NL8802277A

NL8802277A - Botverlengapparaat.

Info

Publication number: NL8802277A
Application number: NL8802277A
Authority: NL
Original assignee: Hendrik Johan Westbroek
Priority date: 1988-09-15
Filing date: 1988-09-15
Publication date: 1990-04-02

Description

Botverlengapparaat

De uitvinding heeft betrekking op een botverlengapparaat, bestaande uit twee van klembouten voorziene klemhelften met halfcirkelvormige uitsparingen voor het vastzetten van bot-pennen die in een opzettelijk te breken bot kunnen zijn geschroefd, en een mechanisme om de klemhelften stapsgewijze op grotere onderlinge afstand te kunnen brengen*

Bij bekende botverlengapparaten ligt het genoemde mechanisme op axiale afstand van het vlak door de botpennen. De krachten die bij het verlengen van botten optreden zijn echter zo hoog, dat de bekende botverlengapparaten deze niet kunnen opnemen en met name knikverschijnselen gaan vertonen.

De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering te brengen. Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de klemhelften zijn verbonden met telescopisch schuifbare binnen- en buitenhuizen, en doordat het mechanisme bestaat uit een binnen de huizen gelegen schroefspilconstructie die via een loodrecht uit het buitenhuis stekende bus kan worden bediend met een sleutel.

De schroefspilconstructie kan een schuin tandwiel omvatten dat in ingrijping kan worden gebracht met een corresponderend schuin tandwiel van de sleutel.

De wand van het holle binnenhuisgedeelte kan zijn voorzien van twee axiale gaten voor het doorlaten van een in boringen van het buitenhuis aangebrachte klembout die asm het van zijn kop afgekeerde einde schroefbaar is in een klemring.

Bij voorkeur is de sleutel asm het van het schuine tandwiel afgekeerde einde voorzien van een dópmoer die op de klembout van de schroefspilconstructie past.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand vsm de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een botverlengapparaat volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont:

Figuur 1 een exploded view van het botverlengapparaat, een hoorbuis, en een leibus voor een boor,

Figuur 2 een vertikale langsdoorsnede van het apparaat van figuur 1, en figuur 3 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een sleutel·

Het botverlengapparaat bestaat uit een buitenhuis 1 en een telescopisch in een boring 2 van het buitenhuis 1 schuifbaar binnenhuis 3 dat een hol gedeelte bezit waarin de schroefspilcon-structie kan uitsteken·

Het van de boring 2 afgekeerde en dus massieve einde van het buitenhuis 1 is voor ongeveer de helft verwijderd, zodat een klemhelft 4 ontstaat. In het platte vlak van de klemhelft 4 zijn drie halfcirkelvormige uitsparingen 5 aangebracht die corresponderen met bijpassende uitsparingen 5’ in een aparte klemhelft 6 die met twee klembouten 7 kan samenwerken met de klemhelft 4. De in de uitsparingen 5 en 5* aangebrachte botpennen 8 kunnen op deze wijze in het apparaat worden vastgezet.

Het binnenhuis 3 is aan zijn uit het buitenhuis 1 stekende einde voorzien een borst 9 en het voorbij die borst gelegen uiteinde van het binnenhuis 3 is op dezelfde wijze uitgevoerd als het uiteinde van het buitenhuis 1.

In de wand van het holle gedeelte van het binnenhuis 3 zijn twee axiale gaten 10 aangebracht voor het doorlaten van een klembout 11 die aan het van zijn kop afgekeerde einde is vastgeschroefd in een klemring 12. Die klemring 12 rust tegen een platte kant 13 van het binnenhuis 3. Het tegenovergelegen buitengebied van de buitenbuis 1 en de klemhelften 6 is eveneens afgeplat om een goed contactvlak te leveren voor de klembouten 7 en 11 die in één lijn liggen.

In die zelfde lijn is op het buitenhuis 1 een bus 14 aam gebracht die als geleiding dient voor een sleutel 15 waarmee de huizen 1 en 3 ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen.

De sleutel 15 bestaat uit een as 16 met aan het ene uiteinde een schuin tandwiel 17 dat in ingrijping kan worden gebracht met een schuin tandwiel 18 van een schroef spindel 19 die in het binnenhuis 3 is geschroefd. Het schuine tandwiel 18 van de schroefspindel 19 wordt in de juiste stand gehouden door een aan-slagring 20 die in de boring 2 van het buitenhuis 1 is geperst.

Door de sleutel 15 in de in de figuur 3 weergegeven stand in de doos 14 te steken en vervolgens te draaien in de richting van de pijl 21/ komt het binnenhuis 3 uit het buitenhuis 1. De overbrengingsverhouding tussen de schuine tandwielen 13/ 18 en de spoed van de schroef spindel 19 zijn daarbij zondanig gekozen dat ëën omwenteling van de sleutel correspondeert met een verplaatsing van ongeveer 0/5 mm. De bedoeling is dat een opzettelijk gebroken bot per dag over die afstand wordt verlengd door de patiënt vier keer per dag een kwartslag met de sleutel te laten uitvoeren. Daarbij moet eerst klembout 11 worden gelost en dat kan met een dopmoer 22 die aan het andere einde van de as 16 van de sleutel 15 is aangebracht. Om met de sleutel 15 voldoende kracht te kunnen uitoefenen, is deze voorzien van een dwarsstang 23. Het is uiteraard doelmatig om met dezelfde sleutel ook de klembouten 7 van de klemhelften te kunnen bedienen en de koppen van die klembouten 7 hebben daarom bij voorkeur dezelfde maat als die van klembout 11.

Het plaatsen van het botverlengapparaat gaat als volgt in zijn werk: in de uitsparingen 5# 5' worden hoorbuizen 24 gestoken tot zij met het bot in aanraking komen. Alvorens een gaatje in het bot te kunnen boren voor het opnemen van de botpennen 8, moet eerst een verminderingsbus 25 worden geplaatst. De hoorbuizen 24 hebben een grotere diameter dan de boor, omdat zij ook worden gebruikt als richtbuizen voor de botpennen 8.

In het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan degene die in de tekening is weergegeven.

Claims

1. Botverlengapparaat bestaande uit twee van klem-bouten voorziene klemhelften met halfcirkelvormige uitsparingen voor het vastzetten van botpennen die in een opzettelijk te breken bot kunnen zijn geschroefd, en een mechanisme om de klemhelften stapsgewijze op grotere onderlinge afstand te kunnen brengen, met het kenmerk, dat de klemhelften (4, 6) zijn verbonden met telescopisch schuifbare binnen- en buitenhuizen (3, 1), en dat het mechanisme bestaat uit een binnen de huizen gelegen schroefspilcon-structie (19) die via een loodrecht uit het buitenhuis (1) stekende bus (14) kan worden bediend met een sleutel (15).

2. Apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schroefspilconstructie een schuin tandwiel (18) omvat dat in ingrijping kan worden gebracht met een corresponderend schuin tandwiel (17) van de sleutel (15).

3. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de wand van het binnenhuis (3) voorzien is van twee axiale gaten (10) voor het doorlaten van een in boringen van het buitenhuis aangebrachte klembout (11) die aan het van zijn kop af-gekeerde einde schroefbaar is in een klemring (12).

4. Apparaat volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de sleutel (15) aan het van het schuine tandwiel (17) af gekeerde einde voorzien is van een dopmoer (22) die op de klembout (11) van de schroefspilconstructie past.

5. Apparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kop van de klembout (11) van de schroef spilconstructie dezelfde maat heeft als de kop van de klembouten (7) van de klemhelften (4, 6).

6« Apparaat volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat alle klembouten (7, 11) en de bus (14) in één lijn liggen.

7. Apparaat volgens ëën der conclusies 1-3/ met het kenmerk, dat in de halfcirkelvormige uitsparingen (5, 5') van de klemhelften (4, 6) en hoorbuis (24) kan worden geklemd.

8. Apparaat zoals weergegeven in de tekeningen en/of besproken aan de hand daarvan.