NL8900923A

NL8900923A - COUPLING DEVICE.

Info

Publication number: NL8900923A
Application number: NL8900923A
Authority: NL
Original assignee: Bergische Achsen Kotz Soehne
Priority date: 1988-04-14
Filing date: 1989-04-13
Publication date: 1989-11-01
Also published as: DE3812360C1

Description

t * VO 2104t * VO 2104

Koppelinrichting.Coupling device.

De uitvinding heeft betrekking op een oplooprem voor ëénassige, tot een tandemvoertuig kortkoppelbare voertuigen, met een bij het oplopen verschuifbare koppelstang en een met deze via een hefboom verbonden balansbalk, waarop 5 aan het ene einde het remstangenstelsel van het voertuig, alsmede, tenminste tijdens het tandembedrijf achterste voertuig, een voorste koppelingsbalansbalk aangrijpen en waarop aan het andere einde, tenminste bij het tandembedrijf voorste voertuig, een extra remstangenstelsel scharnierbaar is, 10 waarbij het extra remstangenstelsel van het voorste voertuig bij tandembedrijf op de voorste koppelingsbalansbalk van het achterste voertuig werkt, waarbij bij het koppelings-proces een relatieve beweging tussen de voertuigen en daarmee ook een verschuiving van de koppelingsstang van het 15 achterste voertuig verhinderd wordt.The invention relates to an overrun brake for uniaxial tandem vehicle that can be coupled to a tandem vehicle, with a coupling rod which can be slid during overtaking and a balance beam connected to this via a lever, on which at one end the brake rod system of the vehicle, as well as, at least during the rear vehicle tandem, engage a front clutch balance beam and on which at the other end, at least at the front vehicle tandem, an additional brake linkage is pivotal, the additional brake linkage of the front vehicle acting in tandem on the front linkage balance of the rear vehicle, during the coupling process a relative movement between the vehicles and thereby also a shifting of the coupling rod of the rear vehicle is prevented.

Eënassige voertuigen, welke zowel alleen, alsook tot een tweeassig tandemvoertuig kortgekoppeld achter een trekkend voertuig meegetrokken kunnen worden, worden bijvoorbeeld in de wegenbouw als mobiele waarschuwingsinstalla-20 ties gebruikt. Wanneer de voertuigen tot een tandemvoertuig kortgekoppeld zijn, steunen zij via aanslagen, resp. de koppeling zo dicht tegen elkaar, dat de beide assen steeds evenwijdig gericht zijn en geen relatieve beweging tussen de voertuigen kan plaatsvinden. Gewaarborgd moet zijn, dat 25 de voertuigen bij afzonderlijk bedrijf en het tandembedrijf geremd kunnen worden. Daarbij moeten de voertuigen van het tandemvoertuig in de regel in de rijrichting uitwisselbaar zijn.Uniaxial vehicles, which can be towed behind a towing vehicle both alone and up to a two-axle tandem vehicle, are used, for example, in road construction as mobile warning systems. When the vehicles are coupled close to a tandem vehicle, they support by means of stops or resp. the coupling so close together that the two axles are always parallel and no relative movement can take place between the vehicles. It must be ensured that the vehicles can be braked in separate operation and in tandem operation. The vehicles of the tandem vehicle must generally be interchangeable in the direction of travel.

Er zijn reeds tot een tandemvoertuig kortkoppelbare 30 voertuigen bekend, welke elk met een oplooprem uitgerust zijn. De in de rijrichting langs-verschuifbare koppelkop is via een de bewegingsrichting omkerende, tweearmige hefboom met een balansbalk gekoppeld. Op de balansbalk is aan het ene einde een remstangenstelsel van het voertuig en 35 aan het andere einde een extra remstangenstelsel scharnierend 39 00923 .· -2- t % bevestigd, dat het remstangenstelsel van een kortgekoppeld, achterst voertuig bedient. Hiertoe is het extra remstangenstelsel aan het ene einde scharnierend aan een achterste koppelingsbalansbalk van het voorste voertuig en is het rem-5 stangenstelsel aan het ene einde scharnierend op een voorste koppelingsbalansbalk van het achterste voertuig bevestigd en drukken achterste en voorste koppelingsbalansbalken anderzijds tegen elkaar. Daarbij is de koppelingskop van het achterste voertuig op het voorste voertuigfreem gelagerd, 10 zodat deze koppelingskop bij tandembedrijf de oplooprem van het achterste voertuig niet bedient. In plaats daarvan wordt de oplooprem van het achterste voertuig via de beschreven krachtenoverbrengende weg door de koppelingskop van het voorste voertuig bestuurd.There are already known short-coupled vehicles up to a tandem vehicle, each of which is equipped with an overrun brake. The coupling head, which can be moved in the direction of travel, is coupled to a balance beam via a two-arm lever reversing the direction of movement. A balance linkage of the vehicle is attached to the balance beam at one end and an additional linkage of brakes hinged at the other end hinged 39 00923. -2% to serve the brake linkage assembly of a close coupled rear vehicle. To this end, the additional brake linkage is hinged at one end to a rear vehicle's front clutch balance beam and the brake linkage is hinged at one end to a rear vehicle's front clutch balance bar and rear and front clutch balance bars press against each other. The coupling head of the rear vehicle is then mounted on the front vehicle frame, so that this coupling head does not operate the overrun brake of the rear vehicle during tandem operation. Instead, the overrun brake of the rear vehicle is controlled by the clutch head of the front vehicle via the described force transmission path.

15 Bij tandembedrijf gaat 50% van de oploopkracht over op het remstangenstelsel van het eerste en het tweede voertuig. Bij het trekken van slechts één voertuig komt de achterste koppelingsbalansbalk van dit voertuig na een bepaalde weg tegen de aanslag op het voertuigfreem. Hierdoor gaat 20 50% van de met het gewicht van dit afzonderlijke voertuig overeenstemmende oploopkracht, welke overeenstemt met 50% van de totale oploopkracht van twee identieke voertuigen over in het freem, zodat slechts 50% van de bij tandembedrijf per voertuig werkende remkracht ter beschikking staat. Het 25 is echter gewenst, dat zowel bij afzonderlijk bedrijf, alsook bij tandembedrijf op de wielen van elk voertuig steeds hetzelfde aandeel van de met het gewicht van het voertuig overeenstemmende oploopkracht als remkracht ter beschikking staat.15 In tandem operation, 50% of the running-up force transfers to the brake linkage of the first and second vehicles. When only one vehicle is towed, the rear coupling balance beam of this vehicle comes into contact with the stop on the vehicle frame after a certain distance. This transfers 50% of the acceleration force corresponding to the weight of this individual vehicle, which corresponds to 50% of the total acceleration force of two identical vehicles, into the frame, so that only 50% of the braking force working at the tandem company is available per vehicle . However, it is desirable that the same proportion of the acceleration force corresponding to the weight of the vehicle as braking force is always available both in individual operation and in tandem operation on the wheels of each vehicle.

30 Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, een inrichting te verschaffen, welke ook bij het trekken van slechts één van een op een bepaalde plaats aan te brengen afzonderlijke voertuigen de volle remkracht waarborgt en wel, zonder extra ingrijpen in de reminstallatie, auto-35 matisch bij het kortkoppelen en scheiden van de beide afzonderlijke voertuigen.The invention is based on the problem of providing a device which, even when pulling only one of a separate vehicle to be fitted at a specific location, ensures full braking force, i.e. without additional intervention in the braking system. 35 when short-coupling and separating the two separate vehicles.

89 00 923 * t » -3-89 00 923 * t »-3-

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat het remstangenstelsel met êên einde van een eerste vereffeningsbalansbalk en het bijbehorende extra remstangenstelsel met één einde van een tweede vereffeningsbalansbalk 5 verbonden is, dat de vereffeningsbalansbalken aan het freem van het voertuig gelagerd zijn, dat de andere einden van de vereffeningsbalansbalken bij het remmen van het voertuig bij enkelvoudig bedrijf samenwerken, en dat de vereffeningsbalansbalken met speling aangebracht zijn, welke bij enkel-10 voudig bedrijf als onbelaste weg en bij tandembedrijf als rembedieningsweg aanwezig is.This problem is solved according to the invention in that the brake rod system with one end of a first equalizing balance beam and the associated additional brake rod system is connected with one end of a second equalizing balance beam 5, that the equalizing balance beams are mounted on the frame of the vehicle, the other ends of the equalizing balance beams when braking the vehicle work together in single operation, and that the equalizing balance beams are provided with clearance, which is present as a no-load road in single-tense operation and as a brake operating path in tandem operation.

Bij een oplooprem volgens de uitvinding vervalt de, de remkracht bij afzonderlijk bedrijf halverende aanslag aan het freem. In plaats daarvan is een paar vereffenende 15 balansbalken aanwezig, dat ook bij afzonderlijk bedrijf door de terugvoer van de door de balansbalken verdeelde oploopkracht een volledige remwerking garandeert. De voor tandembedrijf als rembedieningsweg noodzakelijke onbelaste weg kan op verschillende manieren gerealiseerd worden. Bij-20 voorbeeld kan tussen samenwerkende einden van de vereffeningsbalansbalken een speling aanwezig zijn. Het is echter ook mogelijk, een speling tussen vereffenende balansbalken en remstangenstelsels, resp. extra stangenstelsels te verwezenlijken. De inrichting volgens de uitvinding is eenvoudig 25 in opbouw en maakt een willekeurige reeksvolgorde van de koppeling van afzonderlijke voertuigen mogelijk.In the case of an overrun brake according to the invention, the stop force on the frame is reduced by half during separate operation. Instead, a pair of equalizing balance beams is provided, which guarantees full braking effect even in separate operation by the return of the ramp-up force distributed by the balance beams. The unloaded road required for tandem operation as a brake operating path can be realized in various ways. For example, a clearance may exist between co-operating ends of the equalization balance beams. It is also possible, however, for a clearance between equalizing balance beams and brake linkage systems, respectively. to realize additional linkage systems. The device according to the invention is simple in construction and allows an arbitrary sequence of coupling of individual vehicles.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de vereffenende balansbalken rechtstreeks met het extra remstangenstelsel, resp. de remstangenstelsels verbonden, zo-30 dat een afzonderlijk stangenstelsel, bijvoorbeeld tussen balansbalken en vereffenende balansbalken niet noodzakelijk is. De vereffeningsbalansbalk kan echter ook direct via extra stangen en de balansbalk met het extra remstangenstelsel, resp. het remstangenstelsel verbonden zijn, zodat ge-35 leidingen van de vereffenende balansbalk voor het remstangenstelsel, resp. het extra remstangenstelsel kunnen ver- 89 00923 · tIn one embodiment of the invention, the equalizing balance beams are directly connected to the additional brake linkage, resp. the brake rod assemblies are connected such that a separate linkage, for example between balance beams and equalizing balance beams, is not necessary. However, the equalization balance beam can also be connected directly via additional rods and the balance beam with the additional brake rod system, resp. the brake rod system, so that pipes of the equalizing balance beam for the brake rod system, resp. the additional brake linkage can be 89 00923 · t

VV

-4- vallen en'constante hefboomsarmen van de vereffenende balk gewaarborgd kunnen worden.- Falling and constant lever arms of the equalizing beam can be guaranteed.

Bij een verdere uitvoeringsvorm zijn de beide, direct met elkaar samenwerkende hefboomsarmen van de ver-5 effeningsbalansbalken via op elkaar afrollende vlakken van curvestukken, resp. overeenstemmende stangenstelsels met elkaar verbonden, waardoor vrijheid in wrijving en een constante hefboomsarm ook voor de tussen de vereffenende balansbalken overgedragen krachten gewaarborgd is.In a further embodiment, the two lever arms of the equalizing balance beams, which interact directly with each other, are connected to each other by surfaces of rolling pieces, resp. corresponding linkage systems are connected to each other, thus guaranteeing freedom in friction and a constant lever arm also for the forces transferred between the equalizing balance beams.

10 Verdere details en voordelen van het onderwerp van de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving van de bijbehorende tekeningen, welke in een schematische voorstelling het stangenstelsel van een inrichting volgens de uitvinding tonen. In de tekeningen tonen: 15 fig. 1 een stangenstelsel van de inrichting bij tandembedrijf van twee identieke voertuigen; fig. 2 stangenstelsels van dezelfde inrichting bij afzonderlijk bedrijf.Further details and advantages of the subject of the invention will appear from the following description of the accompanying drawings, which show in a schematic representation the rod system of a device according to the invention. In the drawings: Fig. 1 shows a linkage of the device in tandem operation of two identical vehicles; fig. 2 linkage systems of the same device in separate operation.

In fig. 1 is aan elke zijde van de streeppuntlijn 20 het stangenstelsel van een voertuig weergegeven, welke tot een tandemvoertuig kortgekoppeld zijn. Onder de streeppunt-lijn bevinden zich de stangenstelseldelen van het kortge-koppelde achterste voertuig. Boven de streeppuntlijn zijn de delen van het voorste, direct aan het trekkende voertuig. 25 gekoppelde voertuig weergegeven.Fig. 1 shows on each side of the dashed line 20 the linkage of a vehicle, which are closely coupled to a tandem vehicle. Below the dashed line are the linkage system members of the short-coupled rear vehicle. Above the dashed line are the parts of the front, directly on the towing vehicle. 25 coupled vehicle shown.

Dit laatste voertuig heeft een koppelingskop 1, welke scharnierend op een kogel van het trekkende voertuig gelagerd kan worden. In de krachtrichting A werken zowel een uit het eigen gewicht van het tandemvoertuig resulte-30 rende oploopkracht alsook een trekkracht op de koppelingskop 1. De oploopkracht A verschuift een koppelingsstang 2 in een vast aan het voertuig bevestigde rechtgeleiding 3, waarbij de koppelingsstang 2 een vast aan het voertuigfreem gelagerde tweearmige hefboom 4 zwenkt. De hefboomverhouding 35 van de hefboom 4 bedraagt ongeveer 3:1, waarbij de koppelingsstang 2 op de langste hefboomsarm aangrijpt. Aan de &9 00 923 ! -5- hefboom 4 is anderzijds een stang 5 scharnierbaar, welke in het midden op een balansbalk 6 aangrijpt. Door de hefboom 4 wordt de op de koppelingskop 1 drukkende oploopkracht A in een op de balansbalk 6 werkende trekkracht omgezet.The latter vehicle has a coupling head 1, which can be hinged on a ball of the towing vehicle. In the direction of force A, both a ramp-up force resulting from the self-weight of the tandem vehicle and a pulling force act on the coupling head 1. The ramp-up force A shifts a coupling rod 2 into a straight guide 3 fixed to the vehicle, the coupling rod 2 having a fixed the two-arm lever 4 mounted on the vehicle frame pivots. The lever ratio 35 of the lever 4 is approximately 3: 1, the coupling rod 2 engaging the longest lever arm. On the & 9 00 923! On the other hand, lever 4 is hinged on a rod 5, which engages in the center on a balance beam 6. Through the lever 4, the rising force A pressing on the coupling head 1 is converted into a pulling force acting on the balance beam 6.

5 Deze trekkracht wordt voor de helft via een aan êén einde op de balansbalk 6 scharnierend remstangenstelsel 7 in de remmen van het voorste voertuig ingeleid. Hiertoe grijpt het remstangenstelsel 7 in het midden op een remba-lansbalk 8 aan, waarmee aan beide einden Bowdenkabels 9 10 voor de beide remmen van het voorste voertuig verbonden zijn.This pulling force is introduced half way through a brake rod system 7 hinged at one end on the balance beam 6 into the brakes of the front vehicle. For this purpose, the brake rod system 7 engages in the center on a brake beam beam 8, with which Bowden cables 9 for both brakes of the front vehicle are connected at both ends.

De op de balansbalk 6 inwerkende trekkracht, wordt voor de andere helft via een op het andere einde scharnierend extra remstangenstelsel 10 naar het achterste voertuig 15 verder geleid. Hiertoe heeft het voorste voertuig een vast op het voertuig gelagerde, achterste koppelingsbalansbalk 11, waarop enerzijds het extra remstangenstelsel 10 aangrijpt. Aan het andere einde drukt de achterste koppelingsbalansbalk op een voorste koppelingsbalansbalk 12 van het 20 achterste voertuig, waarbij de achterste koppelingsbalansbalk en de voorste koppelingsbalansbalk 12 elkaar volgens curvevlakken 13 raken, welke bij het verzwenken van de koppelingsbalansbalken 11, 12 over elkaar afrollen. De krachten-sluitende verbinding met het remstangenstelsel 7 25 van het achterste voertuig wordt via een op het andere einde van de voorste koppelingsbalansbalk 12 aangrijpende verbin-dingsstang 14 gewaarborgd, welke met het scharnierpunt van het remstangenstelsel 7 op de balansbalk 6 van het achterste voertuig verbonden is.The tensile force acting on the balance beam 6 is conveyed for the other half via an additional brake rod system 10 hinged at the other end to the rear vehicle 15. To this end, the front vehicle has a rear clutch balance beam 11 fixedly mounted on the vehicle, on which, on the one hand, the additional brake rod system 10 engages. At the other end, the rear linkage balance bar presses on a front linkage balance bar 12 of the rear vehicle, the rear linkage balance bar and the front linkage balance bar 12 touching each other on curve planes 13 which roll over each other when pivoting the linkage balance bars 11, 12. The force-closing connection to the brake linkage 7 of the rear vehicle is ensured by means of a connecting rod 14 engaging the other end of the front coupling balance beam 12, which connection is connected to the pivot point of the brake linkage 7 on the balance beam 6 of the rear vehicle. is.

30 Omdat de koppelingsstang 2 van het achterste voer tuig met zijn koppelingskop 1 op de kogel 15 van het voorste voertuig vastgezet is, wordt het remstangenstelsel 7 van het achterste voertuig uitsluitend door de oploopkracht A bediend, welke op de koppelingskop 1 van het voorste voer-35 aangrijpt.Because the coupling rod 2 of the rear vehicle is fixed with its coupling head 1 on the ball 15 of the front vehicle, the brake rod system 7 of the rear vehicle is only operated by the ramp force A, which is applied to the coupling head 1 of the front vehicle. 35 engages.

89 00323.' v -6-89 00323. " v -6-

Tussen het remstangenstelsel 7 en het extra rem-stangenstelsel 10 zijn twee vereffeningsbalansbalken 16, 17 aangebracht, welke aan één einde langssleuven 18, 19 hebben, waarin de vast met het remstangenstelsel, resp. het trek-5 stangenstelsel verbonden geleidingsdoornen 20, 21 ingrijpen. Aan het andere einde hebben de vereffenende balansbalken 16, 17 curvevlakken 22, 23, welke bij het zwenken van de vereffeningsbalansbalken 16, 17 over elkaar kunnen afrollen, resp. via een stangenstelsel met langwerpige gaten met el-10 kaar verbonden zijn en bij tandembedrijf met een speling S (resp. langwerpige gaten) op afstand van elkaar liggen.Between the brake linkage system 7 and the additional brake linkage system 10, two equalizing balance beams 16, 17 are provided, which have longitudinal slots 18, 19 in which the fixed with the brake linkage system, respectively. guide mandrels 20, 21 connected to the pull rod system intervene. At the other end, the equalizing balance bars 16, 17 have curved surfaces 22, 23, which can roll over or over each other when the equalizing balance bars 16, 17 are pivoted. are connected to each other via an elongated hole rod system and are spaced apart in tandem operation with a clearance S (or elongated holes).

De speling S waarborgt een onbelaste weg bij het zwenken van de vereffeningsbalansbalken, welke als rembedienings-weg bij tandembedrijf gebruikt wordt.The clearance S ensures an unloaded path when pivoting the equalizing balance beams, which is used as a brake operating path in tandem operation.

15 Zoals beter uit fig. 2 blijkt, wordt bij afzonder lijk bedrijf de speling S tussen de curvevlakken 22, 23 van de vereffeningsbalansbalken 16, 17 gesloten, doordat de oploopkracht A via de hefboom 4, de stang 5, de balansbalk 6 en het extra stangenstelsel 10 de vereffenings-20 balansbalk 17 tegen de vereffeningsbalansbalk 16 zwenkt. Hierbij verstelt de balansbalk 6 voornamelijk de vereffe-ninsbalansbalk 17, totdat, door het aanleggen van de curvevlakken 23 en 22 een tegenkracht in het extra remstangenstelsel 10 opgebouwd is. Dan is de balansbalk 6 in even-25 wicht en de via de stang 5 daarop uitgeoefende trekkracht wordt via het extra remstangenstelsel 10, de vereffeningsbalansbalken 16, 17 en het remstangenstelsel 7 volledig in de rembalansbalk 8 en dus de remmen van het afzonderlijke voertuig ingeleid. De achterste en voorste koppelingsbalans-30 balken 11, 12 van het voertuig zijn bij afzonderlijk bedrijf zonder functie en worden bij rembediening slechts weinig verzwenkt.As better shown in Fig. 2, in separate operation, the play S between the curve surfaces 22, 23 of the equalizing balance beams 16, 17 is closed, because the rising force A via the lever 4, the rod 5, the balance beam 6 and the additional rod system 10 pivots the equalizing balance beam 17 against the equalizing balance bar 16. The balance bar 6 herein mainly adjusts the equalization balance bar 17, until a counterforce has been built up in the additional brake rod system 10 by applying the curve surfaces 23 and 22. Then the balance beam 6 is in equilibrium and the pulling force exerted on it via the rod 5 is guided completely via the additional brake linkage 10, the equalization balance bars 16, 17 and the brake linkage 7 into the brake balance beam 8 and thus the brakes of the individual vehicle. The rear and front clutch balance beams 11, 12 of the vehicle have no function in separate operation and are only slightly pivoted during brake operation.

89 00323.89 00323.

Claims

1. Overrun brake for single-axle vehicles that can be coupled to a tandem vehicle, with a coupling rod (2) that can be slid when the vehicle is raised, and a balance beam (6) connected to it via a lever (4), on which at one end the brake-5 linkage ( 7) of the vehicle, as well as, at least during the tandem operation rear vehicle, engage a front coupling balance beam (12) and on which at the other end, at least at the tandem operation, front vehicle, an additional brake linkage (10) is pivotable, the additional brake rod system (10) of the front vehicle acts on the front clutch balance beam (12) of the rear vehicle during tandem operation, whereby during the coupling process a relative movement between the vehicles and thereby also a displacement of the coupling rod (2) of the rear vehicle is prevented characterized in that the brake rod assembly (7) has one end of a first equalizing balance beam (16) and the associated additional brake rod The system (10) is connected to one end of a second equalizing balance beam (17), that the equalizing balance bars (16, 17) are mounted on the frame of the vehicle, that the other ends of the equalizing balance bars (16, 17) when braking of the vehicle in single operation and that the equalizing balance beams (16, 17) are provided with clearance (S), which is present as a no-load road in single operation and as a brake operating route in tandem operation.

Overrun brake according to claim 1, characterized in that the equalizing balance beams (16, 17) directly with the additional brake linkage (10) or. the brake linkage 30 (7) are connected.

The overrun brake according to claim 1, characterized in that the equalizing balance beams (16, 17) directly via tie rods and the balance beams (6) with the additional brake linkage (10), respectively. the brake rod assembly (7) is connected. 35 89 00923. " Μ -8-

Overrun brake according to at least one of Claims 1 to 3, characterized in that the two lever arms of the equalizing balance beams (16, 17, which interact directly with one another via rolling surfaces (22, 23) of curve-5 pieces, or corresponding rod systems are connected to each other 89 00923.