NL8802016A - Werkwijze voor het vervaardigen van een kokervormige eenheid. - Google Patents

Description

MERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN KOKERVORMIGE EENHEID

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ver¬vaardigen en behandelen van een gevlochten of gebreide kokervormigeeenheid, waarbij uit buigslappe draden een kous wordt gevlochten ofgebreid en deze kous tenminste gedurende een gedeelte van de daarop¬volgende behandeling wordt voortbewogen over een steunbuis.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederlandseoctrooiaanvrage 8502880.

Bij deze bekende werkwijze wordt de kous vervaardigd metbehulp van een zogenaamde rondvlechtmachine, waarbij de kous wordtgevormd op een langwerpige ondersteuning of steunbuis en vervolgenswordt opgerold op een haspel. Daarna wordt deze kous over een anderesteunbuis getrokken en geïmpregneerd.

Het nadeel van deze werkwijze is dat de kous na het vlechtenen voor het verder bewerken eerst geïmpregneerd dient te worden meteen voor dat doel geschikt materiaal. Door dit on-line impregneren isde kous relatief moeilijk verwerkbaar omdat hij aan de apparatuur gaatplakken en omdat bij alle behandelingen die de kous ondergaat dezedaarbij aan de binnenzijde gesteund dient te worden door eensteunbuis. Om de steunbuis niet met de kous mee te laten lopen, moetdeze buis volgens de stand van de techniek gesteund en gefixeerd wor¬den door rollen, die tevens voor de voortbeweging van de kous zorgen,.die door het materiaal van de kous heen tegen de buis aan drukken. Ditkan inhomogeniteit in het kousmateriaal veroorzaken en de voort¬beweging van de kous bemoeilijken. Voorts is het impregneren metvloeibare harsen uit milieutechnisch oogpunt problematisch.

Een ander nadeel van de werkwijze volgens NP 8502880, is, dat de werk- .wijze niet continue is.

Als een haspel leeg is, wordt het proces gestopt en een volgendehaspel aangekoppeld. Hierdoor wordt het proces erg bewerkelijk.

De uitvinding stelt zich tot doel een werkwijze van de boven¬genoemde soort te verschaffen waarbij deze nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de kouswordt vervaardigd uit draden, die vezelvormig materiaal en een ther¬moplastisch of thermohardbaar polymeer bevatten, waarna de kous ther¬misch wordt behandeld en vorm wordt gegeven tot een koker, waarbij dekous wordt voortbewogen over een steunbuis welke het verlengde vormtvan een buisdeel waaromheen de kous wordt vervaardigd.

Doordat op deze wijze de vezels al zijn gemengd met het voorimpregneren geschikt materiaal, kan de in de stand van de techniekgebruikelijke impregneerstap achterwege blijven. Eveneens is de goedehomogene verdeling van het voor impregneren geschikt materiaal en devezels verzekerd.

De fixering van de steunbuis hoeft niet meer te gebeuren metrollen die door het kousmateriaal heen drukken, maar gebeurt via hetbuisdeel dat door het hart van de rondvlechtmachine steekt waaromheende kous vervaardigd wordt. Als de klossen vlechtdraad van de enemachine leeg zijn, kan de volgende rondvlechtmachine in een continuproces aangesloten worden, waardoor in principe een oneindig langekous verkregen kan worden.

Het is mogelijk de spoed van de vlechtstrengen te variëren endaarmee de hoek waaronder ze elkaar kruisen te bepalen.

Het is ook mogelijk om diverse lagen vlechtweefsel met al ofniet verschillende spoed en van verschillend materiaal over elkaarheen aan te brengen, en het is mogelijk om extra lengtedraden,breisels, weefsels en/of platvlechtsels al of niet continu aan tebrengen.

Het mogelijk een kous te produceren die gevuld is met eenkern van bijvoorbeeld geschuimd materiaal, door deze al of niet onein¬dig lange kern door de, in dit geval, holle steunbuis heen, mee te latenlopen in de behandeling van de kous, waarbij de ondersteunende functie *van de steunbuis na het einde van deze steunbuis overgenomen wordtdoor het kernmateriaal.

Door deze orr-line opstelling van één of meer rriu.techt"machines en verdere behandelingsapparatuur kan het product in een con¬tinue proces aan bijzonder specifieke eisen, eventueel plaatselijk, wor¬den aangepast.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de kous ten¬minste gedeeltelijk opgebouwd uit draden bestaande uit enerzijds tij¬dens de latere smelt- en vormstap niet smeltbare vezels en anderzijdsthermoplastische of thermohardbare vezels van een voor hetimpregneren geschikt materiaal.

In een hiervan afwijkende uitvoeringsvorm is de kous ten¬minste gedeeltelijk opgebouwd uit vezels die bekleed zijn met een voorhet impregneren geschikt materiaal.

In nog andere varianten van deze werkwijze wordt een poeder¬vormig voor het impregneren geschikt materiaal geïncorporeerd in ten¬minste een gedeelte van de vezels waaruit de kous wordt vervaardigd.

Andere kenmerken en voordelen zullen duidelijk worden uit dehierna volgende beschrijving waarbij verwezen wordt naar de bij¬gevoegde tekening.

Hierin is schematisch een inrichting weergegeven voor hetuitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

Zoals weergegeven in de figuur wordt een kous gevormd doormiddel van rondvlechtmachines 10, waarbij in de figuur twee dergelijkemachines zijn weergegeven, maar het is duidelijk dat ook met een ofmet meer dan twee rondvlechtmachines een dergelijke kous kan wordengerealiseerd. De rondvlechtmachine 10 vormt de kous om een buisdeelvan een steunbuis 7 die enerzijds wordt gefixeerd door een framewaarop tevens de rondvlechtmachines 10 zijn gemonteerd en die ander¬zijds uitsteekt door de centrale openingen in de rondvlechtmachines10, een en ander zoals gebruikelijk is in deze techniek. Voor meerinformatie ten aanzien van het rond een buis wikkelen kan bijvoorbeeldverwezen worden naar het Duitse Offenlegungsschrift 3245705. Het isduidelijk dat andere types rondvlechtmachines zonder meer bruikbaarzijn in het kader van de uitvinding. Belangrijk is steeds dat door de *machine een kous wordt gevormd om een steunbuis. Het vlechten ofbreien heeft grote voordelen boven het wikkelen uit DE-3.245.705. Als het product van het wikkel-proces getordeerd wordt, bestaat een kansop delaminatie. Bij de methode volgens de uitvinding binden alle dra¬den om en om, waardoor een betere verdeling wordt verkregen, waarbijhet product grote weerstand heeft tegen torsie en niet delamineert.

Voor deze uitvinding is het verder nodig dat deze steunbuiszich uitstrekt door de opstelling voor zover het nodig is de kous aande binnenzijde te ondersteunen, behalve waar dit overgenomen wordtdoor een kern zoals boven beschreven.

Nadat de gevormde kous over de steunbuis 7 de laatste rond-vlechtmachine heeft verlaten kan ze eventueel nog worden voorzien vaneen extra laag materiaal dat voor het impregneren geschikt is. Ditmateriaal kan bijvoorbeeld afgewikkeld worden van rollen 8, die in deweergegeven uitvoeringsvorm aan weerszijden van de steunbuis zijnopgesteld, maar het is duidelijk dat er ook meer dan twee rollen aan¬wezig kunnen zijn en er eventueel ook slechts een rol aanwezig kanzijn. Omdat de vezels zelf voor impregneren geschikt materiaal bevat¬ten kan een dergelijke stap meestal achterwege blijven.

Vervolgens komt de kous, nog steeds voortbewegend over desteunbuis 7, in een oven 2. Hierin wordt de kous verwarmd tot een tem¬peratuur waarbij het voor het impregneren geschikte materiaal ver¬weekt. De temperatuur wordt uiteraard gekozen in afhankelijkheid vande samenstelling van het voor impregneren geschikt materiaal.

Geschikte materialen voor de matrix zijn onder andere allethermoplasten, zoals bijvoorbeeld polyethyleen, polypropyleen, ABS,verschillende typen polyamiden, polyesters etc. of thermoharders zoalsbijvoorbeeld epoxyhars, onverzadigde polyesterhars, polyurethaanhars,acrylaathars, fenolformaldehyde hars, melamineformaldehydehars, etc.

Voor de vezel kunnen ook alle bekende materialen die alsvezel te krijgen zijn worden ingevuld, zoals b.v. glas, koolstof, ara-mide, nylon-6, nylon-6,6, nylon-12, nylon-4.6, acrylonitril etc.. Desmelttemperatuur van de vezel moet uiteraard significant hoger liggendan de uithard- of smelttemperatuur van het voor impregneren geschiktmateriaal.

Na het verlaten van de oven 2 komt de kous in een matrijs ofvorminrichting 3. Hierbij beweegt de kous nog steeds over de steunbuis en wordt aldus aan de binnenzijde in de vorm hiervan gehouden. Tevenswordt de buitenzijde in de juiste vorm gebracht. In de vorminrichting3 wordt de kous afgekoeld tot een temperatuur beneden de verwekings-temperatuur, waarbij een koker wordt verkregen. Indien thermohardbaarmateriaal wordt toegepast, zullen de verwarmings- en vormgevingsstap-pen beide in de oven (2) plaatsvinden, waarna bij (3) de koker des¬gewenst gekoeld kan worden. De vorm van deze koker kan rond zijn maarkan ook vierhoekig of een andere vorm zijn. Binnen de matrijs of hetvormgedeelte 3 verlaat de koker de steunbuis 7 en wordt daarna verderbehandeld in een koeltunnel 4 waar de verdere afkoeling van de kokerplaatsvindt. Tenslotte loopt de koker door een trekeenheid 5, waarbijde koker wordt voortbewogen naar een zaageenheid 6 waar de koker op dejuiste lengte wordt gesneden tot een kokervormige eenheid. Op ditmoment is de kous een volledig vaste en harde kokervormige eenheid.

Het is duidelijk dat de kous c.q. koker wordt voortbewogen door middelvan de trekeenheid 5 waardoor een proces ontstaat dat pultrusie wordtgenoemd. Binnen het kader van de uitvinding zijn uiteraard nogtalrijke andere varianten mogelijk.

Een kokervormige eenheid volgens deze uitvinding kan gebruiktworden voor het vervangen van kokervormige eenheden gemaakt van andermateriaal, en speciaal in die gevallen waarbij belang wordt gehechtaan laag gewicht en hoge torsie- en buigweerstand.

Als een thermoplastisch polymeer wordt toegepast als matrix-materiaal kan de kokervormige eenheid in een later stadium nog ther¬misch worden vormgegeven. Bij een thermohardbaar matrixmateriaal moetde vormgeving tijdens het harden gebeuren.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen en behandelen van een gevlochtenof gebreide kokervormige eenheid, waarbij uit buigslappe dradeneen kous wordt gevlochten of gebreid en deze kous tenminstegedurende een gedeelte van de daaropvolgende behandeling wordtvoortbewogen over een steunbuis, met het kenmerk, dat de kouswordt vervaardigd uit draden die vezelvormig materiaal en eenthermoplastisch of thermohardbaar polymeer bevatten, waarna dekous thermisch wordt behandeld en vorm wordt gegeven tot eenkoker, waarbij de kous wordt voortbewogen over een steunbuis welkehet verlengde vormt van een buisdeel waaromheen de kous wordt ver¬vaardigd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kous tenminste gedeeltelijk is opgebouwd uit draden bestaande enerzijdsuit tijdens de latere behandeling niet smeltende vezels en ander¬zijds wel smeltbare vezels uit een voor impregneren geschiktmateriaal.

3. Werkwijze volgens een der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat dekous ten minste gedeeltelijk is opgebouwd uit vezels die bekleedzijn met een voor impregneren geschikt materiaal.

4. Werkwijze volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat inten minste een gedeelte van de draden waaruit de kous is opge¬bouwd, deeltjes van een voor impregneren geschikt materiaal zijngeïncorporeerd.

5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat despoed van de vlechtstrengen wordt gevarieerd.

6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat erlengtedraden, breisels, weefsels en/of platvlechtsels aan hetvlechtsel worden toegevoegd.

7. Werkwijze volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat erdiverse lagen vlechtsel en/of ander vezelvormig materiaal overelkaar worden gelegd.

8. Werkwijze volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat dekous na het vlechten wordt bekleed met een extra laag voorimpregneren geschikt materiaal.

9. Werkwijze volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat dekous d.m.v. pultrusie wordt voortbewogen door de verschillendebehandelingsstations.

10. Kokervormige eenheid verkregen met de werkwijze volgens een derconclusies 1-9.