NL8801572A - Lenselement. - Google Patents

Description

Lenselement

De uitvinding heeft betrekking op een rond lensvormig element als vervanging van de natuurlijke lens in het menselijk of dierlijk oog.

Bij lensdeficiënties, met name de vertroebelde lens bij staar, is het noodzakelijk om de lens uit het oog te verwijderen, waarna volgens de bekende technieken een kunstlens in de vorm van een schijf doorzichtig materiaal ter vanging van de lens wordt geplaatst. Deze schijf heeft louter een optische funktie. Een dergelijk lensje heeft het nadeel dat de oogweefsels niet in voldoende mate worden ondersteund, waardoor vervorming van het oog, met name het glasachtig lichaam, kan optreden. Immers worden de bekende oogkamerlenzen in het lenskapsel gefixeerd en geven aanleiding tot plooivorming in het kapsel. Bovendien leidt fixatie in het kapsel, als het schrompelt, weer tot verplaatsing van de lensimplantaat met als gevolg decentratie van de lens.

De uitvinding beoogt een lens-vervangend element te verschaffen, waarbij bovengenoemde nadelen niet voorkomen. Daartoe onderscheidt het element volgens de uitvinding zich doordat het centrale lensvormige optische deel van het element is voorzien van een ringvormig randdeel met gelijke of nagenoeg gelijke dikte.

Dankzij het randdeel wordt enerzijds het glasachtig lichaam, in tegenstelling tot andere kunstlenzen, door juiste pasvorm weer ondersteund, waardoor minder tractie van het glasachtig lichaam aan de ophangpunten van het netvlies zal optreden (met dus minder kans op netvliesloslatingen).

Anderzijds heeft deze natuurlijke bolvorm weer een betere positionering en eentrering van de uitvinding in de natuurlijke vorm van het kapsel ten opzichte van de andere kunstlenzen, daar het kapsel niet als primaire fixatie van de uitvinding wordt gebruikt doch als initiële insertie plaats.

Ook het lenskapsel, waaruit de oude lens werd verwijderd en waarin de uitvinding wordt geplaatst, wordt weer op natuurlijke wijze, rimpelloos, opgespannen.

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen volgens uit de hiernavolgende beschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden.

In de bijgaande tekening toont:

Fig. 1 een perspektivisch achteraanzicht van een element volgens de uitvinding,

Fig. 2, 3 en 4 telkens een staande dwarsdoorsnede van alternatieve uitvoeringsvormen van het element volgens de uitvinding,

Fig. 5 een achteraanzicht van het element,

Fig. 6 een doorsnede waarbij het element in het oog is geplaatst.

In de figuren is met het cijfer 1 het lenselementaange-geven, dat een volgens fig. 5 cirkelvormige gestalte heeft en dat over het randgedeelte een constante dikte vertoont van bijvoorbeeld 0,2 mm. De diameter hierbij varieert tussen 7 en 10 mm, bij voorkeur 9 mm.

Het centrale gedeelte 2 van het element is bij voorkeur bi-concaaf uitgevoerd, welk deel niettemin verschillende vormen kan hebben.

Zo heeft in fig. 2 het lensvormig deel 2 een voorvlak 3 dat een vloeiend verloop kent en volgens een bepaalde kromtestraal R1 is gebogen. Het achtervlak 4 is volgens een bepaalde kromtestraal R2 gebogen. Het achtervlak 4 van het lensvor-mig centrale deel 2 kan daarbij in hetzelfde bolvlak als de randstrook 5 liggen, maar kan in afwijking daarvan volgens fig. 4 een andere kromtestraal vertonen.

De variatie van de kromtestraal R2 kan liggen tussen 5 t/m 9mm, bij voorkeur 6 mm.

De variatie van de kromtestraal R1 is zodanig dat een lenssterkte wordt verkregen van -50 tot +40 dioptrieën.

Fig. 3 daarentegen laat zien dat het centrale lensgedeelte 2 een vlakke voorzijde 3' vertoont, welke via een gebogen deel 6 overgaat in het voorvlak van het randdeel 5.

Het is vanzelfsprekend ook mogelijk de kromtestralen R1 en R2 zodanig uit te voeren dat een multifocaal lensstelsel wordt verkregen waardoor het mogelijk is om een andere dieptescherpte te ontwikkelen.

Fig. 6 laat zien hoe het lenselement 1 in het oog wordt geïmplanteerd. Daartoe zal het randgedeelte 5 nadat de natuurlijke lens door de bekende oogoperatie is verwijderd, onder de iris van het oog in het lenskapsel worden geplaatst, zodanig dat het centrale lensgedeelte 2 precies op de plaats van de natuurlijke lens komt te liggen. Aangezien de natuurlijke lens een bepaalde natuurlijke kromming aan de achterzijde 4 heeft, kan het achtervlak 4 van de lens 2 aangepast worden aan die kromming, zodat het achtervlak 4 nauwkeurig aansluit op het glasachtig lichaam G van de oogbol. Zodoende wordt het glasachtig lichaam ondersteund door de achterzijde 4 van de lens en zal geen vervorming van dat weefsel optreden. Anderzijds wordt dankzij de kromming van het vlak 4 de lens 2 nauwkeurig op zijn plaats gehouden in het lenskapsel, waardoor andere hechtingen niet noodzakelijk zijn.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

Claims (6)

1. Rond lensvormig element als vervanging van de natuurlijke lens in het menselijk of dierlijk oog, met het kenmerk, dat het centrale optische deel (2) van het element (1) is voorzien van een ringvormig randdeel (5) met gelijke of nagenoeg gelijke dikte.

2. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het randdeel zich in het verlengde van het achtervlak (4) van het centrale lensvormige deel (2) uitstrekt.

3. Element volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het centrale deel (2) en het randdeel (5) dezelfde kromtestraal hebben.

4. Element volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kromtestraal van het voorvlak (3) van de lens gelijk is aan die van het achtervlak (4).

5. Element volgens één der voorgaande conclusies, met het ken m e r k, dat de kromtestraal van het voorvlak van het lensvormig deel (2) afwijkt van die van het achtervlak van dat deel.

6. Element volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kromtestraal van het voorvlak (3) van het lensvormige centrale deel (2) van plaats tot plaats varieert.