NL8900257A - Aandrijfstelsel voor een weergeefpaneel met een aantal opeenvolgend zichtbaar te maken beelden. - Google Patents

Description

VO 1211

Titel: Aandrijfstelsel voor een weergeefpaneel met een aantal opeenvolgend zichtbaar te maken beelden.

De uitvinding heeft betrekking op een aandrijfstelsel voor een weergeefpaneel omvattende een aantal draaibare, driehoekige kolommen, die naast elkaar zijn geplaatst en waarvan corresponderende zijvlakken in de verschillende standen van de kolommen een aantal verschillende beelden kunnen weergeven, waarbij de kolommen aan beide uiteinden draaibaar ondersteund zijn en aan een uiteinde elk zijn voorzien van een in hoofdzaak driehoekige rotatieelement en waarbij is voorzien in door een gemeenschappelijke aandrijving aangedreven verplaatsingsmiddelen, die de opeenvolgende rotatieelementen achtereenvolgens over ongeveer 120° kunnen verdraaien.

Een dergelijk aandrijfstelsel is bekend uit de Europese Octrooiaanvrage 0261089 en is bijzonder geschikt voor het achtereenvolgens d.m.v. de zijvlakken van de kolommen weergeven van bijv. drie verschillende reclameboodschappen, die gevormd worden door de corresponderende vlakken van de driehoekige kolommen, die steeds elk een klein gedeelte van de totale reclameboodschap tonen. Het bekende aandrijfstelsel functioneert in de praktijk goed, maar heeft als bezwaar dat het nogal kostbaar is omdat het een groot aantal onderdelen en een complex ondersteuningsprofiel voor de aandrijfelementen van de afzonderlijke kolommen omvat. Deze hoge kostprijs is vooral dan een bezwaar wanneer het weergeefpaneel bijv. slechts voor een enkele reclamecampagne wordt benut en daarna wordt weggeworpen.

De uitvinding beoogt derhalve te voorzien in een aandrijfstelsel voor een weergeefpaneel met een aantal opeenvolgend zichtbaar te maken beelden dat een bijzonder lage kostprijs heeft en dat toch op betrouwbare wijze functioneert, zodat het ook zonder bezwaar benut kan worden voor reclameboodschappen van tijdelijke aard.

De uitvinding voorziet daartoe in een aandrijfstelsel van voornoemde soort waarbij de zijden van de rotatieelementen tussen de hoekpunten concaaf zijn en waarbij de aandrijfmiddelen een eindeloze band omvatten die gekoppeld is met de gemeenschappelijke aandrijving en die voorzien is van tenminste een in de langsrichting van de band verlopende sleuf, die steeds aan kan grijpen op een naar de band gekeerd hoekgedeelte van een rotatieelement, teneinde dit te doen roteren en van een bij de sleuf behorend voorloopelement, dat, gezien in de looprichting van de band, op een zodanige afstand voor de sleuf is aangebracht, dat het, door aangrijping op een hoekgedeelte van het rotatieelement, dit zover doet roteren, dat, gezien in de looprichting van de band, het voorafgaande hoekgedeelte tot in de sleuf wordt gedraaid, waarna dit door een eindrand van de sleuf wordt meegenomen totdat de hoek van 120° is voltooid.

De sleuf heeft bijvoorkeur een rechthoekige vorm, zodat de achterlopende eindrand aangrijpt op het rotatieelement, terwijl de voorloopelementen bijvoorkeur zijn uitgevoerd als op de band bevestigde, langwerpige, aan een uiteinde gebogen metaalstrips, waarvan het gebogen gedeelte van de band is afgekeerd in de richting van de rotatieelementen. Door de maatregelen volgens de uitvinding wordt een uitermate eenvoudig en goedkoop te vervaardigen aandrijfstelsel verschaft, dat in de praktijk echter uiterst betrouwbaar blijkt te functioneren.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, hierin toont:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een gedeelte van het aandrijfstelsel volgens de uitvinding;

Figuur 2 een zijaanzicht van het stelsel volgens figuur 1; Figuur 3 een dwarsdoorsnede langs de lijn III-III in figuur 1 Figuur 4 een andere uitvoering van het stelsel volgens de uitvinding.

De figuren 1 en 2 tonen gedeelten van de driehoekige kolommen 10 die op elk van hun vlakken op een zodanige wijze zijn voorzien van gedeelten van afbeeldingen, dat steeds de in figuur 1 naar links gerichte vlakken gezamelijk een (reclame)boodschap tonen. Door alle kolommen over 120° te verdraaien wordt een volgende boodschap getoond en door opnieuw over 120° te draaien een derde boodschap,waarna de cyclus opnieuw kan beginnen. De kolommen 10 zijn aan de niet getoonde uiteinden draaibaar ondersteund in een frame. De opbouw van een dergelijk frame kan op verschillende, op zich bekende wijzen, geschieden en zal derhalve niet nader worden toegelicht. Aan de in figuur 2 getoonde uiteinden zijn de kolommen 10 voorzien van assen 11, die eveneens op op zich bekende wijze ondersteund worden in een in de figuren niet getoond frame. Elk van de assen 11 is voorzien van een driehoekig rotatieelement 12. Zoals uit figuur 1 duidelijk blijkt zijn de zijden van elk van de rotatieelementen 12 tussen opeenvolgende hoekpunten concaaf, waardoor de hoekpunten een enigszins spitsere vorm verkrijgen.

Een eindeloze band 13, die bijv. uit textiel kan zijn vervaardigd, loopt rond trommels, die nabij het eerste en het laatste rotatieelement 12, in hoofdzaak in een lijn daarmee, zijn opgesteld. Een van deze trommels is in figuur 1 met verwijzingscijfer 18 aangeduid. Bijvoorbeeld trommel 18 wordt aangedreven door een niet getoonde aandrijf motor om de band 13 in de in figuur 1 met een pijl A aangegeven richting te doen bewegen.

Zoals de figuren 2 en 3 duidelijk tonen is de band 13 voorzien van een op de band bevestigd rechthoekig voorloopelement 14, dat aan het vrije uiteinde van de band is weggebogen en een in een rij daarmee op enige afstand gelegen aandrijfsleuf 15. De achterzijde van de band wordt ondersteund door een steunprofiel 16, dat doorbuigen van de band verhinderd.

Het voorloopelement 14 is bijvoorkeur uit een flexibel materiaal vervaardigd, bijv. uit metaal, opdat het aan het uiteinde van het aandrijfstelsel, waar de band 13 rond de trommels, zoals 18, loopt, zonder problemen het trommeloppervlak kan volgen. Het is voordelig gebleken in het achter het uitstekende gedeelte van het voorloopelement gelegen gedeelte van de band 13 een uitsparing 14a aan te brengen die tenminste een gedeelte van het uitstekende gedeelte van het voorloopelement kan opnemen, om zo haperingen in het transport van de band, bij het rond de trommel lopen van het voorloopelement volledig te voorkomen. Tevens is het hierdoor mogelijk het tegen de band 13 gelegen gedeelte van het voorloopelement tegen het achtervlak van de band te laten rusten. Het voorloopelement 14 is bijv. met een niet 17 aan de band bevestigd.

De werking van het aandrijfstelsel is als volgt. De aandrijfband 13 loopt in de richting van de pijl A in figuur 1. Wanneer het voorloopelement 14 een rotatieelement 12 passeert, doet dit voorloopelement dit rotatieelement over een relatief kleine hoek roteren doordat het het in figuur 1 met 12a aangegeven hoekgedeelte van dat rotatieelement in een richting tegen de wijzers van de klok in verplaatst. Hierdoor draait het hoekgedeelte 12b, door een juiste keuze van de afstand tussen voorloopelement 14 en sleuf 15, tot in deze sleuf, waarna het rotatieelement over de volle 120° verdraaid doordat het hoekgedeelte 12b door de achterrand 15a van de sleuf 15 wordt meegenomen. Bij het verder bewegen van de band wordt vervolgens het, in de looprichting van de band volgende rotatieelement over 120° verdraaid enzovoort, zodat na een passage van het voorloopelement 14 en de daaropvolgende sleuf 15 langs alle rotatieelementen 12, de gezamelijke zijvlakken van de kolommen 10 een andere boodschap tonen. Na de daaropvolgende passage toont de derde groep zijvlakken een derde boodschap.

Opgemerkt wordt dat het voorloopelement 14, wanneer het een rotatieelement bereikt, eerst ook het hoekpunt 12b daarvan omhoog.zal bewegen. Dit heeft echter geen verder gevolg, omdat het hoekpunt 12a dan tegen de band 13 stoot, die dankzij het steunprofiel 16 niet kan worden weggedrukt en die op die plaats niet van een sleuf is voorzien.

Het is vanzelfsprekend mogelijk op de band 13 meerdere paren verplaatsingselementen, elk bestaande uit een voorloopelement 14 en een sleuf 15, aan te brengen,waardoor de door de kolommen 10 getoonde beelden elkaar sneller afwisselen.

Hierbij dienen deze paren op de band in hoofdzaak in een lijn te liggen.

Figuur 4 toont een variant waarbij dergelijke paren verplaatsingselementen, zoals 14, 15 en 24, 25, niet in een lijn zijn gelegen. Hierdoor is het mogelijk om met een aandrijfstelsel verschillende groepen kolommen aan te drijven, waardoor op een weergeefpaneel verschillende groepen, steeds wisselende boodschappen kunnen worden weergegeven. Hierbij zijn de rotatieelementen 12 van de verschillende groepen kolommen t.o.v. de band 13 op verschillende niveaux geplaatst. Op deze wijze kunnen op een weergeefpaneel wel zeven verschillende, elk weer uit drie verschillende beelden bestaande boodschappen worden getoond.

Claims (6)

1. Aandrijfstelsel voor een weergeefpaneel omvattende een aantal draaibare, driehoekige kolommen, die naast elkaar zijn geplaatst en waarvan corresponderende zijvlakken in de verschillende standen van de kolommen een aantal verschillende beelden kunnen weergeven, waarbij de kolommen aan beide uiteinden draaibaar ondersteund zijn en aan een uiteinde elk zijn voorzien van een in hoofdzaak driehoekige rotatieelement en waarbij is voorzien in door een gemeenschappelijke aandrijving aangedreven verplaatsingsmiddelen, die de opeenvolgende rotatieelementen achtereenvolgens over ongeveer 120° kunnen verdraaien, met het kenmerk dat de zijden van de rotatieelementen tussen de hoekpunten concaaf zijn en dat de aandrijfmiddelen een eindeloze band omvatten die gekoppeld is met de gemeenschappelijke aandrijving en die voorzien is van tenminste een in de langsrichting van de band verlopende sleuf, die steeds aan kan grijpen op een naar de band gekeerd hoekgedeelte van een rotatieelement, teneinde dit te doen roteren en van een bij de sleuf behorend voorloopelement, dat, gezien in de looprichting van de band, op een zodanige afstand voor de sleuf is aangebracht, dat het, door aangrijping op een hoekgedeelte van het rotatieelement, dit zover doet roteren, dat, gezien in de looprichting van de band, het voorafgaande hoekgedeelte tot in de sleuf wordt gedraaid, waarna dit door een eindrand van de sleuf wordt meegenomen totdat de hoek van 120° is voltooid.

2. Aandrijfstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de sleuf een rechthoekige vorm bezit.

3. Aandrijfstelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het voorloopelement bestaat uit een op de band bevestigde, langwerpige, aan een uiteinde gebogen metaalstrip, waarvan het gebogen gedeelte van de band is afgekeerd in de richting van het rotatieelement.

4. Aandrijfstelsel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de band is voorzien van meerdere paren aandrijf-middelen, waarbij ieder paar een voorloopelement en een sleuf omvat.

5. Aandrijfstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk datde paren aandrijfmiddelen in langsrichting van de band op een lijn gelegen zijn.

6. Aandrijfstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat groepen bestaande uit een of meer paren aandrijfmiddelen op verschillende niveaux op de band zijn gelegen en dat bijbehorende groepen rotatieelementen op corresponderende niveaux zijn aangebracht.