NL8900449A

NL8900449A - Inrichting voor het inwendig reinigen van een buis.

Info

Publication number: NL8900449A
Application number: NL8900449A
Authority: NL
Original assignee: Hoogovens Groep Bv
Priority date: 1989-02-23
Filing date: 1989-02-23
Publication date: 1990-09-17
Also published as: EP0384519A3; EP0384519A2

Description

INRICHTING VOOR HET INWENDIG REINIGEN VAN EEN BUIS

Door aanvraagster worden als uitvinders genoemd:

Ir. B.A.G.R. BAKKER te HAARLEM C. BIJLEVELD te ALKMAAR

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het inwendig reinigen van een buis, omvattende een om de lengte-as draaibare slang en een aandrijving voor het verdraaien van de slang welke met de slang is gekoppeld, en welke slang aan de kopzijde voorzien is van een spuitkop geschikt voor het spuiten van reinigingsvloeistof.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Offen-legungsschrift 3148225. De slang is aangesloten op een hoge-druk-bron voor aanvoer van de reinigingsvloeistof. De reinigingsvloeistof verlaat de spuitkop zijdelings via enkele schoonmaaksproeiers en heeft een reinigende werking op de binnenzijde van de buis. Door reactiekrachten van de gespoten reinigingsvloeistof wordt de kopzijde van de slang centraal in de buis gepositioneerd. Dientengevolge kunnen eenvoudig bochten en vernauwingen gepasseerd worden bij het doorvoeren van de slang door de buis. De bekende inrichting wordt toegepast bij buizen met een interne diameter van maximaal circa 20 mm.

Toepassing van deze inrichting bij buizen met een grotere binnendiameter, bijvoorbeeld vanaf circa 20 cm is niet mogelijk gebleken omdat de centreerfunctie van de spuitkop bij dergelijke grote binnendiameters verloren gaat, en de slang niet goed meer door de buis heen te voeren is.

Met de uitvinding wordt beoogd dit probleem op te lossen. Daartoe wordt de inrichting volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt dat de slang althans over een op de kopzijde aansluitend deel buigingsstijf is. Hiermee wordt voorkomen dat de spuitkop in de buis gaat dwalen en wordt het probleem vermeden, dat de spuitkop in de buis omkeert en tegen de doorvoerrichting van de slang in in de buis gaat bewegen.

Dit wordt in het bijzonder bereikt indien het gedeelte van de slang dat buigingsstijf is een lengte heeft welke ten minste de diameter van de te reinigen buis bedraagt. Het is gebleken dat de inrichting volgens de uitvinding zich goed leent voor toepassing bij buizen met een zeer grote inwendige diameter, zoals buizen voor transport van hoogovengas met een inwendige diameter van circa 3200 mm.

Het is daarbij gewenst de schoonmaaksproeiers van de spuitkop aan ëën halve zijde van die spuitkop te plaatsen. Aan de tegenoverliggende halve zijde van de spuitkop kan dan tenminste een elevatiesproeier opgenomen worden. Zowel de schoonmaaksproeiers als de elevatiesproeier kunnen zijdelings reinigingsvloeistof afscheiden. Door de rotering van de slang en de werking van de sproeiers wordt de spuitkop dicht langs de binnenwand van de buis bewogen. De schoonmaaksproeiers zijn daarbij doorlopend naar de wand gericht. De elevatiesproeier is van de wand af gericht en dient ter compensatie van de reactiekrachten van de schoonmaaksproeiers en voor het overwinnen van de zwaartekracht van de buigingsstijve slang en de daardoor gevoerde reinigingsvloeistof.

Het heeft de voorkeur de inrichting zo uit te voeren dat de spuitkop voorzien is van ten minste een van de kopzijde af en in hoofdzaak in de lengterichting van de slang gerichte transport-sproeier. Hiermee wordt de beweging van de inrichting door de buis bevorderd.

De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelieht aan de hand van de tekening.

Eig, 1 toont de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont de spuitkop van de inrichting volgens de uitvinding.

Met verwijzingscijfer 1 wordt in fig. 1 een inwendig te reinigen buis getoond, welke over de te reinigen lengte voorzien is van vernauwingen als vernauwing 2 en bochten (niet getoond). Bij een daarvoor geschikt invoerpunt 3 wordt de slang 4 de buis 1 ingevoerd. De kopzijde 5 van de slang 4 is voorzien van een spuitkop en een deel van de slang 4 aansluitend op deze kopzijde 5 is buigingsstijf uitgevoerd. Bij punt 6 gaat het buigingsstijve deel van de slang 4 over in het flexibele deel. Buiten de buis 1 is een motor 7 opgesteld waarop de slang 4 is aangesloten en waarmee deze continu geroteerd kan worden. Tevens kan hier een hogedrukpomp zijn voorzien voor het invoeren van de reinigingsvloeistof welke de slang 4 bij spuitkop 5 verlaat.

In fig. 2 wordt bij A een bovenaanzicht van de spuitkop 5 getoond en bij B een zijaanzicht waarbij tevens een gedeelte van slang 4 is getoond. De spuitkop is voorzien van twee schoonmaak-sproeiers 8 en een elevatiesproeier 9. Voorts heeft de spuitkop 5 enkele transportsproeiers 10 teneinde voortbeweging van de slang 4 in de buis 1 te vergemakkelijken. De schoonmaaksproeiers 8 zijn doorlopend naar de binnenwand van buis 1 gericht. De elevatiesproeier 9 is van de binnenwand van buis 1 afgewend en zorgt ervoor dat de spuitkop 5 zich doorlopend nabij de wand van buis 1 bevindt, zowel in geheven positie van de slang 4 als in afhangende positie 4’ daarvan (met onderbroken lijn getekend in fig. 1).

De inrichting blijkt goed te voldoen bij het reinigen van een hoogovengasleiding met een diameter van 3200 mm. Tijdens reinigen dient het toerental voor ronddraaien van de slang 10 a 20 toeren per minuut te bedragen. Het optimale toerental is afhankelijk van de dikte van de te verwijderen laag vuil. Doorvoersnelheid van de slang 4 door de buis 1 is afhankelijk van het toerental en kan circa 1 cm/omwenteling bedragen. De toe te passen druk van de reinigingsvloeistof is in te stellen op circa 700 bar.

Claims

1. Inrichting voor het inwendig reinigen van een huis, omvattende een om de lengte-as draaibare slang en een aandrijving voor het verdraaien van de slang welke met de slang is gekoppeld, en welke slang aan de kopzijde voorzien is van een spuitkop geschikt voor het spuiten van reinigingsvloeistof, met het kenmerk, dat de slang althans over een op de kopzijde aansluitend deel buigingsstijf is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gedeelte van de slang dat buigingsstijf is een lengte heeft welke ten minste de diameter van de te reinigen buis bedraagt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de spuitkop is voorzien van een of meer schoonmaaksproeiers, met het kenmerk, dat de spuitkop een eerste en een tweede halve zijde heeft en dat de schoonmaaksproeiers zich aan de eerste halve zijde van de spuitkop bevinden.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de spuitkop aan de tweede halve zijde is voorzien van ten minste een elevatiesproeier.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de spuitkop voorzien is van ten minste een van de kopzijde af en in hoofdzaak in de lengterichting van de slang gerichte transport-sproeier.