NL8802189A

NL8802189A - Rookartikel.

Info

Publication number: NL8802189A
Application number: NL8802189A
Authority: NL
Original assignee: British American Tobacco Co
Priority date: 1987-09-03
Filing date: 1988-09-05
Publication date: 1989-04-03
Also published as: NO883922L; DK489488D0; NO171143B; GR880100562A; HK98393A; AR240230A1; GB2209268A; CN1023289C; FI884012A; BE1001146A3; KR890004645A; AT397027B; CN1031932A; CN1031793A; ES2011494A6; JP3001583B2; SE506141C2; ATA216488A; GB8820498D0; DK172181B1

Description

N.0. 35363 -f .

Rookartikel» '

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op sigaretten en overeenkomstige rookartikelen.

5 Een aantal benaderingen is gesuggereerd om in sigaretten te voor zien, die geringe afgifte van zijstroomrookcomponenten vertonen. Derhalve vertonen volgens hetgeen bekend uit Britse octrooispecificatie GB-A-2.094.130 sigaretten omvattende sigarettenpapier met luchtdoorlatendheid door viskeuze stroming van niet meer dan 3 Coresta-eenheden en 10 Do/t verhoudingen van 0,08 tot 0,65 cm s-1, waarbij Do de diffusie-coëfficient van zuurstof door stikstof in papier aangeeft en t dikte van sigarettenpapier aangeeft, geringe afgifte van totale deeltjesvor-mige materie, water en nicotinevrij (PMWNF), en nicotine in de zij-stroomrook.

15 Een verdere benadering voor het verkrijgen van afgiften met geringe componenten in de zijstroomrook van sigaretten is door middel van het gebruik van sigarettenpapier omvattende een of meer zijstroom beperkende samenstellingen. Uit GB-A-2.139.869 zijn sigarettenpapiersoorten bekend omvattende een of meer van de samenstellingen van de groep 20 omvattende lithiumhydroxide, aluminiumhydroxide, calciumhydroxide, ka-liumformaat, natriumformaat en natriumacetaat. De totale deeltjesvormige materie in de zijstroomrook, die treedt uit sigaretten omvattende dergelijke papiersoorten wordt ten minste 30¾ beperkt in vergelijking met een gebruikelijke sigaret omvattende een gebruikelijk sigarettenpa-25 piersoort. Een ander voorbeeld van het gebruik van zijstroom beperkende samenstellingen is bekend uit US-A-4.231.377, volgens welke publikatie magnesiumoxide en een adjuvans zout in combinatie opgenomen worden in si garettenpapi ersoorten.

Het is een doeleinde van de onderhavige uitvinding om in verbeter-30 de sigaretten met geringe zijstroom of overeenkomstige rookartikelen met geringe zijstroom te voorzien.

De onderhavige uitvinding voorziet in een rookartikel omvattende een rookmateriaal stang, welke stang omvat rookmateriaal en een papier-omhulsel dat dat rookmateriaal omgeeft, waarbij de dichtheid van dat 35 rookmateriaal in die stang in een bereik ligt van ongeveer 100 mg.cnr^ tot ongeveer 260 mg.cm"^, welk rookmateriaal omvat ten minste ongeveer 20 gew.% geëxpandeerde tabak, waarbij de luchtdoorlatendheid van dat omhulsel niet meer dan ongeveer 20 Coresta-eenheden is en dat rookartikel, indien gerookt onder standaard machinerookomstan-40 digheden, voorziet in niet minder dan zes inhaleringen en niet meer dan <8802189 * 2 ongeveer 17 mg totale zijstroom PMWNF voortbrengt en niet meer dan ongeveer 35 mg totaal zijstroomkoolmonoxide.

De luchtdoorlatendheid van een papiersoort wordt uitgedrukt in Co-resta-eenheden als de hoeveelheid lucht, in kubieke centimeters, die 5 gaat door een vierkante centimeter van het papier in een minuut bij een gelijkblijvend temperatuurverschil van 1,0 kilopascal.

Daaraan eigen zijnd poreus sigarettenpapier omvat een in elkaar grijpend netwerk vezels, welke vezels normaliter in hoofdzaak geheel of overheersend cellulosevezels zijn, afgewisseld met deeltjes van een 10 vulmiddel, zoals calciumcarbonaat. Openingen in de vezel/vulmiddelma-trix zijn in de orde van 1/Um breed, welke afmeting klein is in vergelijking met de dikte van het papier (normaliter 20 tot 50/Um) en de luchtstroming door dergelijke openingen wordt beheerst door viskeuze krachten. Indien papier echter na de werkwijze voor het bereiden van 15 papier van openingen voorzien wordt, zoals door een elektrostatische, mechanische of laserwerkwijze, zijn de openingen verhoudingsgewijs groot, zullen normaliter breedte-afmetingen in dezelfde grootte-orde als papierdikte hebben en de luchtstroming door dergelijke openingen wordt beheerst door traagheidskrachten.

20 Derhalve moet opgemerkt worden dat indien de doorlaatbaarheid van een van openingen voorzien papiermateriaal bepaald wordt in overeenstemming met de bepalingswerkwijze voor de permeabiliteit volgens Co-resta, de verkregen doorlaatbaarheidswaarde de som van de doorlaatbaarheid door viskeuze stroming voor de openingen eigen zijnde aan de pa-25 pierbereidingswerkwijze en de doorlaatbaarheid door de traagheidsstro-ming door de openingen zal omvatten. Een papiermateriaal zal eveneens dezelfde twee doorlaatbaarheidscomponenten vertonen indien, hoewel niet van openingen voorzien, het papier naast de kleine gaten voor viskeuze stroming grotere gaten voor traagheidsstromen omvat, welke laat-30 ste gaten als kleine gaatjes aangeduid kunnen worden. Papier met deze laatstgenoemde constructie kan bijvoorbeeld ontstaan bij een falende papiervervaardigingstechniek.

De totale luchtstroming door een papiermateriaal kan uitgedrukt , worden als: 35 Q = ZAP + Z'A(P)n waarin Q de luchtstroming is (cm2 min"*) A het oppervlak van papier (cm2) is blootgesteld aan de stromende lucht 40 t P het drukverschil is over het papier (kilopascal) *8802189 3 Z de doorlaatbaarheid van het papier is door viskeuze stroming * door de openingen daaraan eigen ontstaan bij de werkwijze voor het vervaardigen van het papier in Coresta-eenheden (cni.min-l.kilopascal“l) 5 Z' de doorlaatbaarheid van het papier is door traagheidsstroming door openingen en/of kleine gaatjes (cm.min_ï.kilopascal"l) en n een constante is voor een bepaald stel perforatiegaatjes of kleine gaatjes, waarbij 0,5 én z. 1,0, waarbij de precieze 10 waarde van n afhankelijk is van de afmeting van de openingen of kleine gaatjes.

De totale doorlaatbaarheid van een papiermateriaal omvattende openingen en/of kleine gaatjes is (Z + Z') en de relatieve waarden van Z en Z' voor een dergelijk bepaald papiermateriaal kunnen verkregen wor-15 den door het meten van de luchtstroming door het papier bij een reeks drukverschillen over het papier en het numeriek terugrekenen van de Q/P gegevens in de bovenstaande vergelijking met gebruik van een waarde van n in overeenstemming met de gemiddelde afmeting van de openingen/kleine gaatjes in het papier.

20 Begrepen moet worden dat de waarde van 20 Coresta-eenheden die hierboven genoemd is in samenhang met omhulsels van rookartikelen volgens de onderhavige uitvinding betrekking heeft op de doorlaatbaarheid van de omhulsels door viskeuze stroming. Bijgevolg zal een onderkend worden dat het denkbaar is dat een omhulsel van een rookartikel volgens 25 de onderhavige uitvinding een totale doorlaatbaarheid heeft, dat wil zeggen de doorlaatbaarheid bepaald met gebruik van de werkwijze voor het bepalen van de doorlaatbaarheid volgens Coresta, groter dan 20 Coresta-eenheden indien het omhulsel openingen en/of kleine gaatjes omvat.

30 De hier gebruikte uitdrukking "standaard machinerookomstandheden" heeft betrekking op Coresta standaard machinerookomstandigheden, volgens welke een inhalering van 35 cm^ met een duur van twee seconden elke minuut genomen.

Rookartikelen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding 35 moeten bij voorkeur, indien gerookt onder standaard machinerookomstandigheden, een totale opbrengst vertonen van zijstroom deeltjesvormige materie op water- en nicotinevrije basis niet groter dan ongeveer 15 mg per rookartikel en meer in het bijzonder niet groter dan ongeveer 10 mg.

40 Rookartikelen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding * 8802.1 &9 4 4 - moeten bij voorkeur, indien gerookt onder standaard machinerookomstan- . digheden, een totale opbrengst vertonen van zijstroom koolmonoxide niet groter dan ongeveer 30 mg, meer in het bijzonder niet groter dan ongeveer 20 mg.

5 Bij rookartikelen volgens de onderhavige uitvinding omvat rookma- teriaal dat niet geëxpandeerde tabak is bij voorkeur bladtabak, op passende wijze of in gebruikelijke gesneden vulmiddel vorm. Het bladtabak kan laminaat en/of steel tabak zijn. Rookmateriaal dat geen geëxpandeerde tabak is kan een gereconstitueerd tabaksmateriaal of een ta-10 bakssubstituut omvatten.

De geëxpandeerde tabak kan laminaat en/of steel tabak zijn. De geëxpandeerde tabak is bij voorkeur een laminaat tabak het produkt van een tabak expansieproces dat doelmatig is om in een aanzienlijke mate van expansie in tabak onderworpen aan de werkwijze te voorzien.

15 Werkwijzen met aanzienlijke expansie zijn bijvoorbeeld bekend uit de specificatie van het Reissue octrooi schrift US-A-30.693 en de Britse octrooi specificaties 1.570.270 en 2.160.408. Met het gebruik van werkwijzen met aanzienlijke expansie kunnen tabaksexpansiewaarden, uitgedrukt als toename van de vul waarde, vanaf ongeveer typisch 75% en zelfs 20 tot ongeveer 125% verkregen worden. Tabak die onderworpen is aan een werkwijze met aanzienlijke expansie kan een bulkdichtheid van bijvoorbeeld ongeveer 100 rng.cnT^ tot ongeveer 175 mg.cnT^ hebben, gemeten met gebruik van een Borgwaldt Densimeter.

Het aandeel rookmateriaal dat voor rekening komt van de geëxpan-25 deerde tabak is bij voorkeur ten minste ongeveer 30 gew.%.

Zoals voor degene bekwaam in de stand der techniek duidelijk zal zijn kan het, indien de expansie van de geëxpandeerde tabak een geringe omvang heeft, noodzakelijk zijn dat het deel van het rookmateriaal ingenomen door geëxpandeerde tabk 100% benadert of is.

30 De lengte van het rookmateriaalstangen van rookartikelen in over eenstemming met de onderhavige uitvinding is bij voorkeur niet kleiner dan 45 mm en is bij voorkeur ten minste 60 mm. De rookmateriaalstangen hebben bij voorkeur een gelijkmatige dwarsdoorsnede-gedaante en afmetingen over de lengte daarvan. Indien, zoals normaal het geval is bij 35 sigaretten en dergelijke rookartikelen, een rookmateriaalstang van een rookartikel in overeenstemming met de onderhavige uitvinding een gelijkmatige cirkel vormige dwarsdoorsnede heeft, kan de omtrek van de stang liggen in een bereik van 10 mm tot 30 mm. Terwijl wezenlijke en commercieel nuttige zijstroomrook beperkende voordelen verkregen worden 40 uit rookartikelen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding in- t 6802189.

* 5 dien de omtrek van de stang 25 + 5 mm is, worden dergelijke voordelen » in het bijzonder verkregen indien de omtrek van de stang kleiner is dan het 25 i 5 mm bereik tot wel 10 mm laag. Bij voorkeur is de omtrek van de stang van rookartikelen volgens de onderhavige uitvinding niet klei-5 ner dan 12,5 mm.

De luchtdoorlatendheid door viskeuze stroming van het papieromhul-sel van de rookmateriaal stang van rookartikelen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding is bij voorkeur niet meer dan 15 Coresta-een-heden en is in het bijzonder niet meer dan 10 Coresta-eenheden en meer 10 in het bijzonder niet meer dan 7 Coresta-eenheden.

Indien onder standaard machinerookomstandigheden gerookt, voorzien rookartikelen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding op van voordeel zijnde wijze in niet minder dan zeven inhaleringen en meer in het bijzonder niet minder dan acht inhaleringen.

15 Bij voorkeur omvatten rookartikelen in overeenstemming met de on derhavige uitvinding filter- of mondstukmiddelen bevestigd bij een einde aan de rookmateriaalstang.

Rookartikelen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding kunnen ventilatiemiddelen omvatten.

20 Het is denkbaar dat bij rookartikelen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding het papier gebruikt voor het omhulsel anders dan gebruikelijk papier kan zijn. Het kan bijvoorbeeld een gereconstitueerd tabakvelmateriaal zijn.

Teneinde het begrip van de onderhavige uitvinding verder te verbe-25 teren, zullen thans aan de hand van de tekening voorbeelden daarvan beschreven worden. In de tekening toont:

Fig. 1 een sigaret met een mondstukomhulsel daarvan gedeeltelijk afgewikkeld, fig. 2 schematisch een inrichting gebruikt voor het bepalen van de 30 afgifte van zijstroomrookcomponenten, en fig. 3 tot en met 6 schematisch een vissestaartschoorsteen die deel uitmaakt van de inrichting afgebeeld in fig. 2, waarbij fig. 4 tot en met 6 aanzichten van fig. 3 zijn genomen in de richting van de pijlen respectievelijk A, B en C.

35 Een sigaret 1 werd vervaardigd volgens de uitvinding omvattende een sigarettestang 2 met een lengte van 64 mm en een omtrek van 24,75 mm en een 20 mm lang celluloseacetaatfilter 3 bevestigd aan de stang 2 door middel van een mondstukomhulsel 4. De stang 2 omvatte een gesneden tabaksvulmiddel 5 gewikkeld in een omgevend papieromhulsel 6.

40 Het vulmiddel 5 was 100¾ gesneden laminaat tabak, dat geëxpandeerd .8802139 f 6 was door het gebruik van de werkwijze met aanzienlijke expansie bekend als de DIET werkwijze. De dichtheid van het vulmiddel 5 was 174 rng.cnT^, Het omhulsel 6 had een luchtdoorlatendheid kleiner dan 1,0 Coresta-eenheid en een omvang van 14,8 g.nT^. Het omhulsel 6 be-5 vatte 4,3% van een calciumcarbonaatfilter maar geen verbrand!ngstoe-voegsel.

Indien sigaretten zoals sigaret 1 onder standaard machinerookom-standigheden gerookt werden tot een stomplengte van de sigarettestang van 8 mm, was de gemiddelde totale opbrengst per sigaret zijstroom 10 PMWNF, totaal nicotine alkaloïden (TNA) en koolmonoxide (CO) respectievelijk 7,2 mg, 0,84 mg en 19,0 mg. Het gemiddelde aantal inhalerin-gen van deze sigaretten was 12,2.

Indien eerste vergelijkbare referentie sigaretten, omvattende een niet-geëxpandeerd vulmiddel van 100% van het zojuist genoemde gesne-15 den laminaat tabak gewikkeld in een gebruikelijk sigarettenpapiermate-riaal van 50 Coresta-eenheden luchtdoorlatendheid, onder de zojuist genoemde omstandigheden gerookt werden, was de gemiddelde totale opbrengst per sigaret zijstroom PMWNF, TNA en CO respectievelijk 32,0 mg, 5,43 mg en 63,7 mg. Het gemiddelde aantal inhaleringen van de eerste 20 referent!esigaret was 10,0.

Indien tweede vergelijkbare referenties!garetten, omvattende als vulmiddel 100% geëxpandeerd gesneden laminaat tabak als vulmiddel 5 en bovendien omvattende gebruikelijk sigarettenpapier als dat van de eerste referenties!'garetten, gerookt werden volgens de rookomstandighe-25 den aangenomen voor de sigaretten volgens de onderhavige uitvinding, was de gemiddelde totale zijstroom opbrengst per sigaret van zijstroom PMWNF, TNA en CO respectievelijk 18,2 mg, 2,25 mg en 39,4 mg. Het gemiddelde aantal inhaleringen van de tweede referent!esi'garet was 6,0.

Indien niet-geëxpandeerde gesneden laminaat tabak zoals die vol-30 gens de eerste referenties!garetten gebruikt werd om in 100% van het vulmiddel van derde vergelijkbare referentiesigaretten te voorzien, omvattende stangomhulsels met geringe doorlaatbaarheid met de hierboven genoemde minder dan 1,0 Coresta-eenheden doorlaatbaarheid papiermate-riaal, en de derde referentiesigaretten gerookt werden, opnieuw onder 35 standaard machinerookomstandigheden tot een stomplengte van 8 mm, was de gemiddelde totale opbrengst per sigaret van zijstroom PMWNF, TNA en CO respectievelijk 19,9 mg, 3,62 mg en 47,8 mg.

Uit de verkregen resultaten bij het roken van de referentiesigaretten kan gemakkelijk berekend worden dat op een recht lineair evenre-40 dige basis de verwachte gemiddelde totale zijstroomopbrengst van PMWNF, i 8&Q2. t &9 * 7 TNA en CO voor vergelijkbare sigaretten omvattende zowel een 100% geëxpandeerd vulmiddel, zoals vulmiddel 5, en een omhulsel van het bovengenoemde papier met een doorlaatbaarheid van minder dan 1,0 Coresta-eenheid, d.w.z. sigaretten als sigaret 1, respectievelijk 11,3 mg, 1,48 5 mg en 29,6 mg per sigaret zou zijn. (De PMWNF-waarde wordt bijvoorbeeld berekend als 19,9 (1-0,43) = 11,3, waarbij 19,9 de waarde van PMWNF is voor de derde referent!esigaretten en 0,43 de waarde van PMWNF voor de eerste referent!esigaretten is minus die voor de tweede referent!esiga-retten uitgedrukt als een fractie van die van de eerste referenties!ga-10 retten, d.w.z. de PMWNF reductieverhouding). Zoals echter reeds vermeld was de gemeten totale zijstroomopbrengst van PMWNF, TNA en CO voor sigaretten als sigaret 1 respectievlijk 7,2 mg, 0,84 mg en 19,0 mg. Bijgevolg moet opgemerkt worden dat de gemiddelde totale zijstroomopbrengst van PMWNF voor de sigaretten zoals sigaret 1, zijnde sigaretten 15 in overeenstemming met de onderhavige uitvinding, 36% minder dan de berekende waarde was. Overeenkomstig moet opgemerkt worden dat wat betreft de gemiddelde totale zijstroomopbrengst van TNA en CO de waarden gemeten voor de sigaretten zoals bij sigaret 1 respectievelijk 43% en 36% lager waren dan de berekende waarden. Met andere woorden de siga-20 retten in overeenstemming met de onderhavige uitvinding vertoonden een uitgesproken synergetisch zijstroomrookcomponent beperkend effect.

Details worden gegeven in tabel A van de gemiddelde totale zij-stroomcomponentopbrengst en aantal inhaleringen voor sigaretten in overeenstemming met de onderhavige uitvinding. De sigaretten omvattende 25 een omhulsel van papier aangegeven met A zijn die die boven aangegeven als zijnde sigaret 1. De andere sigaretten waren vergelijkbaar behalve omvattende papiermaterialen respectievelijk aangegeven met B tot en met G. Deze andere sigaretten werden gerookt in overeenstemming met de hierboven genoemde rookomstandigheden.

30 In tabel B worden details weergegeven van de papiermaterialen A tot en met G.

In tabel A geeft de letter "S" onder de waarden weergegeven in kolommen 5 tot en met 7 een synergetisch zijstroomrookcomponent reducerend effect aan. Zoals uit tabel A blijkt is het synergisme uitgedrukt in be-35 perking van zijstroomcomponent een eigenschap van elk van de sigaretcon-structies omvattende omhulsels van papiermaterialen A tot en met G.

,8802189 t* 8 4

TABEL A

_1_2_3_4_5 6_7_8

Voorspelde zijstroom- Genieten zijstroom-

Papier- componentopbrengst componentopbrengst No. inhale- soort mg.siq"·^_mg.sig~l__ ring _PMWNF TNA CO PMWNF TNA CO_ A 11,3 1,48 29,6 7,2 0,84 19,0 12,2 _s_s s_ B 13,7 1,78 36,0 10,5 1,36 24,3 9,2 _S_S_S_ C 13,1 2,05 28,5 9,7 1,16 21,7 10,2 _S_$ $_ D 17,6 2,72 35,4 15,1 1,98 29,3 7,7 _S_$ $_ E 12,5 2,00 29,8 10,7 1,45 30,7 8,1 _s_s_ F 9,9 1,83 26,0 8,7 0,89 23,5 10,0 _S_S_S_ G 15,7 2,74 33,7 14,4 1,95 32,9 6,9 ______s_s_s_ - a e czid 9 9

TABEL B

Papier- Doorlaat- Omvang Vulmiddel Verbranding- aandui- baarheid (g.m“2) (gew.%) toevoegmiddel ding_(C.U.)_(gew.%) A <1,0 14,8 4,3 CaCÖ3 geen B 2,5 22,4 1,1 CaCOj geen 12,9 Ti02 G 3,6 17,9 9,3 CaC03 geen D 5,9 19,6 22,7 CaCO3 geen E 2,0 22,5 5,5 CaCÜ3 1,8 trikalium- 12.1 Ti02 citraat F < 1,0 23,4 5,0 CaCÜ3 1,7 trikalium- 12.1 TÏO2 citraat G 3,5 23,0 17,4 CaCÜ3 1,9 dinatrium- 1, 7 Ti02 waterstoffos- faat 8802189 * 9 10

TABEL C

J_2_3_4 5_6_7_8

Voorspelde zijstroom- Gemeten zijstroom-

Papier- componentopbrengst componentopbrengst No. inhale- soort mg.sig"^·_mg.sig"1_ ring _PMWNF TNA CO PMWNF TNA CO _ A 14,7 1,99 35,9 9,4 1,50 21,0 13,2 _S_S $_ B 17,8 2,39 43,6 13,1 2,28 29,5 10,9 _S_S $_ C 16,9 2,75 34,5 13,4 2,07 29,4 12,0 _S_S S_ E 16,3 2,68 36,1 14,3 2,19 31,6 9,4 _S_S_S_ F 12,9 2,45 31,5 9,6 1,31 24,9 10,1 __S_S S_ G 20,4 3,68 40,8 14,5 3,25 32,3 8,0 __S_S_S_

De sigaretten waarvoor zijstroomrookcomponentwaarden weergegeven worden in tabel C zijn vergelijkbaar met de sigaretten volgens tabel A, behalve dat de eerste sigaretten omvatten een vulmiddel van 50% geëxpandeerde tabak, welke geëxpandeerde tabak opnieuw DIET geëxpandeerde 5 tabak was. De overige 50% van het vulmiddel werd verwezenlijkt door niet-geëxpandeerde gesneden lamina tabak. De dichtheid van het vulmiddel was 212 mg.cm"3. De voorspelde waarden van de zijstroomrookcomponent in tabel C werden berekend uit gemeten zijstroomafgeefwaarden van eerste, tweede en derde referentiesigaretten zoals hierboven in detail weergege-10 ven met betrekking tot sigaretten uit tabel A. Zoals uit de kolommen 5 tot en met 7 uit tabel 3 blijkt, vertoonden alle sigaretten onderwerp van tabel C synergistische beperkingseffecten van zijstroomrookcomponent.

De sigaretten waarvoor zijstroomrookcomponentwaarden in tabel D gegeven worden, zijn vergelijkbaar met de sigaretten volgens tabel A behal-15 ve dat de eerste sigaretten omvatten een vulmiddel van 100% gesneden lamina tabak, dat geëxpandeerd was met gebruik van een werkwijze met aanzienlijke expansie zoals bekend uit de Britse octrooispecificatie 2.160.408. De dichtheid van het vulmiddel was 140 mg.cnfA De voorspelde zijstroomrookcomponentwaarden in tabel D werden berekend uit gemeten 20 zijstroomafgeefwaarden van eerste, tweede en derde sigaretten op een wij- .88 Dit as 11 ze die in detail hierboven aan de hand van sigaretten volgens tabel A weergegeven is. Zoals uit kolom 5 tot en met 7 van tabel D blijkt, vertonen alle sigaretten van de onderhavige tabel D synergetische berperkings-effecten van de zijstroomrookcomponent, met uitzondering van de sigaret-5 ten omvattende sigarettenpapier D, waarvoor de afgifte zijstroom PMWNF niet synergetisch was.

TABEL D

J_2_3_4_5_6_7_8 10 Voorspelde zijstroom- Gemeten zijstroom-

Papier- componentopbrengst componentopbrengst No. inhale- soort mg.sig"j·__mg.sig~^__ ring _PMWNF TNA CO PMWNF TNA CO_ A 8,6 1,45 20,6 6,7 0,69 14,7 14,0 15 __S_S $_ B 10,4 1,74 25,0 9,1 1,09 16,7 9,5 _S_S S_ C 9,8 2,0 19,8 7,7 1,01 15,0 9,3 __S_$ S___ 20 D 13,3 2,65 24,6 14,0 1,82 21,4 6,0 _S S______ E 9,5 1,95 20,7 7,3 1,05 18,4 5,9 _S_S S_ F 7,5 1,78 18,1 6,0 0,80 15,2 8,6 25 _S_S S__ G 11,8 2,68 23,4 11,0 1,49 20,2 5,0 _$_S S_

De sigaretten waarvoor de zijstroomrookcomponentwaarden in tabel E 30 weergegeven worden zijn vergelijkbaar met de sigaretten uit tabel A, behalve dat de omtrek van de eerste sigaretten 17,0 mm was. De voorspelde zijstroomrookcomponentewaarden in tabel E werden berekend uit gemeten zijstroomafgeefwaarden van eerste, tweede en derde referent!esigaretten op een wijze zoals hierboven gedetailleerd weergegeven aan de hand van 35 sigaretten van tabel A, behalve dat in dit geval de eerste, tweede en derde referentiesigaretten een omtrek van 17,0 mm hadden. Zoals uit de kolommen 5 tot en met 7 van tabel E blijkt, vertoonden de sigaretten onderwerp van tabel E synergistisch beperkende effecten van zijstroomrookcomponent.

40 Het papiersoort H genoemd in tabel E had een luchtdoorlatendheid van i8802189 12 1,0 Coresta-eenheid en een omvang van 22,3 g,m~2. Papiersoort H omvatte 1,3¾ calciumcarbonaat en 13,8% titaandioxide.

TABEL E

5 _1_2_3 4_5_6_7_8

Voorspelde zijstroom- Gemeten zijstroom-

Papier- componentopbrengst componentopbrengst No. inhale- soort mg.sip"1__mg.sig"!_ ring _PMWNF TNA CO PMWNF TNA CO_ 10 B 7,6 0,88 15,3 6,1 0,79 14,0 8,8 ______S_S_S_ H 7,4 0,89 15,4 7,3 0,62 14,6 10,7 __S_S S_ 15 De in fig. 2 afgebeelde inrichting, die gebruikt werd voor het uit voeren van de bepalingen van de hierboven genoemde afgiften van zij-stroomrookcomponenten omvatte een lineaire rookmachine 7, Filtrona 302, waarvan een opening aangegeven wordt door verwijzingscijfer 8. Bij elke opening van de rookmachine 7 was vertikaal een open eindigende glazen 20 vissestaartschoorsteen aangebracht, die samenwerkte met opening 8 aangegeven door verwijzingscijfer 9. In fig. 3 zijn afmetingen a en b respectievelijk 410 en 80 mm. In fig. 4 is inwendige afmeting (diameter) c 24 mm en is afmeting d 22 mm. Boven de schoorsteen 9 bevond zich een voorgewogen Cambridge filterblok 10 dwars aangebracht. Het voorwerp aangegeven 25 met verwijzingscijfer 10' is een Cambridge filterblok gebruikt bij het meten van de afgifte hoofdstroomrookcomponent. Een buis 11 strekte zich uit vanaf de bovenzijde van het filterblok 10 naar een gasstroommeter 12, van welke meter 12 een buis 13 zich uitstrekte naar een gaspomp 14. Een infrarood koolmonoxide-analyseerinrichting 17 omvattende een inwendige 30 gascirculatiepomp (niet afgebeeld) was verbonden met de pijp 13 door inlaat- en uitlaatbuizen 15.

Tijdens bedrijf van de inrichting volgens fig. 2 werd, voor het bepalen van de afgifte van zijstroomrookcomponent van een sigaret 18 gerookt bij de opening 8 van de rookmachine 7, de pomp 14 ingesteld om in 35 een stroomsnelheid door de schoorsteen 9, buis 11 en buis 13 van 2,0 liter per minuut te voorzien. Tijdens het roken van de sigaret 18 onder standaard rookomstandigheden bij de opening 8 ging de zijstroomrook tredend uit de sigaret 18 naar boven door de schoorsteen 9 naar het filterblok 10. Het deel van de rook dat niet neergeslagen werd bij het blok 10 40 of aan de inwendige wanden van de schoorsteen 9 ging door buizen 11, 13 . 8802189 13 en een nevenmonster daarvan ging door de koolmonoxide-analyseerinrich- * ting 17 door de inlaat- en uitlaatbuizen 15, 16.

Indien het roken bij opening 8 van de sigaret 18 en twee gelijke sigaretten voltooid was, werd het blok 10 opnieuw gewogen. Van het zo 5 bepaalde gewicht werd het oorspronkelijke gewicht van het blok 10 afgetrokken, om zo het gewicht van totale deeltjesvormige materie (TPM) neergeslagen op het blok 10 te geven. Het blok 10 werd vervolgens geëxtraheerd met een extraherend oplosmiddel, bijvoorbeeld propaandiol.

Het zo verkregen extract werd met gaschromatografie geanalyseerd om de 10 hoeveelheden nicotine en water afgezet op het blok 10 te meten. Het totale zo bepaalde gewicht van nicotine en water werd afgetrokken van het hierboven genoemde gravimetrisch bepaalde gewicht van TPM neergeslagen op het blok 10, waardoor het gewicht van PMWNF daar neergeslagen, verkregen wordt.

15 Het inwendige van de schoorsteen 9 werd gespoeld met een extraherend oplosmiddel, bijvoorbeeld propaandiol. Een deel van het zo verkregen extract werd door gaschromatografie geanalyseerd om de hoeveelheid nicotine neergeslagen op de inwendige wanden van de schoorsteen 9 te bepalen. Het zo bepaalde nicotinegewicht wordt geteld bij het gewicht 20 van nicotine neergeslagen op het blok 10, teneinde het totale gewicht van zijstroomnicotine te geven voortgebracht uit de drie sigaretten, welk gewicht door drie gedeeld werd om het gewicht van zijstroomnicotine per sigaret te verkrijgen.

Het andere deel van het extract verkregen bij het spoelen van de 25 schoorsteen 9 werd met een ultraviolettechniek geanalyseerd, waarbij als een standaard een deel van het hierboven genoemde extract gebruikt werd verkregen uit het blok 10, om de hoeveelheid PMWNF te bepalen, neergeslagen op de inwendige wanden van de schoorsteen 9. Het gewicht van het zo bepaalde PMWNF werd geteld bij het gewicht van PMWNF, zoals 30 hierboven bepaald, neergeslagen op het blok 10, teneinde het totale gewicht van zijstroom PMWNF te geven voortgebracht door de drie sigaretten, welk gewicht door drie gedeeld werd om het gewicht van zijstroom PMWNF per sigaret te verkrijgen.

De zijstroomrook CO opbrengst per sigaret werd bepaald uit gege-35 vens verkregen uit de analyseerinrichting 17.

--- — — ·--- — .8802189

Claims

1. Rookartikel omvattende een rookmateriaal stang, welke stang omvat rookmateriaal en een papieromhulsel dat, dat rookmateriaal omgeeft, met het kenmerk, dat de dichtheid van dat rookmateriaal (5) in die 5 stang (2) ligt in een bereik van ongeveer 100 mg.cm"^ tot ongeveer 260 mg.cnf^, waarbij dat rookmateriaal (5) omvat ten minste ongeveer 20 gew.% geëxpandeerde tabak, waarbij de luchtdoorlatendheid van dat omhulsel (6) niet groter is dan ongeveer 20 Coresta-eenheden en dat rookartikel (1) indien onder standaard machinerookomstandigheden ge- 10 rookt, in niet minder dan zes inhaleringen voorziet en niet meer dan ongeveer 17 mg totaal zijstroom PMWNF en niet meer dan ongeveer 35 mg totaal zijstroom koolmonoxide-opbrengst.

2. Rookartikel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtdoorlatendheid van dat omhulsel (6) niet groter dan 15 Coresta-eenheden 15 is.

3. Rookartikel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de luchtdoorlatendheid van dat omhulsel (6) niet groter dan 10 Coresta-eenheden is.

4. Rookartikel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de lucht- 20 doorlatendheid van dat omhulsel (6) niet groter dan 7 Coresta-eenheden is.

4 . CONCLUSIES

5. Rookartikel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de omtrek van de rookmateriaalstang (2) binnen een bereik van 20 mm tot 30 mm ligt.

6. Rookartikel volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de omtrek van die rookmateriaal stang (2) binnen een bereik van 10 mm tot 20 mm ligt.

7. Rookartikel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de omtrek van die stang (2) binnen een bereikt van 12,5 mm tot 20 mm ligt.

8. Rookartikel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat rookmateriaal (5) ten minste 30 gew.% geëxpandeerde tabak omvat.

9. Rookartikel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat die geëxpandeerde tabak een tabakssoort is, die geëx- 35 pandeerd is teneinde in een toename in vulwaarde van ten minste 75% te voorzien.

10. Rookartikel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat die geëxpandeerde tabak een bulkdichtheid heeft in een bereik van 100 mg.cnT^ tot 175 mg.cm"^.

11. Rookartikel volgens een van de voorgaande conclusies omvatten- __de een „sigaret. . 8 a o i 18 ê w+++++t+