NL8802838A - Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal. - Google Patents

Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8802838A
NL8802838A NL8802838A NL8802838A NL8802838A NL 8802838 A NL8802838 A NL 8802838A NL 8802838 A NL8802838 A NL 8802838A NL 8802838 A NL8802838 A NL 8802838A NL 8802838 A NL8802838 A NL 8802838A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate transport
plate
cams
plates
stacking device
Prior art date
Application number
NL8802838A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Soenen Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Soenen Nv filed Critical Soenen Nv
Priority to NL8802838A priority Critical patent/NL8802838A/nl
Priority to EP89202913A priority patent/EP0374989A1/en
Publication of NL8802838A publication Critical patent/NL8802838A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G57/00Stacking of articles
    • B65G57/02Stacking of articles by adding to the top of the stack
    • B65G57/11Stacking of articles by adding to the top of the stack the articles being stacked by direct action of the feeding conveyor
    • B65G57/14Stacking of articles by adding to the top of the stack the articles being stacked by direct action of the feeding conveyor the articles being transferred from carriers moving in an endless path adjacent to the stacks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G57/00Stacking of articles
    • B65G57/32Stacking of articles characterised by stacking during transit
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/26Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles by dropping the articles
    • B65H29/34Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles by dropping the articles from supports slid from under the articles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Discharge By Other Means (AREA)

Description

"Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal".
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting waarmee platen van verschillende afmetingen enerzijds afgevoerd en anderzijds automatisch en selectief op een willekeurig aantal stapels kunnen gestapeld worden.
De huidige uitvinding vindt haar toepassing in nijverheden die betrokken zijn bij het produceren, verwerken of bewerken van platen met beperkte afmetingen uit kunststof, metaal of enig ander materiaal. Door de toenemende graad van automatisatie van de verschillende produktie-, verwerkings- en bewerkingsprocédés, stijgt de produktiviteit en dalen de tussentijden bij de aflevering van de afgewerkte platen. Een moderne hoeksnijmachine bijvoorbeeld, waarmee grote platen versneden worden tot een aantal kleinere platen met verschillende afmetingen door middel van twee loodrecht op elkaar gerichte scharen, kan een gemiddelde afleveringstussentijd kleiner dan 10 seconden halen. Dit impliceert dat de tijd die beschikbaar is voor het wegnemen en stapelen van een afgeleverde plaat steeds kleiner wordt. Vooral in die gevallen waar de opeenvolgende, afgeleverde platen in overeenstemming met een aantal criteria, zoals bijvoorbeel de afmetingen van die platen, selectief op een groot aantal stapelplaatsen dienen gestapeld te worden, ontstaat de nood naar een geautomatiseerde afvoer- en stapelinrichting.
De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel in een dergelijke inrichting te voorzien.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat enerzijds uit een gesloten transportbaan waarvan het traject over één of meerdere stapelplaatsen loopt, uit meerdere plaattransportwagens die op of aan de transportbaan rondgeleid worden, uit middelen voor het opladen van één of meerdere platen op de plaattransportwagens en uit ter plaatse van de stapelplaatsen opgestelde nokken die verplaatsbaar zijn tussen een positie buiten het traject van de op de plaattransportwagens gelegen platen en een positie ter hoogte van de op een plaattransportwagen gelegen platen, waarbij de op een plaattransportwagen gelegen platen tegen de nokken aanstoten en daardoor van de verder bewegende plaattransportwagen afgeschoven worden.
De inrichting volgens de uitvinding heeft verder als kenmerk dat de nokken over een traject heen en terug verplaatsbaar zijn volgens een richting hoofdzakelijk evenwijdig met de bewegingsrichting van de plaattransportwagens en voorzien zijn van aandrijfmiddelen die de nokken in een eerste fase aandrijven in dezelfde zin als die van de plaattransportwagens en met een snelheid die afneemt van praktisch de plaattransportwagensnelheid tot stilstand en die de nokken in een tweede fase terugbrengt naar hun beginstand.
De verplaatsbaarheid van de nokken, waarmee de platen van de plaattransportwagens kunnen afgeladen worden, is bij de huidige uitvinding van groot belang. De verplaatsbaarheid van de nokken laat immers toe om de plaattransportwagens met een constante snelheid langs de transportbaan te voeren zonder dat zij tot stilstand moeten gebracht worden voor het afladen van de platen. Dit vereenvoudigd in belangrijke mate de constructie van de transportbaan, van de plaattransportwagens en van hun aandrijfmiddelen. Zo kunnen de plaattransportwagens met een bij voorkeur vaste tussenafstand gekoppeld worden aan een aandrijfketting die het traject van de transportbaan rondom volgt en die met een constante snelheid aangedreven wordt.
Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaan de aandrijfmiddelen van de nokken uit een op de plaattransportwagen geplaatste nokplaat en uit een, via een stangenstelsel met de nokken verbonden nokvolger die met de nokplaat samenwerkt als de nokken zich op hun positie ter hoogte van de plaattransportwagens bevinden en uit een elastisch element, zoals een veer, die de nokken naar hun beginstand dwingt. Deze mechanische constructie is relatief eenvoudig van constructie en vergt geen bijkomende sturingsmiddelen om deze aandrijfmiddelen in beweging te brengen in overeenstemming met de op een aankomende plaattransportwagen gelegen plaat.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat anderzijds uit een gesloten transportbaan waarvan het traject over één of meerdere stapelplaatsen loopt, uit meerdere plaattransportwagens die op of aan de transportbaan rondgeleid worden en waarvan het draagoppervlak uit meerdere vorken bestaat, uit middelen voor het ter plaatse van de stapelplaatsen af laden van de op de plaattransportwagens gelegen platen en uit een gedeeltelijk met het traject van de transportbaan samenlopende oplaadtransportband die bestaat uit meerdere evenwijdige door een tussenruimte gescheiden banden waartussen de vorken van d e plaattransportwagens zich kunnen bewegen en die beweegt in dezelfde zin en met een grotere snelheid als de snelheid van de plaattransportwagens.
De vorm van zowel het draagoppervlak van de plaattransportwagens als die van de oplaadtransportband en de wijze waarop de oplaadtransportband met de plaattransportwagens samenwerkt is belangrijk in de huidige uitvinding omdat ook voor het opladen van platen op de plaattransportwagens deze laatsten terug niet tot stilstand moeten worden gebracht. Door het snelheidsverschil tussen de plaattransportwagens en de oplaadtransportband worden de platen over het gemeenschappelijk traject door de oplaadtransportband op de plaattransportwagens geduwd.
Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding worden de afgewerkte platen afgeleverd op een laadtafel die bestaat uit een aantal tussen de banden van de oplaadtransportband gelegen stroken en die verplaatsbaar is tussen een positie waarbij een afgeleverde plaat opgevangen wordt en een positie waarbij het bovenoppervlak van de laadtafel onder dat van de oplaadtransportband is gelegen en de afgeleverde plaat door de oplaadtransportband wordt meegenomen.
Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de plaattransportwagens voorzien van een kleminrichting die de opgeladen platen kan vastklemmen en die bij het op- en af laden van de platen geopend wordt. Deze kleminrichting is noodzakelijk om de platen, nadat ze op de plaattransportwagens werden opgeladen, tijdens hun transport en bij het stoten tegen de nokken in een vaste positie ten opzichte van de plaattransportwagens te houden zodat de platen met diezelfde oriëntatie op een stapelplaats afgeladen worden.
Een en ander zal in de hiernavolgende beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zonder enig beperkend karakter, verduidelijkt worden aan de hand van de hierbijgevoegde figuren, waarin :
Figuur 1 een zijaanzicht is op een plaatbewerkingsmachine waarachter een inrichting volgens de uitvinding is opgesteld.
Figuur 2 een schematisch zijaanzicht is op een eerste gedeelte van de oplaadinrichting van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 3 een schematisch bovenaanzicht is op een eerste gedeelte van de oplaadinrichting van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 4 een schematisch zijaanzicht is op een tweede gedeelte van de oplaadinrichting van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 5 een schematisch zijaanzicht is, volgens BB op figuur 8, van een aflaadinrichting van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de aflaadinrichting inaktief is.
Figuur 6 overeenstemt met figuur 5 en waarbij de aflaadinrichting aktief is.
Figuur 7 een zijaanzicht is, volgens CC op figuur 8, op een aflaadinrichting van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 8 een horizontale doorsnede is, volgens AA op figuren 6 en 7, van een aflaadinrichting van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de aflaadinrichting aktief is.
De inrichting volgens de uitvinding, figuur 1, bestaat uit een gesloten transportbaan (1) waarvan het traject van een plaatbewerkingsmachine (2) naar verschillende stapelplaatsen (3) leidt. De transportbaan (1) is voorzien van meerdere plaattransportwagens (4) die door een aandrijfinrichting (5) langs de transportbaan (1) bewogen worden. De aandrijfinrichting (5) grijpt bij voorkeur aan op een aandrij f ketting die het traject van de transportbaan rondom volgt en waarmee, met een zekere tussenafstand, de plaattransportwagens verbonden zijn. Die plaattransportwagens bestaan bij voorkeur uit verschillende evenwijdig met elkaar aan een dwarsbalk (6) opgehangen vorken (7), figuren 2, 3, 5 en 8, waarop een plaat (8) kan rusten.
De inrichting volgens de uitvinding is voorzien van een automatische oplaadinrichting, figuren 2, 3, en 4, en van een automatische aflaadinrichting, figuren 5, 6, 7 en 8, ter plaatse van elke stapelplaats.
De oplaadinrichting, figuur 2, bestaat uit een oplaadtransportband (9) waarop de plaatbewerkingsmachine (2) de afgewerkte platen aflevert. Die oplaadtransportband (9) bestaat uit meerdere evenwijdige banden (10) waarvan de breedte en de tussenruimtes overeenstemmen met de breedte en tussenruimtes van de vorken (7) van de plaattransportwagens, zodanig dat die vorken (7) tussen de banden (10) passen, figuur 3. De oplaadtransportband (9) en de transportbaan (1) hebben een gedeeltelijk samenlopend traject zodanig dat de vorken (7) van de plaattransportwagens (4) tussen de banden (10) neergelaten worden en over dat samenlopend traject evenwijdig met en tussen de banden (10) bewegen. De bewegingszin van de plaattransportwagens (4) is daarbij dezelfde als die van het bovenoppervlak van de oplaadtransportband (9) terwijl de snelheid van de oplaadtransportband (9) groter is dan die van de plaattransportwagens (4) . Verder staan het bovenoppervlak van de vorken (7) en dat van de oplaadtransportband (9) onder een kleine hoek met elkaar zodanig dat het bovenoppervlak van de vorken (7) bij het begin van het gemeenschappelijk traject lager dan dat van de oplaadtransportband (9) gelegen is en op het einde van het traject hoger gelegen is. Verder is de oplaadinrichting voorzien van een verplaatsbare laadtafel (11), figuur 4, die bestaat uit verschillende tussen de banden (10) van de oplaadtransportband (9) passende stroken en die beweegbaar is tussen een positie waarbij het te verwerken plaatuiteinde of de kleinst mogelijke verwerkte plaat ondersteund of opgevangen wordt (volle lijn fig. 4) en een positie waarbij het bovenoppervlak van de laadtafel (11) onder het bovenoppervlak van de banden (10) komt te liggen en een door de plaatbewerkingsmachine (2) afgewerkte plaat door de oplaadtransportband (9) meegenomen wordt.
Op figuur 4 is de oplaadinrichting van de inrichting volgens de uitvinding opgesteld bij een hoeksnij machine waarvan de ene schaar (37) in doorsnede en de tweede schaar (38) in aanzicht is weergegeven. Tussen oplaadtransportband (9) en schaar (37) is er een opening (39) waarlangs het schroot of de afgewerkte platen die te klein zijn om via de plaattransportwagens (4) weggebracht te worden, afgevoerd worden. Door middel van de laadtafel (11) wordt deze opening (39) afgesloten of opengelaten in overeenstemming met de aard of de afmetingen van het stuk plaat dat dient afgesneden te worden. Daartoe is de laadtafel (11) op een rollend onderstel (40) geplaatst. De rollen (41) van het onderstel (40) rusten op een loopvlak (42) dat aan één uiteinde afloopt. Het onderstel (40) kan bijvoorbeeld door een cylinder (43) verrold worden tussen een positie waarbij de laadtafel (11) tot tegen de schaar (37) komt en een positie waarbij de rollen (41) van het loopvlak (42) af gerold zijn en de laadtafel (11) zich lager dan de banden (10) bevindt en de opening (39) open is. Onder die opening (39) bevindt er zich een tweede opening (44) die door een gestuurde klep (45) geopend of afgesloten wordt. Door middel van klep (45) wordt het schroot van de kleine afgewerkte platen gescheiden. In gesloten toestand (stippellijn fig. 4) leidt de klep (45) het plaatmateriaal naar een tweede transportband (46) die op zijn beurt naar een aantal , in overeenstemming met de afmetingen van de platen, onder het uiteinde van die tweede transportband te plaatsen, opvangbakken (47). In open toestand (volle lijn fig. 4) leidt de klep (45) het plaatmateriaal of het schroot naar een afvoerinrichting (48) die eventueel voorzien is van een snijinrichting die afmetingen van het schroot verkleint.
De werking van deze oplaadinrichting is als volgt. De laadtafel (11) en de klep (45) worden in overeenstemming geplaatst met de bestemming van de volgende plaat. Indien die plaat via de plaattransportwagens (4) moet afgevoerd worden wordt die plaat door de laadtafel (11) opgevangen en vervolgens op de transportband neergelaten in overeenstemming met het ogenblik waarop de vorken (7) van een plaattransportwagen (4) tussen de banden (10) worden ingebracht. De plaat wordt dan met de oplaadtransportband (9) meegenomen en haalt door het snelheidsverschil de plaattransportwagen (4) in zodat de plaat boven de bewegende vorken (7) wordt gebracht. Te gelijker tijd zakt het bovenoppervlak van de oplaadtransportband onder dat van de vorken (7) zodat de plaat op de vorken (7) komt te liggen en met die vorken meegenomen wordt. Voor een goede werking dienen de sturing van de laadtafel (11), de lengte van het gemeenschappelijk traject, de snelheid en de verdeling van de plaattransportwagen (4) en de snelheid van de oplaadtransportband (9) op elkaar afgestemd te zijn.
De aflaadinrichtingen, figuren 5, 6, 7 & 8, ter plaatse van de stapelplaatsen (3) bestaan uit een aantal nokken (12) die verplaatsbaar zijn tussen een positie buiten het traject van de op de plaattransportwagens (4) gelegen platen (8), figuur 5, en een positie ter hoogte van de op een plaattransportwagen (4) gelegen platen (8), figuur 6 en 7.
Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de plaattransportwagens (4) passen de nokken (12) tussen de vorken (7) van die plaatransportwagens (4) . De nokken (12) zijn op een drager (13) opgesteld en de drager (13) is op een verplaatsbare aanslagtafel (14) opgesteld. De aanslagtafel (14) is bijvoorbeeld met twee scharnierende stangen (15) op een ondergrond (16) geplaatst. Door een niet weergegeven, gestuurde aandrijfinrichting kan de aanslagtafel tussen een neergeklapte stand, figuur 5, en een opgeklapte stand, fig. 6 ié 7, verplaatst worden. In de neergeklapte stand kan een op een passerende plaattransportwagen (4) gelegen plaat (8) vrij passeren zonder met de nokken (12) in aanraking te komen, fig. 5. In de opgeklapte stand, fig. 6, 7 & 8 passeren de vorken (7) van een passerende plaattransportwagen tussen de nokken (12) en botst een op die plaattransportwagen (4) gelegen plaat (8) tegen de nokken (12) zodat de plaat (8) tot stilstand wordt gebracht boven de stapelplaats (3) terwijl de plaattransportwagen (4) verder beweegt zodat de plaat (8) van de plaattransportwagen (4) af schuift en op de stapelplaats (3) terecht komt.
Om te beletten dat de platen (8) door het aanbotsen tegen de nokken (12) beschadigd worden of hun oriëntatie ten opzichte van de plaattransportwagen (4) verliezen, zijn de nokken (12) eveneens over een traject, evenwijdig met de bewegingsrichting van de plaattransportwagens (4) ter plaatse van die nokken (12), heen en terug beweegbaar opgesteld en zijn die nokken (12) voorzien van aandrijfmiddelen (16) . Die aandrij fmiddelen (16) verplaatsen de nokken (12) in een eerste fase in dezelfde zin als die van de plaattransportwagen (4) met een snelheid die afneemt van praktisch de plaattransportwagensnelheid tot stilstand en brengen de nokken (12) in een tweede fase terug naar hun beginstand.
De drager (13) van de nokken (12) is bijvoorbeeld via meerdere rechtgeleidingen (17) met de aanslagtafel (14) verbonden. Die rechtgeleidingen (17) laten de nokken (12) toe over een beperkt traject heen en terug te bewegen over de aanslagtafel (14) in een richting evenwijdig met de bewegingsrichting van de plaattransportwagen (4) ter plaatse van die stapelplaats (3). De aandrijfmiddelen (16), fig. 7 & 8, bestaan uit een tegen de zijkant van alle plaattransportwagens (4) geplaatste nokplaat (18) en uit een op elke aanslagtafel (14) geplaatste nokvolger (19) die met de nokplaat (18) van de passerende plaattransportwagens (4) kan samenwerken als de aanslagtafel (14) in opgeklapte stand staat, fig. 7 & 8. De nokvolger (19) zit op het scharnierende verbindingspunt (20) van twee stangen (21, 22) . Het andere uiteinde van de eerste stang (21) is draaibaar met een as (23) op de drager (13) van de nokken (12) verbonden terwijl de tweede stang (22) draaibaar met een as (24) op de aanslagtafel (14) verbonden is. De tweede stang (22) steekt buiten de as (24) uit en het uiteinde (25) van die stang (22) is verbonden met een veer (26) die op de aanslagtafel (14) aangrijpt. Die veer (26) trekt via de stangen (21, 22) de drager (13) van de nokken (12) naar de beginstand. In die stand staan de stangen (21, 22) onder een hoek met elkaar. De vorm van de nokplaat (18) is zodanig dat de nokvolger (19) tegen een oplopend deel (27) oploopt zodat de stangen (21, 22) gestrekt worden en de nokken (12) naar achter gedrukt worden in de bewegingszin van de plaattransportwagen (4) . Het oplopend deel (27) bepaald daarbij het snelheidsverloop dat zodanig is dat het snelheidsverschil tussen een op een plaattransportwagen (4) gelegen plaat (8) en de nokken (12) minimaal is op het ogenblik dat die plaat (8) tegen de nokken (12) aanbotst. Nadat de samenwerking tussen nokplaat (18) en nokvolger (19) de drager (13) van de nokken (12) op zijn uiterste stand heeft gebracht, keert die drager (13) naar zijn beginstand terug onder invloed van de veer (26) en een aflopend deel (28) van de nokplaat (18) zodat de plaat (8) tot boven de stapelplaats (3) wordt gebracht.
Verder zijn de plaattransportwagens (4) van de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een kleminrichting die de opgeladen platen (8) kan vastklemmen en die bij het op- en af laden van de platen (8) geopend wordt. Deze kleminrichting moet de platen (8) vast op de plaattransportwagens (4) klemmen zodat die platen bij een hoge snelheid van de transportbaan (1) hun oriëntatie niet verliezen ten opzichte van de plaattransportwagens (4) bij het nemen van de bochten, bij het aanbotsen tegen de nokken (12) of bij enig andere schokkende of stotende bewegingen. Het is belangrijk dat de platen (8) hun oriëntatie ten opzichte van de plaattransportwagens (4) behouden omdat die oriëntatie bepalend is voor de oriëntatie waarmee de platen (8) op de stapelplaatsen (3) terechtkomen.
Die kleminrichting bestaat uit een draaibaar met de plaattransportwagens verbonden as (29), fig. 6 & 8, waarop ter hoogte van elke vork (7) een hefboom (30) geplaatst is. Op het uiteinde van die hefbomen (30) zit een aandrukrol (31) die in rusttoestand op het bovenoppervlak van de vork (7) of van een op de vorken (7) gelegen plaat (8) rust. De hefbomen (30) worden door een veer (32) met hun aandrukrol (31) op dat bovenoppervlak gedrukt. Het uiteinde van de as (29) is voorzien van een naar beneden uitstekende hefboom (33) waarvan het uiteinde voorzien is van een aanslagrol (34). Anderzijds is de aanslagtafel (14) voorzien van een aanslag (35) waartegen de aanslagrol (34) oploopt, fig. 6, als de aanslagtafel in opgeklapte stand staat zodat de as (29) verdraait wordt, de hefbomen (30) opgelicht worden en de plaat (8) vrijkomt. Ook ter plaatse van de oplaadinrichting is een dergelijke aanslag (36) voor het openen van de kleminrichting voorzien.
De stapelplaatsen (3) van de inrichting volgens de uitvinding bestaan bij voorkeur uit laadtafels waarvan het bovenoppervlak tot onder de passerende plaattransportwagens kan gebracht worden ingeval er een plaat op die stapelplaats dient afgeladen te worden. Hierdoor kan de hoogte waarover de plaat valt, na van de vorken te zijn af geschoven, zo klein mogelijk gehouden worden hetgeen terug beschadiging en verdraaien van de plaat voorkomt.
De inrichting volgens de uitvinding · heeft het grote voordeel dat de plaattransportwagens niet hoeven stil te staan voor het opladen en afladen van platen. Hierdoor kunnen de plaattransportwagens continu aangedreven worden hetgeen met een eenvoudig gecentraliseerd aandrijfsysteem makkelijk te verwezenlijken is. In geval het op- en afladen van platen enkel met stilstaande plaattransportwagens kan gebeuren, dienen er grote krachten uitgeoefend en opgevangen te worden om het geheel steeds opnieuw in beweging te trekken en tot stilstand te brengen. Een dergelijk systeem zou tevens moeilijk de beoogde afnametijden kunnen halen. Door dat gecentraliseerde aandrijfsysteem dienen er geen electrische leidingen of drukleidingen naar de bewegende plaattransportwagens gevoerd te worden ter aandrijving van de plaattransportwagens. Dit laat terug een relatief eenvoudige constructie van de transportbaan en vele mogelijke trajectvormen van die transportbaan toe. Ook voor het op- en af laden van platen dienen de plaattransportwagens niet van een krachtbron voorzien te worden. Door het sturen van de aanslagtafels kan een op een plaattransportwagen gelegen plaat naar keuze op een bepaalde stapelplaats afgeladen worden. Het is de positie van de aanslagtafel die het openen van de kleminrichting en de werking van de nokken bepaalt.

Claims (15)

1. Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal bestaande uit een gesloten transportbaan (1) waarvan het traject over één of meerdere stapelplaatsen (3) loopt r uit meerdere plaattransportwagens (4) die op of aan de transportbaan (1) rondgeleid worden, uit middelen voor het opladen van één of meerdere platen (8) op dé plaattransportwagens (4) en uit ter plaatse van de stapelplaatsen (3) opgestelde nokken (12) die verplaatsbaar zijn tussen een positie buiten het traject van de op de plaattransportwagens (4) gelegen platen (8) en een positie ter hoogte van de op een plaattransportwagen (4) gelegen platen (8) waarbij de op een plaattransportwagen (4) gelegen platen (8) tegen de nokken (12) aanstoten en daardoor van de verder bewegende plaattransportwagen (4) afgeschoven worden.
2. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de nokken (12) over een traject heen en terug verplaatsbaar zijn volgens een richting hoofdzakelijk evenwijdig met de bewegingsrichting van de plaattransportwagens (4) en voorzien zijn van aandrij fmiddelen (16) die de nokken (12) in een eerste fase aandrijven in dezelfde zin als die van de plaattransportwagens (4) en met een snelheid die afneemt van praktisch de plaattransportwagensnelheid tot stilstand en die de nokken (12) in een tweede fase terugbrengt naar hun beginstand.
3. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de aandrij fmiddelen (16) voor de nokken (12) deels bestaan uit een op de plaattransportwagens (4) geplaatste nokplaat (18) en uit een met de nokken (12) verbonden nokvolger (19) die met de nokplaat (18) samenwerkt op het ogenblik dat de nokken (12) zich op hun positie ter hoogte van de op een plaattransportwagen (4) gelegen platen (8) bevinden,
4. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de nokvolger (19) zich bevindt op het scharnierend verbindingspunt (20) van twee onder een hoek staande stangen (21, 22) die elk draaibaar met een aangrijppunt (23, 24) verbonden zijn, waarbij beide aangrijppunten (23, 24) op een lijn gelegen zijn die hoofdzakelijk evenwijdig is met de bewegingsrichting van de plaattransportwagens (4), waarbij het eerste aangrijpingspunt (23) met de beweegbare nokken (12) verbonden is en het tweede aangrijpingspunt (24) met een vast onderdeel (14) verbonden is en waarbij de vorm van de nokplaat (18) zodanig is dat stangen (21, 22) onderling gestrekt worden bij het samenwerken van de nokvolger (19) met de nokplaat (18).
5. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de aandrij fmiddelen (16) van de nokken (12) deels bestaan uit tussen de nokken (12) en vast punt (14) opgespannen elastisch element (26) die de nokken (12) naar hun beginstand dwingt.
6. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de plaattransportwagens (4) voorzien zijn van een kleminrichting die de opgeladen platen (8) kan vastklemmen en die bij het op- en afladen van platen (8) geopend wordt.
7. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de kleminrichting bestaat uit één of meerdere, op een draaibaar met de plaattransportwagen (4) verbonden as (29) geplaatste hefbomen (30) die door een veer (32) tegen het draagoppervlak van d e plaattransportwagen (4) gedrukt worden en die opgelicht worden door middel van een excentrisch met de as (29) verbonden aanslagrol (34) die samenwerkt met ter hoogte van de stapelplaatsen (3) opgestelde aanslagen (35) die verplaatsbaar zijn tussen een positie buiten het traject van de aanslagrol (34) en een positie waarbij de aanslagrol (34) tegen de aanslag (35) oploopt zodat de as (29) met de hefbomen (30) over een zekere hoek verdraaien.
8. Afvoer- en stapelinrichting volgens één van de voorgaande conclusie met het kenmerk dat de nokken (12) op een drager (13) bevestigd zijn, dat de drager (13) via één of meerdere rechtgeleidingen (17) verplaatsbaar op een aanslagtafel (14) bevestigd is, dat de aanslag (35) op de aanslagtafel (14) bevestigd is, dat de aangrijpingspunten (23, 24) van de stangen (21,22) respectievelijk op de drager (13) en de aanslagtafel (14) gelegen zijn en dat de aanslagtafel (14) verplaatsbaar is opgesteld tussen een positie buiten het traject van de plaattransportwagens (4) en een positie waarbij de op de plaattransportwagen (4) gelgen platen (8) tegen de nokken (12) aanbotsen, waarbij de nokplaat (18) met de nokvolger (19) samenwerkt en de aanslagrol (34) met de aanslag (35) samenwerkt.
9. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de stapelplaatsen (3) bestaan uit laadtafels waarvan het bovenoppervlak tot onder de plaattransportwagens (4) kan gebracht worden.
10.Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal bestaande uit een gesloten transportbaan (1) waarvan het traject over één of meerdere stapelplaatsen (3) loopt, uit meerdere plaattransportwagens (4) die op of aan de transportbaan (1) rondgeleid worden en waarvan het draagoppervlak uit meerdere vorken (7) bestaat, uit middelen voor het ter plaatse van de stapelplaatsen (3) afladen van de op de plaattransportwagens (4) gelegen platen (8) en uit een gedeeltelijk met het traject van de transportbaan (1) samenlopende oplaadtransportband (9) die bestaat uit meerdere evenwijdige door een tussenruimte gescheiden banden (10) waartussen de vorken (7) van de plaattransportwagens (4) zich kunnen bewegen en die beweegt in diezelfde zin en met een grotere snelheid als de snelheid van de plaattransportwagens (4).
11. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk dat tussen de banden (10) van de oplaadtransportband (9) verplaatsbare stroken zijn opgesteld die samen een laadtafel (11) vormen die beweegbaar is tussen een positie waarbij een afgewerkte plaat opgevangen wordt en een positie waarbij het bovenoppervlak van die laadtafel onder het bovenoppervlak van de oplaadtransportband (9) gelegen is en die plaat door de oplaadtransportband (9) meegenomen wordt.
12. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk dat er tussen de plaats waar de afgewerkte platen afgeleverd worden en het begin van de transportband (9) een opening (39) voorzien is waardoorheen bepaalde afgewerkte platen kunnen afgevoerd worden en die door de laadtafel (11) of enig ander middel geopend of gesloten kan worden in overeenstemming met de aard van de volgende afgewerkte plaat.
13. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de plaattransportwagens (4) voorzien zijn van een kleminrichting die de opgeladen platen (8) kan vastklemmen en die bij het op- en afladen van platen (8) geopend wordt.
14. Afvoer- en stapelinrichting volgens conclusie 13 met het kenmerk dat de kleminrichting bestaat uit één of meerdere op een draaibaar met de plaattransportwagen (4) verbonden as (29) geplaatste hefbomen (30) die door een veer (32) tegen het uit vorken (7) bestaande draagoppervlak van de plaattransportwagen (4) gedrukt worden en die opgelicht worden door middel van een excentrisch met de as (29) verbonden aanslagrol (34) die samenwerkt met een ter hoogte van de oplaadtransportband (9) opgestelde aanslag (36) waartegen de aanslagrol (34) oploopt zodat de as (29) met de hefbomen (30) over een zekere hoek verdraait.
15.Plaatbewerkingslijn voorzien van een afvoer- en stapelinrichting volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies.
NL8802838A 1988-11-17 1988-11-17 Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal. NL8802838A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802838A NL8802838A (nl) 1988-11-17 1988-11-17 Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal.
EP89202913A EP0374989A1 (en) 1988-11-17 1989-11-16 Discharge and stacking device for sheet material

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802838A NL8802838A (nl) 1988-11-17 1988-11-17 Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal.
NL8802838 1988-11-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8802838A true NL8802838A (nl) 1990-06-18

Family

ID=19853247

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802838A NL8802838A (nl) 1988-11-17 1988-11-17 Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0374989A1 (nl)
NL (1) NL8802838A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1281070B1 (it) * 1995-12-12 1998-02-11 Crea Srl Procedimento e dispositivo per il carico e lo scarico automatico di pezzi di lamiera.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3116835A (en) * 1959-10-14 1964-01-07 Theodore A Brandon Lumber sorting and accumulating mechanisms
US3730517A (en) * 1971-05-03 1973-05-01 Harris Intertype Corp Sheet conveyor apparatus and method
DD141664A1 (de) * 1979-03-15 1980-05-14 Hans Zimmermann Greifersteuerkurve in bogenauslegern von bogenverarbeitenden maschinen

Also Published As

Publication number Publication date
EP0374989A1 (en) 1990-06-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4040318A (en) Transfer machine for cutting rolled sheet metal
FI71111C (fi) Anordning foer kontinuerlig stapling av efter varandra matat arkmaterial
US5370382A (en) Apparatus for forming stacks from folded printing products
US4367997A (en) Device for creating batches of flat workpieces such as box blanks
US5336040A (en) Process and apparatus for grasping lifting and moving stacks of blanks for cigarette packs
US3643939A (en) Method and apparatus for transporting stacked flat articles sequentially to a receiver
KR100217962B1 (ko) 가공물을 가공하는 기계의 출구에 적재된 평판형 가공물 뱃치의 적재, 분리 및 배출을 위한 스테이션 분리 및 배출을 위한 스테이션
EP1972579B1 (en) Transport system
TWI663035B (zh) 用於回收樣本空板的設備、移除站與用於加工板片形式元件的機器
JPH06219424A (ja) 包装容器を製造する装置
NL8802838A (nl) Afvoer- en stapelinrichting voor plaatmateriaal.
US4914994A (en) Automated apparatus for debeading of scrap tires
US4995771A (en) Apparatus and method for debagging articles
EP1354797B1 (de) Vorrichtung zum Packen von flachen Gegenständen in Transportbehälter, insbesondere von flach gefalteten Faltschachteln in Umkartons
NL8403054A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch afnemen van de zak van buseinden en dergelijke voorwerpen.
US4474094A (en) Apparatus for outfeeding and stacking of sheet metal sections or cuttings or the like
US5122030A (en) Method and apparatus for transporting can blanks and the like
US3224307A (en) Method and apparatus for handling sheet materials
US3288312A (en) Method and apparatus for the sorting, collecting and stacking of sheet materials
RU2742309C1 (ru) Устройство и способ сбрасывания образцов заготовок, станция удаления и машина для обработки элементов в виде листов
US4820102A (en) Arrangement for and method of stacking blanks
NL8900654A (nl) Inrichting voor het grijpen en verplaatsen van een voorwerp of groep voorwerpen.
US4028866A (en) Wrap-around carton forming machine
EP3318398B1 (de) Einrichtung zum herstellen von behältern
US3999683A (en) Wrap-around carton forming machine

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed