NL8902096A - Houder voor bladvormige voorwerpen. - Google Patents

Description

HOUDER VOOR BLADVORMIGE VOORWERPEN

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor bladvormige voorwerpen, in hoofdzaak bestaande uit een voet-deel met middelen voor hechting op het steunvlak, een langwerpig bovenlichaam voor de ondersteuning van het voorwerp, en tussen het gebogen lichaam en het voetdeel aanwezige scharniermiddelen.

Een dergelijke houder wordt gewoonlijk gebruikt om een document in rechtop-staande toestand vast te klemmen nabij een tekstverwerkende machine, zodanig, dat de typiste de gegevens op dit document gemakkelijk kan lezen en niettemin het toetsenbord van de machine gemakkelijk kan bedienen. Het is hierbij van belang, dat het document in die rechtopstaande toestand niet dubbelvouwt, en dat het langwerpig gebogen lichaam ten opzichte van het voetdeel in elke gewenste stand kan worden geplaatst, teneinde de juiste zichtstand voor de typiste te bereiken. Bij een bekende documenthouder is het langwerpige lichaam voorzien van een spleet, waarin het bladvormige voorwerp wordt geschoven. Het vervaardigen van een dergelijk langwerpig lichaam met sleuf is relatief duur, waarbij tevens de scharniermiddelen uit een tweetal apparte scharnierelementen bestaat.

De uitvinding beoogt een houder voor bladvormige voorwerpen te verschaffen, welke uit eenvoudig te vervaardigen delen bestaat, die gemakkelijk tot de uiteindelijke houder te monteren zijn.

De houder volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat een tweede langwerpig gebogen lichaam is aangebracht, waarvan de kromtestraal ten opzichte van die van het eerste gebogen lichaam zodanig afwijkt, dat na montage de einden van de gebogen lichamen tegen elkaar drukken en daartussen gelegen delen daarvan geheel of gedeeltelijk op afstand van elkaar liggen.

De spieetvormige ruimte tussen de beide langwerpige lichamen vergemakkelijkt het invoeren van het document daartussen, terwijl het document eenmaal op de juiste plaats wordt vastgeklemd langs de opstaande zijranden, waardoor een stevige positie is gewaarborgd. De kromming van de beide lichamen veroorzaakt tevens een buiging van het blad, waardoor dit rechtop blijft staan.

Teneinde gemakkelijke montage mogelijk te maken, is bij één der tegen elkaar liggende einden van beide langwerpige lichamen telkens een plat vlak aangebracht, welke door een drukorgaan tegen een bijbehorend plat vlak van een met de houder verbonden staaf drukbaar is. Hiermee wordt het gewenste contact tussen beide einddelen van de langwerpige lichamen tot stand gebracht. Bij gelijktijdige montage door middel van het drukorgaan.

In een verdere ontwikkeling is de staaf in langs-richting gedeeld volgens een vlak parallel aan de drukvlak-ken daarvan, waarbij elk deel is voorzien van een half-bol-vormig eindstuk, welke tezamen in een kamer van de houder passen.

Door het aanbrengen van een verend element tussen de half-bolvormige delen kunnen deze einddelen zodanig worden gespreid, dat een klemwerking ten opzichte van het voetdeel wordt verkregen.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een houder volgens de uitvinding, toegepast bij een schrijfmachine , fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend perspectivisch aanzicht op vergrote schaal, fig. 3 een bovenaanzicht van de houder uit fig. 2, fig. 4 een perspectivisch aanzicht met gedeeltelijk weggebroken delen, waarin de samenstellende delen van de scharnierconstructie bij de houder uit fig. 2 op vergrote schaal is getoond, fig. 5 een bovenaanzicht van de scharnierconstruc-tie uit fig. 4.

De documenthouder, die in het algemeen is aangegeven met het cijfer 1, wordt door middel van nog nader toe te lichten hechtmiddelen op een schrijfmachine S aangebracht, in het bijzonder het zijvlak daarvan, zie fig. 1 een en ander zodanig, dat een bladvormig voorwerp V in rechtop staande stand kan worden vastgehouden ter zijde van de machine. De typiste heeft derhalve vrij zicht op het document en kan de gegevens daarop voor verdere uitwerking aflezen, terwijl zij onderwijl de schrijfmachine S kan bedienen.

De houder 1 bestaat uit een voetdeel 2, dat hier is gevormd uit een cilindrisch middendeel 3 en een aan weerS einden daarvan uitstekende voetplaat 4, op het achtervlak waarvan een hechtstrook 5 is aangebracht. Deze dient voor de hechting van het voetdeel 2 op een steunvlak, zoals het zijvlak van de schrijfmachine S.

Het middendeel 3 is hol en is klemmend op de zijrand van de voetplaat 4 bevestigd.

De houder bestaat voorts uit een eerste langwerpig lichaam 6, dat een gebogen vorm vertoont, alsmede een zich daarlangs uitstrekkend tweede langwerpige lichaam 7, dat eveneens een gebogen vorm heeft. De kromtestraal R1 van het gebogen lichaam 6 wijkt af van de kromtestraal R2 van het gebogen lichaam 7, zodanig, dat in gemonteerde toestand de einddelen A, resp. B van de beide langwerpige lichamen 6, 7 tegen elkaar gedrukt worden, terwijl de tussen de einden A, B gelegen delen van de beide langwerpige lichamen 6, 7 op afstand van elkaar blijven, zie fig. 3.

De scharniermiddelen tussen de langwerpige lichamen 6, 7 en het voetdeel 2 bestaat hier uit een staafvormig deel 8, welke aan het ene einde is voorzien van een in het voetdeel 2 passend bolvormig gedeelte 9 en een tussen de beide langwerpige lichamen 6, 7 passend cilindrisch deel 10. Het cilindrische deel is uitgevoerd met een tweetal eindvlakken 11, welke parallel aan elkaar lopen, zie ook fig. 4 en 5, welk deel tussen eindflenzen 12 van elk langwerpig lichaam 7 komt te liggen. Het cilindrische deel 10 is hol uitgevoerd, en dient als doorvoer voor een drukorgaan 13, welke hier is uitgevoerd als een schroefspil 14 met handgreep 15. De schroefspil 14 kan door een gat van de ene flens 12 van het langwerpige lichaam 7 worden gevoerd, en werkt samen met een schroefgang in de andere flens 12 van het langwerpige lichaam 6.

Opgemerkt wordt, dat de staaf 8 zelf volgens een langsvlak parallel aan de vlakken 11 is gedeeld, zodat er twee samenstellende delen, voor zowel het staafvormig middendeel 8, het cilindrische deel 10 en het bolvormig einddeel 9 ontstaan.

Het bolvormige einde 9 past in een kamer 16 die is gevormd door de holte in het middendeel 3 en de voetplaat 4. Tussen de beide helften van het bolvormige einddeel 9 is een drukveer 17 opgenomen.

De montage van.de onderdelen voor de houder vindt plaats door eerst de drukveer 17 in één van de bolvormige helften 9 te plaatsen en de andere bolvormige helft 9 met zijn specifieke cilindrische gedeelte 11 over het cilindrisch gedeelte 11 van de andere bolvorm te plaatsen, waardoor tevens de drukveer 17 op zijn plaats wordt gehouden. Daarna wordt in deze samenstelling eerst de cilindrische einddelen 10 vanaf de achterzijde in de kamer 16 van het cilindrisch middendeel 3 gebracht, waarbij de bolvormige delen 9 in de kamer achterblijven. Nu wordt het middendeel 3 middels de klemverbinding vastgedrukt op de voetplaat 4. Vervolgens kan na het aanbrengen van de flensdelen 12 aan weerszijden van het cilindrisch deel 10 en het invoeren van het drukorgaan 8 met een draaibeweging de delen stijf ten opzichte van elkaar worden bevestigd. Men kan het drukorgaan 13 ook zodanig vastdraaien dat de wrijving tussen de delen het mogelijk maakt de langwerpige lichamen te verstellen zonder het drukorgaan 13 los te moeten draaien.

Een verstelling van de langwerpige lichamen 6, 7 komt tot stand door het losdraaien van het klemorgaan 13 en het opnieuw vastzetten daarvan. Zodoende is met de bediening van slechts één handgreep 15 de gehele houder in de gewenste stand te plaatsen.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

Claims (5)

1. Houder voor bladvormige voorwerpen, in hoofdzaak bestaande uit een voetdeel met middelen voor hechting op het steunvlak, een langwerpig bovenlichaam voor de ondersteuning van het voorwerp, en tussen het gebogen lichaam en het voetdeel aanwezige scharniermiddelen, met het k e n m e r k, dat een tweede langwerpig gebogen lichaam is aangebracht, waarvan de kromtestraal ten opzichte van die van het eerste gebogen lichaam zodanig afwijkt, dat na montage de einden van de gebogen lichamen tegen elkaar drukken en daartussen gelegen delen daarvan geheel of gedeeltelijk op afstand van elkaar liggen.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een der tegen elkaar liggende einden van de langwerpige lichamen elk een plat vlak vertonen, welke door een drukorgaan tegen telkens een bijbehorend plat vlak van een met de houder scharnierend verbonden staaf drukbaar is.

3. Houder volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de staaf in langsrichting is gedeeld, welk deel-vlak parallel aan de drukvlakken daarvan verloopt, waarbij elk deel is voorzien van een halfbolvormig eindstuk, welke in een kamer van het voetdeel door middel van een drukelement klembaar is opgenomen.

4. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het drukorgaan een schroefspil is.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hechtmiddelen zijn gevormd door een plakstrook op het voetdeel.