NL8901865A - Plaatstalen draagschoen voor het ondersteunen van een daarop rustende houten draagbalk. - Google Patents

Description

Plaatstalen draagschoen voor het ondersteunen van eendaarop rustende houten draagbalk.

De uitvinding heeft betrekking op een plaatstalendraagschoen voor het ondersteunen van een daarop rustendehouten draagbalk, in hoofdzaak bestaande uit een Z-vormige plaatstrip met een bovenplaat, een rugplaaten een bodemplaat, alsmede twee zijvleugels, waarvantenminste de onderste uiteinden om de bodemplaat zijnomgebogen en aan de bodemplaat zijn vastgelast.

Een dergelijke draagschoen of balkdrageris bekend uit de brochure "Houtverbindingen met plaatstalenschoenen" van het Centrum Hout, januari 1985. Dezebekende draagschoen is samengesteld uit drie afzonderlijkeonderdelen, nl. een Z-vormig gebogen plaatstrip entwee losse zijvleugels, die door puntlassen met deZ-vormig gebogen plaatstrip moeten worden verbonden.

Dit levert het fabricagetechnische bezwaar op dat eenvolledig geautomatiseerde produktie van deze bekendedraagschoen niet tegen redelijke kosten kan plaatsvinden.Naast dit fabricagetechnische probleem levert dezebekende draagschoen nog het probleem op dat het rugvlakdaarvan niet vlak is en de zijdelingse belastbaarheidvan de zijvleugels gering is.

De uitvinding beoogt een draagschoen vanhet bovenomschreven type te verschaffen, waarbij dezebezwaren zijn ondervangen. De draagschoen volgens deuitvinding is daartoe gekenmerkt doordat deze doorvouwbewerkingen uit één enkele vlakke plaat is vervaardigd,waarbij de zijvleugels over nagenoeg de gehele lengtevan het rugvlak met dat rugvlak zijn verbonden.

Een aldus uitgevoerde draagschoen kan snelworden geproduceerd, waarbij uitsluitend vouwbewerkingenbehoeven te worden toegepast, met uitzondering vanhet verbinden van de om de bodemplaat omgebogen onderste uiteinden van de zijvleugels. Deze worden bij voorkeur met uit het materiaal uitgedrukte koudlas- punten verbonden met de bodemplaat. Doordat de zijvleugels uit het vlak van de rugplaat zijn omgebogen blijft deze rugplaat volledig vlak, hetgeen bij de montage van de draagschoen voordelen biedt.

Bij voorkeur is de breedte van de zijvleugelter plaatse van de bodemplaat nagenoeg gelijk aan delengte van de bodemplaat en loopt de bovenrand vanelke zijvleugel ongeveer evenwijdig aan de bodemplaattot ongeveer de halve of driekwart lengte daarvan.

Op deze wijze is het oppervlak van de zijvleu¬gels aanzienlijk vergroot ten opzichte van de bekendedraagschoen en is de weerstand tegen zijdelingse belas¬ting vergroot. De in de zijvleugels aangebrachte gatenvoor het daarin aanbrengen van ankernagels kunnen opeen gunstige plaats worden aangebracht.

Een uitvoeringsvorm van de draagschoen volgensde uitvinding wordt aan de hand van de tekening nadertoegelicht. Hierin toont: fig. 1 een bekende draagschoen;fig. 2 een draagschoen volgens de uitvinding;en fig. 3 een vlakke plaat voor het daaruitvormen van de draagschoen volgens fig. 2.

De in fig. 1 weergegeven draagschoen bestaatuit een bovenplaat 1, een rugplaat 2 en een bodemplaat 3.Voor het onderling verbinden van de rugplaat 2 en debodemplaat 3 zijn twee zijvleugels 4 aangebracht, waarvande beide uiteinden zijn omgebogen en vervolgens aande rugplaat 2 resp. de bodemplaat 3 zijn vastgelast.

De om de rugplaat 2 omgevouwen uiteinden van de zij¬vleugels 4 vormen een verhoging op het achtervlak vande rugplaat 2, hetgeen een vlakke montage van de balkdragerbemoeilijkt. Om een groter, plat montagevlak te krijgenkan het onderste deel van de rugplaat 2 om de lijn 5 zijn verzet, zodat het onderste deel van de rugplaatin één vlak komt te liggen met de omgebogen bovensteuiteinden van de zijvleugels 4.

In de bovenplaat 1, de rugplaat 2 en de zij¬vleugels 4 zijn een aantal gaten aangebracht voor hetdaarin plaatsen van ankernagels. In de rugplaat 2 kaneen gat met grotere diameter zijn aangebracht voorhet daarin plaatsen van een spreidplug.

De draagschoen volgens de uitvinding is infig. 2 in perspectief aanzicht getekend en in fig. 3als vlakke plaat. Deze draagschoen bestaat uit eenbovenplaat 10, een rugplaat 11 en een bodemplaat 12.

De zijvleugels 13 zijn over nagenoeg de gehele lengtevan de rugplaat 11 met deze rugplaat verbonden, terwijlde onderste delen 14 van de zijvleugels 13 om de bodem¬plaat 12 worden omgevouwen en op de in fig. 3 weergegevenplaatsen 15 worden vastgelast, bij voorkeur met behulpvan uit het materiaal uitgedrukte koudlaspunten. Debreedte b van de zijvleugel 13 ter plaatse van de bodem¬plaat 12 is nagenoeg gelijk aan de lengte 1 van dezebodemplaat 12. De omgebogen delen 14 van een zijvleugel13 lopen door tot ongeveer het midden van de bodemplaat12. In de bovenplaat 10, de rugplaat 11 en de zijvleugels13 zijn een aantal gaten 16 aangebracht voor het daarinaanbrengen van ankernagels. In de rugplaat 11 zijngaten 17 aangebracht van grotere diameter voor hetdaarin plaatsen van een spreidplug.

De bovenrand 18 van elke zijvleugel 13 looptongeveer evenwijdig aan de bodemplaat 12 tot ongeveerde halve of driekwart lengte 1 daarvan.

In fig. 3 zijn de vouwlijnen voor het uiteen vlakke plaat vouwen van de draagschoen volgensde uitvinding met stippellijnen weergegeven.

Claims (4)

1. Plaatstalen draagschoen voor het ondersteunenvan een daarop rustende, houten draagbalk, in hoofdzaakbestaande uit een z-vormige plaatstrip met een bovenplaat,een rugplaat en een bodemplaat, alsmede twee zijvleugels,waarvan tenminste de onderste uiteinden om de bodemplaatzijn omgebogen en aan de bodemplaat zijn vastgelast, met het kenmerk, dat de draagschoen door vouwbewerkingenuit één enkele, vlakke plaat is vervaardigd, waarbijde zijvleugels (13) over nagenoeg de gehele lengtevan het rugvlak (11) met dat rugvlak (11) zijn verbonden.

2. Draagschoen volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat de breedte (b) van de zijvleugels (13)ter plaatse van de bodemplaat (12) nagenoeg gelijkis aan de lengte (1) van de bodemplaat (12).

3. Draagschoen volgens de conclusies 1-2, methet kenmerk, dat de bovenrand (18) van elke zijvleugel(13) ongeveer evenwijdig loopt aan de bodemplaat (12)tot ongeveer de halve of driekwart lengte (1) daarvan.

4. Draagschoen volgens de conclusies 1-2, methet kenmerk, dat het op de bodemplaat (12) omgevouwendeel (14) vanuit de zijvleugel (13) doorloopt tot ongeveerhet midden van de bodemplaat (12).