NL8902565A - Inrichting voor membraanfiltratie. - Google Patents

Description

Inrichting voor membraanfiltratie.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor membraanfiltratie.

Membraanfiltratie is algemeen bekend.

Echter is de toepassing van deze menbraanfiltratie tot nu toe beperkt tot laboratoriumgebruik voor wetenschappelijke doeleinden.

De uitvinding beoogt nu een inrichting voor membraanfiltratie te verschaffen, met behulp waarvan de membraanfiltratie meer op industrieele schaal kan worden toegepast.

De inrichting voor membraanfiltratie volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door tenminste een schijfvormige steunplaat, waarin aan tenminste een zijde tenminste een doorstroomkanaal is aangebracht, en dat is aangesloten op een zich aan de omtrek van de steunplaat bevindende en bij voorkeur diametraal tegenover elkaar gelegen toevoer en een afvoer, terwijl over het doorstroomkanaal een membraan is aangebracht, dat over een doorlatende laag, meer in het bijzonder steungaas is afgesteund op een verdere steunplaat, welke tegen de eerste steunplaat is aangeklemd en de door de doorlatende laag ingenomen ruimte afdicht en welke ruimte is aangesloten op een filtraatafvoer.

Voor het verkrijgen van een goede menging van het te filtreren medium in het doorstroomkanaal, is dit doorstroomkanaal volgens een kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding meandervormig.

Door de meandervorm wordt in hoge mate voorkomem, dat nadelige invloeden van centrifugaalkrachten, zoals uitgeoefend op het te filtreren medium, worden ondervangen.

Bij een verdere uitwerking van de inrichting volgens de uitvinding bevinden zich aan een zijde van een steunplaat twee of meer, naast elkaar verlopende meandervormige doorstroomkanalen.

Bij een grotere uitvoeringsvorm van de uitgevonden inrichting en welke meer toepasbaar is voor industrieele doeleinden, is deze inrichting voorzien van een pakket, tegen elkaar aangeklemde steunplaten, waarvan de tussenliggende aan weerszijden zijn voorzien van doorstroomkanalen, terwijl tussen elke twee opvolgende steunplaten een doorlatende laag met aan weerszijden daarvan een op een steunplaat aansluitend membraan is aangebracht.

Bij een verdere uitwerking van deze uitvoeringsvorm zijn de doorstroomkanalen bij een steunplaat aangesloten op een gemeenschappelijke, radiaal door het midden van de dikte van de steunplaat verlopende toe- en afvoer, die elk weer zijn aangesloten op een in langsrichting van het pakket verlopende verzamel- of verdeelleiding.

Volgens een verder kenmerk van de inrichting volgens de. uitvinding, zijn bij het pakket steunplaten de beide eindplaten enkelzijdig van een doorstroomkanaal voorzien.

De inrichting volgens de uitvinding kan in verschillende materialen zijn uitgevoerd.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de steunplaten van kunststof en wordt het pakket steunplaten door een metalen mantel, meer in het bijzonder een stalen mantel, omsloten.

De opbouw van de steunplaten kan verschillend zijn.

Zo zou een steunplaat mogelijkerwijze in een stuk kunnen zijn uitgevoerd.

Op doelmatige wijze is volgens een kenmerk van de uitgevonden inrichting een steunplaat samengesteld uit twee schijven, die enerzijds van een doorstroomkanaal zijn voorzien en anderzijds met de vlakke zijden tegen elkaar aan liggen en welke schijven door een steunring met toe- en afvoerkanalen worden omsloten.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 is een perspectivische weergave van de inrichting voplgens dit uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 2 is een weergave op grotere schaal van een steunplaat met membraan en steungaas.

Zoals in de tekening is weergegeven, is de inrichting voorzien van stalen ommanteling 1 waarbinnen een pakket steunplaten is aangebracht, en van welk pakket elke steunplaat bestaat uLt twee schijven 2a en 2b, welke met de vlakke rugzijden tegen elkaar aan zijn gebracht en door een steunring 3 worden omsloten. De beide schijven 2a en 2b zijn aan de van elkaar afgekeerde zijden voorzien van twee, naast elkaar verlopende meandervormige doorstroomkanalen 4a en 4b, en waarover een membraan 5 met daarachter een steungaas 6 is aangebracht.

Zoals meer in Fig. 2 is weergegeven, is het doorstroomkanaal 4a van een toevoer 7a en een afvoer 8a voorzien en is het doorstroomkanaal 4b van een toevoer 7b en een afvoer 8b voorzien.

De beide, bij elkaar behorende toe- en afvoeren van de doorstroomkanalen aan weerszijden van een steunplaat sluiten op elkaar aan, zoals dit is weergegeven in Fig. 2 bij 9, en verlopen vervolgens radiaal en door het midden van de dikte van de samengestelde steunplaat naar de steunring 3, om daar aan te sluiten op de axiaal verlopende verzamelleidingen 10 en verdeelleidingen 11, en die weer verlopen naar de aansluitstompen 12a voor de ene groep van doorstroomkanalen 4a, en naar de aansluitstompen 12b voor de andere groep van doorstroomkanalen 4b.

De door het steungaas 6 ingenomen ruimten, waarin zich het filtraat verzamelt, zijn 'aangesloten op zich in de steunringen bevindende afvoerkanalen 13, welke weer verlopen naar de aansluitstomp 14.

Door het met elkaar koppelen van de verschillende aansluitstompen kunnen beide groepen van doorstroomkanalen 4a en 4b parallel of in serie worden geschakeld.

Zo kunnen op eenvoudige wijze met het op elkaar aansluiten van de beide aansluitingstompen voor de afvoer van, en van de beide aansluitingstompen voor de toevoer naar de beide doorstroomkanalen 4a en 4b, deze parallel worden geschakeld, en met het op elkaar aansluiten van de afvoeraansluitstomp van de ene groep van doorstroomkanalen 4a op de toevoeraansluitstomp van de andere groep 4b, de beide doorstroomkanaalgroepen in serie worden geschakeld.

Claims (8)

1. Inrichting voor membraanfiltratie, gekenmerkt door tenminste een schijfvormige steunplaat waarin aan tenminste een zijde tenminste een doorstroomkanaal is aangebracht, dat is aangesloten op een zich aan de omtrek van de steunplaat bevindende en bij voorkeur diametraal tegenover elkaar gelegen toevoer en een afvoer, terwijl over het doorstroomkanaal een membraan is aangebracht dat over een doorlatende laag, meer in het bijzonder steungaas is afgesteund op een verdere steunplaat, welke tegen de eerste steunplaat is aangeklemd en de door de doorlatende laag ingenomen ruimte afdicht en welke ruimte is aangesloten op een filtraatafvoer.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het doorstroomkanaal meandervormig is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan een zijde van de steunplaat twee of meer, naast elkaar verlopende meandervormige doorstroomkanalen zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze voorzien is van een pakket, tegen elkaar aangeklemde steunplaten, waarvan de tussenliggende aan weerszijden zijn voorzien van doorstroomkanalen, terwijl tussen elke twee opvolgende steunplaten de doorlatende laag met aan weerszijden daarvan een membraan is aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de doorstroomkanalen bij een steunplaat zijn aangesloten op een gemeenschappelijke, radiaal door het midden van de dikte van de steunplaat verlopende toe- en afvoer die elk weer zijn aangesloten op een in langsrichting van het pakket verlopende verzamel- of verdeelleiding.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het het pakket steunplaten de beide eindplaten eenzijdig van een doorstroomkanaal zijn voorzien.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunplaten van kunststof zijn en het pakket steunplaten door een metalen mantel wordt omsloten.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat een steunplaat is samengesteld uit twee schijven die enerzijds van een doorstroomkanaal zijn voorzien en anderzijds met de vlakke zijden tegen elkaar aanliggen, en welke schijven door een steunring met toe- en afvoerenkanalen worden omsloten.