NL8900731A - Kleerhanger of dergelijke. - Google Patents

Description

Kleerhanger of dergelijke.

De uitvinding betreft een kleerhanger, die vooral bedoeld is voor het in gespannen toestand ophangen van rokken of dergelijke kledingstukken, maar ook met voordeel voor het ophangen van andere voorwerpen kan worden gebruikt.

Een bekende kleerhanger voor het genoemde doel is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.221.310 en heeft als basiselement twee scharnierend op elkaar of op een middenstuk aansluitende, schuin omhoog gerichte spanarmen, die bestemd zijn om een kledingstuk of ander voorwerp aan hun vrije einden te dragen, en als topelement twee scharnierend op elkaar of op een middenstuk aansluitende, schuin omlaag gerichte verbindingsarmen, die ongeveer de halve lengte van de spanarmen hebben en ongeveer op het midden van de spanarmen aangrijpen. Veermiddelen, bijvoorbeeld bladveren ter plaatse van de scharnierende verbindingen, zorgen voor het naar elkaar toe dringen van het topelement en het basiselement, terwijl de hanger wordt gecompleteerd door een met het topelement verbonden ophanghaak.

In deze bekende kleerhanger vormen de spanarmen en de verbindingsarmen met elkaar een vierhoek waarvan de hoekpunten door de scharnierende aansluitingen worden gevormd.

Dit levert een stevige constructie die betrekkelijk grote gewichten kan dragen. De tevens aanwezige veermiddelen zorgen bovendien voor een grote inwendige veerkracht die maakt dat de spanarmen zich altijd willen strekken.

Tijdens het gebruik wordt de bekende kleerhanger met de spanarmen in ingedrukte stand in een kledingsstuk gebracht of worden lussen van het kledingstuk om haken aan het vrije einde van de spanarmen geslagen, waarna de spanarmen worden losgelaten zodat deze zich strekken en onder uitoefening van spankracht op het kledingstuk aangrijpen. Het samenstel van hanger en kledingstuk kan dan als zodanig in een rek of kast worden opgehangen.

Voordelen van deze bekende kleerhanger zijn dat hij grote gewichten kan dragen, dat rokken of andere kledingstukken in gespannen toestand worden opgehangen en dat kledingstukken van verschillende breedte steeds op nagenoeg dezelfde hoogte ten opzichte van de ophanghaak komen te hangen. Als nadeel kan gelden dat deze bekende hanger betrekkelijk ingewikkeld van constructie is en bij de fabricage relatief veel materiaal vergt.

Bij nader onderzoek is thans gevonden dat men met behoud van de meeste voordelen van de bekende kleerhanger tot een betere werking en een eenvoudiger constructie kan komen door als basiselement van de hanger een langgerekt lichaam van verend buigbaar materiaal, met draagstukken aan de einden, te nemen. Men kan dan met minder materiaal volstaan waardoor de produktiekosten lager worden. Bovendien worden door de betere werking diverse nieuwe variatiemogelijkheden geschapen, die bij de bekende kleerhanger ontbreken.

De uitvinding verschaft een kleerhanger of dergelijke, die als basiselement ten minste één langgerekt lichaam van verend buigbaar materiaal, met aan beide einden draagstukken voor het dragen van een kledingstuk of ander voorwerp heeft en als topelement twee op elkaar of op een star middenstuk aansluitende verbindingsarmen van flexibel materiaal die met hun einden aangrijpen op het lichaam van het basiselement, op plaatsen tussen het midden en de einden daarvan, alsmede een aan het aansluitingspunt of het middenstuk van de verbindingsarmen bevestigde ophanghaak.

Met deze kleerhanger kunnen kledingstukken zoals rokken en pantalons en ook andere voorwerpen in gespannen toestand worden opgehangen, evenals bij de bekende kleerhanger. Ook kunnen kledingstukken van verschillende maat steeds ongeveer op dezelfde hoogte ten opzichte van de ophanghaak komen te hangen. Ondanks de eenvoudige en lichte constructie kan de hanger toch redelijk grote gewichten dragen. Een bijzonder voordeel is dat door variatie van de veerkracht in het basiselement de hanger bij het gewicht van de kledingstukken kan worden aangepast en dat door variatie van de plaats van aangrijpen van de verbindingsarmen op het basiselement kan worden verhinderd dat de hanger in het gebruik teveel boven het kledingstuk uitsteekt of teveel in het kledingstuk verzonken is.

In een bijzondere uitvoering is aan het middenstuk van de verbindingsarmen of aan de ophanghaak een langgerekt hulpstuk voor het bijeenhouden van het kledingstuk aangebracht. Hiermee kunnen additionele voordelen worden verkregen.

Thans volgt een meer gedetailleerde beschrijving van de hanger volgens de uitvinding.

Het voornaamste onderdeel van de hanger volgens de uitvinding is het basiselement bestaande uit ten minste één langgerekt lichaam van verend buigbaar materiaal met draagstukken aan de einden. Dit basiselement geeft de hanger een goede stevigheid. Het laat zich gemakkelijk buigen en onder spanning brengen zodat de hanger tijdens het gebruik in ingedrukte toestand in een kledingstuk kan worden gebracht. Ook keert het gemakkelijk vanuit de ingedrukte stand in de oor-spronkelijke stand terug, zodat de hanger na inbrengen in een kledingstuk daarop een spankracht kan uitoefenen. Het samenstel van hanger en kledingstuk kan dan in gespannen toestand in een rek of kast worden opgehangen.

Hoewel diverse materialen voor het langgerekte lichaam van het basiselement bruikbaar zijn, bestaat dat lichaam bij voorkeur uit veren staal, met een corrosie vaste omhulling van kunststof.

Het langgerekte lichaam kan geheel recht zijn maar ook geknikt of gekromd. In een voorkeursuitvoering is het lichaam recht, met schuin omhoog gerichte eindgedeelten; dit levert een goede spanningskarakteristiek in de hanger, dat wil zeggen een nagenoeg gelijke spankracht over het gehele maatbereik waarvoor de hanger is ontworpen.

Hoewel het langgerekte lichaam van het basiselement in dwarsdoorsnede elke gewenste vorm kan hebben, is het bij voorkeur rond ter wille van kostenbesparing. Verder kan het lichaam uiteenlopende dikten (diameters) hebben, afhankelijk van het gewicht van de kledingstukken waarvoor de hanger is ontworpen.

De draagstukken aan de einden van het langgerekte lichaam kunnen elke gewenste vorm en afmeting hebben en zijn bij voorkeur uit een kunststof gemaakt, hoewel ook andere materialen bruikbaar zijn.

Hoewel het basiselement bij voorkeur slechts één langgerekt lichaam van verend buigbaar materiaal heeft, zijn ook uitvoeringsvormen denkbaar met twee van dergelijke lichamen, die dan door afstandhouders aan de einden en eventueel op andere plaatsen met elkaar zijn verbonden.

Het topelement van de hanger wordt gevormd door twee op elkaar of op een middenstuk aansluitende verbindings-armen van flexibel materiaal, bijvoorbeeld flexibele kunststof. Deze verbindingsarmen behoeven slechts een geringe stijfheid te bezitten aangezien het basiselement reeds voor voldoende stevigheid en veerkracht zorgt. Geeft men de verbindingsarmen toch een zekere stijfheid, bijvoorbeeld door middel van een kruisprofiel, dan dient men te zorgen dat de aansluitingen van de armen op elkaar en op het middenstuk en ook de aansluitingen van de armen op het lichaam van het basisgedeelte voldoende flexibel blijven, bijvoorbeeld door het aanbrengen van scharnieren of soepele bladveren.

De verbindingsarmen grijpen op het lichaam van het basiselement aan op plaatsen tussen het midden en de einden daarvan. Een aangrijping halverwege de afstand tussen het midden en de einden van het lichaam is niet beslist noodzakelijk. Dit schept een mogelijkheid tot variatie, waarbij men kan verhinderen dat de hanger in het gebruik teveel boven het kledingstuk uitsteekt of teveel in het kledingstuk verzonken geraakt.

Naast de besproken onderdelen kan de hanger volgens de uitvinding nog extra onderdelen bevatten die het functioneren van de hanger tijdens het gebruik verbeteren. Zo kan men aan het middenstuk van de verbindingsarmen of aan de op-hanghaak een langgerekt hulpstuk voor het bijeenhouden van een kledingstuk aanbrengen. Een dergelijk hulpstuk kan diverse vormen hebben, zoals in de figuurbeschrijving verklaard.

De uitvinding wordt nader geïllustreerd door de tekening, die enkele uitvoeringsvormen van de hanger en hun werking weergeeft.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van de hanger volgens de uitvinding, in aanzicht en partiëel in dwarsdoorsnede, waarbij het topelement van de hanger in twee standen overeenkomend met de hangende toestand van de hanger (getrokken lijnen) en de vrije toestand van de hanger (stippellijnen) is weergegeven.

Fig. 2 laat de hanger van fig. l na het inbrengen in een kledingstuk (getrokken lijnen) en in ontspannen toestand (stippellijnen) zien.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm gelijk aan die van fig. 1 en 2 maar voorzien van een hulpstuk.

Fig. 4 is een variant op de combinatie van fig. 3.

De hanger van fig. 1 heeft als basiselement een langgerekte ronde stang 1 van veren staal, omhuld met een corrosievaste kunststofbekleding 2. De stang 1 is grotendeels rechtlijnig maar heeft schuin omhoog gerichte eindgedeelten 3,3, voorzien van draagstukken 4,4 uit kunststof. De draagstukken zijn bestemd om een kledingstuk zoals een rok of pantalon te dragen en zijn daartoe voorzien van de gebruikelijke uitsteeksels 5,5. Verder heeft de hanger een topelement van twee verbindingsarmen 6,6 uit flexibele kunststof, die op een star middenstuk 7 aansluiten en met hun einden 8,8 aan de stang 1 zijn bevestigd, op plaatsen tussen het midden en de einden daarvan. De hanger wordt gecompleteerd door een op-hanghaak 9, die aan het middenstuk 7 van het topelement is vastgemaakt.

De verbindingsarmen 6,6 van flexibele kunststof hebben slechts een geringe stijfheid zodat zij in vrije toestand de stand zullen innemen die in fig. l met stippellijnen is weergegeven. Alleen in opgehangen toestand van de hanger worden de verbindingsarmen strakgespannen zoals in fig. l met getrokken lijnen is getekend.

De hanger van fig. 1 laat zich tijdens het gebruik gemakkelijk vervormen, dankzij de materialen waaruit de stang 1 aan de verbindingsarmen 6,6 bestaan. Vat men bijvoorbeeld de hanger bij de draagstukken 4,4 aan en drukt men de draagstukken naar elkaar toe, dan zal de stang 1 over de gehele lengte worden gekromd terwijl de verbindingsarmen 6,6 een willekeurige stand zullen innemen. Dankzij de veerwerking in de stang 1 wordt dan een spankracht in de hanger opgewekt die de neiging heeft de oorspronkelijke toestand te herstellen. Brengt men vervolgens de hanger in een rok of een ander kledingstuk aan en laat men de draagstukken los, dan zal de hanger zich onder invloed van de veerwerking gedeeltelijk ontspannen totdat de draagstukken op het kledingstuk aangrijpen. Het samenstel van hanger en kledingstuk kan dan in gespannen toestand aan een rek of kast worden opgehangen.

Pig. 2 laat zien hoe de hanger in ingedrukte toestand in een rok 10 wordt aangebracht. Een der draagstukken 4 van de hanger rust reeds tegen de binnenzijde van de rok, terwijl het andere draagstuk 4 zich ontspant in de richting van de pijl A totdat het eveneens tegen de binnenzijde van de rok komt te rusten. De haak 9 van de hanger is in omhoog getrokken stand getekend. Daarnaast is met stippellijnen nog eens de oorspronkelijke toestand van de hanger uit fig. 1 weergegeven.

Vergelijking tussen de gestippelde en de getrokken stand van fig. 2 doet zien dat de stang 1 tijdens het gebruik gekromd wordt. Tevens valt uit deze figuur te zien dat de draagstukken in beide standen nagenoeg op dezelfde hoogte ten opzichte van de ophanghaak verkeren, dankzij de buitenwaarts gerichte spankracht in de hanger. Dit betekent dat kledingstukken van verschillende maat steeds op nagenoeg dezelfde hoogte komen te hangen.

Fig. 3 toont eenzelfde hanger als in fig. 1 en 2, aangebracht in een rok 10 of ander kledingstuk en voorzien van een langgerekt hulpstuk 11 voor het bijeenhouden van het kledingstuk. Dit hulpstuk heeft hier de vorm van een omgekeerd u-profiel met vier omlaag gerichte vingers 12,12, die het kledingstuk tussen zich in houden. Eventueel zou een extra wijd kledingstuk omgevouwen en onder het hulpstuk vastgeklemd kunnen worden.

In de variant van fig. 4 is de hanger (van eenzelfde type als in fig. 1 en 2) voorzien van een hulpstuk 13 in de vorm van een naar beide zijden uitstekende arm met twee omlaag gerichte vingers 14,14. De hanger is in een wijde rok 15 of ander kledingstuk aangebracht, dat vervolgens is omgevouwen en met de einden van de tailleband om de vingers 14,14 is geslagen, zodanig dat deze vingers hier als extra draagstukken fungeren.

Op de beschreven uitvoeringsvormen zijn talrijke varianten mogelijk. Zo behoeft de stang 1 in de uitvoeringsvorm van fig. 1 en 2 niet beslist de getekende vorm te hebben, maar kan deze stang ook geheel recht of gekromd of op meer dan twee plaatsen geknikt zijn. In doorsnede kan deze stang rond zijn, maar ook elke andere geschikte vorm hebben. Door variatie van de dikte van de stang kan de veerkracht daarin verschillende waarden aannemen, passend bij kledingstukken van uiteenlopend gewicht.

De verbindingsarmen kunnen elke gewenste doorsnede hebben mits zij gemaakt zijn van een flexibel materiaal. Bij voorkeur heeft het materiaal van deze verbindingsarmen een minimale stijfheid; bij grotere stijfheid dient men te zorgen voor scharnierende of eventueel soepel verende verbindingen op de aangrijpingsplaatsen. Door variatie van de aangrij-pingsplaatsen kan men verhinderen dat de hanger boven het kledingstuk uitsteekt of in het kledingstuk verzinkt.

De draagstukken zijn bij voorkeur van kunststof gemaakt maar kunnen ook uit elk ander materiaal bestaan.

Het hulpstuk kan elke gewenste vorm hebben en elk gewenst aantal vingers of dergelijke dragen. Deze vingers kunnen recht tegenover elkaar, versprongen t.o.v. elkaar of naast elkaar zijn aangebracht.

Hoewel in de getekende uitvoeringsvormen van de hanger het basiselement slechts één verende stang omvat, kunnen desgewenst ook twee parallel boven elkaar gelegen stangen aanwezig zijn, die door afstandhouders aan de einden en eventueel op andere plaatsen met elkaar zijn verbonden.

Een dergelijke uitvoeringsvorm geeft een grotere stevigheid aan de hanger.

Tenslotte zal het duidelijk zijn dat de hanger volgens de uitvinding niet alleen voor het ophangen van kledingstukken maar ook voor andere voorwerpen kan dienen.

Claims (6)

1. Kleerhanger of dergelijke, omvattende als basiselement ten minste één langgerekt lichaam van verend buigbaar materiaal, met aan beide einden draagstukken voor het dragen van een kledingstuk of ander voorwerp, en als topelement twee op elkaar of op een star middenstuk aansluitende verbindingsarmen van flexibel materiaal die met hun einden aangrijpen op het lichaam van het basiselement op plaatsen tussen het midden en de einden daarvan, alsmede een aan het aansluitingspunt of het middenstuk van de verbindingsarmen bevestigde ophanghaak.

2. Kleerhanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam van het basiselement bestaat uit veren staal, met een corrosie werende omhulling van kunststof.

3. Kleerhanger volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het lichaam van het basiselement recht is met schuin omhoog gerichte eindstukken.

4. Kleerhanger volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de draagstukken bestaan uit kunststof.

5. Kleerhanger volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de verbindingsarmen uit flexibele kunststof bestaan .

6. Kleerhanger volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat aan het middenstuk van de verbindingsarmen of aan de ophanghaak een langgerekt hulpstuk voor het bijeenhouden van het kledingstuk is aangebracht.