NL8901777A - Gasgestookte open-haardinrichting. - Google Patents

Description

Titel: Gasgestookte open-haardinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een open-haardinrich¬ting, in het bijzonder een gasgestookte open-haardinrichtingmet mechanische luchttoevoer, in het bijzonder bestemd voor eenruimte met een mechanisch ventilatiesysteem.

Bij haarden met een mechanische luchttoevoer en eveneenseen mechanische rookgasafvoer, wordt door een afvoerventilatoraan het einde van het rookgaskanaal (de schoorsteen) in datrookgaskanaal een onderdruk ten opzichte van de omgeving instand gehouden, zodat optimale omstandigheden voor het naarbuiten afvoeren van rookgas aanwezig zijn. Niettemin kunnenzich situaties voordoen waarbij via het open front van de haardrookgassen de woning binnen komen. De kans hierop is groot bijwoningen waarbij mechanische ventilatie wordt toegepast, d.w.z.dat via een in de buitenlucht uitmondend kanaal lucht uit dekamer wordt weggezogen. In de praktijk wordt aldus met eenventilator een onderdruk van 50 Pa (= -5 mm waterdruk)opgewekt, waardoor rookgassen de neiging hebben via het openhaardfront de woning binnen te stromen.

De uitvinding beoogt een open-haardinrichting, in hetbijzonder een gasgestookte open-haardinrichting, waarbij ditbezwaar is vermeden, zonder dat door het opwekken van eensterke zuiging in de schoorsteen de luchthuishouding in dewoning wordt verstoord.

Hiertoe is volgens de uitvinding in een zich naar deverbrandingsruimte van de haard uitstrekkende verbrandings-lucht-toevoerdoorgang een toevoerventilator aangebracht en is de doorgang voorzien van een aftakking voor het in stand houdenvan een benedenwaarts bewegend luchtgordijn langs het openfront van de haard.

De lucht die als luchtgordijn wordt toegevoerd komtongeveer ter hoogte van het branderbed aan de voorzijdedaarvan, samen met de hoofdstroom naar de verbrandingsruimte enwordt gebruikt voor de gasverbranding. Bij een met behulp vande rookgas-afvoerventilator en de lucht-toevoerventilatoringestelde, gebalanceerde luchthuishouding kan ongeveerevenveel lucht worden toegevoerd als er rookgas wordt afgevoerden wordt uittreding van rookgas in de kamer vermeden.

In nadere uitwerking van de uitvinding kan de verbran¬dingslucht -toevoerdoorgang een kanaal zijn dat concentrisch omde het rookgas-afvoerkanaal is aangebracht. In dit lucht-toevoerkanaal zal een hogere druk heersen dan in het rookgas¬afvoerkanaal, zodat bij lekkage van de schoorsteen nooitrookgassen in het toevoerkanaal kunnen stromen.

De uitvinding kan ook worden toegepast in een gebouw metmeerdere woonlagen, waarbij de rookgas-afvoerkanalen of schoor¬stenen van boven elkaar liggende wooneenheden door een gemeen¬schappelijke schacht omhoog worden geleid naar een dakopstandmet een gemeenschappelijke afvoerventilator.

Daarbij kan volgens de uitvinding elke wooneenheid eeneigen luchttoevoerventilator hebben, ofwel kan bovendaks eengemeenschappelijke luchttoevoerventilator zijn aangebracht meteen klep in elk individueel luchttoevoerkanaal.

Verder kunnen volgens de uitvinding regelmiddelen zijnaangebracht teneinde te waarborgen dat de gastoevoer aan deopen haard alleen dan wordt geopend wanneer het afvoerdebietvan de rookgassen zich boven een bepaald minimum bevindt.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onderverwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van degasgestookte open-haardinrichting worden beschreven.

Fig.l is een schematisch opengewerkt zij-aanzicht van deopen-haardinrichting bij een tweetal boven elkaar gelegenwooneenheden; fig.2 is een eveneens schematisch, opengewerktvóóraanzicht van de haardinrichting in één van de wooneenhedenvolgens fig.l; en fig.3 toont de lucht- en rookgasstromingen in een haardvolgens de uitvinding.

Volgens de tekening zijn in wooneenheden 1 en la gas¬gestookte open haarden 2, resp.2a opgesteld. De haarden zijnelk voorzien van een schoorsteen of rookgasafvoerkanaal 3, 3adat zich uitstrekt naar een gemeenschappelijke dakopstand 4 metéén enkele, gemeenschappelijke rookgas-afvoerventilator 5.

Elke haard is eveneens voorzien van een eigen lucht-toevoerkanaal 6,6a, dat concentrisch om de bijbehorendeschoorsteen 3,3a is aangebracht. De luchttoevoer aan de openhaarden 2,2a geschiedt met behulp van hetzij individueleventilatoren 7, hetzij door middel van één enkele, gemeen¬schappelijke ventilator 8 in de dakopstand 4.

De wooneenheden 1,1a zijn in het afgebeelde uitvoerings¬voorbeeld uitgerust met een mechanisch ventilatiesysteem datschematisch is weergegeven door een zich door het dak 9 en devloeren 10 uitstrekkend kanaal 11 met lucht-aanzuigroosters12,12a en een afvoerventilator 13.

In de tekening zijn verder kleppen 14,14a in deschoorstenen 3,3a en 15,15a in de luchttoevoerkanalen 6,6a aangegeven. In fig.2 is nog schematisch een gastoevoerklep 16afgeheeld.

Volgens de uitvinding is bij elk luchttoevoerkanaal 6,6aeen aftakleiding 17,17a aangebracht, door middel waarvan langshet open front van elke haard een omlaag bewegend luchtgordijn18 in stand kan worden gehouden.

In fig.3 zijn schematisch regelmiddelen aangegeven in devorm van een regeleenheid 19, een schakelaar 20, een klepstand-waarnemer 21, een drukverschilmeter 22 en een gasklep-blokkeer/vrijgeefinrichting 23.

De open-haardinrichting kan als volgt werken:

De rookgas-afvoerventilator 5 en de lucht-toevoer-ventilator 7 of 8 draaien continu op minimaal toerental.

Wanneer de gebruiker de open haard wil stoken opent hij de klep14 in het rookgaskanaal 3, waarbij tevens de klep 15 in hetlucht-toevoerkanaal 6 opent. Bij geheel geopende klep 14 wordtvia de klepstandwaarnemer 21 via de regeleenheid 19 een signaalnaar de ventilatoren 5 en 7 of 8 gegeven waardoor het toerentaldaarvan wordt opgevoerd. Nadat de drukverschilmeter 22voldoende trek in de schoorsteen 3 heeft vastgesteld wordt doorde inrichting 23 de gasklep 16 vrijgegeven en kan de branderworden ontstoken.

Karakteristieke waarden zijn:

Door geforceerde ventilatie in de woonruimte wordt daarineen onderdruk van 50 Pa (-5mm waterdruk) in stand gehouden.

Voor een gebalanceerde luchthuishouding in de open haardbedraagt het rookgas-afvoerdebiet 200 m3/h. De luchttoevoer aande haard bedraagt eveneens 200 m3/h. Hiervan wordt 15 m3/h viade aftakking 17 voor het luchtgordijn 18 gebruikt.

Bij een gemeten rookgasafvoer van minder dan 150 m3/hwordt de gasklep 16 geblokkeerd.

Claims (5)

1. Open-haardinrichting, in het bijzonder gasgestookte open-haardinrichting met mechanische luchttoevoer, in het bijzonderbestemd voor een ruimte met een mechanisch ventilatiesysteem,met het kenmerk, dat in een zich naar de verbrandingsruimte vande haard (2,2a) uitstrekkende verbrandingslucht-toevoerdoorgang(6,6a) een toevoerventilator (7/8) is aangebracht en is dedoorgang (6,6a) is voorzien van een aftakking (17,17a) voor hetin stand houden van een benedenwaarts bewegend luchtgordijn(18,18a) langs het open front van de haard.

2. Inrichting volgens conclusie 1, voorzien van een rookgas¬afvoerkanaal, met het kenmerk, dat de verbrandingslucht-toevoerdoorgang (6,6a) een kanaal is dat concentrisch om hetrookgas-afvoerkanaal (3,3a) is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, datbij toegepassing in een gebouw met meerdere woonlagen, derookgas-afvoerkanalen of schoorstenen (3,3a) van boven elkaarliggende wooneenheden (1,1a) door een gemeenschappelijkeschacht omhoog worden geleid naar een dakopstand (4) met eengemeenschappelijke afvoerventilator (5).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elkewooneenheid (1,1a) een eigen luchttoevoerventilator (7) heeft,ofwel bovendaks een gemeenschappelijke luchttoevoerventilator(8) is aangebracht met een klep (15) in elk individueelluchttoevoerkanaal (6,6a).

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat regelmiddelen (19-23) zijn aangebracht ten¬einde te waarborgen dat de gastoevoer (16) aan de open haardalleen dan wordt geopend wanneer het afvoerdebiet van de rook¬gassen zich boven, een bepaald minimum bevindt.