NL8902499A

NL8902499A - Sun awning - has bolt adjusting folding arms on axis parallel to cloth roller

Info

Publication number: NL8902499A
Application number: NL8902499A
Authority: NL
Original assignee: Mado Nederland
Priority date: 1989-10-09
Filing date: 1989-10-09
Publication date: 1991-05-01
Also published as: NL193326B; NL193326C

Abstract

The sun awning has supporting members mounted on a building wall and a roller for the cloth contained in a protective housing. Coupled to the members via vertical hinge axes are the ends of two folding arms and which open and shut the awning. A beam for the cloth is coupled to the other ends of the arms on axes parallel to the first axes in the extended position. The arms (10, 11) are adjustable on axes parallel to that of the roller by a bolt (17) at right angles to them and screwing into a tapped bore in a coupling pin (16) turning in the supporting member (2). The other bolt end slides in a bore in a guide block turning in a block coupled to an arm end. A stop (21) on the bolt end furthest from the pin limits movement of the coupling block away from the pin.

Description

Korte aanduiding: Zonnescherm.Short designation: Sunshade.

De uitvinding heeft betrekking op een zonnescherm voorzien van met een muur van een gebouw te verbinden steunorganen, van een om zijn hartlijn draaibaar ondersteunde doekrol en van een de doekrol opnemende afschermkast, waarbij met de steunorganen de uiteinden van uit twee scharnierend met elkaar gekoppelde knikarmdelen bestaande knikarmen zijn gekoppeld met behulp van zich althans in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van de knikarmen en zich omhoog uitstrekkende eerste zwenkassen, waarom de knikarmen verzwenkbaar zijn voor het openen en sluiten van het zonnescherm, terwijl aan de van de steunorganen afgekeerde uiteinden van de knikarmen een doekbalk is gekoppeld met behulp van verdere zwenkassen, welke zich in de geopende stand van het scherm althans nagenoeg evenwijdig aan de eerste zwenkassen uitstrekken, en de knikarmen ten opzichte van de steunorganen instelbaar zijn om een zich althans nagenoeg evenwijdig aan de hartlijn van de doekrol of met deze hartlijn samenvallende instelas.The invention relates to a sunshade provided with supporting members to be connected to a wall of a building, of a cloth roll rotatably supported about its axis and of a screening box receiving the cloth roll, wherein the support members comprise the ends of two articulated arm parts which are hinged to each other folding arms are coupled by means of at least substantially perpendicular to the longitudinal direction of the folding arms and upwardly extending first pivot axes, why the folding arms are pivotable for opening and closing the sunshade, while at the ends of the folding arms remote from the supporting members cloth beam is coupled by means of further pivot axes, which extend at least substantially parallel to the first pivot axes in the open position of the screen, and the folding arms are adjustable relative to the supporting members so as to be at least substantially parallel to the axis of the cloth roll or coinciding with this centerline adjustable shaft.

Door het instellen van de knikarmen om de instelas kan de helling, waaronder het doek zich in de uitgestoken stand van het zonnescherm ten opzichte van de horizontaal uitstrekt, worden ingesteld. Dit brengt echter ook een verstelling van de stand van de aan de vrije uiteinden van de knikarmen gekoppelde doekbalk met zich mee. In de gesloten stand van het zonnescherm is het echter gewenst, dat de doekbalk steeds een bepaalde vaste stand ten opzichte van de de doekrol opnemende afschermkast inneemt, teneinde de afschermkast op gewenste wijze aan de voorzijde af te sluiten.By adjusting the folding arms around the adjusting axis, the inclination under which the fabric extends in the extended position of the awning relative to the horizontal can be adjusted. However, this also involves an adjustment of the position of the cloth beam coupled to the free ends of the folding arms. In the closed position of the awning, however, it is desirable that the screen beam always occupies a certain fixed position relative to the screen box receiving the screen roll, in order to close the screen box at the front in the desired manner.

Met de uitvinding wordt beoogd een zonnescherm voor bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij op eenvoudige wijze kan worden gerealiseerd, dat de doekbalk in de gesloten stand van het zonnescherm steeds op de gewenste wijze op de voorzijde van de de doekrol opnemende afschermkast aansluit.The object of the invention is to obtain a sunshade for the above-mentioned type, wherein it can be realized in a simple manner that the cloth beam in the closed position of the sunshade always connects in the desired manner to the front of the shielding box receiving the cloth roll.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat een knikarm ten opzichte van het desbetreffende steunorgaan om de instelas verstelbaar is met behulp van een de instelas althans nagenoeg loodrecht kruisende bout, die met een einde is geschroefd in een van schroefdraad voorziene gat, dat is aangebracht in een zich evenwijdig aan de instelas uitstrekkende en draaibaar in het steunorgaan gelegerde koppelpen, terwijl het van de koppeLpen afgekeerde uiteinde van de bout schuifbaar is geleid in een boring, die is aangebracht in een geleidingsblok, dat draaibaar is gelegerd in een met een uiteinde van de knikarm verbonden koppelblok en de bout aan zijn van de koppelpen afgekeerde uiteinde is voorzien van een met het koppelblok samenwerkende aanslag ter begrenzing van een van de koppelpen afgekeerde beweging van het geleidingsblok.According to the invention this can be achieved in that a folding arm is adjustable with respect to the relevant support member about the adjusting axis by means of a bolt at least substantially perpendicularly crossing the adjusting axis, which is screwed with one end into a threaded hole, which is provided in a coupling pin extending parallel to the adjusting axis and rotatably mounted in the support member, while the end of the bolt remote from the coupling pin is slidably guided in a bore provided in a guide block rotatably mounted in one end of the coupling arm connected to the articulated arm and the bolt at its end remote from the coupling pin is provided with a stop co-acting with the coupling block to limit a movement of the guide block remote from the coupling pin.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.The invention will be explained in more detail below with reference to the accompanying figures.

Fig. 1 toont schematisch in perspectief een aanzicht op een zonnescherm in gedeeltelijk geopende stand.Fig. 1 schematically shows a perspective view of a sunshade in partially open position.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede over het zonnescherm in gesloten stand.Fig. 2 shows a cross-section over the awning in closed position.

Fig. 3 toont in perspectief een aantal van de onderdelen met behulp waarvan het uiteinde van een koppelstang is gekoppeld met een steunorgaan.Fig. 3 is a perspective view of a number of the parts by means of which the end of a coupling rod is coupled to a support member.

Fig. 4 toont schematisch een mechanisme, dat kan worden benut voor het in draaiing brengen van een doekrol van het zonnescherm.Fig. 4 schematically shows a mechanism that can be used to rotate a fabric roll of the sunshade.

Fig. 5 toont op grotere schaal een zijaanzicht op fig.Fig. 5 is a larger-scale side view of FIG.

4, gedeeltelijk in doorsnede gedeeltelijk in aanzicht.4, partly in section, partly in elevation.

Fig. 6 toont een doorsnede op fig. 5, gezien volgens de lijn VI-VI in fig. 5.Fig. 6 is a section on FIG. 5, taken along line VI-VI in FIG. 5.

Het in de figuren weergegeven zonnescherm omvat een af-schermkast 1 welke rust op nabij zijn uiteinde opgestelde steunorganen 2, welke op de in fig. 2 weergegeven wijze op te hangen zijn aan aan een muur van een gebouw of dergelijke te bevestigen ophangplaten 3. Aan de onderzijde van de steunorganen 2 is een afdekplaat 4 aangebracht, welke kan worden beschouwd als een deel van de afschermkast, daar deze plaat 4 dient voor het afschermen van de steunorganen 2. Aan de uiteinden van de afschermkast zijn afsluitdeksels 5 aangebracht.The sunshade shown in the figures comprises a screening box 1 which rests on support members 2 arranged near its end, which can be hung in the manner shown in fig. 2 from suspension plates 3 to be fixed to a wall of a building or the like. the bottom of the support members 2 is provided with a cover plate 4, which can be regarded as part of the shielding box, since this plate 4 serves to shield the support members 2. Sealing covers 5 are arranged at the ends of the shielding box.

In de afschermkast is op gebruikelijke wijze een om een horizontale draaiingsas draaibare doekrol 6 gelegerd, waar omheen een doek 7 is gewikkeld. Het vrije uiteinde van het doek 7 is op gebruikelijke wijze gekoppeld met een doekbalk 8. In de in fig. 2 weergegeven gesloten stand van het zonnescherm Ligt het boveneinde van de doekbalk 8 onder een uitstekende lijst 9 van de kast 1, terwijl de in hoofdzaak horizontaal verlopende onderste begrenzingsplaat van de doekbalk aanligt tegen en onder het L-vormig uitgevoerde uiteinde van de plaat 4, zodat de doekbalk 8 met de afscherm-kast 1, een nagenoeg geheel afgesloten ruimte vormt waarin de doekrol 6 goed beschermd ligt opgenomen.A cloth roller 6 rotatable about a horizontal axis of rotation, around which a cloth 7 is wrapped, is mounted in the shielding box in the usual manner. The free end of the cloth 7 is conventionally coupled to a cloth beam 8. In the closed position of the awning shown in Fig. 2, the top end of the cloth beam 8 lies under a protruding frame 9 of the box 1, while the main the horizontally extending lower boundary plate of the cloth beam abuts against and under the L-shaped end of the plate 4, so that the cloth beam 8 with the screening box 1 forms an almost completely enclosed space in which the cloth roll 6 is well protected.

De doekbalk 8 wordt gedragen door de vrije uiteinden van knikarmen 10 resp. 11, die ieder zijn opgebouwd uit een tweetal knik-armdelen 10', 10" resp. 11', 11". Daarbij zijn de vrije uiteinden van de knikarmdelen 10" resp. 11" met behulp van zich loodrecht op de lengterichting van de doekbalk uitstrekkende scharnierassen op gebruikelijke wijze met de doekbalk verbonden.The cloth beam 8 is supported by the free ends of the folding arms 10 and 10 respectively. 11, each of which is composed of two folding arm parts 10 ', 10 "and 11', 11", respectively. The free ends of the folding arm parts 10 "and 11" are connected to the cloth beam in the usual manner by means of pivot axes extending perpendicular to the longitudinal direction of the cloth beam.

De naar kast 1 toegekeerde uiteinden van de knikarmen 10 en 11 zijn ieder verbonden met een koppelblok 12 met behulp van een zich Loodrecht op de lengte-as van het desbetreffende knikarmdeel 10' resp.The ends of the folding arms 10 and 11, which face box 1, are each connected to a coupling block 12 by means of a Perpendicular to the longitudinal axis of the respective folding arm part 10 ', respectively.

11' uitstrekkende zwenkas 13 (fig. 1), welke zich uitstrekt door een in het koppelblok 12 aangebrachte boring 14.11 'extending pivot shaft 13 (fig. 1), which extends through a bore 14 provided in the coupling block 12.

Ieder koppelblok 12 is op zijn beurt met behulp van een zich evenwijdig aan de hartlijn van de doekrol 6 uitstrekkende pen 15 scharnierend met een steunorgaan 2 gekoppeld.Each coupling block 12 is in turn hingedly coupled to a support member 2 by means of a pin 15 extending parallel to the center line of the fabric roll 6.

In het steunorgaan is verder een zich evenwijdig aan de pen 15 uitstrekkende pen 16 vrij draaibaar om zijn lengte-as gelegerd. In de pen 16 is een van schroefdraad voorziene gat aangebracht, dat de hartlijn van de pen 16 loodrecht snijdt en waarin een bout 17 is geschroefd.Furthermore, a pin 16 extending parallel to the pin 15 is mounted in the support member so that it can rotate about its longitudinal axis. A threaded hole is provided in the pin 16, which intersects the axis of the pin 16 perpendicularly and in which a bolt 17 is screwed.

In het koppelblok 12 is op enige afstand boven de pen 15 een zich evenwijdig aan pen 15 uitstrekkende boring 18 aangebracht, die daar een in het koppelblok 12 aangebracht sleufgat 19 in twee in eikaars verlengde gelegen gedeelten is verdeeld. In deze boring 18 is een geleidingsblok 20 gelegen, dat in doorsnede gezien (fig. 2) ongeveer de vorm heeft van de helft van de boring 18. Zoals verder uit fig. 2 duidelijk zal zijn is de bout 17 gestoken door een in het geleidingsblok 20 aangebracht gat, waarvan de hartlijn de hartlijn van de boring 18 loodrecht snijdt. Het uiteinde van de bout 17, dat aan de van de pen 16 afgekeerde zijde van het geleidingsblok 20 is gelegen is voorzien van een kop 21, waarvan de vorm overeenkomt met een in het blok 20 aangebrachte uitsparing 22. In de in fig. 2 weergegeven stand is echter de kop 21 van de bout 17 op enige afstand van deze uitsparing 22 gelegen.In the coupling block 12, a bore 18 extending parallel to the pin 15 is arranged at some distance above the pin 15, and a slotted hole 19 arranged in the coupling block 12 is divided into two mutually elongated sections. Located in this bore 18 is a guide block 20, which, viewed in cross-section (fig. 2), has approximately the shape of half of the bore 18. As will further be apparent from fig. 2, the bolt 17 is inserted through a hole in the guide block 20 provided, the axis of which intersects the axis of the bore 18 perpendicularly. The end of the bolt 17, which is located on the side of the guide block 20 remote from the pin 16, is provided with a head 21, the shape of which corresponds to a recess 22 made in the block 20. However, the head 21 of the bolt 17 is located at some distance from this recess 22.

In het gat 18 is verder een borgpen 23 opgenomen met een diameter althans nagenoeg gelijk aan de diameter van de boring 18, zodanig, dat de pen 23 in zijn lengterichting in het gat 18 verschuifbaar is. Daarbij is in de pen een zich over een deel van de lengte van de pen uitstrekkende uitsparing 24 aangebracht, waarin het geleidingsblok 20 is opgenomen alsmede een tussen een zijwand van het geleidingsblok 20 en een zijwand van de uitsparing 24 aangebrachte drukveer 25, welke de geleidingspen 23 steeds zal trachten te drukken in de richting van het uiteinde van de knikarm 10, dat met behulp van een in het gat 14 opgenomen scharnierpen 13 met het koppelblok 12 is verbonden. De doorsnedevorm van het geleidingsblok 20 komt overeen met de doorsnedevorm van uitsparing 24, zodat het blok 20 met het resterende ter hoogte van de uitsparing gelegen deel van de pen 23 een cirkelvormig deel vormt, dat steeds spelingsvrij in het gat is opgenomen.In the hole 18 there is furthermore included a locking pin 23 with a diameter at least substantially equal to the diameter of the bore 18, such that the pin 23 can be slid in its length in the hole 18. In the pin, a recess 24 extending over part of the length of the pin is provided, in which the guide block 20 is accommodated, as well as a compression spring 25 arranged between a side wall of the guide block 20 and a side wall of the recess 24, which guide pin is 23 will always try to push towards the end of the folding arm 10, which is connected to the coupling block 12 by means of a hinge pin 13 incorporated in the hole 14. The cross-sectional shape of the guide block 20 corresponds to the cross-sectional shape of recess 24, so that the block 20 with the remaining part of the pin 23 located at the level of the recess forms a circular part, which is always received in the hole free of play.

Aan het met het koppelblok 12 verbonden uiteinde van de knikarm is een met de knikarm om de pen 13 mee verdraaibare verstel-plaat 26 bevestigd, welke is voorzien van een uitstekende neus 27, welke samenwerkt met het naar de verstelplaat 26 toegekeerde uiteinde van de borgpen 23. Zoals verder nog uit fig. 3 blijkt is ter hoogte van de uitsparing 24 nog een gat 28 in de borgpen aangebracht, waarbij de hartlijn van dit gat zich loodrecht op de hartlijn van de pen 23 uitstrekt, terwijl de diameter van het gat 28 een weinig groter is dan de diameter van de kop 21 van de bout 17.Attached to the end of the folding arm connected to the coupling block 12 is an adjusting plate 26 which is rotatable with the folding arm around the pin 13 and which is provided with a protruding nose 27, which cooperates with the end of the locking pin facing towards the adjusting plate 26 23. As further shown in Fig. 3, a hole 28 is provided in the locking pin near the recess 24, the center line of this hole extending perpendicular to the center line of the pin 23, while the diameter of the hole 28 is slightly greater than the diameter of the head 21 of the bolt 17.

In de dichte stand van het zonnescherm is met behulp van de uitstekende punt 27 van de verstelplaat 26 de borgpen in de richting volgens pijl A zodanig tegen de werking van veer 25 verschoven, dat de hartlijn van het gat 28 in de borgpen 23 samenvalt met de hartlijn van de bout 17, zodat de kop 21 van de bout in het gat 28 kan worden opgenomen.In the closed position of the sunshade, with the aid of the protruding point 27 of the adjusting plate 26, the locking pin is displaced in the direction of arrow A against the action of spring 25 such that the center line of the hole 28 in the locking pin 23 coincides with the centerline of the bolt 17, so that the head 21 of the bolt can be received in the hole 28.

Bij het openen van het zonnescherm, gaan de doekbalk 8 met de daarop aansluitende uiteinden van de knikarmen 1C en 11 gezien in fig. 2 naar links bewegen zodat onder invloed van het gewicht van de doekbalk en de knikarmen deze onderdelen met de deze onderdelen ondersteunende koppelblokken gaan verzwenken om de een instelas vormende pennen 15. Deze verzwenkbeweging en daarmede de stand, welke het doek 7 in de open stand van het zonnescherm ten opzichte van de horizontaaL inneemt, wordt begrensd door de als aanslagen met elkaar samenwerkende geleidingsblokken 20 en houtkoppen 21 waarbij in de eindst de koppen 21 van de bouten 17 zijn opgenor.en in de in de geleidingsblokken 20 aangebrachte' uitsparingen 22. Zodra de koppen 21 van de bouten 17 in de uitsparingen 22 zijn gevallen zullen de borgpennen 23 onder invloed van de veren 25 in de richting van de aan de desbetreffende koppelblokken aangekoppelde uiteinden van de knikarmen worden gedrukt, daar door het verzwenken van de knikarmen ook de verstelplaten 26 zijn verzwenkt en de uitstekende uiteinden 27 van deze verstelplaten een dergelijke verschuiving van de borgpennen 23 niet meer verhinderen. Ten gevolge van deze verschuiving van de borgpennen komen naast de gaten 28 gelegen delen van de borgpennen 23 tegenover de houtkoppen 21 te liggen, zodat deze houtkoppen 21 in de uitsparingen 22 zijn opgesloten en de koppelblokken met de daaraan bevestigde knikarmen niet meer ten opzichte van de steunorganen 2 om de assen 15 kunnen verzwenken. Bij het weer oprollen van het doek 7 op de rol 6 zullen de knikarmen weer worden samengevouwen en zal de doek-balk 8 weer in de richting van de kast 1 worden bewogen. Bij het laatste gedeelte van de sluitbeweging van de knikarmen kunnen de nokken 27 van de aan de knikarmen bevestigde verstelplaten 26 de borgpennen 23 weer tegen de veerkracht van de veren 25 verschuiven tot in de stand waarin de hartlijnen van de gaten 28 samenvallen met de hartlijnen van de bouten 17. Dan kunnen de houtkoppen 21 weer in de gaten 28 schuiven en kunnen dus de koppelblokken 15 met de daaraan bevestigde knikarmen en de door deze knikarmen ondersteunde doekbalk 8 weer om de pennen 15 verzwenken tot in de in fig. 2 weergegeven stand waarin weer een goede aan sluiting van de doekrol 6 door de afschermkast en de doekbalk 8 is bereikt.When the awning is opened, the fabric beam 8 with the adjoining ends of the folding arms 1C and 11 seen in fig. 2 move to the left so that under the influence of the weight of the fabric beam and the folding arms these parts with the coupling blocks supporting these parts pivoting about the pins 15 forming an adjusting axis. This pivoting movement and hence the position which the fabric 7 has in the open position of the sunshade relative to the horizontal is limited by the guide blocks 20 and wood heads 21 cooperating as stops. in the end, the heads 21 of the bolts 17 are taken up in the recesses 22 made in the guide blocks 20. As soon as the heads 21 of the bolts 17 have fallen into the recesses 22, the locking pins 23 will under the influence of the springs 25 the direction of the ends of the folding arms which are coupled to the respective coupling blocks are pressed, since by pivoting the folding arms the adjustment plates 26 are pivoted and the projecting ends 27 of these adjustment plates no longer prevent such a movement of the locking pins 23. As a result of this shifting of the locking pins, parts of the locking pins 23 located next to the holes 28 come to lie opposite the wood heads 21, so that these wood heads 21 are enclosed in the recesses 22 and the coupling blocks with the folding arms attached thereto are no longer relative to the support members 2 can pivot about the shafts 15. When the cloth 7 is rolled up again on the roller 6, the folding arms will be folded back together and the cloth beam 8 will again be moved towards the box 1. In the last part of the closing movement of the folding arms, the cams 27 of the adjusting plates 26 attached to the folding arms can again slide the locking pins 23 against the spring force of the springs 25 into the position in which the center lines of the holes 28 coincide with the center lines of the bolts 17. Then the wood heads 21 can slide into the holes 28 again and the coupling blocks 15 with the folding arms attached thereto and the cloth beam 8 supported by these folding arms can again pivot about the pins 15 to the position shown in fig. 2. again a good connection of the fabric roll 6 through the protective box and the fabric beam 8 has been achieved.

Het zal duidelijk zijn, dat de hoek, welke het doek in de open stand van het zonnescherm inneemt afhankelijk zal zijn van de instelling van de bouten 17 waarbij bij het zodanig verdraaien van de bouten 17, dat deze in de richting volgens pijl B worden geplaatst het doek een eer horizontale stand in zal gaan nemen, terwijl bij het zodanig verdraaien van de bouten 17, dat deze in een richting tegengesteld aan pijl B worden verplaatst het doek zich vanaf de kast 1 schuin naar beneden onder een grotere hoek met de horizontaal zal gaan uitstrekken. Onafhankelijk van de stand, welke het doek zo in de geopende stand zal innemen zal bij de laatste fase van het geheel oprollen van het doek op de doekrol 6 de vergrendeling van de houtkoppen 21 tegen beweging in de gaten 22 worden opgeheven, zodat de koppelstukken met de met deze koppelstukken verbonden doekbalk 8 kunnen verzwenken om de doekbalk 8 steeds in de juiste in fig. 2 afgebeelde eindstand te brengen.It will be clear that the angle which the fabric occupies in the open position of the awning will depend on the adjustment of the bolts 17, whereby when the bolts 17 are rotated such that they are placed in the direction according to arrow B the cloth will assume an horizontal position, while when the bolts 17 are rotated such that they are moved in a direction opposite to arrow B, the cloth will move diagonally downwards from the box 1 at a greater angle with the horizontal stretch out. Irrespective of the position which the cloth will occupy in the opened position, the locking of the wood heads 21 against movement in the holes 22 will be released at the last stage of the complete rolling up of the cloth on the cloth roll 6, so that the coupling pieces with the cloth beam 8 connected to these coupling pieces can pivot to always bring the cloth beam 8 into the correct end position shown in fig.

Een mogelijke doelmatige uitvoeringsvorm van een mechanisme voor het in draaiing brengen van de doekrol 6 is weergegeven in de fign. 4 6.A possible efficient embodiment of a mechanism for rotating the cloth roll 6 is shown in Figs. 4 6.

Zoals in deze figuur is weergegeven kan in een einddeksel 5 een een haakse tandwieloverbrenging bezittende tandwielkast 30 zijn opgenomen.As shown in this figure, an end cover 5 may contain a gear box 30 having a bevel gear transmission.

Voor het aandrijven van de tandwielkast wordt gebruik gemaakt van een be-dieningsstang 31, welke aan zijn niet-weergegeven ondereinde op gebruikelijke wijze kan zijn voorzien van een handgreep of dergelijke. In het boveneinde van de bedieningsstang is een prop 32 bevestigd voorzien van een blinde boring 33, waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn van de bedieningsstang 31. Door de wanden van de bedieningsstang 31 en het de boring 33 begrenzende gedeelte van de prop is een zich loodrecht op de lengte-as van de bedieningsstang uitstrekkende stift-34gestoken. De stift 34 is tevens gestoken door een gat 35 dat is aangebracht in het uiteinde van een koppelstang 36. Daarbij is het gat 35 zo gevormd/iat de diameter van het gat van beide uiteinden van het gat naar binnen toe geleidelijk in doorsnede afneemt, terwijl de doorsnede van het kleinste gedeelte van het gat 35 nog enigszins groter is dan de doorsnede van de pen 34, zodat de koppelstang 36 ten opzichte van de stift 34 kan verzwenken om een zich loodrecht op de stift uitstrekkende zwenkas.For driving the gearbox use is made of an operating rod 31, which at its lower end (not shown) can be provided in the usual manner with a handle or the like. A plug 32 is provided in the top end of the operating rod, provided with a blind bore 33, the center line of which coincides with the center line of the operating rod 31. The walls of the operating rod 31 and the portion of the plug bounding the bore 33 form a pin 34 extending perpendicular to the longitudinal axis of the operating rod. The pin 34 is also inserted through a hole 35 provided in the end of a coupling rod 36. The hole 35 is thereby formed so that the diameter of the hole from both ends of the hole gradually decreases in diameter while inwardly, the diameter of the smallest part of the hole 35 is still slightly larger than the diameter of the pin 34, so that the coupling rod 36 can pivot relative to the pin 34 about a pivot axis extending perpendicular to the pin.

Zoals verder in fig. 5 is weergegeven is in de bodem van het blinde gat een een aanzienlijk kleinere doorsnede bezittende boring aangebracht, waarin het uiteinde van een uit verenstaal vervaardigde draad 36 is gestoken. Het andere uiteinde van deze veren stalen draad 36 is gestoken in een boring, die is aangebracht in het naar de bodem van de blinde boring 33 toegekeerde uiteinde van de koppelstang 34. Daarbij is de uitvoering zodanig, dat de uit verenstaal vervaardigde draad 36 de koppelstang 36 tracht te houden in een stand, waarin de hartlijn van de koppelstang althans nagenoeg samenvalt met de hartlijn van de bedieningsstang 31.As shown further in Fig. 5, a hole of considerably smaller cross-section is provided in the bottom of the blind hole, into which the end of a wire 36 made of spring steel is inserted. The other end of these spring steel wire 36 is inserted into a bore, which is arranged in the end of the coupling rod 34 facing the bottom of the blind bore 33. The design is such that the wire 36 made of spring steel is the coupling rod 36 attempts to maintain in a position in which the center line of the coupling rod coincides at least substantially with the center line of the operating rod 31.

Een van de in de kast 30 opgenomen kegeltandwielen is voorzien van een zich naar beneden toe uitstrekkend naaf gedeelte 37, dat draaibaar in het huis is gelegerd. Dit naafgedeelte 37 heeft een onronde uitsparing overeenkomstig met de onronde doorsnede van een bovenste einde 38 van de koppelstang 36.One of the bevel gears housed in the box 30 includes a downwardly extending hub portion 37 pivotally mounted in the housing. This hub portion 37 has a non-circular recess corresponding to the non-circular cross-section of an upper end 38 of the coupling rod 36.

Het deksel 5 heeft aan zijn onderzijde een insteekope-ning 39, welke wordt begrensd door wandgedeelten van het deksel 5 en waarvan de doorsnede in opwaartse richting geleidelijk afneemt, zoals duidelijk zal zijn uit fig. 5. Tussen het boveneinde van de de trechtervormige insteek-opening 39 begrenzende wandgedeelten van het deksel 5 en het ondereinde van het het naafgedeelte 37 opnemende uiteinde van kast 30 ligt nog een bus 40, waar doorheen de koppelstang 36 is gestoken, opgesloten.The lid 5 has an insertion opening 39 on its underside, which is bounded by wall parts of the lid 5 and the cross-section of which decreases gradually in an upward direction, as will be apparent from Fig. 5. Between the top end of the funnel-shaped insertion opening 39 delimiting wall portions of the lid 5 and the lower end of the end of the housing 30 receiving the hub portion 37, a sleeve 40 through which the coupling rod 36 has been inserted is enclosed.

Zoals in het bijzonder weergegeven in fig. 6 wordt de bus 40 omgeven door een borgveer 41, waarvan een been is gelegen in een in de wand van de bus aangebracht, zich loodrecht op de lengterichting van de bus uitstrekkend sleufgat 42, dat de in de bus aangebrachte inwendige doortocht van het opnemen van het boveneinde van het koppelstuk 36 snijdt, zodanig dat een deel van een been van de borgveer 41 zich door dit gat in de bus 40 uitstrekt onder het verdikte een onronde doorsnede bezittende gedeelte 38 van de koppelstang 36, zodat de koppelstang 36 en de daarmede gekoppelde bedieningsstang is geborgd tegen een naar beneden schuiven.As shown in particular in Fig. 6, the sleeve 40 is surrounded by a circlip 41, one leg of which is located in a slotted hole 42 extending in the wall of the sleeve extending perpendicular to the longitudinal direction of the sleeve, which hole is sleeve intersects the internal passage of receiving the top end of the coupling piece 36 such that a portion of a leg of the circlip 41 extends through this hole in the sleeve 40 below the thickened non-circular section portion 38 of the coupling rod 36, so that the coupling rod 36 and the operating rod coupled thereto is secured against sliding down.

Indien echter een zekere trekkracht op de bedieningsstang zal worden uitgeoefend zal het onder het verdikte gedeelte 38 van de koppelstang gelegen been van de veer naar buiten worden gedrukt om het mogelijk te maken, dat de koppelstang uit de bus 40 wordt teruggetrokken. Het insteken van het boveneinde van de koppelstang kan in omgekeerde richting plaatsvinden. Het insteken wordt vergemakkelijkt, doordat het verend orgaan 36 tracht de koppel-stang steeds in een bepaalde stand ten opzichte van de bedieningsstang te houden, terwijl de koppelstang uit deze stand kan worden gedrukt tegen de werking van de veerkracht in. Bij deze uitvoering zal bij het insteken van de koppelstang 36 in de insteekopening 39 steeds een geleiding van het boveneinde van de koppelstang in de richting van de doortocht in de bus 40 plaatsvinden, zodat een gemakkelijk insteken van de koppelstang en daarmede het tot stand brengen van een verbinding tussen de bedieningsstang en het aandrijfmechanisme voor de rol is gewaarborgd.However, if a certain pulling force is to be exerted on the actuating rod, the leg of the spring located under the thickened portion 38 of the coupling rod will be pressed outwardly to allow the coupling rod to be withdrawn from the bush 40. The insertion of the upper end of the coupling rod can take place in the reverse direction. The insertion is facilitated by the resilient member 36 always trying to keep the coupling rod in a certain position relative to the operating rod, while the coupling rod can be pressed out of this position against the action of the spring force. In this embodiment, when the coupling rod 36 is inserted into the insertion opening 39, a guiding of the upper end of the coupling rod in the direction of the passage in the sleeve 40 will always take place, so that an easy insertion of the coupling rod and thereby the establishment of a connection between the operating rod and the roller drive mechanism is ensured.

Claims

1. Sunshade provided with supporting members to be connected to a wall of a building, with a cloth roll which is rotatably supported about its axis and with a shielding box receiving the cloth roller, wherein the support members comprise the ends of two hinged arm parts which are hingedly coupled to each other folding arms are coupled with the aid of at least substantially perpendicular to the longitudinal direction of the folding arms and upwardly extending first pivot axes, why the folding arms are pivotable for opening and closing the sunshade, while in ends of the support members remote from the supporting members the articulated arms are coupled to a cloth beam by means of further pivot axes, which in the open position of the awning extend at least substantially parallel to the first pivot axes and the articulated arms are adjustable relative to the support members so as to be at least substantially parallel to the axis of the fabric roller extending or adjusting axis constituting this axis, me t characterized in that a folding arm is rotatable about the adjusting axis relative to the respective supporting member by means of a bolt, which is at least substantially perpendicularly crossing the adjusting axis, which is screwed with one end into a threaded hole, which is arranged in a parallel coupling pin extending on the adjusting shaft and rotatably mounted in the supporting member, while the end of the bolt remote from the coupling pin is slidably guided in a bore, which is arranged in a guide block, which is rotatably mounted in a coupling block connected to one end of the folding arm and the bolt at its end remote from the coupling pin is provided with a stop co-acting with the guide block for limiting a movement of the guide block remote from the coupling pin.

Sunshade according to claim 1, characterized in that the guide block is provided with a recess, in which the stop co-acting with the guide block and connected to the bolt is accommodated in the end position of the movement of the guide block remote from the coupling pin. while a spring-loaded locking means is provided, which can be slid in front of the recess to block a longitudinal displacement of the bolt relative to the guide block.

Sunshade according to claim 2, characterized in that the locking member is adjustable against the spring pressure by means of an adjusting member connected to the folding arm, such that when closing the sunshade the locking member is moved against the spring tension in a position in which the longitudinal movement of the bolt is released.

Sunshade according to claim 3, characterized in that the guide block is accommodated in a recess which is arranged in a pin forming the locking member, which is slidably received in the coupling block in its longitudinal direction.

Sunshade in particular according to any one of the preceding claims, wherein a gear transmission is arranged for rotating the sunshade, which can be rotated by means of an operating rod, characterized in that at the end of the operating rod coupling rod is pivotally coupled, while resilient means are arranged between the operating rod and the coupling rod which attempt to keep the coupling rod in a position in which the coupling rod extends in line with the operating rod, while the coupling rod is provided with an unround end, which is a sleeve-shaped member is insertable into a part of the gear transmission forming hub-shaped part, which has an internal cross-section corresponding to the cross-section of the non-round part of the coupling rod, while the sleeve is surrounded by a circlip, a leg of which extends through a the slotted hole provided in the sleeve extends such that a part of this leg extends through d The opening provided in the sleeve extends below a part of the coupling rod, which has a larger diameter than the part of the coupling rod situated opposite the leg of the circlip.