NL8802500A - Huissamenstel voor een seismische detector. - Google Patents

Description

Huissamenstel voor een seismische detector

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een huissamenstel voor een seismische detector. Dit is het huis of omhulling dat de seismische detector omgeeft en dat water belemmert het huis binnen te treden en de seismische detector ί te bereiken en dat is voorzien van middelen voor het op meervoudige geleidingskabels aansluiten van het huis ten einde toe te staan dat de geleiders worden aangesloten op de externe aansluitingen van de seismische detector.

Op land is de het meest toegepast seismische detector de seismometer en in de hierna volgende beschrijving zal de uitvinding worden beschreven aan de hand van een seismo-meterhuis, alhoewel het kan worden toegepast bij andere typen van seismische detectoren.

Zoals in het voorgaande is opgemerkt vervult het seismometerhuis diverse funkties. Het verhindert dat water de seismometer bereikt alsmede de elektrische verbindingen tussen de seismometer en de geleiders van de kabelgeleider. Het moet de seismometer stevig vasthouden in het huis waarbij althans nagenoeg alle relatieve bewegingen tussen de seismometer en het huis worden verhinderd. Tevens moet het middelen verschaffen voor het stevig bevestigen van het huis op de kabelgeleider, terwijl verhinderd dient te worden dat water zich langs de kabelgeleider voortbeweegt in het inwendige van het huis. Het moet eenvoudig monteerbaar en demonteerbaar zijn. Dit is met name van belang aangezien in de praktijk tamelijk vaak reparaties moeten worden uitgevoerd aan seismometers, of dat ze moeten worden vervangen, en het is essentieel dat het vervangen en het opnieuw elektrisch op de geleiders en de kabelgeleider aansluiten van de seismometer-aansluitingen eenvoudig kan worden uitgevoerd.

De seismometeromhulling of huis volgens de onderhavige uitvinding omvat een printplaat door middel van welke de aansluitingen van de seismometer elektrisch zijn verbonden met de geleiders van de kabelgeleider. Het Amerikaanse octrooischrift 4.594.698, publikatiedatum 10 juni 1986 en getiteld "Printed-Circuit Disc for Stringing Geophones", maakt gebruik van een printplaat voor hetzelfde doel. Er bestaan echter diverse problemen ten aanzien van de in dit octrooi voorgestelde constructieve vormgeving. De aansluitingen van de seismometer worden bijvoorbeeld rechtstreeks op de geleidingsstroken van de printplaat gesoldeerd. Dit zou een belangrijk probleem ten aanzien van het lossolderen vormen, met name in de praktijk, ten einde de printplaat los te maken van de aansluitingen om de seismometer te bereiken. Bovendien, door de aansluitingen rechtstreeks vast te solderen op de geleidingsstrook op de printplaat en vervolgens de geleidingsstroken vast te solderen op de stroomdraden van de kabelgeleider, worden op de geleiders van de kabelgeleider uitgeoefende trekkrachten overgebracht door de printplaat naar de aansluitingen, hetgeen ongewenst is. Verder zou, aangezien de aansluitingen zijn vastgesoldeerd op de printplaat, elke klemwerking, die is toegepast om de seismometer vast te houden tegen een lengtebeweging ten opzichte van het huis, rechtstreeks worden uitgeoefend op de aansluitingen en deze aansluitingen onder druk zetten. In het algemeen zijn dergelijke aansluitingen niet ontworpen om dergelijk spanningen op te nemen. Het Amerikaanse octrooi-schrift 4.594.698 toont of beschrijft een klemwerking overeenkomstig het in het voorgaande beschreven niet, maar dit wordt wenselijk beschouwd in de meeste seismometer-huissamenstellen, met als resultaat, dat wanneer de seismometer aldus tegen de bodem van het huis wordt geklemd door middel van de printplaat, een ongewenste belasting van de aansluitingen zou resulteren.

De onderhavige uitvinding beoogt een huissamenstel voor een seismische detector te verschaffen dat een printplaat omvat voor het elektrisch verbinden van de aansluitingen van de seismische detector met de printplaat door middel van soepele borstelverbindingsdraden, zodat de printplaat kan bewegen ten opzichte van de aansluitingen zonder dat op de aansluitingen zelf enige spanningen worden uit-geoefend.

Daarnaast beoogt de onderhavige uitvinding een huis te verschaffen waarin de seismometer voor de seismische detector wordt vastgehouden tegen een longitudinale beweging ten opzichte van het huis doordat hij is vastgeklemd tussen de bodem van het huis en de printplaat, wanneer de kap van het huis is verbonden met het huis.

Daarnaast beoogt de onderhavige uitvinding een dergelijk huissamenstel voor een seismische detector te verschaffen, waarin de door de kap van het huis op de printplaat 5 uitgeoefende klemwerking tevens een elastomeer-afdichtorgaan, dat is aangebracht tussen de printplaat en de seismometer, samendrukt ten einde dit afdichtorgaan in afdichtend contact te brengen met de seismometer en de wanden van het huis.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de ) hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvoor-beelden zijn weergegeven.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van het huissamenstel voor een seismische detector volgens de uitvinding, gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in zijaanzicht;

Fig. 2 toont een doorsnede volgens de lijn 2-2 in fig. 1, en

Fig. 3 toont een bovenaanzicht van een printplaat van toepassing in het huissamenstel, welke printplaat specifiek is ontworpen om de seismometer serie-parallel te schakelen.

In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het huissamenstel een huis 10, een kap 12 en sluitmoeren 14. Het huis 10 bezit een cilindrische holte 10a, die aan zijn benedeneinde is gesloten en aan zijn boveneinde open is. De holte is cilindrisch in dwarsdoorsnede en is ontworpen ten einde een klempassing te verschaffen voor een seismometer 16, zodat er geen zijdelingse relatieve beweging tussen de seismometer en het huis optreedt. Het huis omvat een van schroefdraad voorziene stomp 18, die wordt gebruikt om een punt 20 aan het benedeneinde van het huis te bevestigen. Door deze punt in de bodem te drukken wordt een goede verbinding verschaft tussen de bodem, het huis van de seismometer en de seismometer zelf.

Het huis omvat half-cirkelvormige van schroefdraad voorziene delen 22 en 24, die aan weerszijden van het huis zijn gelegen en die samenwerken met van schroefdraad voorziene half-cirkelvormige delen 26 en 28 op de kap ten einde cirkelvormige van schroefdraad voorziene delen te vormen, namelijk aan weerszijden van de kap en het huis, met schroefdraden, die corresponderen met de schroefdraad op de moeren 14. Wanneer de moeren zijn aangebracht op de van schroefdraad voorziene delen in fig. 1 is het samenstellen van het seismo-meterhuis voltooid. Gelijktijdig zal de kap een cirkelvormig schijfgedeelte 30a van het afdichtorgaan 30 tussen het bovenoppervlak van de seismometer 16 en de printplaat 32 samendrukken, waarbij het cirkelvormige schijfgedeelte 30a afdichtend in aanraking wordt gedrukt met de aansluitingen 34 en 36 van de seismometer en met het bovenste uiteinde van de seismometeromhulling.

Het afdichtorgaan 30 omvat tevens een ringvormig gedeelte 30b. Het bovendeel van dit gedeelte is aangebracht in een ringvormige groef 38 in de kap 12, terwijl het benedendeel zich omlaag uitstrekt in het open uiteinde van het huis ten einde het bovenste uiteinde van de seismometer 16 te omhullen. Buitenwaarts vanaf tegenover elkaar gelegen zijden van het ringvormige gedeelte 30b van het afdichtorgaan strekken zich buisvormige delen 30c en 30d uit, in welke delen 40 en 42 van een kabelgeleider zijn aangebracht. De diverse onderdelen van het afdichtorgaan 30 zijn zodanig ontworpen dat wanneer de moeren op de van schroefdraad voorziene delen 22-28 worden aangebracht het elastomere materiaal van het afdichtorgaan tussen de kap en het huis zal worden samengedrukt en afdichtend in aanraking komt met de klem-oppervlakken, zodat wordt verhinderd dat water de inwendige holten van de huis en de kap binnendringt.

De printplaat 32 is voorzien van openingen 44 en 45 door welke zich de aansluitingen 34 en 36 uitstrekken. Tussen de aansluitingen en de printplaat wordt door deze openingen een ruime speling verschaft, zodat de printplaat omlaag kan bewegen in de richting van de seismometer en het gedeelte 30a van het afdichtorgaan kan samendrukken zonder een druk-kracht uit te oefen op de aansluitingen. Tevens is enige zijdelingse beweging van de printplaat ten opzichte van de aansluitingen mogelijk zonder enige belastingen op de aansluitingen te veroorzaken.

In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de printplaat 32 vier geleidingsstroken 50, 52, 54 en 56. Deze printplaat is zodanig ontworpen dat de aansluitingen kunnen worden verbonden met een kabel met drie geleiders (1,2 en 3). De seismometer-aansluitingen 44 en 45 zijn verbonden met geleidingsstroken 54 en 56 door middel van soepele borstel-verbindingsdraden 58 en 60. Door de toepassing van soepele borstelverbindingsdraden zal een beweging van de printplaat geen spanningen ter plaatse van de aansluitingen veroorzaken vanwege de flexibiliteit van de soepele borstelverbindingsdraden.

De geleiders 1 van de stroomkabels zijn verbonden met de geleidingsstrook 50. De geleiders 2 zijn respectievelijk verbonden met de geleidingsstrook 52 en 56, terwijl beide geleiders 3 zijn verbonden met de geleidingsstrook 54. Een dempingsweerstand 62 is in de getoonde uitvoeringsvorm tussen de geleidingsstroken 54 en 56 aangebracht. Zoals in het voorgaande is vermeld is dit speciale patroon van geleidingsstroken ontworpen voor het serie-parallel schakelen van de seismometer. De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.

Claims (8)

1. Huissamenstel voor een seismische detector, gekenmerkt door een aan een uiteinde open huis, een seismische detector met een buitenomhulling met in het algemeen vlakke eindwanden en een paar door de in het huis geplaatste eindwand uit de omhulling naar buiten stekende aansluitingen, welke aansluitingen zich buitenwaarts uitstrekken vanaf het open uiteinde van het huis, een afdichtorgaan uit elastomeer materiaal met openingen, door welke de aansluitingen zich uitstrekken, welk afdichtorgaan het uiteinde van de detector bedekt en het open uiteinde van het huis afsluit, en een op het huis bevestigde bekervormige kap met een holte voor het omhullen van de aansluitingen en een buitenrand voor het samendrukken van het afdichtorgaan voor een afdichtend aangrijpen op de kap en het huis.

2. Huissamenstel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de openingen in het afdichtorgaan wat betreft hun diameter kleiner zijn dan de aansluitingen, zodat het elastomeer materiaal rond deze openingen voldoende zal worden uitgerekt ten einde een afdichting rond de aansluitingen te vormen.

3. Huissamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat dit verder is voorzien van buisvormige delen uit elastomeer materiaal die tussen de kap en het huis zijn geklemd en kabelgeleiders met geleidingskabels die zijn aangebracht in de buisvormige delen, waarbij de geleidingskabels zich in de holte van de kap uitstrekken en elektrisch zijn verbonden met de aansluitingen van de seismische detector.

4. Huissamenstel volgens conclusie 3, m e t het k è n m e r k, dat de buisvormige delen integraal zijn verbonden met het afdichtorgaan en aan weerszijden van het afdichtorgaan zijn gelegen.

5. Huissamenstel volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een printplaat is toegepast welke is vastgeklemd tussen de kap en het afdichtorgaan ten einde de samendrukkingskracht van de kap over te brengen naar het door de kap omsloten gebied van het afdichtorgaan en om het afdichtorgaan in afdichtend contact te houden met het uiteinde van de detectoromhulling, alsmede de detector in stevig contact te houden met het huis, welke printplaat twee gaten bezit door welke de aansluitingen zich uitstrekken.

6. Huissamenstel volgens conclusie 5, m e t het k e n m e r k, dat de aansluitingen door middel van soepele borstelverbindingsdraden elektrisch zijn verbonden met de juiste geleidingsstroken van de printplaat.

7. Huissamenstel volgens conclusie 6, m e t het k e n merk, dat de printplaat, behalve de gaten door welke de aansluitingen zich uitstrekken, tevens twee gaten bezit, welke zijn aangebracht in de geschikte geleidingsstroken voor het verbinden van de detector in serie, parallel of serie-parallel met andere detectoren, welke openingen zodanig zijn geplaatst dat ze aanduiden welke aansluiting moet worden verbonden met welke opening.

8. Huissamenstel volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat tussen de twee geleidingsstroken, die elektrisch zijn verbonden met de twee aansluitingen, een dempingsweerstand is aangebracht, terwijl openingen zijn toegepast in de geleidingsstroken in de printplaat ten einde aan te duiden welke stroken elektrisch moeten worden verbonden met de weerstand.