NL8901491A - Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager. - Google Patents

Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager. Download PDF

Info

Publication number
NL8901491A
NL8901491A NL8901491A NL8901491A NL8901491A NL 8901491 A NL8901491 A NL 8901491A NL 8901491 A NL8901491 A NL 8901491A NL 8901491 A NL8901491 A NL 8901491A NL 8901491 A NL8901491 A NL 8901491A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
information
recording
record carrier
speed
recorded
Prior art date
Application number
NL8901491A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8901491A priority Critical patent/NL8901491A/nl
Priority to NL8901502A priority patent/NL8901502A/nl
Publication of NL8901491A publication Critical patent/NL8901491A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/19Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
    • G11B27/28Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
    • G11B27/32Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier
    • G11B27/327Table of contents
    • G11B27/329Table of contents on a disc [VTOC]
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B19/00Driving, starting, stopping record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor; Control thereof; Control of operating function ; Driving both disc and head
    • G11B19/20Driving; Starting; Stopping; Control thereof
    • G11B19/28Speed controlling, regulating, or indicating
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/12Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers
    • G11B20/1262Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers with more than one format/standard, e.g. conversion from CD-audio format to R-DAT format
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/19Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
    • G11B27/28Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
    • G11B27/30Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on the same track as the main recording
    • G11B27/3027Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on the same track as the main recording used signal is digitally coded
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/19Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
    • G11B27/28Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
    • G11B27/30Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on the same track as the main recording
    • G11B27/3027Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on the same track as the main recording used signal is digitally coded
    • G11B27/3063Subcodes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/004Recording, reproducing or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • G11B7/0045Recording
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/007Arrangement of the information on the record carrier, e.g. form of tracks, actual track shape, e.g. wobbled, or cross-section, e.g. v-shaped; Sequential information structures, e.g. sectoring or header formats within a track
    • G11B7/013Arrangement of the information on the record carrier, e.g. form of tracks, actual track shape, e.g. wobbled, or cross-section, e.g. v-shaped; Sequential information structures, e.g. sectoring or header formats within a track for discrete information, i.e. where each information unit is stored in a distinct discrete location, e.g. digital information formats within a data block or sector

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven, Philips and Dupont. Optical te Nieuwegein.
Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager.
De uitvinding heeft betrekking op werkwijze voor het optekenen van informatie op een registratiedrager, waarbij, voorafgaand aan de optekening, een reeks informatiebits op een vooraf bepaalde wijze wordt omgezet in een reeks codebits met een bepaalde bitfrequentie, en waarbij ten behoeve van de optekening van de reeks code bits de registratiedrager met een bepaalde optekensnelheid wordt bewogen ten opzichte van een optekenkop, welke overeenkomstig de reeks code bits wordt aangestuurd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op inrichting voor het optekenen van informatie op een registratiedrager, welke inrichting is voorzien van een optekenkop, aandrijfmiddelen voor het met een bepaalde optekensnelheid langs de kop bewegen van de registratiedrager, een codeerschakeling voor het omzetten van een reeks informatiebits in een reeks codebits met een bepaalde bitfrequentie, een stuurschakeling voor het aansturen van de optekenkop overeenkomstig de reeks codebits.
De uitvinding heeft verder betrekking op inrichting voor het uitlezen van informatie van een registratiedrager waarop tevens informatie is opgetekend, die indicatief is voor de registratiedragersnelheid tijdens de optekening, welke inrichting is voorzien van een leeskop, aandrijfmiddelen voor het langs de leeskop bewegen van de registratiedrager met een bepaalde uitleessnelheid.
De uitvinding heeft voorts betrekking op registratiedrager waarop een informatie is opgetekend.
Een dergelijke werkwijze, dergelijke inrichtingen en een dergelijke registratiedrager zijn bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0265984 (PHN 12.063). Aldaar wordt het optekenen van een standaard CD-audiosignaal op een registratiedrager van een beschrijfbare soort beschreven. Een standaard CD-audiosignaal omvat een reeks gedigitaliseerde monsters van een audiosignaal dat met een frequentie van 44.1 kHz is bemonsterd. Het aantal bits per monster bedraagt daarbij zestien. Vooral voor professionele toepassingen bestaat de wens om gedigitaliseerde audiosignalen op te tekenen welke met een hogere bemonsteringfrequentie zijn verkregen en waarbij het aantal bits per monster groter is dan zestien. Dit betekent dat het aantal informatiebits per tijdseenheid, dat opgetekend moet worden hoger is dan mogelijk is bij de bekende optekeninrichting.
Het doel van de uitvinding is om de optekenwerkwijze en de optekeninrichting volgens de openingsparagraaf zodanig aan te passen dat optekening van een groter aantal informatiebits mogelijk wordt.
Voor wat betreft de werkwijze wordt dat doel berecht doordat de optekensnelheid overeenkomstig de genoemde bitfrequentie wordt ingesteld zodanig dat de optekendichtheid op de registratiedrager binnen een voorafbepaald bereik is gelegen.
Voor wat betreft de optekeninrichting wordt dit doel bereikt doordat de inrichting is voorzien van instelmiddelen voor het overeenkomstig de genoemde bitfrequentie instellen van de optekensnelheid, zodanig dat de optekendichtheid op de registratiedrager binnen een vooraf bepaald bereik is gelegen.
Hierdoor wordt het mogelijk om informatie bit reeksen met een hogere frequentie op te tekenen zonder dat daardoor de optekendichtheid op de registratiedrager toeneemt, hetgeen essentieel is, omdat vanwege het beperkte scheidend vermogen van een optisch uitleessysteem de toegestane optekendichtheid eveneens beperkt is.
Verder heeft de optekeninrichting volgens de uitvinding nog het voordeel, dat de vereiste aanpassingen technisch bijzonder eenvoudig te realiseren zijn.
Bij uitvoeringsvormen van de optekenwerkwijze en optekenrichting wordt informatie indicatief voor de optekensnelheid opgetekend waardoor bij uitlezing van de registratiedrager de uitleessnelheid eenvoudig op dezelfde waarde ingesteld worden als de snelheid waarbij de informatie is opgetekend, waardoor de informatie weer met dezelfde bitfrequentie kunnen worden afgegeven als dat ze zijn opgetekend. Dit is vooral van belang voor audio-informatie, waarbij het voor een natuurgetrouwe weergave van belang is dat het tijdsverloop voor het signaal tijdens de weergave indentiek is aan het tijdsverloop bij de opname.
Bij de optekeninrichting zoals bekend uit de reeds genoemde Europese octrooiaanvrage is het format waarin de informatiebits worden opgetekend vast. Voor professionele toepassingen bestaat er echter vaak de behoefte om de informatiebits in een vrij te kiezen variabel format op te tekenen en uit te lezen. Een tweede doel voor de uitvinding is middelen te verschaffen die aan deze behoefte tegemoet komen.
Voor wat betreft de werkwijze wordt dit doel bereikt in een uitvoeringsvorm, gekenmerkt doordat een .informatiesignaal wordt omgezet overeenkomstig een geselecteerd format, waarbij omzettingsinformatie welke de bij formattering te gebruiken omzettingsvoorschriften aangeven op de registratiedrager wordt opgetekend.
Voor wat betreft de optekeninrichting wordt dit doel bereikt in een uitvoeringsvorm gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van een reformatteringsschakeling voor het omzetten van een informatiesignaal overeenkomstig een omzettingsvoorschrift, en van middelen voor het optekenen van informatie welke de bij de formattering toegepaste omzettingsvoorschriften aangeven.
Door de optekening van de informatie omtrent de omzettingsschriften kan bij de uitlezing van de informatie de informatie weer eenvoudig in het oorspronkelijke formaat teruggezet worden.
Verdere uitvoeringsvormen alsmede de voordelen hiervan zullen hierna in detail worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 1 tot en met 6, waarin figuur 1 een uitvoeringsvorm van de optekeninrichting volgens de uitvinding toont, figuur 2 een uitvoeringsvorm van de uitleesinrichting, volgens de uitvinding toont figuur 3 schematisch het omzetten van de bitstroom met een eerste format in een bitstroom met een tweede format toont figuur 4 aangeeft op welke wijze de omzettingsvoorschriften voor het in figuur 3 getoonde omzetproces kunnen worden opgetekend.
figuur 5 en 6 uitvoeringsvormen voor een reformateringsschakelingen voor toepassingen in een opteken en uitleesinrichting volgens de uitvinding toont.
Figuur 1 toont een optekeninriching 1 volgens de uitvinding. De optekeninrichting 1 is voorzien van aandrijfmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een aandrijfmotor 2 en een draaitafel 3, voor het om een as 9 doen roteren voor een schijfvormige registratiedrager 4 van een beschrijfbare soort, bijvoorbeeld een met behulp van een stralingsbundel beschrijfbare plaat. Tegenover de roterende registratiedrager 4, is een optekenkop, bijvoorbeeld een optische optekenkop 5 van een gebruikelijk soort opgesteld. De snelheid waarmee de registratiedrager 4 langs de optekenkop 5 wordt voortbewogen (kortweg de optekensnelheid) wordt geregeld op een door een referentiebron vastgelegde referentiewaarde. Een dergelijke referentiebron kan bestaan uit een oscilator 6 die een periodiek signaal opwekt met een instelbare frequentie, die indicatief is voor de gewenste optekensnelheid. Bij een registratiedrager met een volgspoor met een periodieke spoormodulatie, welke bijvoorbeeld in detail is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-8800152 (PHN 12.399), welke hierbij door verwijzing wordt geacht in de beschrijving te zijn opgenomen, kan de regeling van de optekensnelheid worden gerealiseerd met behulp van fase vergrendelde lustechnieken. Daarbij wordt een signaal met een frequentie, die wordt bepaald door de frequentie van de spoormodulatie, van de optekenkop 5 onttrokken en naar een fasedetektor 7 toegevoerd. De fasedetektor 7 detekteert het faseverschil tussen het van de optekenkop 5 afkomstige signaal en het van de oscilator 6 afkomstige referentiesignaal. Een signaal dat indicatief is voor het bepaalde faseverschil wordt toegevoerd aan een bekrachtigingsschakeling 8, welke in afhankelijkheid van het bepaalde faseverschil de motor 2 zodanig stuurt dat dit faseverschil in hoofdzaak konstant blijft. Verder is de optekeninrichting voorzien van een reformateringsschakeling 10 voor het omzetten voor een informatiesignaal Vi in een reeks informatiebits i[n] die verdeeld is in blokken volgens omzettingsvoorschriften die met behulp van een besturingsschakeling 11, bijvoorbeeld een microcomputer 4 ingesteld kan worden. Informatie betreffende deze omzettingsvoorschriften kan met behulp van invoermiddelen, bijvoorbeeld een bedieningspaneel 12 van een gebruikelijke soort, in de microcomputer 11 ingevoerd worden, welke deze informatie doorvoert naar de formateringsschakeling 10. De reeks informatiebits i[n] aan de uitgang van de 10 wordt toegevoerd naar een cascade schakeling van een CIRC-encoder 13 en een EFM-modulator 14 die de reeks informatiebits i[n] op een gebruikelijke wijze omzetten in een volgens de CD-standaard gemoduleerde reeks code bits c[n]. De reeks code bits c[n] wordt toegevoerd aan een stuurschakeling 15 voor het aansturen van de optekenkop 5 ten einde een met de reeks code bits c[n] overeenkomend patroon van registratietekens op de, langs de optekenkop 5 voortbewegende, registratiedrager 4 aan te brengen. De kloksignalen voor de CIRC-encoder 13 en de EFM-modulator 14 welke een in vaste verhouding staan met de optekensnelheid worden eveneens door de oscilator 6 opgewekt en via signaallijnen 16 en 17 toegevoerd aan de CTRC-encoder 13 en de EFM modulator 14. De vaste verhouding tussen de kloksignalen en de optekensnelheid is zodanig gekozen dat op de registratiedrager 4 het aantal opgetekende codebits per lengte eenheid (optekensnelheid) voldoet aan de door de CD-standaard voorgeschreven norm. De frequenties van de door de oscilator 6 opgewekte signalen kunnen worden ingesteld door de microcomputer 11 via een signaallijn 18, nadat deze door de microcomputer aan de hand van de gegevens over de omzettingsvoorschriften zijn berekend, bijvoorbeeld door bepaling van het aantal informatiebits, of codebits dat per eenheid van tijd wordt afgegeven. Op de registratiedrager 4 wordt snelheidsinformatie opgetekend die indicatief voor de aldus berekende instelling van de oscilator 6 en daarmee dus indicatief voor de optekensnelheid en de bit frequentie van de reeksen informatie bits i[n] en reeksen code bits c[n]. Immers er bestaat een vaste verhouding tussen de bitfrequenties van de informatiebits, de bitfrequentie van de codebit reeks en de optekensnelheid. De optekening van de snelheidsinformatie geschiedt bij voorkeur voorafgaand aan de optekening voor de reeks informatiebits i[n], De snelheidsinformatie wordt op een terugvindbare plaats op de registratiedrager 4 opgetekend, bijvoorbeeld in een aanloopspoor op de registratiedrager 4. Hiertoe is de microcomputer 11 voorzien van een geschikt programma, dat voorafgaand van de optekening de te tekenen snelheidsinformatie afleidt uit de via bedieningspaneel 12 ingevoerde omzettingsvoorschriften. Vervolgens wordt door de computer 11 een gebruikelijk positionering systeem voor de schrijfkop 5, welk systeembijvoorbeeld een motor 19 een spindel 20 omvat, tegenover het aanloopspoor gepositioneerd, en wordt met een door de CD-standaard voorgeschreven nominale optekensnelheid de snelheidsinformatie, tezamen met informatie die indicatief is voor de omzettingsvoorschriften, in het aanloopspoor opgetekend. De snelheidsinformatie kan afzonderlijk opgetekend worden. De snelheidsinformatie kan echter ook door de informatie over de omzettingsvoorschriften worden omvat, zoals verderop in detail zal worden beschreven. Daarna wordt door instelling van de oscilator 6 de optekensnelheid overeenkomstig de afgeleide snelheidsinformatie ingesteld. En wordt de schrijfkop 5 onder besturing van de microcomputer 11 tegenover het spoorgedeelte gepositioneerd waarin de de uit het informatiesignaal Vi afgeleide reeks code bits c[n] dient te worden opgetekend. Na het bereiken van dit spoorgedeelte wordt de optekening onder besturing van de microcomputer 11 gestart. De in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat deze met behulp van eenvoudig technisch te realiseren aanpassingen verkregen kan worden uit een standaard CD-optekeninrichting. Door de verhouding tussen de frequentie van het aan de fasedetektor 7 toegevoegde signaal en klokfrequenties van de CIRC-encoder 13 en de EFM-modulator 14 konstant te houden en blijft ook de verhouding tussen de optekensnelheid en de bit frequenties van de bitreeksen i[n] en c[n] konstant. Hetgeen betekent dat de optekendichtheid op de registratiedrager binnen de door de CD-standaard voorgeschreven norm blijft, en dus uitleesbaar is. Doordat bovendien informatie over de optekensnelheid op de registatierdrager zelf is opgetekend, kan bij uitlezing de uitleessnelheid eenvoudig overeenkomstig de optekensnelheid ingesteld worden, waardoor de bitfrequentie van de informatiebitreeks bij uitlezing gelijk is aan die bij optekening. Dit is vooral van belang indien audio of video informatie is opgetekend, omdat het voor natuurgetrouwe overdracht van deze informatie noodzakelijk is om de bitfrequentie bij optekening en uitlezing gelijk te houden.
Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm van een uitleesinrichting 30 volgens de uitvinding waarbij de uitleessnelheid overeenkomstig de op de registratiedrager 4 opgetekende snelheidsinformatie wordt ingesteld. De uitleesinrichting 30 omvat aandrijfmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een motor 41 en draaitafel 42 voor het om een as 43 doen roteren van de registratiedrager 4. Tegenover de roterende registratiedrager 4 is een optische uitleeskop 44 van een gebruikelijke soort opgesteld, welk met behulp van een positioneringsysteem, dat bijvoorbeeld een motor 45 en spindel 46 omvat, in radiële richting ten opzichte van de registratiedrager 4 verplaatst kan worden. Een uitleessignaal dat de uitgelezen codebitreeks c[n] vertegenwoordigd wordt door de uitleeskop 44 afgegeven en toegevoerd aan een gebruikelijke cascade schakeling van een EFM-demodulator 47 en een CIRC-decoder 48, die uitgelezen codebit reeks c[n] op een gebruikelijke wijze omzetten in de informatiebitreeks i[n]. De EFM-demodulator 47 en de CIRC-decoder 48 worden gestuurd met kloksignalen cl1 en cl2 welke met behulp van bijvoorbeeld een fase vergrendelde lus schakeling 49 uit het uitleessignaal afgeleid. In de CIRC-encoder 48 wordt de informatie tijdelijk opgeslagen in een buffer dat geladen wordt met een door het kloksignaal cl2 vastgelegde snelheid, en welk buffer wordt uitgelezen met een snelheid die wordt vastgelegd door elke frequentie van een kloksignaal cl3 dat door een oscilator 50 wordt opgewekt. Een signaal Vg dat de vulgraad van het door de CIRC-encoder 48 omvatte buffer aangeeft wordt wordt door de CIRC-encoder 48 afgegeven en toegevoerd aan een motorstuurschakeling 51 voor de motor 41. De motorstuurschakeling 51 stuurt de motor 41 zodanig dat de door het signaal Vg aangegeven vulgraad in hoofdzaak konstant blijft. Aldus wordt de snelheid, waarmee de registratiedrager langs de uitleeskap 44 wordt voorbewogen geregeld op een waarde die is vastgelegd door de frequentie van het kloksignaal cl3.
De uitleesinrichting is verder nog voorzien van een besturingsschakeling, bijvoorbeeld een microcomputer 52 voor het besturen van het uitleesproces. De microcomputer 52 is onder andere voorzien van een ingang voor het ontvangen van de reeksinformatieb.its i[n] van de CIRC-decoder 48. De reeks informatiebits i[n] wordt tevens toegevoerd naar een reformateringsschakeling 53, welke in de reeks informatiebits omzet in een ander format, volgens omzettingsregels welke door de meercomputer 52 via een bus 54 naar de reformatteringsschakeling 53 worden toegevoerd. De microcomputer 52 is geladen met een geschikt programma voor het besturen van de uitlezing. Dit programma bevat een stap waarin de uitleessnelheid op nominale snelheid wordt ingesteld door de frequentie van het door de oscillator 50 afgegeven kloksignaal cl3 via een signaallijn 55 in te stellen op een met de nominale snelheid overeenkomende waarde. Bovendien wordt onder besturing van de microcomputer 52 de uitleeskop op een gebruikelijke wijze tegenover het aanloopspoor gepositioneerd. Vervolgens wordt uit het aanloopspoor het adres, de snelheidsinformatie en de omzettingsinformatie van het uit te lezen signaal uitgelezen. Daarna wordt de frequentie van het kloksignaal cl3 op een, met de uitgelezen snelheidsinformatie overeenkomende, waarde ingesteld en wordt aan de reformatteringsschakeling 53 de uitgelezen omzettingsinformatie toegevoerd. Bovendien wordt de uitleeskop onder besturing van de microcomputer 52 op een gebruikelijke wijze tegenover het spoor gepositioneerd waarin de uit. te lezen informatie is opgetekend, waarna de uitlezing van de gewenste informatie kan aanvangen. Doordat de uitleessnelheid wordt ingesteld op dezelfde waarde als de snelheid waarmee de informatie is opgetekend, is de bitfrequentie van de uitgelezen reeks informatiebits gelijk aan die bij de optekening. Omdat bovendien de reeks informatiebits i[n] overeenkomstig dezelfde omzettingsschriften wordt gereformatteerd, is het format van het signaal Vi' aan de uitgang van de reformatteringsschakeling 53 hetzelfde als het bij de optekening ontvangen signaal Vi.
Omdat de informatie in een ander format kan worden opgetekend dan het wordt aangeboden, kan het bij de optekening gebruikte format zodanig aangepast worden dat een efficiënter gebruik wordt gemaakt van de beschikbaar optekencapaciteit van de registratiedrager 4. Dit geldt in het bijzonder als het op tekenen informatiesignaal Vi in een universeel toepasbaar digitaal audio interface format wordt aangeboden, zoals bijvoorbeeld het in de IEC-958 standaard beschreven format. Een dergelijk format bevat voor veel toepassingen een groot aantal bits dat niet gebruikt wordt. Zo zijn bijvoorbeeld in het IEC-format voor elk audio monster 24 bits gereserveerd, terwijl voor de meeste toepassingen het aantal bits per monster beduidend lager ligt. Verder voorziet het IEC-format in een aantal subcode kanalen, welke in het algemeen ook niet allemaal gebruikt worden. Verder is het soms wenselijk om aan de opgetekende informatie gebruikersinformatie toe te voegen op een wijze waarin in het IEC-format niet is voorzien.
In het hiernavolgende zal een voorbeeld van de omzetting van IEC-format naar een voor de optekening efficiënter format beschreven worden.
In figuur 3 is schematisch een gedigitaliseerd stereo audio signaal Vi weergegeven, dat geformatteerd is volgens de IEC-950 standaard. In dit format is het datasignaal Vi in frames opgedeeld. Elk frame bevat een vast aantal, in dit geval 2, subframes 60 ter lengte van elk 32 bit, welke subframes een bij elkaar behorend paar monsters van een stereo audio signaal vertegenwoordigen. Voor het aantal over te dragen frames per seconde kan volgens de IEC-standaard gekozen worden tussen 32.000, 44.100 en 48.000 frames per seconde. Elk subframe 60 omvat een synchronisatiegedeelte 61 ter lengte van 4 bits (bit 0-3) dat bestemd is voor synchronisatie, een gedeelte 62 ter lengte van 24 bit (bit 4-27) dat bestemd is voor de overdracht van een gedigitaliseerd audio signaal monster. De laatste 4 bits (bit 28-31) zijn bestemd voor de overdracht van een viertal subcodesignalen V, ü, c en P.
Stel nu dat voor het signaal Vi het aantal frames per seconde 48.000 bedraagt. Het aantal bits per monste 16 bedraagt, waarvoor de bits 12-27 voor de subcode frames wordt gebruikt. Verder bevat alleen het subcode C-kanaal voor de gebruiker interessante informatie. Verder wenst de gebruiker bij de optekening aan elk monster drie bits gebruikersinformatie toe te voegen. Bovendien wenst de gebruiker dat de informatie zodanig in blokken wordt verdeeld dat elk blok audio informatie voor een tijdsinterval ter lengte van 1/250 seconde bevat. Dit betekent dat elk blok 384 signaalmonsters bevat (twee voor elke bemonstering). Daar in het subframe 60 slechts 16 van de 24 voor de overdracht van een signaalmonster beschikbare bits gebruikt worden, behoeft voor elk signaalmonster slechts 16 bits opgetekend. Daar bovendien alleen het C-subcode kanaal in de subframes 60 voor de gebruiker nuttige informatie bevat, behoeft slechts 1 subcode bit per signaalmonster opgetekend te worden. Verder moeten er nog 3 bits gebruikersinformatie per signaalmonster overgedragen worden, hetgeen betekent dat per signaalmonster 20 bits opgetekend moeten worden. Dit kan gebeuren door het samenstellen van bitgroepen van elk 20 bits. Een dergelijke groep is in figuur 3 met verwijzingscijfer 63 aangeduid. De bitgroep 63 omvat een gedeelte 64 van 16 bits welke overeenkomen met de bits 12-27 van het subframe 60, een gedeelte 65 dat overeenkomt met bit 30 van het subframe 60, en een gedeelte 66, dat de 3-bits gebruikersinformatie bevat. De 20-bits groepen 63 worden gegroepeerd tot blokken 67 van 384 groepen, waaraan bovendien een 14-byte groep 68 wordt toegevoegd, die een synchronisatiegroep 69 en een adresgroep 69a omvat die het bloknummer aangeeft. Verder kan de blok 67 nog een tweede adresgroep 69b omvatten, die aangeeeft waar de omzettingsvoorschriften zijn opgeslagen, welk gebruikt zijn bij het omzetten van het signaal Vi in de reeks opeenvolgende blokken 67. Deze omzettingsvoorschriften kunnen bijvoorbeeld in het aanloopspoor van de registratiedrager 4 opgetekend zijn tezamen met een inhoudstabel die de adressen van de verschillende op de registratiedrager opgetekende signalen aangeeft.
Figuur 4 geeft bij wijze van voorbeeld een manier waarop informatie over de omzettingsvoorschriften aangegeven kan worden. Deze informatie omvat voor elk van de drie gedeelten 64, 65 en 66 in de bitgroepen 63 een protocolgroep 70, welke zijn aangeduid als PR1, PR2 en PR3. Elke protocolgroep bevat een aantal bytes welke verdeeld zijn in een aantal groepen 71, ..., 83. De groep 71 (IN) geeft het begin van de protocolgroep aan. De groep 72 (x/y) geeft het volgnummer (x) in een reeks (y) van protocolgroepen 70 aan. De groep 73 kan bijvoorbeeld gebruikt worden om aan te geven of de informatie in het aanloopgebied, het programmagebied etc. van de registratiedrager moet worden opgetekend. De groep 74 (psc) geeft met behulp van een code het type van de data aan dat in de bijbehorende gedeelte in het 20-bits groepen 63 zijn opgeslagen. Zo geeft de code "MAIN" in protocolgroep PR1 aan dat het gedeelte 64 van groep 63 hoofdinformatie betreft. De code "SUB" in PR2 geeft aan dat het bijbehorende gedeelte 65 subinformatie betreft. De code "USER" in PR3 geeft aan dat het bijbehorende gedeelte 66 additionele gebruikersinformatie betreft. De groep 75 (bytes/block) geeft het aantal bytes dat door blok 67 omvat wordt aan. In dit geval bedraagt dit aantal 974. De groepen 76 (start) en 77 (end) geven respectievelijk het beginadres en het eindadres aan van het opgetekende signaal waarop de protocolgroep betrekking heeft. De groep 79 (I/O-ID) geeft het type format of interface-inrichting aan waarvan de betreffende data in de bijbehorende gedeelten van de groep 63 afkomstig zijn. In de protocolgroep PR1 en PR2 wordt door de code "IEC" aangegeven dat de data in de groep 64 en 65 afkomstig is uit een volgens de IEC-standaard geformatteerd signaal. In protocolgroep PR3 wordt door de code "MEM" aangegeven dat de data in het gedeelte 66 afkomstig is van een intern geheugen. Door de groepen 80 (LSB) en 81 (MSB) wordt aangegeven welke bits gebruikt worden uit het in groep 79 aangegeven format. In groep 82 (frame/sec) wordt het aantal frames per seconde aangegeven dat het door groep 79 aangegeven format wordt omvat. Door groep 83 wordt het aantal subframes (kanalen) per frame aangegeven. In het onderhavige geval waarin de frames stereomonsters omvatten is dit aantal gelijk aan twee.
Zoals uit het hiervoorafgaande duidelijk is leggen de protocolgroepen 70 de omzettingsvoorschriften voor het omzetten van het informatiesignaal Vi in de blokken 67 volledig vast. Het zal voor de vakman eveneens duidelijk zijn dat door middel van de protocolgroepen talrijke verschillende omzettingsregels kunnen worden vastegelegd.
Verder wordt opgemerkt dat de uitvinding niet beperkt is tot toepassingen waarbij het signaal in IEC-format wordt aangeboden, ook voor andere formats zoals het SCSI of RS232-format is de uitvinding toepasbaar. De informatie over de omzettingsvoorschriften kan via het bedieningspaneel 12 van de optekeninrichting 1 aan de microcomputer 11 toegevoerd worden, welke dan vervolgens deze informatie toevoert aan de reformatteringsschakeling 10. Het is echter ook mogelijk, dat de informatie over de omzettingsvoorschriften tezamen met het signaal Vi, bijvoorbeeld in een subkanaal van dit signaal Vi, rechtstreeks aan de reformatteringsschakeling 10 wordt toegevoerd.
Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van de reformatteringsschakeling 10. Hierin is een ontvangstschakeling 90 van een gebruikerlijk soort welke het volgens de ÏEC-958 geformatteerde signaal Vi omzet in reeksen 32-bit.s subframes welke in een buffergeheugen 91 worden geladen. Een microcomputer 92 is ten behoeve van het uitlezen van het. buffergeheugen 91 via een bus met het buffergeheugen 91 gekoppeld. Verder omvat de formatteringsschakeling 10 nog een tweede geheugen 93 dat via een bus 95 door de microcomputer 11 kan worden geladen, en via een bus 96 door de door de reformatteringsschakeling omvatte microcomputer 92 gelezen kan worden. Een parallel-serieelomzetter 97 is via een bus 99 parallel laadbaar door de microcomputer 92. De seriële uitgang van de omzetter doet dienst als uitgang van de reformatteringsschakeling 10 voor het uitvoeren van de gereformatteerde reeks informatiebits i[n]. Het kloksignaal voor de parallel-serieelomzetter 97 wordt afgeleid door een stuurschakeling 102 uit een door de oscillator 6 opgewekt kloksignaal dat via signaallijn 103 aan de besturingsschakeling wordt toegevoerd. De werking van de reformatteringsschakeling 10 is als volgt: voorafgaand aan de optekening wordt door de microcomputer 11 de informatie over de omzettingsvoorschriften toegevoerd, en wordt eventueel het geheugen 93 geladen met de gebruikersinformatie, die tezamen met de door het signaal Vi omvatte informatie moet worden opgetekend. Bovendien worden de protocolgroepen 70 waardoor de omzettingsvoorschriften zijn vastgelegd opgetekend op een daarvoor bestemde plaats op de registratiedrager, bijvoorbeeld in de inhoudstabel in het aanloopgebied van de registratiedrager. Daarna wordt de optekensnelheid aangepast.
Vervolgens wordt het signaal Vi aangeboden en wordt het buffergeheugen 91 geladen met de subframes 60. De opgeslagen subframes 60 worden door de microcomputer 92 uitgelezen in de volgorde waarin zij zijn opgeslagen. Bovendien wordt de gebruikersinformatie in de gewenste volgorde opgehaald uit het geheugen 93. Uit de opgehaalde subframes en de opgehaalde gebruikersinformatie worden de groepen 63 samengesteld en tot de blokken 67 samengevoegd overeenkomstig de ontvangen omzettingsvoorschriften. De aldus gereformatteerde informatie worden bytesgewijs toegevoerd aan de parallel-serieel omzetter 97, welke de ontvangen informatie synchroon met de van het via signaallijn 103 ontvangen kloksignaal uitvoert, waarna de informatiebitreeks i[n] wordt omgegezet in de codebitreeks c[n] welke wordt opgetekend.
Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van de reformatteringsschakeling 53. De schakeling 53 omvat een buffergeheugen 110 voor het opslaan van de reeks informatiebits i[n] die door de CIRC-decoder 48 worden afgegeven. Een microcomputer 111 is ten behoeve van de uitlezing van het buffergeheugen 110 via een bus verbonden met het buffergeheugen 110. De microcomputer 111 is tevens ten behoeve van de overdracht van de informatie over omzettingsvoorschriften via de bus 54 verbonden met de microcomputer 52. Verder is de microcomputer 111 via een bus verbonden met een buffergeheugen 112 ten behoeve van de uitvoer van informatie naar dit buffergeheugen 112. Een verzendschakeling 113 is ten behoeve van het uitlezen van het buffergeheugen 112 via een bus met dit buffergeheugen 112 verbonden. De verzendschakeling 113 is er een van een gebruikerlijke soort die uit het buffergeheugen 112 uitgelezen informatie omzet in het signaal Vi dat volgens de IEC-format is geformatteerd. De verzendschakeling 113 wordt gestuurd door een kloksignaal dat wordt opgewekt door een oscillator 114 met een frequentie die via een signaallijn 115 instelbaar is door de microcomputer 111. De werking van de reformatteringsschakeling 53 is als volgt: Voorafgaand aan het uitlezen van de op de registratiedrager 4 opgetekende informatie wordt met nominale uitleessnelheid de protocolgroepen 70 voor het uit te lezen signaal uitgelezen, en wordt de microcomputer 111 geladen met door de protocolgroepen vastgelegde omzettingsvoorschriften, welke aangeven op welke wijze de stroom informatie bits i[n] weer in het voor uitvoer gewenste format, in dit geval het IEC-958-format, omgezet kunnen worden. Daarna wordt de uitleessnelheid en de frequentie van het door de oscillator 114 aangepast., en wordt de uitlezing van de informatie gestart.
De voor de "CIRC"-decoder afkomstige reeks informatie bits worden tijdens de uitlezing in het buffergeheugen 110 geladen. De microcomputer 111 leest de in het buffergeheugen 110 geladen informatiebits bytesgewijs uit en zet deze informatie over de omzettingsvoorschriften om in subframes welke voldoen aan de IEC-958 standaard. Bovendien worden de bits van de gebruikersinformatie afgescheiden en via een signaallijn 116 uitgevoerd. De door de microcomputer 111 samengestelde subframes worden via het buffergeheugen 112 overgedragen naar de verzendschakeling 113, welke de informatie synchroon met het door de oscilator 114 opgewekte kloksignaal uitvoert.
In de hiervoorbeschreven uitvoeringsvorm van de protocolgroepen 70 wordt informatie omtrent de snelheid waarmee de inforamtie wordt opgetekend omvat. Immers door de groepen 80 en 81 binnen de protocolgroepen PR1, PR2 en PR3 wordt het aantal bits van de groepen 64, 65 en 66 aan gegevens, zodat het totaal aantal bits, van de groepen 63 bekend is. Verder is uit groepen 82 en 83 het totaal aantal groepen per tijdseenheid bekend. In het getoonde geval is dit aantal gelijk aan 96000. Verder is het aantal bytes per blok bekend uit groep 75, in dit geval 974. Verder is het aantal bytes dat per sektor voor de "header" gebruikt wordt altijd gelijk aan 14. Dit betekent dat per blok 67 netto 960 bytes worden overgezonden. Dit komt overeen met 768 20- bitgroepen 63. Hieruit is over het aantal bit groepen per seconde, en hiermee dus het aantal blokken 67 per seconde. Uit het aantal blokken 67 per seconde is weer de bitfrequentie te berekenen en dus de gewenste « optekensnelheid. In de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm zijn de protocolgroepen afzonderlijk van de overige informatie opgetekend. De protocolgroepen kunnen echter ook de "Headers" 68 van de blokken opgenomen worden. Dit kan bijvoorbeeld door in de "header" 68 een aantal byts te reserveren, bijvoorbeeld 8 om in tijd multiplex vorm beurtelings een bloknummer, een tijdcode en een gedeelte van de protocolgroepen over te dragen.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het optekenen van informatie op een registratiedrager, waarbij, voorafgaand aan de optekening, een reeks informatiebits op een vooraf bepaalde wijze wordt omgezet in een reeks codebits met een bepaalde bitfrequentie, en waarbij ten behoeve van de optekening van de reeks code bits de registratiedrager met een bepaalde optekensnelheid wordt bewogen ten opzichte van een optekenkop, welke overeenkomstig de reeks code bits wordt aangestuurd, met het kenmerk, dat de optekensnelheid overeenkomstig de genoemde bitfrequentie wordt ingesteld zodanig dat de optekendichtheid op de registratiedrager binnen een voorafbepaald bereik is gelegen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een informatiesignaal wordt omgezet overeenkomstig een geselecteerd format, waarbij omzettingsinformatie welke de bij formattering te gebruiken omzettingsvoorschriften aangeven op de registratiedrager wordt opgetekend.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat informatie indicatief voor de optekensnelheid op de registratiedrager wordt opgetekend.
4. Inrichting voor het optekenen van informatie op een registratiedrager, welke inrichting is voorzien van een optekenkop, aandrijfmiddelen voor het met een bepaalde optekensnelheid langs de kop bewegen van de registratiedrager, een codeerschakeling voor het omzetten van een reeks informatiebits in een reeks codebits met een bepaalde bitfrequentie, een stuurschakeling voor het aansturen van de optekenkop overeenkomstig de reeks codebits, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van instelmiddelen voor het overeenkomstig de genoemde bitfrequentie instellen van de optekensnelheid, zodanig dat de optekendichtheid op de registratiedrager binnen een vooraf bepaald bereik is gelegen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een reformatteringsschakeling voor het omzetten van een informatiesignaal overeenkomstig een omzettingsvoorschrift, en van middelen voor het optekenen van informatie welke de bij de formattering toegepaste omzettingsvoorschriften aangeven.
6. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van middelen voor het bewerkstelligen van een optekening van informatie indicatief voor de optekensnelheid.
7. Inrichting voor het uitlezen van informatie van een registratiedrager waarop tevens informatie is opgetekend, die indicatief is voor de regjstratiedragersnelheid tijdens de optekening, welke inrichting is voorzien van een leeskop, aandrijfmiddelen voor het langs de leeskop bewegen van de registratiedrager met een bepaalde uitleessnelheid, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen voor het uitlezen van de snelheidsinformatie, en van instelmiddelen voor het instellen van de uitleessnelheid overeenkomstig de uitgelezen snelheidsinformatie.
8. Inrichting voor het uitlezen van informatie op een registratiedrager waarop omzettingsinformatie is opgetekend, die de omzettingsvoorschriften aangeven die bij de formattering van de opgetekende informatie zijn gebruikt, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen voor het uitlezen van de omzettingsinformatie, en middelen voor het reformateren van de uitgelezen informatie overeenkomstig de uitgelezen omzettingsinformatie.
9. Registratiedrager waarop een informatie is opgetekend, met het kenmerk, dat op de registratiedrager snelheidsinformatie is opgetekend die indicatief is voor de snelheid waarmee de registratiedrager tijdens de optekening van de informatie langs een optekenkop is bewogen.
10. Registratiedrager waarop informatie is opgetekend, met het kenmerk, dat op de registratiedrager omzettingsinformatie is opgetekend die de omzettingsvoorschriften aangeven die zijn gebruikt bij een aan de optekening voorafgaande formattering van de informatie.
NL8901491A 1989-06-13 1989-06-13 Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager. NL8901491A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901491A NL8901491A (nl) 1989-06-13 1989-06-13 Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager.
NL8901502A NL8901502A (nl) 1989-06-13 1989-06-14 Werkwijze voor het optekenen van informatie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901491 1989-06-13
NL8901491A NL8901491A (nl) 1989-06-13 1989-06-13 Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901491A true NL8901491A (nl) 1991-01-02

Family

ID=19854822

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901491A NL8901491A (nl) 1989-06-13 1989-06-13 Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8901491A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997013244A1 (en) * 1995-09-29 1997-04-10 Philips Electronics N.V. Information carrier and recording device for recording an information carrier
EP0793233A3 (en) * 1996-02-28 1998-09-16 Pioneer Electronic Corporation Information record medium, apparatus for recording the same and apparatus for reproducing the same

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997013244A1 (en) * 1995-09-29 1997-04-10 Philips Electronics N.V. Information carrier and recording device for recording an information carrier
BE1009677A3 (nl) * 1995-09-29 1997-06-03 Philips Electronics Nv Informatiedrager en inrichting voor het beschrijven van een informatiedrager.
US5835462A (en) * 1995-09-29 1998-11-10 U.S. Philips Corporation Information carrier for different recording processes and device for recording therein
EP0793233A3 (en) * 1996-02-28 1998-09-16 Pioneer Electronic Corporation Information record medium, apparatus for recording the same and apparatus for reproducing the same

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU709193B2 (en) Recording medium, recording apparatus, reproducing method, and reproducing apparatus
EP0540164B1 (en) Disc recording and reproducing apparatus and disc
AU646879B2 (en) Disc recording and/or reproducing apparatus
US6275457B1 (en) Recording medium and reproducing apparatus
JP2591890B2 (ja) 記録方法及びその装置
KR100701255B1 (ko) 고차 레벨 오디오 파일과 파일을 나타내는 저차 레벨오디오 항목을 사용하여 오디오 위주의 정보를 기억하는방법, 이 정보를 판독 및/또는 기억하는 장치와 기록매체
EP0546818A1 (en) Information recording and reproduction apparatus
US20120063280A1 (en) Method for storing audio-centered information with a multi-level table-of-contents (toc) mechanism with one master-toc and sub-tocs for various audio formats, a device for use with such mechanism and a unitary storage medium containing such mechanism
AU762177B2 (en) Method and device for recording real-time information
US6061314A (en) Optical disc device reproducing information according to reproduction speed information
NL8901491A (nl) Werkwijze voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het uitlezen van informatie, alsmede een registratiedrager.
KR100637292B1 (ko) 가변 속도의 샘플링된 디지털 오디오 정보를 일련의 균일한 크기를 갖는 복수의 블록에 인터페이스하는 방법 및 장치와, 기록-인터페이스 연결에 의해 제조된 단일 저장매체
JPH0574053A (ja) デイスク記録装置及びデイスク再生装置
NL8901502A (nl) Werkwijze voor het optekenen van informatie.
JPH077579B2 (ja) データ再生装置とデータ再生方法
KR20030035376A (ko) 멀티 포맷의 오디오 데이터 기록/재생 장치 및 방법
MXPA00001333A (en) A method for storing audio-centered information using higher level audio files and lower level audio item indicating files, a device for reading and/or storing such information and a record carrier
MXPA00008819A (en) Method and device for recording real-time information

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed