NL8902009A - Plantenklem. - Google Patents

Description

Plantenklem.

De uitvinding heeft betrekking op een plantenklem bijvoorbeeld voor het vast maken van een plant aan een draad, van het type dat hoofdzakelijk bestaat uit twee scharnierbaar met elkaar verbonden armen die ieder gevormd worden door een ringdeel met aan het ene uiteinde een radiaal uitstekende lip en aan het andere uiteinde een radiaal klemvlak waarbij beide klemvlakken door middel van een scharnierend gedeelte met elkaar verbonden zijn en de beide radiale lippen voorzien zijn van met elkaar samenwerkende vergrendelingsmiddelen.

In de sluitstand omsluiten de twee ringdelen de plantstengel terwijl de ophangdraad tussen de beide klemvlakken vastgeklemd wordt.

Bij een gekende plantenklem van dit type bestaan de vergrendelingsmiddelen uit een loodrecht op een van beide radiale lippen staande flens met een naar buiten gerichte haakvormige kop die zich in de sluitstand doorheen een " rechthoekige opening in de andere lip uitstrekt en achter .de buitenste rand van deze opening vastgehaakt is.

Aangezien de rechthoekige opening slechts iets breder is dan de haakvormige kop gebeurt het vaak dat deze kop tijdens het sluiten tegen de rand van de opening gedrukt wordt waardoor men soms herhaaldelijk moet trachten de kop in de opening te klikken zodanig dat het aanbrengen van de plantensteun tijdrovend wordt.

De uitvinding heeft dan ook betrekking op een plantenklem van het bij de aanvang genoemde type waarvan de vergrendelingsmiddelen bij het sluiten steeds van de eerste keer in elkaar grijpen en daarna niet meer loskomen.

Tot dit doel worden volgens de uitvinding de vergrendelingsmiddelen gevormd door twee loodrecht op de ene lip staande tegenoverliggende radiale flenzen die beiden op hun uiteinde een naar elkaar gerichte haakvormige kop met een schuin oploopvlak dragen die in de sluitstand achter de zijkanten van de andere lip haken waarbij deze laatstgenoemde lip voorzien is van een loodrecht daarop staande tangentiële tong die zich in de sluitstand doorheen een tussen de beide flenzen in de andere lip gevormde opening uitstrekt.

Bij het sluiten van de plantenklem worden de twee armen ten opzichte van elkaar gepositioneerd doordat de koppen van .de radiale flenzen door de op de andere lip staande tong naar de respektievelijke randen van deze lip geleid worden.

Met het inzicht de kenmerken volgend/de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : *

Figuur 1 een perspektiefzicht weergeeft van een door een plantenklem volgens de uitvinding bevestigde plant; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van de geopende plantenklem volgens figuur 1 ; figuur 3 een zicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 2; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 2; figuur 6 de doorsneden volgens de figuren 4 en 5 weergeeft in hun relatieve positie juist voor het sluiten van de plantenklem; figuur 7 een doorsnede analoog aan deze van figuur 6 weergeeft doch in de sluitstand.

Zoals blijkt uit figuur 1 is de plantenklem volgens de • uitvinding bestemd om een plant 1 aan een draad 2, in deze figuur 1 een neerhangende draad 2 te bevestigen.

De in de verdere figuren weergegeven, uit een geschikte kunststof vervaardigde plantenklem bestaat uit twee armen 3,4 die door middel van een dunne kunststofbrug 5 scharnierend met elkaar verbonden zijn. Elke arm wordt gevormd door een ringdeel 6,7 met aan de ene zijde een radiaal uitstekende lip 8,9 en aan de andere zijde een radiaal klemvlak 10,11.

0

Op ieder klemvlak zijn radiale ribben 12 aangebracht. Een van beide klemvlakken 10 is tevens voorzien van twee uitsteeksels 13.

In de radiale lip 8 van arm 3 is een rechthoekige opening 14 uitgespaard op de rand waarvan zich twee opstaande flenzen 15 uitstrekken. Deze flenzen 15 dragen aan hun uiteinde een naar elkaar gerichte kop 16 met een schuin oploopvlak 17 dat naar onder toe overgaat in een uitstekende rand 18, die een haakvorm vertoont.

De radiale lip 9 van de arm 4 vertoont aan de in de sluitstand van de lip 8 van de arm 3 afgekeerde zijde langs haar beide radiale randen een opstaande rand 19 terwijl deze lip 9 aan haar andere zijde voorzien is van een tong 20 die zich aan haar basis over de ganse breedte van de lip 9 uitstrekt. De. radiale randen van de lip 9 eindigen met een zijwaarts uitstekende verbreding 21.

Bij het bevestigen van een plant 1 aan een neerhangende draad of dergelijke 2 met de hiervoor beschreven plantenklem, gaat men uit van de geopende plantenklem die men ter plaatse van de klemvlakken 10,11 tegen de ophangdraad 2 drukt waarna men de armen 3,4 naar elkaar scharniert zodanig dat de ringdelen 6,7 de plantenstengel omsluiten en de ophangdraad 2 achter de uitsteeksels 13 tussen de klemvlakken 10,11 geklemd wordt.

Wanneer de plantenklem bijna gesloten is, zoals voorgesteld in figuur 6, worden de radiale flenzen 15, door de tong 20 op de andere lip 9 naar de randen van deze lip 9 geleid .zodanig dat zelfs wanneer de beide lippen 8 en 9 niet juist tegenover elkaar gelegen zijn, de flenzen 15 met hun haakvormige kop 16 toch steeds in één beweging elastisch over de andere lip 9 geklikt worden.

In de sluitstand haken de uitstekende randen 18 van de kop 16 van de flenzen 15 achter de ópstaande randen 19 op de achterzijde van de tegenoverliggende lip 9 terwijl de tong 20 zich doorheen de rechthoekige opening 1¾ in de lip 8 uitstrekt. Het radiaal tussen de flenzen 15, uitschuiven van de lip 9 wordt verhinderd door de tong 20 in de opening en door de verbreding 21 op het uiteinde van de lip 9. ..De plantenklem zal bijgevolg niet ongewenst open gaan.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoering doch zulke plantenklem kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (6)

1.- Plantenklem die in hoofdzaak bestaat uit twee, scharnierbaar met elkaar verbonden armen (3,4) die gevormd worden door een ringdeel (6,7) met aan het ene uiteinde een radiaal uitstekende lip (8,9) en aan het andere uiteinde een radiaal klemvlak (10,11) waarbij beide klemvlakken (10,11) door middel van een scharnierend gedeelte (5) met elkaar verbonden zijn en de beide radiale lippen (8,9) voorzien zijn van met elkaar samenwerkende vergrendelingsmiddelen, daardoor gekenmerkt dat de vergendelingsmiddelen gevormd worden dpor twee loodrecht op de ene lip (8) staande tegenoverliggende flensen (15) die beide op hun uiteinde een naar elkaar toegerichte haakvormige kop (16,18) met een schuin oploopvlak (17) dragen die in de sluitstand achter de zijkanten van de andere lip (9) haken waarbij deze laatstgenoemde lip (9) voorzien is van een loodrecht daarop staande tangentiële tong (20) die zich in de sluitstand doorheen een tussen de beide flenzen (15) gelegen opening (14) in de andere lip (8) uitstrekt.

2.- Plantenklem volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de tong (20) zich aan haar basis over de ganse breedte van de lip (9) uitstrekt.

3. Plantenklem volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat één klemvlak (10) voorzien is van twee uitsteexsels (13).

4. Plantenklem volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de haakvormige kop (16,18) in de sluitstand achter een opstaande rand (19) langsheen de rand van de lip (9) haakt.

5. Plantenklem volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de lip (9) die de tong (20) draagt aan haar uiteinde een verbreding (21) vormt.

6. Plantenklem volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de flenzen (15) op de radiale randen van de lip (8) staan.