NL8802220A - Inrichting voor het mengen van vloeistoffen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het mengen van vloeistoffen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het mengen van vloeistoffen, meer-in het bijzonder voor de homeopathie, gevormd door gestel met een houder voor de te mengen vloeistoffen, en welke houder met behulp van een aandrijfelement in een heen en weer gaande beweging kan worden gebracht.

Een dergelijke menginrichting is bekend.

Bij de bekende menginrichting wordt de houder voor het mengen van de vloeistoffen slechts aan een schuddende beweging onderworpen.

Zo neemt bij de bekende inrichting de snelheid van de houder naar de beide einden van de slag geleidelijk af, hetgeen het mengen van de vloeistoffen nadelig beïnvloedt. Meer in het bijzonder voor het potentieren van vloeibare homeopathische geneesmiddelen heeft het sinusvormige verloop van de heen en weer gaande beweging, die de houder bij de bekende inrichting uitvoert, ten gevolge, dat zeer lange mengtijden noodzakelijk zijn om een bepaalde goede menging te verkrijgen.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van de bekende inrichting te ondervangen.

De inrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de houder door tussenkomst van een elastisch of verend element met het aandrijfelement is gekoppeld, terwijl verder nabij en voor tenminste een einde van de slag van het aandrijfelement een al of niet elastische of verende, met de houder samenwerkende aanslag is aangebracht, zodanig, dat bij bedrijf de houder, voordat het aandrijfelement het einde van de slag heeft bereikt, op de aanslag tot stilstand komt om bij de teruggaande beweging van het aandrijfelement weer te worden meegenomen.

Aldus wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bij bedrijf de houder met de te mengen vloeistoffen aan een kleefslag onderworpen.

Daarbij komt de houder, voordat het aandrijfelement het einde van de slag heeft bereikt, op de aanslag of het aambeeld met een slag tot stilstand om niet onmiddelijk, maar pas na een kort tijdsverloop weer door het aandrijfelement te worden meegenomen.

Gebleken is dat het met een kleefslag heen en weer bewegen van de houder een zeer gunstige invloed heeft op het mengen van de vloeistoffen in de houder en waarmee dan de mengtijden in hoge mate kunnen worden bekort.

Bij een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de slag van het aandrijfelement instelbaar.

Met het veranderen van de slag van het aandrijfelement kan de tijd gedurende welke de houder op de aanslag tot stilstand is gekomen worden geregeld.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, is de aanslag ten opzichte van de bewegingsbaan van het aandrijfelement instelbaar.

Ook bij deze uitvoeringsvorm kan met het instellen van de aanslag de kleeftijd van de houder op de aanslag worden geregeld.

Voor het uitvoeren van de mengbeweging zou de bewegingsbaan van de houder bijvoorbeeld horizontaal kunnen verlopen.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding verloopt de bewegingsbaan van de houder in hoofdzaak verticaal.

Voor het uitvoeren van de heen en weer gaande beweging van de houder kunnen verschillende, op zichzelf bekende mechanismen worden toegepast.

Bij een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt het aandrijfelement gevormd door met behulp van een krukmechanisme of excentriek op en neer verzwenkbare arm, van het van het scharnierpunt afgekeerde einde met de houder is gekoppeld.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt het aandrijfelement gevormd door de zuigerstang van een pneumatische of hydraulische cylinder.

Ook is het mogelijk dat het aandrijfelement langs electromagnetische weg in een heen en weer gaande beweging kan worden gebracht.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Zoals in de tekening is weergegeven, bestaat de inrichting volgens dit uitvoeringsvoorbeeld uit een gestel 1, waarop de met behulp van de excentriek 2 om het draaipunt 3 op en neer verzwenkbare arm 4 is aangebracht.

Aan het van het draaipunt 3 afgekeerde einde van de arm 4 is deze over de elastische elementen 5 gekoppeld met een kleminrichting 6 waarin de houder 7 is opgenomen.

In de, zoals in de tekening weergegeven, laagste stand van de houder 7, steunt deze over de rubberschijf 8 op de aanslag of het aambeeld 9.

Bij het bedrijf wordt de houder op en neer verzwenkt waarbij de houder 7 even voor het einde van de neergaande beweging van de arm op het aambeeld of de aanslag 9 met een slag tot stilstand komt en bij de voortgezette neergaande beweging van de arm blijft, om kort na het begin van de teruggaande, opwaartse beweging van de armveer weer door deze te worden medegenomen.

Aldus wordt bij bedrijf de houder aan een kleefslag onderworpen hetgeen van essentiele betekenis is voor het potentieren van homeopatische geneesmiddelen.

Claims (7)

1. Inrichting voor het mengen van vloeistoffen, meer in het bijzonder voor de homeopathie, gevormd door een gestel met een houder voor de te mengen vloeistoffen, en welke houder met behulp van een aandrijfelement in een heen- en weergaande beweging kan worden gebracht, met het kenmerk, dat de houder door tussenkomst van een elastisch of verend element met het aandrijfelement is gekoppeld, terwijl verder nabij en voor tenminste een einde van de slag van het aandrijfelement een al of niet elastische of verende, met de houder samenwerkende aanslag is aangebracht, zodanig, dat bij bedrijf de houder, voordat het aandrijfelement het einde van de slag heeft bereikt, op de aanslag tot stilstand komt, om bij de teruggaande beweging van het aandrijfelement weer te worden medegenomen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de slag van het aandrijfelement instelbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aanslag ten opzichte van de bewegingsbaan van het aandrijfelement instelbaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de bewegingsbaan van de houder in hoofdzaak verticaal verloopt.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrijfelement gevormd wordt door een met behulp van een krukmechanisme of excentriek op- en neerverzwenkbare arm, waarvan het van het scharnierpunt afgekeerde einde met de houder is gekoppeld.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrijfelement gevormd wordt door de zuigerstang van een pneumatische of hydraulische cilinder.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrijfelement langs electro-magnetische weg in een heen- en weergaande beweging kan worden gebracht.