NL8802781A - Metalen roostervloer en elementen waaruit de roostervloer is gevormd. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Metalen roostervloer en elementen waaruit de roostervloer is gevormd.

De uitvinding heeft betrekking op een metalen roostervloer waarvan de temperatuur kan worden geregeld, bestaande uit op korte afstand van elkaar gelegen staven, die met elkaar zijn verbonden door meerdere op relatief grote afstand van elkaar gelegen dwarsverbindingen. De uitvinding heeft verder betrekking op een element waaruit een dergelijke roostervloer is gevormd, welk element bestaat uit staven en dwarsverbindingen of dwarsliggers.

Soortgelijke metalen roostervloeren voor stallen zijn met name bekend uit het Europese octrooischrift 118.139, waarin een verwarmbare metalen vloer voor bijvoorbeeld een varkensstal is beschreven welke vloer een gesloten, verwarmbaar gedeelte omvat, welk gesloten, verwarmbaar gedeelte aan de onderzijde is voorzien van buizen voor het doorvoeren van een verwarmbaar fluïdum, terwijl het rooster niet verwarmbaar is. Een dergelijke verwarmbare vloer wordt met goed resultaat toegepast in kraamhokken voor biggen waarbij de jonge biggen bij elkaar kruipen op de verwarmbare plaat.

Een verdere ontwikkeling van deze soort vloeren is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.628.662 waarin de staven zijn voorzien van een profiel, zodat de dieren minder snel uitglijden κι een steun ondervinden op de vloer bij het rechtopkomen vanuit een liggende positie. Ook deze vloeren met een slipbelemmerend profiel zijn bij voorkeur voorzien van een verwarmbare plaat.

Uit verder onderzoek was gebleken dat bij groter wordende biggen de kans op bevuiling van de verwarmbare plaat groter werd, welke bevuiling niet optreedt bij jonge biggen omdat die de eigen ligplaats niet bevuilen. Bij groter wordende biggen is de kans op bevuiling van de plaat, ook groter omdat de plaat dan groter is uitgevoerd en daarom is een rooster ontwikkeld zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 8602158, waarbij de verwarmbare plaat bolvormig is uitgevoerd en aan ten minste twee zijden is voorzien van een roostergedeelte, zodat de uitwerpselen niet op de verwarmbare plaat achterblijven.

Thans is gevonden dat gespeende biggen wel behoefte hebben aan een verwarmbaar rooster, doch dat rooster behoeft niet te zijn voorzien van een verwarmbaar, gesloten plaatoppervlak.

Een dergelijke metalen roostervloer waarvan de temperatuur kan worden geregeld, zoals in de aanhef vermeld, wordt dan ook hierdoor gekenmerkt dat de dwarsverbindingen bestaan uit buizen waardoor een de temperatuur regelend fluïdum kan worden gevoerd. Bij voorkeur wordt door de buizen een slang geregen waardoor het de temperatuur regelend fluïdum kan worden gevoerd. Bij een temperatuur beneden 25 °C, die meestal in Nederland voorkomt, zal het de voorkeur verdienen een verwarmend fluïdum, zoals warm water door de buizen of slangen te voeren, zodat de temperatuur in de direkte nabijheid van de dwarsverbindingen ongeveer 35 - 40 °C bedraagt en de temperatuur in de stal ongeveer 25 °C zal zijn. In warme landen of op tijdstippen dat het in Nederland te warm wordt in de stallen zal het de voorkeur verdienen een koelend fluïdum door de buizen of slangen te voeren. Een dergelijk verwarmbaar rooster kan men makkelijk reinigen en is goedkoope te wervaardigen.

Op zich is Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7906922 een rooster bekend voor het vormen van een bodem in boxen voor zeugen en biggen, welk rooster verwarmbaar is door het electrisch te verwarmen of door het te verwarmen met een verwarmingskringloop . Het in deze Nederlandse octrooiaanvrage beschreven rooster is echter een starre constructie waarbij in een plaat spleten of gaten zijn aangebracht en onder het rooster heeft men in de lengterichting van het rooster een of twee buizen aangebracht waardoor het rooster kan worden verwarmd. Dit rooster is echter in de praktijk niet toegepast omdat het moeilijk is te onderhouden vanwege het vuilworden en de platen problemen geven wanneer de dieren hierover lopen. Het is dan ook verrassend dat juist bij de gewenste roostervloer en de dwarsverbindingen kunnen worden gébruikt voor het verwarmen van de roostervloer.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving waarbij is verwezen naar de bijgevoegde tekening waarbij: fig. 1 een bovenaanzicht geeft van een roosterelement volgens de uitvinding en fig. 2 een zijaanzicht weergeeft van een dergelijk element.

In fig. 1 is een bovenaanzicht weergegeven van een element van een metalen roostervloer volgens de uitvinding welk element bestaat uit de in de lengterichting lopende staven 1-24, welke staven zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal en bij voorkeur een driehoekvormige afgeronde doorsnede hebben. De staven 1-24 worden door dwarsliggers ondersteund, welke dwarsliggers bij de roostervloeren en elementen volgens de uitvinding bestaan uit buizen 30-37, welke buizen 30-37 aan de wisselende uiteinden met elkaar zijn verbonden met behulp van de koppelstukken 50-56. Deze koppelstukken 50-56 kunnen vaste verbindingen zijn zodat de buizen 30-37 doorlopend met elkaar zijn verbonden. Bij voorkeur wordt echter in de buizen 30-37, hetgeen naadloze buizen zijn met een diameter van 2-2,5 cm, een slang geregen die een diameter heeft die ongeveer 0,5 mn kleiner is dan de diameter van de buizen 30-37, zodat de koppelstukken 50-56 de uit de buizen komende slangstukken voorstellen. De diameter van de buizen en slangen is zodanig gekozen dat de slangen zo goed mogelijk passend kunnen worden aangebracht in de buizen ter verkrijging van een maximaal contact tussen het buitenoppervlak van de slang en het binnenoppervlak van de buis zodat een goede warmteoverdracht wordt verkregen. Het fluïdum kan worden toeegevoerd bij toevoer 40 en afgevoerd bij afvoer 41.

In fig. 2 is een zijaanzicht weergegeven van het roosterelement weergegeven in fig. 1, waarbij 24 de staaf voorstelt in de lengterichting van het rooster, met 31-36 de uiteinden van de buizen zijn aangegeven ter ondersteuning van de staven 1-24 en met 60 een de constructie verstevigende constructiestaaf is aangegeven die is verbonden met de horizontaal lopende staaf 24 door middel van de verbindingsstukken 61-66.

Het zal duidelijk zijn dat in fig. 1, ter toelichting, een element is weergegeven waarbij de buizen 30-37 met elkaar zijn verbonden via de koppelstukken of stangen 50-56. Bij een roostervloer in een stal zullen de elementen zoals weergegeven in fig. 1 slechts aan de uiteinden zijn voorzien van koppelstukken 50, 52, 54 en 56 terwijl de buizen 31-36 zijn verbonden met de buizen van het volgende element zodat de koppelstukken 51, 53 en 55 kunnen worden aangebracht bij de uiteinden van de roostervloer opgebouwd uit elementen zoals weergegeven in fig. 1 zonder de koppelstukken 51, 53 en 55.

In het element zoals weergegeven in fig. 1 kan verder een slip belemmerend profiel zijn aangehracht zoals beschreven in het hierboven genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.628.662.

Met de roostervloer volgens de uitvinding is het mogelijk het rooster min of meer plaatselijk te verwarmen of af te koelen door het fluïdum bijvoorbeeld alleen te sturen door de buizen 35,36 en 37 terwijl het resterende gedeelte van het rooster op omgevingstemperatuur wordt gehouden. Hiermee kan men bereiken dat de biggen aan een kant van het hok verblijven en bovendien kan daarmee de temperatuur van de stal worden bijgeregeld. De belangrijkste regeling van de temperatuur voor de stal zal plaatshebben met de ventilatielucht, hoewel een bijregeling van de temperatuur met enkele graden celsius mogelijk is door het geheel of gedeeltelijk verwarmen van het rooster.

Claims (5)

1. Metalen roostervloer waarvan de temperatuur kan worden geregeld, bestaande uit op korte afstand van elkaar gelegen staven die met elkaar zijn verbonden door meerdere, op relatief grote afstand van elkaar gelegen dwarsverbindingen, met het kenmerk, dat de dwarsverbindingen bestaan uit buizen waardoor een de temperatuur regelend fluïdum kan worden gevoerd.

2. Metalen roostervloer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat door de buizen een slang is geregen waardoor het fluïdum kan worden gevoerd.

3. Element waaruit de roostervloer volgens conclusie 1 is gevormd, bestaande uit staven en dwarsverbindingen, met het kenmerk, dat de dwarsverbindingen bestaan uit buizen waardoor een slang kan worden geleid of waardoor fluïdum kan worden geleid.

4. Metalen roostervloer en/of element volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de buis naadloos is, met een diameter van 2-2,5 cm.

5. Metalen roostervloer en/of element volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de staven zijn voorzien van een slipbelenmerend profiel.