NL8902692A - Ladenkast. - Google Patents

Description

Ladenkast

De uitvinding betreft een ladenkast, omvattende: een behuizing; en ten minste twee zich aan één verticale zijde van de kast bevindende, door geleidingsmiddelen voor horizontale beweging tussen een ingeschoven en een uitgeschoven stand geleide laden. Een dergelijke ladenkast is bekend voor huiselijk gebruik of professioneel gebruik, bijv. als archiefruimte in kantoren.

In geval van gevulde laden treedt bij het uitschuiven van een lade een verschuiving van het zwaartepunt op.

Schuift men bij een uitgeschoven lade een tweede beladen lade uit, dan zal het zwaartepunt nog verder verschuiven, met de mogelijkheid, dat de kast instabiel wordt en zelfs kantelt. Dit is niet alleen ongewenst, maar kan zelfs gevaarlijk zijn, aangezien in het bijzonder kasten voor professioneel gebruik vaak zeer zwaar zijn.

De uitvinding stelt zich ten doel, een ladenkast zodanig uit te voeren, dat de verschuiving van het zwaartepunt of massamiddelpunt zelfs bij zware belading van de laden nooit aanleiding kan geven tot een zodanige verschuiving van het massamiddelpunt van de kast, dat de kast gaat kantelen.

Daartoe is de ladenkast volgens de uitvinding gekenmerkt door aanslagmiddelen voor het zodanig gemeenschappelijk begrenzen van de uitgeschoven standen van de laden, dat de som van de verschillen tussen de afstanden tussen de ingeschoven standen en de uitgeschoven standen van de laden tot een zekere maximale waarde beperkt is.

Goedkoop en zeer eenvoudig van opbouw is die uitvoering, waarin de ladenkast is gekenmerkt door een op trek belastbaar, soepel spanorgaan, zoals een snaar of band, welk spanorgaan enerzijds vast aan de behuizing bevestigd is, anderzijds op een veerbelaste trommel opwikkelbaar is, met elke lade samenwerkt en daartoe is geleid om een aan elke lade aangebrachte rol, en tussen de rollen van twee laden is geleid om ten minste één aan de behuizing aangebrachte rol.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuur, die een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht toont van een uitvoeringsvoorbeeld van een ladenkast volgens de uitvinding.

De ladenkast 1 omvat een stalen behuizing 2, die aan de voorzijde drie openingen 3, 4, 5 vertoont, waardoorheen drie laden 6, 7,8 beweegbaar zijn. Deze laden 6, 7, 8 worden voor horizontale beweging geleid door geleidingsmiddelen 9.

De kast 1 omvat aanslagmiddelen voor het zodanig gemeenschappelijk begrenzen van de uitgeschoven standen van de laden, dat de som van de verschillen tussen de afstanden tussen de ingeschoven standen (in de figuur de laden 7 en 8) en de uitgeschoven standen (in de figuur de lade 6) van de laden tot een zekere maximale waarde beperkt is.

Deze aanslagmiddelen zijn uitgevoerd als een flexibele treksterke band 10, die aan een bevestigingspunt 11 vast aan de behuizing 2 bevestigd is, aan de andere zijde opwikkelbaar is op een veerbelaste trommel 12, met elke lade 6, 7, 8 samenwerkt en daartoe is geleid om een daaraan aangebrachte rol, respectievelijk 13, 14, 15 en tussen de rollen 13, 14, 15 van de laden is geleid om aan de behuizing 2 aangebrachte rollen, die gemakshalve alle met 16 zijn aangeduid.

Zoals in de figuur is getekend, bevindt de lade 6 zich in zijn uiterste, uitgeschoven stand. Wenst een gebruiker nu bijv. de onderste lade 8 naar buiten te schuiven, dan onststaat er in de band 10 een trekspanning door de samenwerking met de rol 15. Deze trekspanning heeft als effect, dat de lade 6 naar binnen wordt getrokken. Het effect hiervan is, dat de som van de afstanden waarover de laden naar buiten kunnen worden geschoven tot een voorafbepaalde maximale waarde beperkt is.

Wordt in de in figuur l getoonde situatie de lade 6 weer naar binnen geschoven, dan wikkelt de band 10 zich onder de veerspanning van de trommel 12 op, zonder dat dit invloed heeft op de stand van de laden 7 en 8.

Claims (2)

1. Ladenkast, omvattende: een behuizing; en ten minste twee zich aan één verticale zijde van de kast bevindende, door geleidingsmiddelen voor horizontale beweging tussen een ingeschoven en een uitgeschoven stand geleide laden, gekenmerkt door aanslagmiddelen voor het zodanig gemeenschappelijk begrenzen van de uitgeschoven standen van de laden, dat de som van de verschillen tussen de afstanden tussen de ingeschoven standen en de uitgeschoven standen van de laden tot een zekere maximale waarde beperkt is.

2. Ladenkast volgens conclusie 1, gekenmerkt door een op trek belastbaar, soepel spanorgaan, zoals een snaar of band, welk spanorgaan enerzijds vast aan de behuizing bevestigd is, anderzijds op een veerbelaste trommel opwikkelbaar is, met elke lade samenwerkt en daartoe is geleid om een aan elke lade aangebrachte rol, en tussen de rollen van twee laden is geleid om ten minste één aan de behuizing aangebrachte rol.