegelachtige lichamen uit één stuk zijn vervaardigd.

12. Handgreep volgens één der conclusies 5 tot en met 11, waarbij elk bevestigingsorgaan is voorzien van twee uitsparingen voor het doorvoeren van schroeven of dergelijke, met het kenmerk, dat de uitsparingen zijn aangebracht in één van de kegelachtige lichamen.

13. Handgreep volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het van de uitsparingen voorziene kegelachtige lichaam is afgedekt met een afschermkap.

14. Handgreep volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het ondervlak van het kegelachtige lichaam dat zich boven op het van de uitsparingen voorziene kegelachtige lichaam bevindt een kraag vormt langs het bovenvlak van het van de uitsparingen voorziene kegelachtige lichaam.

15. Handgreep volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de afschermkap met de kraag een kliksluiting vormt.

16. Handgreep volgens één der conclusies 13 tot en met 15, met het kenmerk, dat de afschermkap van een buigzaam materiaal is en in axiale richting over de gehele hoogte van een uitsparing is voorzien.

17. Handgreep volgens éën der voorgaande conclusies, mei: het kenmerk, dat de bevestigingsorganen zijn vervaardigd van een glasgevulde nylonsoort.

18. Handgreep volgens éin der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand van de hartlijn van het zich evenwijdig aan het bevestigingsvlak uitstrekkende gedeelte van het greepgedeelte tot het vlak van bevestiging binnen het interval van 90-100 mm ligt.

19. Handgreep zoals weergegeven in de tekening of aan de hand daarvan is beschreven.