NL8802650A - Inrichting voor het verbranden van industriele uitlaatgassen. - Google Patents

Inrichting voor het verbranden van industriele uitlaatgassen. Download PDF

Info

Publication number
NL8802650A
NL8802650A NL8802650A NL8802650A NL8802650A NL 8802650 A NL8802650 A NL 8802650A NL 8802650 A NL8802650 A NL 8802650A NL 8802650 A NL8802650 A NL 8802650A NL 8802650 A NL8802650 A NL 8802650A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heat exchange
members
chamber
gases
combustion
Prior art date
Application number
NL8802650A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Regenerative Environ Equip
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Regenerative Environ Equip filed Critical Regenerative Environ Equip
Publication of NL8802650A publication Critical patent/NL8802650A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23GCREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
    • F23G7/00Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals
    • F23G7/06Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals of waste gases or noxious gases, e.g. exhaust gases
    • F23G7/061Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals of waste gases or noxious gases, e.g. exhaust gases with supplementary heating
    • F23G7/065Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals of waste gases or noxious gases, e.g. exhaust gases with supplementary heating using gaseous or liquid fuel
    • F23G7/066Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals of waste gases or noxious gases, e.g. exhaust gases with supplementary heating using gaseous or liquid fuel preheating the waste gas by the heat of the combustion, e.g. recuperation type incinerator
    • F23G7/068Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals of waste gases or noxious gases, e.g. exhaust gases with supplementary heating using gaseous or liquid fuel preheating the waste gas by the heat of the combustion, e.g. recuperation type incinerator using regenerative heat recovery means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Incineration Of Waste (AREA)

Description

*
-1- 27897/CV/1L
Korte Aanduiding: Inrichting voor het verbranden van industriële uitlaatgassen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbranden 5 van industriële uitlaatgassen.
In bekende inrichtingen, en in het bijzonder die van het energie regeneratietype,is het bekend om verontreinigde rookgassen of geuren in een verbrandingskamer te brengen om deze te verbranden op een voldoend hoge temperatuur zodat nagenoeg alles,dat in de atmosfeer wordt 10 vrijgegeven,kooldioxide en water is.
Het is ook bekend dat in de doorvoer van dergelijke gassen in een verbrandingskamer zij bij voorkeur en voorafgaand kunnen bewegen door bedden uit aardewerk op hun weg naar de verbrandingskamer,welke bedden uit aardewerk zijn voorverwarmd,zodat zij op hun beurt de binnenkomende 15 gassen kunnen voorverwarmen,zodat verbranding wordt gewaarborgd zodra als de binnenkomende gassen in de verbrandingskamer stromen. Terwijl algemeen de hoofdverbranding plaatsvindt in de verbrandingskamer kunnen de gassen zichzelf ontsteken terwijl nog in de aanwezigheid van het aardewerk in de kamers met aardewerk indien de gassen vluchtige organi-20 sche bestanddelen bevatten. In ieder geval wordt periodiek de stroming van de gassen omgekeerd,zodanig dat de gassen van de verbrandingskamer naar buiten bewegen door de kamer met aardewerk om deze voor te verwarmen indien de verbrandingsproducten naar buiten bewegen op hun weg naar de atmosfeer. In het algemeen wisselen deze verbrandingsprocessen de 25 stroming door de terugwinkamers op een regelmatige basis.
Een voorbeeld van een dergelijk systeem is geopenbaard in het Amerikaanse octrooi 3.895.918 waarbij de volledige openbaring van deze publicatie hierin door verwijzing is opgenomen.
Een ander voorbeeld van een thermische terugwinprincipes omvattende 30 inrichting is uiteengezet in het Amerikaanse octrooi 4.474.118 waarin er een verticale stroming is door afzonderlijke warmteuitwisselgedeelten, die gescheiden zijn vervaardigd als afzonderlijke eenheden.
In vele van de huidige vervaardigingsprocessen,en in het bijzonder ten einde te voldoen aan Luchtzuiveringsregels of dergelijke die wette-35 lijk zijn voorgeschreven,is het gewenst om snel een verbrandingsproces .8802650 a -2- 27897/CV/tl en inrichting voor het reinigen van uitlaatgassen tot stand te brengen.
Bij het uitvoeren hiervan kunnen de inherente vertragingen veroorzaakt door constructie ter plaatse resulteren in het in gebreke blijven om de noodzakelijke verbrandingsinrichting binnen een gewenst tijdsverloop 5 tot stand te brengen met het onvermogen om de vervaardigingsuitrusting, welke de uitlaatgassen produceert,geheel of gedeeltelijk te gebruiken,of in de verspreiding van ongereinigde uitlaatgassen in de atmosfeer ten gevolge van de onmogelijkheid om een systeem te installeren binnen een gewenste tijdsduur.
10 De huidige uitvinding is gericht op een inrichting voor het ver branden van industriële uitlaatgassen op een thermisch terugwinprincipe, waarbij de inrichting doelmatig en compact is vervaardigd ,ten einde snelle aflevering aan een installatie,bij welke het in werking zal worden gesteld,te vergemakkelijken.
15 Dienovereenkomstig is de huidige eenheid doelmatig vervaardigd om verminderd thermisch verlies te hebben,door gebruikmaken van gemeenschappelijke scheidingswanden voor het scheiden van gasstroming in de afzonderlijke warmteuitwisselsecties. In sommige gevallen zal er met het gebruik van dergelijke gemeenschappelijke wanden minder straling 20 naar de buitenzijde van de eenheid zijn ,en daardoor groter behoud van bruikbare warmte van een warmtewisselaargedeelte naar de andere,waarbij de eenheid compacter kan zijn vervaardigd. In andere gevallen,zoals indien de gemeenschappelijke wand hol is,kan het worden gebruikt als een voorverwarmer voor lucht.
25 Aanvullend kan de zo vervaardigde eenheid zijn uitgevoerd om minder gewicht te hebben dan eenheden met afzonderlijk vervaardigde warmteuitwisselgedeelten ,en tegen lagere kosten. Aanvullend kunnen door de huidige uitvinding de verbrandingseenheden compact zijn vervaardigd om te worden ondersteund op een gemeenschappelijk gestel,dat het 30 mogelijk maakt,dat de eenheden worden opgetild en doelmatig getransporteerd in reeds samengebouwde toestand naar de gebruiksplaatsen.
Dienovereenkomstig is het een eerste oogmerk van deze uitvinding een nieuwe inrichting te verschaffen voor het verbranden van industriële uitlaatgassen op een thermisch terugwinprincipe,waarin de inrichting 35 compacter is vervaardigd.
.8802650 * -3- 27897/CV/tl
Het is een verder oogmerk van deze uitvinding een nieuwe verbran-dingsinrichting te verschaffen voor industriële uitlaatgassen,welke werkt op een thermisch terugwinprincipe en waarin de inrichting kan zijn vervaardigd als een op een gemeenschappelijk ondersteuningsgestel gedragen 5 draagbare eenheid.
Het is een verder oogmerk van deze uitvinding een inrichting te verschaffen voor het verbranden van industriële uitlaatgassen op een thermisch terugwinprincipe,waarin naburige warmteuitwisselgedeelten een gemeenschappelijke stromingsscheidingswand delen.
10 Andere oogmerken en voordelen van de huidige uitvinding zullen verder duidelijk worden uit de thans volgende beschrijving van in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsmogelijkheden van de constructie volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont in perspectief en gedeeltelijk weggebroken een aan-15 zicht op een verbrandingsinrichting volgens de uitvinding waarbij naburige warmteuitwisselgedeelten zijn gescheiden door een gemeenschappelijke wand en waarin de inrichting is aangebracht op een gemeenschappelijk ondersteuningsgestel.
Fig. 2 toont een schema van de gasstroming in een inlaatverdeel-20 stuk door kleppen,omhoog door een kamer,warmteuitwisselgedeelte en ver-brandingskamer,en terug door klep naar een uitlaatverdeelstukleiding naar afvoer,met middelen welke de kleppen met een regelinrichting verbinden.
Fig. 3 is een schematisch perspectivisch aanzicht van een alternatieve constructie voor de gemeenschappelijke scheidingswand tussen de 25 naburige warmteuitwisselgedeelten,waarin luchtstroming zijdelings binnen de wand wordt toegestaan.
Fig. 4 is een enigszins met fig.3 overeenkomend aanzicht,maar waarin luchtstroming verticaal door de wand wordt toegestaan.
Fig. 5 is een schematisch aanzicht van luchtstroming door een in-30 richting met gemeenschappelijke scheidingswanden tussen naburige warmte-uitwisselgedeelten,maar waarin luchtstroming schematisch is weergegeven terug in de verbrandingskamers door de brander (met getrokken Lijnen), en alternatief terug in het systeem via het inlaatverdeelstuk.
In Fig-1 is de inrichting 10 volgens de uitvinding schematisch 35 weergegeven. De inrichting 10 omvat een op een ondersteunende gestelin- .8802650 f - % -4- 27897/CV/tl richting 12 aangebracht oven 11. De ondersteunende gestelinrichting 12 kan vele formaten of opstellingen aannemen,maar in het weergegeven uitvoer ingsvoorbee ld is gebruik gemaakt van vier "I" balken 13,die zoals is weergegeven ,evenwijdig aan elkaar staan opgesteld en met hun einden 5 zijn verbonden door verdere niet weergegeven balken,die loodrecht op de balken 13 zijn aangebracht,een bij de achterzijde van de inrichting en een bij de voorzijde van.de inrichting.
De gehele horizontale balkinrichting wordt dan ondersteund door verticale kolommen 14 bij ieder van de vier hoeken van de gestelinrich-10 ting,zoals is weergegeven,waarbij de ondereindenvan de kolommen 14 op een vloer,grond of dergelijke rusten.
Zoals is weergegeven wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld de oven 11 gedragen op de boveneinden van de I-balken 13. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de oven 11 voorzien van ópstaande rechter en linker 15 eindwanden 15 en 16 en opstaande achter en voorwanden 17 en 18,waarbij de opstaande wanden zijn verbonden door een bovenwand 20. Bij voorkeur zijn alle wanden 15 tot 20 vervaardigd uit een vuurvast of keramisch vezelmateriaal,dat voorziet in een warmteisolerend effect om warmte binnen de oven 11 tegen te houden.
20 De oven 11 heeft in zijn inwendige een bovenste gedeelte 21,dat functioneert als de verbrandingskamer voor het verwarmen van binnenkomende gassen tot aan temperaturen van 2000° F of meer door middel van een of meer met behulp van olie of gas bedreven branders 23. Verder is de oven voorzien van een onderste gedeelte 22,dat een aantal,bij voorkeur ten-25 minste drie warmteuitwisselgedeelten 24,25 en 26 omvat,die in naburige rechte lijnverhouding,uitgelijnd met elkaar,zoals is weergegeven ,zijn opgesteld. De warmteuitwisselgedeelten zijn bij voorkeur vervaardigd als een enkele schotel voorzien van opstaande benen 27,28 en overeenkomende benen aan het linkereinde en de voorzijde om de rechthoekige wandgedeel-30 ten van de schotel te completeren,met aanvullende opstaande wandgedeelten 30 en 31 welke gemeeschappelijke scheidingswanden vormen ,die de naburige warmteuitwisselgedeelten 24 ,25 en 26 fysisch van elkaar scheiden en in het bijzonder tegen gasstroomverbinding van de een naar de ander. Het zal worden begrepen dat er ieder aantal warmteuitwisselgedeelten kan zijn, 35 .8802650 % -5- 27897/CV/tl maar bij voorkeur zal er een oneven aantal zijn/zoals drie,vijf,zeven enz. De ópstaande omtrekswanden van de schotel,zoals wanden 27,28 en dergelijke zijn bij voorkeur vervaardigd uit metaal,zoals staal,voor warmtevasthouddoeleinden en om constructieve stijfheid en ondersteuning 5 te verkrijgen van een groot aantal warmteuitwisselelementen,die daarin zijn opgesteld tot aan het niveau 32 bij het boveneinde van de schotel.
Op soortgelijke wijze zijn de scheidingswanden 30 en 31 bij voorkeur uit metaal,zoals staal vervaardigd ,eveneens uit redenen van constructieve ondersteuning van de daarin opgestelde warmteuitwisselelementen,en 10 ook om gemeenschappelijke wanden te verschaffen tussen de gedeelten,die warmteoverdracht zullen toestaan tussen de gedeelten,minder thermisch verlies voortbrengend en warmtestraling vanaf een gegeven gedeelte te verhinderen naar de buitenzijde van de oven te bewegen en te bevorderen, dat deze warmteovergang naar een naburig gedeelte gaat.Alternatief zijn de 15 wanden 30 en 31 en zelfs opstaande wanden zoals 27 ,28 en dergelijke vervaardigd uit een niet metalen constructie,zoals keramisch materiaal, metselwerk of andere alternatieve materialen.
De wanden 30 en 31 zijn op hun beurt ondersteunbaar aangebracht in opgestoten verhouding tussen constructieve hoekstaaldelen 33,die op 20 hun beurt worden gedragen op de I-balken 13.
De warmteuitwisselelementen die zijn opgesteld in de warmteuit-wisselgedeelten 24,25 en 26 kunnen van ieder geschikt type zijn,zoals die geopenbaard in het bovengenoemde Amerikaanse octrooi 3.895.918.
Gedragen onder de warmteuitwisselgedeelten 24,25 en 26 zijn 25 desbetreffende samenhangende kamers 34 ,35 en 36 ,welke binnenkomende gassen opnemen,die worden toegevoerd via een ventilator 37 of dergelijke via een inlaatverdeetstuk 38 en een uitgekozene van de kamers 34, 35 of 36 via een of meer kleppen 50 in af leverleidingen 41,voor de stroming van dergelijke binnenkomende gassen omhoog door de bijbehorende 30 kamer of kamers naar boven door een warmteuitwisselgedeelte of gedeelten, om te worden voorverwarmd door middel van warmte van binnen bijbehorende warmteuitwisselgedeelten opgenomen warmteuitwisselelementen,in de kamer 17,voor verbranding van de gassen daarin,gevolgd door aflevering van de gasvormige verbrandingsproducten terug naar beneden door een ander 35 naburig warmteuitwisselgedeelte en zijn bijbehorende kamer,en naar . 8802650 * -6- 27897/CV/tl buiten door een uitlaatleiding 42,52 of 62 Langs een bijbehorende uitlaatklep zoals 43,49 of 48,naar een uitlaatverdeelstuk 44,om te worden afgevoerd door middel van een geschikte afvoerventilator 45 of derge-lijke. Het zal worden begrepen dat het algemeen niet noodzakelijk zal 5 zijn om luchtbewegingsmiddelen zoals ventilators 47 en 45 te hebben op beide plaatsen daar het systeem hetzij kan werken met geforceerde lucht bij de inlaatzijde ,waarin een ventilator of ander geschikt luchtver-plaatsend orgaan 37 kan zijn aangebracht,of dat het systeem kan werken door middel van een opgewekt gedeeltelijk vacuum,in welk geval een lucht-10 bewegingsorgaan zoals een ventilator 45 of ander luchtbewegingsorgaan kan worden gebruikt. In sommige gevallen kan het echter gewenst zijn luchtbewegingsorganen zowel bij de inlaat en uitlaatplaatsen te hebben. Aanvullend zal het worden begrepen dat de luchtbewegingsorganen slechts bij wijze van voorbeeld zijn beschreven en weergegeven als ventilators, 15 en dat vele types andere organen hiertoe kunnen worden gebruikt evenals de afwezigheid van dergelijke inrichtingen daar eventueel gebruik kan worden gemaakt van de natuurlijke convectie verschaft door het verbrandingsproces zelf.
Het zal duidelijk zijn,dat de warmtevasthoudelementen binnen een 20 warmteuitwisselgedeelte worden ondersteund op een geschikt voor gas doordringbaar rooster 46 of dergelijke of ieder geschikt orgaan dat gas-stroomverbinding zal toestaan in en uit de warmteuitwisselgedeelten 24, 25 en 26.
Met verwijzing naar fig.2 zal het duidelijk zijn^dat de binnenko-25 mende gasstroom schematisch is weergegeven in de weergegeven opstelling als zijnde door het warmteuitwisselgedeelte 25,zoals aangeduid door de pijlen 41a en 41b in fig.2 omdat de kleppen 41,43 en 48 zijn geplèatst in open standen en de kleppen 50,51 en 49 in gesloten standen zijn geplaatst,zodanig dat de gasstroom plaatsvindt via de pijlen 41a en 41b 30 naar de uitlaatverdeelleiding 41. Met betrekking hiertoe zal het worden begrepen,dat kleppen 41,43 en 48 open en kleppen 49,50 en 51 gesloten zijn. Het zal verder worden begrepen dat na een zekere tijdsduur, wanneer de warmteuitwisselelementen niet langer voldoende warmte hebben om de binnenkomende gassen geschikt te verwarmen,twee of meer paren klepinstel-35 lingen zullen worden omgekeerd,zodat de gasstroming door warmteuitwisselgedeelte 25 wordt omgekeerd evenals de gasstroming door tenminste een m .8802650 -7- 27897/CV/tl van de andere gasuitwisselgedeelten 24 of 26 zal worden omgekeerd door juiste instellingen van de ingaande en uitgaande kleppen,zodanig dat warmteuitwisselelementen in gedeelte 25 nu warmte zullen opnemen uit de daardoor plaatsvindende doorvoer van verse gasvormige verbrandings-5 producten,terwijl warmteuitwisselelementen in een of meer van de naburige warmteuitwisselgedeelten 24 of 26 dienst zullen doen om binnenkomende gassen ,die moeten worden onderworpen aan verbranding,voor te verwarmen.
Het zal verder worden begrepen,dat geschikte instellingen van de in fig.2 weergegeven kleppen programmeerbaar kunnen worden geregeld door 10 middel van een geschikt regelcircuit "C",welke kan werken in de vorm van een getimede bediening van kleppen in iedere gewenste volgorde van klep-bediening,een door een computer geregelde bediening van kleppen of der-gelijke,al naar gewenst.
Het zal ook duidelijk zijn,dat naburige wanden van de inlaat en uit-15 laat verdeel leidingen 38 en 34 op afstand van elkaar kunnen zijn geplaatst, zoals weergegeven door de wanden 53 en 54,of dat deze kunnen zijn gescheiden door een gemeenschappelijke wand,weer uit economische redenen van warmteoverdracht en voorkoming van thermisch verlies,waarbij binnenkomende gassen in zekere mate kunnen worden voorverwarmd door door lei-20 ding 44 bewegende naar buiten gaande gassen.
Het zal ook duidelijk zijn,dat de kleppen 41,43,48, 49,50 en 51 verschillende vormen kunnen aannemen ,zoals vlinderkleppen ,schotelklep-pen of dergelijke en dat deze kleppen al naar gewenst mechanisch hydrau-lisch,pneumatisch of electrisch aan te drijven kunnen zijn.
25 Het zal verder worden begrepen dat de opstaande wanden 30 en 31, die de verschillende warmteuitwisselgedeelten scheiden,niet doorlatend zullen zijn voor de doorvoer van gassen van een warmteuitwisselgedeelte naar een ander. Op soortgelijke wijze zullen de schotelwanden,zoals 27 en 28,evenals de wanden van de oven 11,niet doorlatend zijn voor 30 doorvoer van gassen.
In de figuren 3- 5 zijn wijzigingen weergegeven,waarbij de opstaande wanden 30 en 31 hol kunnen zijn ten einde de doorstroming van gas (in het bijzonder lucht) daardoorheen mogelijk te maken.
Bijvoorbeeld is met verwijzing naar fig.3 een wand 311 weergege-35 ven,welke is voorzien van een aantal dwars daardoorheen verlopende leidingen 31a,welke zich uitstrekken van de voorzijde naar de achterzijde .8802650 r « -8- 27897/CV/tl van de inrichting 10. Op soortgelijke wijze toont fig.4 een wand 31" voor het van elkaar scheiden van naburige warmteuitwisselgedeelten, waarin de leidingen 31b door de wand verticaal zijn om stroming van gas (in het bijzonder lucht) verticaal daardoorheen mogelijk te maken.
5 In elk geval,dat wil zeggen in de wandopstellingen van figuren 3 of 4 zijn middelen aangebracht voor het koelen van de scheidingswanden 30 en 31 ten einde hun temperaturen voldoende laag te houden,opdat constructieve vervormingen worden voorkomen en om het gebruik van goedkopere materialen mogelijk te maken. Indien bijvoorbeeld de wanden 30 en 31 uit 10 metaal moeten zijn,bijvoorbeeld een stalen constructie,kan het gewenst zijn,afhankelijk van de temperaturen,die zijn beoogd voor de naburige warmteuitwisselgedeelte>een mechanisme aan te brengen voor het koelen van de wanden om knikken of dergelijke daarvan te voorkomen ,in het bijzonder indien de wanden zijn vervaardigd uit stalen,die niet zijn ont-15 worpen voor gebruik bij zeer hoge temperaturen. Hiertoe kan binnentredende lucht de eenheid 10' binnentreden in de richting van pijl 60,om door wand 31' te bewegen na beweging door geschikte niet weergegeven gaten in verticale wand 18',om te worden afgeleverd door achterwnd 17',eveneens door niet weergegeven geschikte gaten,maar waarin de uitlaten van 20 de dwars verlopende leidingen 31a zullen uitmonden in een verdeelstuk 61 waarna de lucht of dergelijke beweegt in de richting van de pijlen 62 om via een geschikte leiding 63 te worden afgeleverd in de verbran-dingskamer door een of ander geschikt afleverorgaan,zoals door binnentreden door de brander 23', Alternatief kan,zoals in stippellijnen in 25 fig.5 weergegeven de door doorgang door de leidingen 31a van scheidingswanden,zoals wand 31',verwarmde uitlaatlucht vanaf het verdeelstuk 61 bewegen naar een met stippellijnen aangeduide afleverleiding 64 voor terugvoering in het systeem,zoals aangeduid door pijlen 65,naar inlaat-verdeelstuk 38',in welk geval deverwarmde lucht wordt rondgevoerd voor 30 doelmatig opnieuw gebruik van de daardoor gedragen energie om een voor-verwarmingsfunctie voor de lucht te verschaffen.Een verder alternatief, dat in het algemeen echter minder gewenst is en niet specifiek is weergegeven in fig.5,zal zijn de door de leiding 64 afgevoerde lucht te laten ontsnappen naar de atmosfeer,bijvoorbeeld onder gebruikmaking van de 35 leiding 44'.
.8802650 * -9- 27897/CV/tl
Als een verder alternatief op de in fig.3 tot 5 weergegeven opstellingen kunnen de leidingen door de wanden zijn vervaardigd uit pijp.
Alternatief kan een ventilator,waaier of dergelijke zijn opgesteld bij de voorzijde van de wand 18' of als een deel van het verdeelstuk 61 om 5 de binnenkomende gassen (bijvoorbeeld lucht) door de leidingen 31a (of 31b) te zuigen.
Het zal ook worden opgemerkt,dat de beschikking over lucht vanaf het verdeelstuk 61 kan variëren afhankelijk van de temperatuur waarop de eenheid 10 werkt. Indien bijvoorbeeld de verbrandingskamer werkt op 10 een temperatuur van 240Q°F kan het gewenst zijn om de lucht rechtstreeks in de verbrandingskamer te injecteren,zoals bijvoorbeeld via de aflever-leiding 63.
In overeenstemming met de bovenstaande beschrijving van de klepop-stellingen,zoals die weergegeven in fig.2,zal het worden begrepen,dat 15 verontreinigde gassen,geuren of dergelijke,die moeten worden verbrand, in staat worden gesteld de inrichting binnen te treden door de inlaat-verdeelstukleiding en dat de kleppen worden ingesteld om dergelijke gassen,die geuren,rook of dergelijke bevatten,te voeren door de warmte-uitwisselgedeelten 24, 25 en 26, bewegend door de aardewerkbedden op 20 temperaturen ,die zeer dicht zijn bij de verbrandingstemperatuur. Oxidatie wordt dan voltooid in het bovenste gedeelte 21 van de oven 11,welke de verbrandingskamer bevat,door middel van een gas of oliebrander,welke een vooraf ingestelde verbrandingstemperatuur handhaaft.
Zoals hierboven vermeld kunnen de zo afgeleverde gassen vluchtige 25 organische bestanddelen bevatten,die zichzelf kunnen ontsteken terwijl zij nog in het aardewerk zijn,en dat,indien dit gebeurd,dit de verbranding in het bovenste gedeelte 21 van de verbrandingskamer zal vergemakkelijken en versnellen. In sommige gevallen kunnen de binnenkomende gassen voldoende vluchtige organische bestanddelen bevatten om te bewerk-30 stelligen,dat de vrijgegeven energie alle warmte kan verschaffen vereist voor de inrichting,waarbij de brander automatisch kan overschakelen op de waakvlam. Nadat de verbranding in het bovenste gedeelte 21 van de oven 11, dat de verbrandingskamer bevat,is bewerkstelligd,zal een opnieuw instellen van de kleppen,zoals hierboven uiteengezet,veroorzaken,dat de 35 gereinigde gassen naar beneden worden gevoerd door de aardewerkbedden,die .8802650 f % r -10- 27897/CV/tl op dat tijdstip in een "uitlaat" opstelling zijn,waardoor warmte door het aardewerk wordt overgenomen uit de gassen en daarin geabsorbeerd.
In overeenstemming met de huidige uitvinding is een eenheid verschaft,welke klein kan zijn en een lichte constructie kan hebben en welke 5 geschikt is voor industriële behandelingen van gassen,bijvoorbeeld van spuitcabines,met een uitlaatvolume van 4000 SCFM of dergelijke,of zelfs met veel grotere of veel kleinere volumes,al naar gewenst; landbouw pesticides kunnen met hoge waarde van energie terugwinning worden vernietigd; brede reeksen van oplosmiddelen van bedekking en lamineren kun-10 nen worden vernietigd met een hoog percentage van thermische energie-terugwinning; emissies van papier en fiImbedekkingen kunnen worden verwerkt met hoge waarden van energie-terugwinning; koolwaterstoffen en emissies van keramische oven kunnen met hoge waarden van thermische energie-terugwinning worden vernietigd;gassen van destructie van vast afval 15 kunnen worden vernietigd; gassen van restvloeistoffen,die zijn geoxideerd of op andere wijze vernietigd kunnen worden verwerkt ;emissies van verschillende chemische vervaardigingsprocessen kunnen weer met hoge waarde van thermische terugwinning worden vernietigd evenals vele andere behandelings verwachtingen in overeenstemming met de huidige uitvinding. 20 Het zal uit het bovenstaande duidelijk zijn,dat verschillende wij zigingen kunnen worden aangebracht in de constructie details evenals in het gebruik en de werking van de huidige uitvinding,dit alles binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding.
De inrichting kan bijvoorbeeld in verschillende afmetingen worden 25 vervaardigd met de hoogtes van de scheidingswanden 30 en 31 van iedere gewenste relatieve hoogte binnen de kamer zodanig als de gewenste verbranding zal beïnvloeden. Ook zijn de constructiematerialen van de verschillende onderdelen,zoals hierin bij wijze van voorbeeld vermeld, uitsluitend voorbeelden van de de voorkeur gegeven uitvoeringsvormen, 30 maar deze zijn niet bestemd om op enige wijze beperkend te zijn. Ook kan de hierin beschreven eenheid,ofschoon bij voorkeur bestemd voor het verschaffen van kleine lichte eenheden,ook compacte en draagbare grotere eenheden geven,geschikt voor hèt verwerken van tot aan 100.000 SCFM of meer,indien gewenst,ofschoon de constructie het meest geschikt is 35 voor de hierboven beschreven kleinere compacte eenheden. Aanvullend .8802650 » -11- 27897/CV/tl zal het,ofschoon in het hierin beschreven en afgebeelde systeem de verschillende warmteuitwisselgedeelten in lijn zijn uitgelijnd,het worden begrepen,dat ,indien gewenst,de warmteuitwisselgedeelten in iedere configuratie kunnen worden opgesteld/zoals bijvoorbeeld in een L-vormige 5 configuratie,een driehoekige of cirkelvormige configuratie enz. ,al naar gewenst kan zijn. Verder kan de eenheid op zichzelf worden gebruikt of, indien gewenst,in samenhang met een hulpgasbrandereenheid.
.8802650

Claims (16)

1. Inrichting voor het verbranden van industriële uitlaatgassen op een thermisch terugwinprincipe,voorzien van : a) een oven met een bovenste gedeele en een onderste gedeelte; b) het bovenste gedeelte een verbrandingskamer zijnde met verbran-5 dingsmiddelen daarin; c) het onderste gedeelte voorzien zijnde van een aantal warmteuit-wisselgedeelten; d) de warmteuitwisselgedeelten ieder voorzien zijnde van een voor gas doordringbaar orgaan bij een ondereinde daarvan en een stapel 10 vuurvaste warmteuitwisselelementen opgesteld op het voor gas doordringbare orgaan op een wijze om gasstroming door de elementen toe te staan; e) met naburige warmteuitwisselgedeelten gescheiden zijnde door een gemeenschappelijk stroomscheidingswandorgaan; f) met afzonderlijke bijbehorende kamerorganen voor ieder genoemd 15 warmteuitwisselgedeelte,daaronder opgesteld en een gasstromingverbinding. daarmede; g) middelen voor het afleveren van een stroom te verbranden uitlaatgassen in althans een kamer,omhoog door zijn bijbehorende warmteuitwisselgedeelte in de verbrandingskamer en dan de gasvormige verbrandingsprodue- 20 ten naar beneden afleverend door een ander warmteuitwisselgedeelte en door zijn bijbehorend kamerorgaan naar afvoer uit de inrichting; omvattende h) middelen voor het wisselen van de stroomrichting door genoemde warmteuitwisselgedeelten en genoemde bijbehorende kamerorganen.
2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat genoemde stro- mingsscheidingswandorganen een zich omhoog uitstrekkende warmte geleidende plaat omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk/dat genoemde warmteuitwisselgedeelten naast elkaar zijn opgesteld.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat althans drie warmteuitwisselgedeelten in een algemene rechtlijnige verhouding zijn uitgelijnd.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat een stroomscheidingswandorgaan is voorzien van teidingmiddelen daar-35 in voor het transporteren van gassen daardoorheen. /8802650 -13- 27897/CV/tl
6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van middelen voor het rondvoeren van gassen,die door de leiding-middelen zijn getransporteerd en wel terug in de inrichting voor aflevering aan de verbrandingskamer.
7. Inrichting volgens conclusie 6,waarin de middelen voor het rondvoe ren van de gassen middelen omvatten voor de aflevering van de gassen aan de verbrandingskamer via het inlaatverdeelstukleidingsorgaan.
8. Een transporteerbare compacte inrichting voor gebruik in verbranding van industriële uitlaatgassen op een thermisch terugwinprincipe,voorzien 10 van: a) een oven met opstaande wanden en een de wanden verbindende boven-zijde,en voorzien van een bovenste gedeelte en een onderste gedeelte; b) het bovenste gedeelte een verbrandingskamer zijnde en brander-organen daarin bezittend; 15 c) het onderste gedeelte voorzien zijnde van een aantal warmteuit- wisselgedeelten; d) de warmteuitwisselgedeelten ieder een voor gas doordringbaar orgaan bezittend bij een ondereinde daarvan,aangepast voor het ondersteunen van warmteuitwisselelementen daarop; 20 e) met naburige warmteuitwisselgedeelten gescheiden zijnde door een gemeenschappelijk stromingsscheidingswandorgaan; f) met afzonderlijke bijbehorende kamerorganen voor ieder genoemd warmteuitwisselgedeelte, opgesteld onder en in gasstroomverbinding daarmede; 25 g) inlaatverdeelstukleidingorgaan voor het afleveren van gassen aan genoemde kamer; h) uitlaatverdeelstukleidingorgaan voor het afleveren van gassen van genoemde kamer; i) klepmiddeLen voor het selectief openen en sluiten van gasstroom-30 banen gekozen tussen genoemd verdeelstukleidingorgaan en uitgekozen kamerorganen ; en j) gemeenschappelijk ondersteunend gestelorgaan dat althans genoemde oven en daarbij geclaimde onderdelen ondersteund.
9. Inrichting volgens conclusie 8,met het kenmerk,dat het gestel een 35 althans in hoofdzaak horizontaal gesteldeel en verticale steunbenen omvat. .8802650 -14- 27897/CV/tl r,
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9,met het kenmerk,dat de verdeel-stukleidingorganen onder genoemde kamerorganen zijn opgesteld.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat er tenminste drie warmteuitwisselgedeelten zijn,die in een algemene 5 rechtlijnige verhouding zijn uitgelijnd.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de kleporganen zijn opgesteld tussen genoemde kamerorganen en genoemde leidingorganen.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 10 dat de wanden en de bovenzijde althans gedeeltelijk zijn vervaardigd uit een vuurvast materiaal.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de kamerorganen ,kleporganen en verdeelstukleidingorganen behoren tot de door het gestelorgaan ondersteunde onderdelen.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de kleporganen zijn opgesteld tussen genoemde kamerorganen en genoemde leidingorganen,waarbij de wanden en de bovenzijde van de oven althans gedeeltelijk zijn vervaardigd uit een vuurvast materiaal,terwijl er tenminste drie warmteuitwisselgedeelten zijn,die in een algemene 20 rechtlijnige verhouding zijn uitgelijnd.
16. Inrichting volgens conclusie 15,met het kenmerk,dat genoemd gemeenschappelijke stromingsscheidingswandorgaan leidingmiddelen daarin omvat voor het transporteren van gas daardoorheen,met middelen voor het rondvoeren van gassen,die door de leidingmiddelen zijn getransporteerd,terug 25 in de inrichting voor aflevering aan de verbrandingskamer. ,8802650
NL8802650A 1987-11-10 1988-10-28 Inrichting voor het verbranden van industriele uitlaatgassen. NL8802650A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US07/119,110 US4961908A (en) 1987-11-10 1987-11-10 Compact combustion apparatus
US11911087 1987-11-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8802650A true NL8802650A (nl) 1989-06-01

Family

ID=22382602

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802650A NL8802650A (nl) 1987-11-10 1988-10-28 Inrichting voor het verbranden van industriele uitlaatgassen.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4961908A (nl)
JP (1) JPH0756372B2 (nl)
AU (1) AU610270B2 (nl)
CA (1) CA1307424C (nl)
DE (1) DE3837989A1 (nl)
DK (1) DK623988A (nl)
FR (1) FR2622958B1 (nl)
GB (1) GB2212255B (nl)
IT (1) IT1223893B (nl)
NL (1) NL8802650A (nl)
SE (1) SE8804057L (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5101741A (en) * 1991-05-10 1992-04-07 Jwp Air Technologies Flow line bake-out process for incinerator
US5129332A (en) * 1991-07-10 1992-07-14 Richard Greco Valve actuation mechanism for incinerator
US5221522A (en) * 1992-02-03 1993-06-22 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Regenerative thermal oxidizer with inlet/outlet crossover duct
US5240403A (en) * 1992-09-01 1993-08-31 Moco Thermal Industries, Inc. Regenerative thermal oxidation apparatus and method
US5524557A (en) * 1994-12-05 1996-06-11 Wahlco, Inc. Catalytic sulfur trioxide flue gas conditioning
DE19519868A1 (de) * 1995-05-31 1996-12-05 Duerr Gmbh & Co Einrichtung zur thermischen Abluftreinigung
US5837205A (en) * 1996-05-07 1998-11-17 Megtec Systems, Inc. Bypass system and method for regenerative thermal oxidizers
DE102008009372A1 (de) * 2008-02-14 2009-11-05 Feuerfest & Brennerbau Gmbh Strahlungsbrenner mit Regenerationsfunktion
US20110061576A1 (en) 2009-09-14 2011-03-17 Richard Greco Four-way valve
DE102010048308B4 (de) * 2010-10-14 2016-06-16 Ctp Chemisch Thermische Prozesstechnik Gmbh Vorrichtung zur Reinigung von schadstoffhaltigem Abgas

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB304755A (en) * 1928-01-26 1930-03-10 Milliken Brothers And Blaw Kno Improvements in or relating to heat exchangers
GB515997A (en) * 1938-05-13 1939-12-20 South Metropolitan Gas Co Improvements in regenerative furnaces for burning fluid fuel
US3366372A (en) * 1965-11-18 1968-01-30 United States Steel Corp Method and apparatus for making coke
US3634026A (en) * 1969-07-25 1972-01-11 Proctor & Schwartz Inc Apparatus and method thermal regenerative gas processing
US3895918A (en) * 1973-01-16 1975-07-22 James H Mueller High efficiency, thermal regeneration anti-pollution system
JPS5589615A (en) * 1978-12-26 1980-07-07 Nittetsu Kakoki Kk Improvement of treatment efficiency for regenerative type harmful-substance treatment furnace
GB2044900A (en) * 1979-03-28 1980-10-22 Nittetsu Kakoki Kk Incinerator and method for treating gases for removing impurities
US4263259A (en) * 1979-05-21 1981-04-21 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Hatch and hatch cover for thermal regeneration apparatus
US4252070A (en) * 1979-06-27 1981-02-24 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Double valve anti-leak system for thermal regeneration incinerators
US4302426A (en) * 1979-07-09 1981-11-24 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Thermal regeneration outlet by-pass system
US4426360A (en) * 1979-07-09 1984-01-17 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Thermal regeneration outlet by-pass system and process
US4248841A (en) * 1979-07-25 1981-02-03 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Anti-leak valve flushing system for thermal regeneration apparatus
US4267152A (en) * 1979-07-25 1981-05-12 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Anti-pollution thermal regeneration apparatus
US4280416A (en) * 1980-01-17 1981-07-28 Philip Edgerton Rotary valve for a regenerative thermal reactor
US4544526A (en) * 1982-05-03 1985-10-01 Durr Industries, Inc. Oven heat exchanger
US4454826A (en) * 1982-06-23 1984-06-19 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Vertical flow incinerator having regenerative heat exchange
US4474118A (en) * 1983-08-05 1984-10-02 Regenerative Environmental Equipment Co., Inc. Vertical, in-line regenerative heat exchange apparatus
US4650414A (en) * 1985-11-08 1987-03-17 Somerset Technologies, Inc. Regenerative heat exchanger apparatus and method of operating the same

Also Published As

Publication number Publication date
FR2622958A1 (fr) 1989-05-12
FR2622958B1 (fr) 1994-06-24
SE8804057D0 (sv) 1988-11-09
GB2212255A (en) 1989-07-19
AU2451488A (en) 1989-05-11
AU610270B2 (en) 1991-05-16
DK623988D0 (da) 1988-11-09
GB2212255B (en) 1992-01-02
JPH01159515A (ja) 1989-06-22
IT1223893B (it) 1990-09-29
IT8867993A0 (it) 1988-11-08
DE3837989A1 (de) 1989-05-18
JPH0756372B2 (ja) 1995-06-14
SE8804057L (sv) 1989-05-11
CA1307424C (en) 1992-09-15
US4961908A (en) 1990-10-09
DK623988A (da) 1989-05-11
GB8825061D0 (en) 1988-11-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3675600A (en) Recirculating dryer system
KR970000103B1 (ko) 철강 가열로
NL8802650A (nl) Inrichting voor het verbranden van industriele uitlaatgassen.
US5363567A (en) Self incinerating oven and process carried out thereby
NL8302232A (nl) Verbrandingsoven.
US9726429B1 (en) Wood processing oven and method
CA1337453C (en) Air flotation dryer with built-in afterburner
US10792701B2 (en) Pipe coupling thermal cleaning and coating curing oven and method
CZ207695A3 (en) Reclaiming oxidation system for gas purification and burning of air containing volatile organic compounds
WO2001031270A2 (fr) Installation de sechage et procede de sechage de bois
US10487283B1 (en) Regenerative thermal oxidizer with secondary and tertiary heat recovery
US3130961A (en) Drying oven with catalytic exhaust treatment
US3634026A (en) Apparatus and method thermal regenerative gas processing
US5362449A (en) Regenerative gas treatment
CN101036025B (zh) 具有气体净化的再循环烤炉
US5351416A (en) Clean air oven with heat recovery and method
US4740158A (en) Radiant energy drying oven with fume incineration feature
US3716004A (en) Refractory damper for high temerature or corrosive gases
US5643539A (en) Regenerative incineration system
US11933495B2 (en) Fluid bed regenerative thermal oxidizer and a method for its use
WO1994023246A1 (en) Regenerative gas treatment
US4322203A (en) Pipe burnout oven with pollution control
GB2089969A (en) Solid-fuel stoves
US6006682A (en) Garbage incinerator with tunnel furnace combustion
KR100871921B1 (ko) 연소설비

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed