NL8800885A - Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stroomgeleiders. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stroomgeleiders. Download PDF

Info

Publication number
NL8800885A
NL8800885A NL8800885A NL8800885A NL8800885A NL 8800885 A NL8800885 A NL 8800885A NL 8800885 A NL8800885 A NL 8800885A NL 8800885 A NL8800885 A NL 8800885A NL 8800885 A NL8800885 A NL 8800885A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cylinder
mandrel
mandrel member
cleaning
fluid
Prior art date
Application number
NL8800885A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193115B (nl
NL193115C (nl
Original Assignee
Otis Eng Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Otis Eng Co filed Critical Otis Eng Co
Publication of NL8800885A publication Critical patent/NL8800885A/nl
Publication of NL193115B publication Critical patent/NL193115B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193115C publication Critical patent/NL193115C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B23/00Apparatus for displacing, setting, locking, releasing or removing tools, packers or the like in boreholes or wells
    • E21B23/004Indexing systems for guiding relative movement between telescoping parts of downhole tools
    • E21B23/006"J-slot" systems, i.e. lug and slot indexing mechanisms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B37/00Methods or apparatus for cleaning boreholes or wells
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B41/00Equipment or details not covered by groups E21B15/00 - E21B40/00
    • E21B41/0078Nozzles used in boreholes

Landscapes

  • Geology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)
  • Air Bags (AREA)
  • Cleaning Or Drying Semiconductors (AREA)
  • Polishing Bodies And Polishing Tools (AREA)

Description

s 4 \ -1- 27236/CV/tj
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stroom-geleiders.
De uitvinding heeft betrekking op het plegen van onderhoud 5 aan putten door gebruikmaking van gewikkelde spuitkolommen meer in het bijzonder op verwijdering van aanzetselsen ander-e neerslagen onder in het gat van de inwendige diameter van putbuizen.
Het is gedurende vele jaren algemeen gebruikelijk continu gehaspelde pijp (algemeen bekend in de industrie als "gewonden spuitko-10 lom")in een put te voeren voor het uitvoeren van handelingen gebruik makend van het rondvoeren van behandeling en reinigingsfluida zoals water, olie, zuur, corrosie tegengaande middelen, hete olie, enz. Gewonden spuit-kolom, doorlopend zijnde in plaats van aangekoppeld, wordt gevoerd in en uit een put met doorgaande beweging van de spuitkolom door gebruik van 15 een gewonden spuitkolom-injektieorgaan.
Gewonden spuitkolom wordt veelvuldig gebruikt voor het rondvoeren van reinigingsfluida door een put met het oog op het elimineren van zandbruggen, aanzetsels en soortgelijke obstrukties onder in het boorgat. Vaak zijn dergelijke obstrukties zeer moeilijk en soms onmogelijk 20 te verwijderen ten gevolge van de onmogelijkheid de gewonden spuitkolom te draaien om dergelijke obstrukties uit te boren. Turbo-type boren zijn gebruikt maar ontwikkelen onvoldoend koppel voor vele werkzaamheden. Verschillende inrichtingen zijn gebruikt om te trachten vreemde materialen uit het inwendige van de putverbuizing te verwijderen. Deze putverbuizing 25 varieert van niet-geperforeerde en geperforeerde buisdelen tot van sleuven voorziene of met draad omwikkelde putbekledingsbuizen. Dergelijke putverbuizing raakt vaak verstopt of bedekt met corrosieprodukten, neer-slagstoffen en koolwaterstof-neerslagen.
Draadborstels, schrapers, krabbers en snijorganen van ver-30 schillende ontwerp waren onder de eerste gereedschappen, gebruikt om te trachten ongewenste neerslagen te verwijderen. Sommige van deze gereedschappen reikten niet in de sleuven of perforaties. Die met draden of voelorganen, dun genoeg om de sleuven of perforatie binnen te treden, waren vaak te dun om veel reinigingskracht te leveren. Verschillende 35 typen wasgereedschappen zijn beschikbaar, welke onder druk gebrachte fluidumstralen gebruiken in een poging ongewenst materiaal van de put- .8800885' -2- 27236/CV/tj buizen los te maken. De ontwikkeling van straalreiniging is vooruit geschreden van lage snelheid voor gebruik in reiniging en zuurmaking tot schuur-middeldeeltjes gesuspendeerd in hoge druk fluida. Schuurmiddelen wor den gebruikt voor reiniging van stroomgeleiders, maar met resultaten minder 5 dan gunstig aangezien destroomgeleiders soms geërodeerd zijn, terwijl tevens vreemd materiaal de stroomgeleiders verstopt of bedekt.
Amerikaans octrooi 4.625.799 openbaart een mechanisch stapsgewijs vooruitbewogen reinigingsgereedschap. De inrichting volgens dit octrooi leidde tot de ontwikkeling van de huidige uitvinding.
10 Amerikaans octrooi 3.285.485 openbaart een inrichting voor het verwerken van buizen en dergelijke. Deze inrichting is in staat om opgehaspelde buis in te voeren in een put door geschikte afdichtmiddelen, zoals een inrichting voor het voorkomen van uitblazen of een schraapin-richting, en is momenteel algemeen bekend als een gewonden spuitkolom-15 injekteur.
Amerikaans octrooi 3.313.346 openbaart werkwijzen en apparatuur voor- het werken in een put onder gebruikmaking van gewonden spuit-kolom.
Amerikaans octrooi 3.559.905 openbaart een verbeterde gewon-20 den spuitkolominjekteur.
Hoge druk fluidum-straalsystemen zijn gedurende vele jaren gebruikt voor het reinigen van de inwendige diameter van putbuizen en dergelijke. Voorbeelden van dergelijke systemen zijn geopenbaard in de Amerikaanse octrooien: 25 3.720.264 3.850.241 4.441.557 3.811.499 4.088.191 4.442.899 3.829.134 4.349.073 4.518.041
Buiten de olie en gasindustrie zijn buisreinigingsorganen gebruikt gedurende vele jaren om aanzetsels en andere neerslagen te ver-30 wijderen vanaf de inwendige diameter van buizen gebruikt in warmtewisselaars, stoomketels, condensors, enz. Dergelijke neerslagen kunnen bestaan uit silicaten, sulfaten, sulfides, carbonaten, calcium en organische groei. Amerikaans octrooi 4.705.107 openbaart het gebruik van dergelijke uitrusting voor het reinigen van putbuizen onder in het boorgat.
35 Amerikaans octrooien 4.583.592 en 4.420.044 tonen voorbeel den van een doorlopend J-sleuf of regelsleuf gebruikt voor het manipuleren .8800885 -3- 27236/CV/tj van onderdelen in een onder in een boorgat te gebruiken gereedschap.
De bovengenoemde octrooien zijn door de verwijzing voor alle doeleinden binnen deze aanvraag opgenomen.
De huidige uitvinding is gericht op verbeterde werkwijzen en 5 apparatuur voor het reinigen van putbuizen of stroomgeleiders onder gebruikmaking van gewonden spuitkolom.
De huidige uitvinding omvat een inrichting voor het reinigen van stroomgeleiders omvattende maar niet beperkt tot onder in een boorgat gelegen buizen, mantels en stroomleidingen. De inrichting kan worden 10 bevestigd aan een flexibele of stijve leiding, zoals gewonden spuitkolom van kleine diameter pijp, welke is verbonden met een bron van reinigings-fluidum. Het reinigingsfluidum wordt onder druk gepompt naar de inrichting met een daaraan bevestigd reinigingsgereedschap. Gewonden spuitkolom met de daaraan bevestigde inrichting wordt gevoerd in een stroomgeleider naar 15 het te reinigen gebied.
De inrichting heeft een buitenste doorn en een binnenste doorn, welke selectief ten opzichte van de buitenste doorn wordt gedraaid door regelsleuven in antwoord op fluidumdruk-wijzigingen. Langsbeweging van de binnenste doorn ten opzichte van de buitenste doorn wordt omgezet 20 door de regelsleuven en twee stellen van paltanden in geïndexeerde draaiing van de binnenste doorn. Geïndexeerde draaiing van de binnenste doorn positioneert een daaraan bevestigd reinigingsgereedschap om verschillende gedeelten van de stroomgeleider te reinigen.
De huidige uitvinding elimineert de noodzaak de gewonden 25 spuitkolom te twisten of te draaien om gelijkmatige reiniging van de inwendige diameter van de stroomgeleider te waarborgen. De huidige uitvinding is in het bijzonder bruikbaar indien putomstandigheden onder in het gat de mogelijkheid van langsbeweging om het reinigingsgereedschap te draaien beperken.
30 Een oogmerk van deze uitvinding is het verkrijgen van een reinigingsgereedschap, welk instellend draait in antwoord op reinigings-fluïdumdruk-wijzigingen, daardoor fluidum-mondstukken in het reinigingsgereedschap toestaande reinigingsfLuidum te richten op verschillende segmenten van de stroomgeleider.
35 Een ander oogmerk van deze uitvinding is het verkrijgen van een reinigingsgereedschap, welke in werking kan worden gesteld zonder .8800885 i -4- 27236/CV/1 j twisten of draaien van de het reinigingsfluidum naar het reinigingsgereed-schap toevoerende buis.
Een verder oogmerk is het verkrijgen van een inrichting, welke snelle vervanging toestaat van het reinigingsgereedschap voor gebruik 5 in verschillende afmetingen van stroomgeleiders zonder de gehele inrichting te moeten vervangen.
Een ander oogmerk is het verkrijgen van een inrichting met het reinigingsgereedschap gemodificeerd voor hydraulische of straalboring van zandbruggen welke de stroomgeleider blokkeren.
10 De huidige uitvinding staat keuze toe van de mate van draai ing, welke zal resulteren uit iedere drukwijziging. Verschillende regel-sleufhoeken kunnen worden gebruikt om de binnenste doorn over een, twee of drie paltanden te laten stappen of draaien.
Aanvullende oogmerken en voordelen van de huidige uitvinding 15 zullen voor vaklui gemakkelijk duidelijk worden uit het bestuderen van de hierna volgende beschrijving in samenhang met de tekeningen en conclusies.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.
FIGUUR 1 is een schematische weergave, gedeeltelijk in aan-20 zicht en gedeeltelijk in doorsnede met gedeelten weggebroken, waarin een gewonden spuitkolomeenheid en reinigingsgereedschap is weergegeven voor het verwijderen van neerslagen vanaf de inwendige diameter van een put-buis of dergelijke.
FIGUREN 2A en B tonen op een grotere schaal, gedeeltelijk in 25 doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht met gedeelten weggebroken een indexeer-gereedschap van de huidige uitvinding met alternatieve reinigingsgereed-schappen daaraan bevestigd.
FIGUREN 3-7 tonen schematisch gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht de opeenvolgende stappen indien het gereedschap rea-30 geert op fluidumwijzigingen om zijn binnenste doornorgaan te draaien ten opzichte van zijn buitenste doornorgaan.
FIGUUR 8 toont schematisch, gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede het stapsgewijs bewegende gereedschap met een daaraan bevestigd reinigingsgereedschap voor hydraulisch boren van een zand-35 brug in een buisstreng.
FIGUUR 9 toont schematisch, gedeeltelijk in aanzicht en .8800??? -5- 27236/CV/tj gedeeltelijk in doorsnede het stapsgewijs verplaatsbare gereedschap van figuur 8 met een reinigingsgereedschap aangepast voor gebruik in een mantel met grote diameter.
FIGUUR 10 toont een doorsnede over figuur 2A gezien volgens 5 de lijn 10-10.
FIGUUR 11 is een uitslag van de cil-inder met regelsleuven, welk langsbeweging in draaiing omzetten.
FIGUUR 12 toont op grotere schaal eenaanzicht van een alternatief ontwerp voor de eerste, tweede en derde cilinders gebruikt met het 10 stapsgewijs verplaatsbare gereedschap van figuren 2A en B.
In figuur 1 strekt een put 20 zich vanaf een putkop 21 uit naar een ondergrondse koolwaterstof of fluïdum voortbrengende formatie (niet weergegeven). De put 20 wordt gedeeltelijk begrensd door een be-kledingsbuiskolom of putstroomgeleider 22 met daarin opgesteld buiskolom 15 23. De huidige uitvinding kan worden gebruikt met andere typen putbuis- constructies of stroomgeleiders waaronder voeringen en dubbele produktie-buiskolommen.
Ook is de huidige uitvinding niet beperkt op gebruik in olie en gasputten.
20 Gedurende de produktie van formatiefluïda kunnen zich ver schillende typen neerslagen verzamelen op de inwendige diameter van stroomgeleiders 22 en 23. Voorbeelden van zachte neerslagen zijn klei, paraffine en zand. Voorbeelden van harde neerslagen 114 zijn silicaten, sulfaten, sulfides, carbonaten en calcium. De huidige uitvinding is in het bijzon-25 der bruikbaar voor verwijdering van harde neerslagen, die worden gevonden in sommige geothermische en olieputten, maar kan ook tevredenstellend worden gebruikt voor het verwijderen van andere typen neerslagen, zoals zandbruggen.
Gebruik makend van gebruikelijke putonderhoudstechnieken kan 30 injekteur 25 worden aangebracht op putkop 21. Doorlopende of gewonden spuitkolom 26 van haspel 27 wordt ingestoken door injekteur 25 in boring 24 van buis 23. Putreinigingsinrichting 40 is bevestigd aan het ondereinde van gewonden spuitkolom 26 door een geschikte schroefdraadverbin-ding 41. Verdeelstuk 28 omvat de noodzakelijke pompen, kleppen en fluïdum-35 reservoirs voor het afvoeren van hoge druk reinigingsfluïdurn in boring 24 via gewonden spuitkolom 26. Kleppen 29 en 30 kunnen worden gebruikt voor .8800885 -6- 27236/CV/1 j het regelen van de terugvoer van verbruikt reinigingsfluïdum naar het putoppervlak. Putkopklep 31 wordt gebruikt voor het regelen van verticale toegang naar en fluïdumverbinding met boring 24 van buiskolom 23. Inrichtingen 32 voor het tegengaan van een uitblazen zijn normaal aan-5 gebracht tussen putkop 21 en injekteur 25 om fluïdumstroming gedurende noodtoestanden te blokkeren.
Verdeelstuk 28 is met haspel 27 verbonden door reinigings-fluidumtoevoerlei ding 34. Regelklep of stortklep 35 is aangebracht in toevoer leiding 34. Klep 35 kan tijdelijk worden geopend om kortstondige 10 druk van reinigingsfluïdum toegevoerd vanaf verdeelstuk 28 naar gewonden spuitkolom 26 te verminderen.
Zoals het best is weergegeven in figuren 2A en B bestaat putreinigingsinrichting 40 uit twee onder in het gat gelegen gereedschappen, indexeer of rotatiegereedschap 20 en reinigingsgereedschap 80.
15 Indexeergereedschap 42 kan reinigingsgereedschap 80 draaien in antwoord op drukwijzigingen in het reinigingsfluïdum. Indexeergereedschap 42 heeft eerste doornorgaan 45 met tweede doornorgaan 60 daarin schuifbaar opgesteld. Eerste of buitenste doornorgaan 45 is in hoofdzaak een lange holle cilinder met in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 26 20 daardoorheen verlopend.Eerste doornorgaan 45 omvat eindkap 47 met schroefdraad 41 en in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46 daardoorheen. Eindkap 47 vormt een orgaan voor het verbinden van een einde van het eerste doornorgaan 45 met gewonden spuitkolom 26 welke op zijn beurt inrichting 40 verbindt met een bron van reinigingsfluïdum. Eindkap 48 25 is aan het andere einde van eerste doornorgaan 45 bevestigd. Eindkap 48 heeft een opening 49 bemeten om tweede doororgaan 60 toe te staan daarin schuifbaar en draaibaar te worden opgenomen. Gedeelte 60a van tweede doornorgaan 60 strekt zich in langsrichting uit vanaf eindkap 48.
Tweede of binnenste doororgaan 60 is althans in hoofdzaak 30 een lange holle cilinder. De uitwendige diameter van tweede doornorgaan 60 is aanzienlijk minder dan de inwendige diameter van eerste doornorgaan 45. Dit verschil in diameters geeft een ringvormige ruimte 50 indien tweede doornorgaan 60 is opgesteld binnen eerste doornorgaan 45.
Dit verschil in diameters staat ook tweede doornorgaan 60 toe te draaien 35 en in langsrichting te verschuiven ten opzichte van eerste doornorgaan 45. In langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46 strekt zich ook .8800885 -7- 27236/CV/tj uit door tweede doornorgaan 60.
Middelen voor het draaien van tweede doornorgaan 60 ten opzichte van eerste doornorgaan 45 in antwoord op fluidumdrukwijzigingen binnen in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46 zijn opgesteld 5 binnen ringvormige ruimte 50. Het draaiingsmiddel omvat een zuigeror-gaan 61/ cilinders 51/ 52 en 53 en voorspanorganen of veren 54 en 55. Zuigerorgaan 61 omvat elastomere afdichtingen 62 en 63 gedragen op het uitwendige van tweede doornorgaan 60 om een fluidumafsluiting te vormen met het inwendige van eerste doornorgaan 45 in de nabijheid daarvan. Een 10 zijde van zuigerorgaan 61 (afdichting 62) is blootgesteld aan fluïdum-druk binnen in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46. De andere zijde van zuigerorgaan 61 (afdichting 63) is blootgesteld aan flui-dumdruk binnen de ringvormige ruimte 50. Een of meer poorten 56 verlopen radiaal door eerste doornorgaan 45 om fluidumdruk tussen ringvormige 15 ruimte 50 en het uitwendige van eerste doornorgaan 45 in evenwicht te brengen.
Indien fluidumdruk in in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46 fluidumdruk in ringvormige ruimte 50 overschrijdt schept dus het verschil in druk een netto-kracht op zuigerorgaan 61 om 20 in langsrichting verlopend tweede doornorgaan 60 verder ten op zichte van eerste doornorgaan 45 te verschuiven of uit te steken.
Eerste cilinder 51, tweede cilinder 52, en derde cilinder 53 zijn opgesteld in ringvormige ruimte 50 tussen eerste doornorgaan 45 en tweede doornorgaan 60 voor het verkrijgen van een gedeelte van het or-25 gaan voor het omzetten van Langsbeweging van tweede doornorgaan 60 in draaiing daarvan. Tweede cilinder 52 is bevestigd aan het uitwendige van tweede doororgaan 60 door twee of meer borgschroeven 64. Tweede cilinder 52 is opgesteld tussen zuigerorgaan 61 en gedeelte 60a van tweede doornorgaan 60. Borgschroeven 64 vormen middelen voor het bevestigen 30 van tweede cilinder 52 aan het uitwendige van tweede doornorgaan 60 waardoor zij gezamenlijk bewegen, beide in langsrichting en draaiend ten opzichte van eerste doornorgaan 45.
Eerste cilinder 51 en derde cilinder 53 zijn opgesteld aan tegenover elkaar liggende zijden van tweede cilinder 52. Voorspanorgaan 35 of veer 55 wordt gedragen tussen schouder 65 en eerste cilinder 51 cp het uitwendige van tweede doornorgaan 60. Veer 55 dringt eerste cilinder 51 8 8 0 0 8 1-5- -8- 27236/CV/tj om aan te Liggen tegen een einde van tweede cilinder 52. Voorspanorgaan of veer 54 wordt gedragen tussen schouder 66 op het inwendige van eerste doornorgaan 45 en derde cilinder 53. Voorspanorgaan 54 voert twee funkties uit. Eerst duwt het derde cilinder 53 aan om aan te liggen te-5 gen het andere einde van tweede cilinder 52. Op de tweede plaats vormt veer 54 een orgaan voor het voorspannen van tweede doornorgaan 60 om het te rug te trekken van zijn verder uitgestoken stand. Veer 54 werkt de kracht van reinigingsfluidumdruk werkende op zuigerorgaan 61 tegen.
Eerste stel van verschillende paltanden 67 is gevormd op 10 de tegen elkaar liggende einden van eerste cilinder 51 en tweede cilinder 52. Tanden 67 zijn gevormd om tweede cilinder 52 toe te staan slechts in een richting ten opzichte van eerste cilinder 51 te draaien. Een tweede stel passende paltanden 68 is gevormd op de tegen elkaar aanliggende einden van tweede cilinder 52 en derde cilinder 53. Tanden 68 zijn ge-15 vormd om derde cilinder 53 toe te staan slechts in de andere richting ten opzichte van tweede cilinder 52 te draaien.
Zoals het best weergegeven in figuur 2A is eerste paar indexeerpennen 69 stevig in ingrijping met eerste doornorgaan 45 en schuifbaar opgesteld in desbetreffende eerste regelsleuven 70. Eerste regel-20 sleuven 70 en bijbehorende eerste indexeerpennen 69 werken samen om beperkte langsbeweging van eerste cilinder 51 ten opzichte van eerste doornorgaan 45 toe te staan. Deze beweging is weergegeven in figuren 3-7. Eerste regelsleuven 70 zijn uitgesneden door eerste cilinder 51 zodanig dat de langshartlijn van iedere regelsleuf 70 in hoofdzaak evenwijdig is aan 25 de langshartlijn van eerste doornorgaan 45 en tweede doornorgaan 60, indien indexeergereedschap 42 wordt samengebouwd. Eerste regelsleuven 70 en eerste indexeerpennen 69 werken dus samen om draaiing van eerste cilinder 51 ten opzichte van eerste doornorgaan 45 te voorkomen.
Tweede paar indexeerpennen 71 is stevig in ingrijping met 30 eerste doornorgaan 45 in langsrichting op afstand gelegen van eerste indexeerpennen 69. Tweede indexeerpennen 71 zijn schuivend opgesteld in desbetreffende tweede regelsleuven 72. Tweede regelsleuven 72 zijn uitgesneden door derde cilinder 53, zodanig dat de langshartlijn van iedere regelsleuf 72 is gevormd onder een hoek ten opzichte van de langshart-35 lijn van eerste doornorgaan 45 en tweede doornorgaan 60 indien indexeergereedschap 42 wordt samengebouwd.
. 8 8 0 0 i i i -9- 27236/CV/tj
Tweede regels Leuven 72 en tweede indexeerpennen 71 werken dus samen om gedeeltelijke draaiing van derde cilinder 53 ten opzichte van eerste doornorgaan 45 te veroorzaken indien derde cilinder 53 in langsrichting ten opzichte daarvan beweegt. De mate van draaiing van 5 cilinder 53 is rechtstreeks evenredig aan de hoek van regelsleuven 72 ten opzichte van de hartlijn van eerste doornorg'aan 45.
Passende schroefdraden 81 zijn aangebracht op gedeelte 60a van tweede doornorgaan 60 en reinigingsgereedschap 80. Schroefdraad 81 vormt een middel voor het bevestigen van verschillende reinigingsge-10 reedschappen aan het buiten het eerste doornorgaan 45 uitstekende gedeelte van tweede doornorgaan 60.Reinigingsgereedschap 80 is een Langge-strekt vat voorzien van een verhoudingsgewijs grote fluidumkamer 82. Reinigingsfluidum wordt toegevoerd aan kamer 82 vanuit in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46. Een aantal fluidumstraaldoortochten 15 83 verlopen zijdelings door het uitwendige van reinigingsgereedschap 80.
Straaldoortochten 83 staan fluïdum toe uit te treden vanuit in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46 en vanuit kamer 82 teneinde het inwendige van putstroomgeleider 23 in de nabijheid daarvan te reinigen.
20 Verschillende afmetingen en typen reinigingsgereedschappen kunnen worden bevestigd aan indexeergereedschap 42, overeenkomend met de afmetingen van de putstroomgeleider en het type te verwijderen neerslag. Reinigingsgereedschap 80a is een vergrote versie van reinigingsgereedschap 80 voor gebruik in bekledingsbuizen met grote diameter, 25 zoals het beste weergegeven in figuur 9. De uitwendige diameter van reinigingsgereedschap 80a is gekozen om de gewenste afstand te verkrijgen tussen fluidumstraalorganen 83 en het inwendige van stroomgeleider 22 in de nabijheid daarvan. Reinigingsgereedschap 80b is in hoofdzaak hetzelfde als reinigingsgereedschap 80a behoudens dat het Langer is 30 voor grotere verticale reiniging van een stroomgeleider.
Voor neerslagen, zoals een zandbrug 100, welke buiskolom 23 volledig blokkeert wordt bij voorkeur reinigingsgereedschap 90 gebruikt. Het uitwendige van reinigingsgereedschap 90 is cilindrisch, overeenkomend met reinigingsgereedschap 80. Het ondereinde van reini- 35 gingsgereedschap90 is echter afgeknot kegelvormig door afgeschuino gedeelte 91 en vlak oppervlak 92. Fluidumstraaldoortochten 83 zijn slechts ,8800815 -10- 27236/CV/tj in het afgeschuinde gedeelte 91 geboord. Putreinigingsinrichting 40 met reinigingsgereedschap 90 daaraan bevestigd kan zodoende omlaag worden bewogen in buiskolom 23 totdat het vlakke oppervlak 92 in contact komt met de zandbrug 100. Reinigingsfluidum vanuit de straaldoortochten 83 botsen 5 tegen zandbrug 100 onder een hoek ten gevolge van het afgeschuinde gedeelte 91. Vlak oppervlak 92 maakt alle wrijvingskrachten, welke draaiing van tweede doornorgaan 60 ten gevolge van contact van reinigingsgereedschap 90 met zandbrug 100 kunnen beperken, minimaal. De huidige uitvinding kan dus makkelijk worden aangepast voor het hydraulisch weg-10 boren van neerslagen onder in een boorgat.
Figuren 3-7 tonen de volgorde van gebeurtenissen indien reinigingsfluidum wordt toegevoerd aan inrichting 40 en tweede doornorgaan 60 wordt gedraaid of geïndexeerd ten opzichte van eerste doornorgaan 45. Indexeergereedschap 42 is weergegeven in figuur 3 in de stand welke 15 deze inneemt met minderfluidumdruk aangebracht op zuigerorgaan 61 dan vereist voor het overwinnen van veer 54. Deze toestand zal bestaan indien putreinigingsinrichting 40 wordt ingestoken in een stroomgeleider zonder dat reinigingsfluidum door gewonden spuitkolom 26 wordt verpompt.
Na opstelling van reinigingsinrichting 40 op de gewenste 20 plaats in de putstroomgeleider wordt reinigingsfluidum onder druk toegevoerd naar in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46 vanuit verdeelstuk 28 via spuitkolommen 26. Indien de op zuigerorgaan 61 werkende fluidumdruk de druk van een fluïdum in ringvormige ruimte 50 en de kracht van veer 54 overschrijdt zullen tweede doornorgaan 60 en ci-25 linders 51, 52 en 53 in langsrichting bewegen ten opzichte van eerste doornorgaan 45. Paltanden 67 voorkomen relatieve draaibeweging tussen eerste cilinder 51 en tweede cilinder 52. Gedurende dit uitsteken van tweede doornorgaan 60 werken tweede indexeerpen 71 en tweede regelsleuf 72 samen om derde cilinder 53 te draaien of een paltand 68 te verplaatsen 30 ten opzichte van tweede cilinder 52. Figuur 4 toont de momentele spleet tussen tweede cilinder 52 en derde cilinder 53, tot stand gebracht door deze beweging.
In figuur 5 is tweede doornorgaan 60 weergegeven in zijn geheel uitgestoken stand ten opzichte van eerste doornorgaan 45. In-35 dexeergereedschap 42 zal in deze stand blijven zo lang als reinigingsf luidumdruk in in langsrichting verlopende stromingsdoortocht 46 ,8800863 -11- 27236/CV/tj meer kracht aanbrengt op het zuigerorgaan 61 dan veer 54 en eventuele fluidumdruk in ringvormige ruimte 50. Figuur 5 toont de normale stand voor indexeergereedschap 42 indien neerslagen onder in het boorgat verwijderend met stralen.
5 Binnenste doornorgaan 60 kan worden gedraaid om straaldoor- tochten 83 van reinigingsgereedschap 80 op te stellen nabij verschillende gedeelten van het inwendige van de te reinigen stroomgeleider.
Door reinigingsfluidumdruk in stromingsdoortocht 46 te verminderen onder een voorafbepaalde waarde kan veer 54 tweede doornorgaan 60 in langs-10 richting terugtrekken of omhoog bewegen. Een tijdelijke drukvermindering is mogelijk door openen en sluiten van klep 35 bij het putoppervlak. Indien tweede doornorgaan 60 omhoog beweegt veroorzaken indexeerpen 71 en regelsleuf 72 draaiing van derde cilinder 53. Deze draaiing wordt overgebracht op tweede cilinder 52 door paltanden 68. Aangezien tweede ci-15 linder 52 door borgschroeven 64 is bevestigd aan tweede doornorgaan 60 moet tweede doornorgaan 60 ook draaien tijdens opwaartse langsbeweging. Zoals weergegeven in figuur 6 staan paltanden 67 tweede cilinder 52 toe een tand 67 te indexeren of te draaien ten opzichte van eerste cilinder 51. Deze verdraaiing veroorzaakt de tijdelijke spleet tussen paltanden 67 20 weergegeven in figuur 6.
Indien de opwaartse beweging compleet is zal tweede doornorgaan 60 een paltand zijn verdraaid. Zie de relatieve stand van borg-bout 64 in figuur 3 in vergelijking met figuur 7. Een aantal wijzigingen in reinigingsfluidumdruk kan tweede doornorgaan 60 en reinigings-25 gereedschap 80 dus verdraaien over drienhonderdenzestig graden.
Paren indexeerpennen 69 en 71 met desbetreffende regelsleuven 70 en 72 zijn weergegeven in figuur 2A. Indexeergereedschap 42 kan echter werken met slechts een indexeerpen 69 en een idexeerpen 71, indien gewenst. Voor 30 grotere indexeergereedschapafmetingen kunnen meer dan twee indexeerpennen 69 en twee indexeerpennen 71 worden vereist. Ook kunnen eerste regelsleuven 70 worden uitgesneden onder een hoek ten opzichte van de langsas van eerste doornorgaan 45 en tweede regelsleuven 72 evenwijdig daaraan worden uitgesneden.
35 Zoals het beste weergegeven in figuur 11 kan derde cilin der 53 meerdere tweede regelsleuven 72a, 72b en 72c bezitten daarin uit- .8800805 -12- 27236/CV/1 j gesneden met iedere sleuf gevormd onder een andere hoek. Door het juist kiezen van paltanden 67 en 68 en de hoek voor iedere regelsleuf 72a, 72b, en 72c kan de mate van draaiing of stapsgewijze verplaatsing van tweede doornorgaan 60 vooraf worden gekozen door het insteken van tweede in-5 dexeerpennen 71 in de gewenste tweede regelsleuf 72. Tweede regelsleuf 72a kan bijvoorbeeld zijn gevormd onder een hoek'van vijftien graden om overeen te komen met de stapsgewijze verplaatsing van een paltand 67.
Tweede regelsleuf 72b kan zijn gevormd onder een hoek van dertig graden om overeen te komen met een stapsgewijze verplaatsing van twee paltanden 10 67. Tweede regelsleuf 72c kan zijn gevormd onder een hoek van vijfenveer tig graden om overeen te komen met een stapsgewijze verplaatsing van drie paltanden 67.
Voor sommige omstandigheden onder in het boorgat kunnen cilinders 51, 52 en 53 niet tevredenstellend tweede doornorgaan 60 ten op- 15 zichte van eerste doornorgaan 45 draaien. Zoals weergegeven in figuren 3~7 treedt draaiing van tweede doornorgaan 60 slechts op indien veer 54 zuigerorgaan 61 opheft of terugbeweegt naar zijn bovenste stand nadat fluidumdruk is verminderd. Zie figuur 6. De hydrostatische druk van fluida in gewonden spuitbuis 26 of afval zich ophopend rondom zuigerorgaan 61 20 kan veer 54 verhinderen tweede doornorgaan 60 te bewegen. Cilinders 351, 352 en 353 zoals weergegeven in figuur 12 kunnen in plaats worden gesteld voor hiervoor beschreven cilinders 51, 52 en 53. Het belangrijkste verschil tussen deze cilinders is de vormgeving van passende paltanden 367 in vergelijking met tanden 67 en passende paltanden 368 vergeleken met 25 tanden 68. Paltanden 368 werken samen met sleuven 372 om draaiing te veroorzaken indien fluidumdruk tweede doornorgaan 60 naar zijn geheel uitgestoken stand beweegt. Veer 54 heeft slechts tweede doornorgaan 60 in langsrichting te bewegen in de tegengestelde richting. Daardoor elimineren cilinders 351, 352 en 353 met paltanden 367 en 368 het vereiste dat 30 veer 54 tweede doornorgaan 60 ook draait, zoals hiervoor weergegeven in figuren 6 en 7.
Eerste cilinder 351, tweede cilinder 352, en derde cilinder 353 kunnen worden opgesteld in ringvormige ruimte 50 tussen eerste doornorgaan 45 en tweede doornorgaan 60 om een gedeelte van het orgaan voor 35 het omzetten van langsbeweging van tweede doornorgaan 60 in draaiing daarvan te verkrijgen. Tweede cilinder 352 kan zijn bevestigd aan het uit- .880081b -13- 27236/CV/tj wendige van tweede doornorgaan 60 door insteken van twee of meer borg-schroeven 64 in opening 310. Tweede cilinder 352 moet zijn opgesteld tussen zuigerorgaan 61 en gedeelte 60a van tweede doororgaan 60. Borgschroe-ven 64 vormen middelen voor het bevestigen van tweede cilinder 352 aan 5 het uitwendige van tweede doornorgaan 60 waardoor zij gezamenlijk bewegen, beide in langsrichting en draaibaar ten opzichte van eerste doornorgaan 45, Cilinder 352 kan ook tevredenstellend worden bevestigd aan tweede doornorgaan 60 door andere middelen, zoals een spie en sleuf, tong en groef of soortgelijke constructietechnieken. Eerste cilinder 351 en 10 derde cilinder 353 zijn dan aan tegenover liggende zijden van tweede cilinder 352 geïnstalleerd. Tweede doornorgaan 60 zal in langsrichting bewegen en draaien in antwoord op fluïdumdrukwijzigingen op soortgeLijke wijze als hiervoor beschreven indien gebruik makend van cilinders 51, 52 en 53.
15 De bovenstaande beschrijving is i l lust rat i ef voor slechts enige mogelijke uitvoeringsvoorbeelden van de huidige uitvinding. Het zal duidelijk zijn, dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding hierop wijzigingen en/of aanvullingen kunnen worden aangebracht.
f88 0 0 8 8 b

Claims (16)

1. Inrichting voor het reinigen van stroomgeleiders voorzien van: a. eerste doornorgaan en tweede doornorgaan met een door ieder en 5 in langsrichting verlopende stromingsdoortocht; b. middelen om een einde van het eerste doornorgaan te verbinden met een bron van reinigingsfluidum; c. het tweede doornorgaan schuifbaar opgesteld binnen het eerste doornorgaan en een gedeelte van het tweede doornorgaan 10 uitstekend vanuit het andere einde van het eerste doorn orgaan; d. middelen om het tweede doornorgaan ten opzichte van het eerste doornorgaan te draaien in antwoord op fluidumdruk-wijzigingen binnen de in langsrichting verlopende stromings- 15 doortocht; en e. middelen om een reinigingsgereedschap te bevestigen aan het vanuit het eerste doornorgaan uitstekende gedeelte van het tweede doornorgaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mid- 20 delen voor het draaien van het tweede doornorgaan zijn voorzien van: a. een aan het tweede doornorgaan bevestigd zuigerorgaan; b. waarbij een zijde van het zuigerorgaan is blootgesteld aan fluidumdruk binnen de in langsrichting verlopende stromingsdoortocht en de andere zijde van het zuigeror- 25 gaan is blootgesteld aan fluidumdruk buiten het eerste doorn orgaan, waarbij fluidumdruk aan de ene zijde van het zui gerorgaan het tweede doornorgaan in langsrichting zal bewegen naar een vei— der uitgestoken stand ten opzichte van het eerste doornorgaan; c. middelen zijn aangebracht om het tweede doornorgaan 30 terug te dringen vanuit zijn verder, uitgestoken stand; en d. middelen zijn aangebracht voor het omzetten van langsbe-weging van het tweede doornorgaan in draaibeweging.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de om-zetmiddelen zijn voorzien van: 35 a. eerste, tweede en derde cilinders opgesteld tussen het inwendige van het eerste doornorgaan en het uitwendige van het tweede .8880886 -15- 27236/CV/1 j doornorgaan; b. middelen om de tweede cilinder te bevestigen aan het uitwendige van het tweede doornorgaan waardoor de tweede cilinder en tweede doornorgaan gezamenlijk bewegen; 3 c. een eerste stel paltanden op de tegen elkaar aanliggende einden van de eerste cilinder en'de tweede cilinder om de tweede cilinder toe te staan slechts in een richting ten opzichte van de eerste cilinder te draaien; d. een tweede stel paltanden op de tegen elkaar aanliggende ^ einden van de derde cilinder en de tweede cilinder ten einde de derde cilinder toe te staan slechts in tegengestelde richting ten opzichte van de tweede cilinder te draaien; e. een eerste indexeerpen tussen het eerste doornorgaan en ^5 een regelsteuf in de eerste cilinder om begrensde langsbeweging van de eerste cilinder ten opzichte van het eerste doornorgaan toe te staan; f. een tweede indexeerpen tussen het eerste doornorgaan en een regelsLeuf in de derde cilinder om beperkte langsbe- 20 weging van de derde cilinder ten opzichte van het eerste doornorgaan toe te staan; en g. een onder een hoek gevormde regelsleuf waardoor langsbeweging van zijn desbetreffende cilinder ten opzichte van zijn indexeerpen resulteert in gedeeltelijke draaiing van 25 de cilinder.
4· Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat a. de indexeerpennen en regelsleuven beperkte langsbeweging toestaan van hun desbetreffende cilinder ten opzichte van de tweede cilinder; en b. een voorspanorgaan beide stellen paltanden in stevige in-grijping dringt.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of conclusie 4, met het ken merk, dat de paltanden draaiing toestaan van het tweede doornorgaan slechts indien deze naar een verder uitgestoken stand beweegt.
6. Inrichting volgens een der conclusies 3 tot 5, met het ken merk, dat de paltanden draaiing verhinderen van het tweede doornorgaan ,88008io * -16- 27236/CV/1 j terwijl teruggetrokken zijnde door het voorspanorgaan.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 3 tot 6, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een cilinder met meerdere regelsleuven gevormd onder verschilLende hoeken ten opzichte van 5 de langsstromingsdoortocht, waarbij de mate van draaiing vooraf kan worden gekozen door insteken van de indexeerpen in een van verschillende regelsleuven.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een aantal fluïdumstraaldooi— 10 tochten in het reinigingsgereedschap waardoor fluïdum in de in langsrich-ting verlopende stromingsdoortocht via de fluidumstraaldoortochten kan uittreden om het inwendige van de stroomgeleider te reinigen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het aantal f luidumstraaldoortochten nabij het ondereinde van het reinigingsgereed- 15 schap zijn, waarbij draaiing van het tweede doornorgaan hydraulische boor-werking voortbrengt met het reinigingsgereedschap.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of conclusie 9, met het kenmerk, dat het reinigingsgereedschap verder is voorzien van: a. een langgestrekt vat met een fluïdumkamer daarin; en 20 b. de straaldoortochten zich zijdelings uitstrekken door het vat om reinigingsvloeistof toe te staan te worden geworpen tegen het inwendige van de stroomgeleider in de nabijheid daarvan.
11. Inrichting voLgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de inrichting is voorzien van: a. de bron van reinigingsfluidum vormende buis van kleine diameter, en b. het eerste doornorgaan bemeten zijnde om te worden opgesteld binnen een onder in het putgat gelegen buis.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitwendige diameter van het reinigingsgereedschap aanzienlijk groter is dan de uitwendige diameter van het eerste doornorgaan.
13. Werkwijze voor het reinigen van het inwendige van een put- stroomgeleider onder gebruikmaking van gewonden spuitkolom, een stapsge-35 wijs verplaatsbaar gereedschap en een reinigingsgereedschap met fluïdum-straaldoortochten omvattende: . 8 8 0 0 8 C 5 -17- 27236/CV/tj a. het insteken van de gewonden spuitkolom in de putstroom-geleider met het indexeergereedschap en reinigingsgereed-schap daaraan bevestigd; b. het in langsrichting naar beneden bewegen van de gewonden 5 spuitkolom door de putstroomgeleider totdat het reinigings- gereedschap is opgesteld nabij het inwendige gedeelte van de putstroomgeleider, dat moet worden gereinigd; c. toevoeren van reinigingsfluidumdruk vanaf het putoppervlak via de gewonden spuitkolom naar het indexeergereedschap 10 en het reinigingsgereedschap; d. bewegen van het reinigingsgereedschap in langsrichting door beweging van de gewonden spuitkolom waardoor uit de fluïdum-straaldoortochten in het reinigingsgereedschap uittredend reinigingsfluidum het inwendige van de putstroomgeleider 15 in de nabijheid daarvan zal reinigen; e. momenteel verminderen van de reinigingsfluidumdruk toegevoerd aan het indexeergereedschap om het daaraan bevestigde reinigingsgereedschap te draaien; en f. herhalen van stappen d en e totdat het inwendige van de 20 putstroomgeleider tevredenstellend is gereinigd.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, verder omvattende de stap van het aanbrengen van een reinigingsgereedschap met de gewenste mate van afstand tussen de fluidumstraaldoortochten en het inwendige van de putstroomgeleider in de nabijheid daarvan.
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of conclusie 14, verder omvat tende de stap van het kiezen van de mate van draaiing door het reinigingsgereedschap in antwoord op iedere drukwijziging.
16. Een reinigingsgereedschap voor gebruik in hydraulisch uitboren van onder in een put gelegen neerslagen binnen een putstroomgeleider om-30 vattende: a. cilindrisch vat met een fluïdumkamer daarin; b. middelen voor het toevoeren van onder druk staand reini-gingsfluïdum aan de fluïdumkamer; c. het ondereinde van het vat afgeknot kegelvormig door een 35 afgeschuind gedeelte en een vlak oppervlak; en d. fluidumstraaldoortochten verlopend door het afgeschuind gedeelte. .8800865
NL8800885A 1987-04-10 1988-04-07 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van stroomgeleiders. NL193115C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US3717687A 1987-04-10 1987-04-10
US3717687 1987-04-10
US07/131,847 US4799554A (en) 1987-04-10 1987-12-11 Pressure actuated cleaning tool
US13184787 1987-12-11

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8800885A true NL8800885A (nl) 1988-11-01
NL193115B NL193115B (nl) 1998-07-01
NL193115C NL193115C (nl) 1998-11-03

Family

ID=26713873

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800885A NL193115C (nl) 1987-04-10 1988-04-07 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van stroomgeleiders.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4799554A (nl)
CA (1) CA1301638C (nl)
GB (1) GB2203776B (nl)
NL (1) NL193115C (nl)
NO (1) NO172427C (nl)
SG (1) SG60691G (nl)

Families Citing this family (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4919204A (en) * 1989-01-19 1990-04-24 Otis Engineering Corporation Apparatus and methods for cleaning a well
US4909325A (en) * 1989-02-09 1990-03-20 Baker Hughes Incorporated Horizontal well turbulizer and method
FR2647500B1 (fr) * 1989-05-24 1996-08-09 Schlumberger Prospection Appareil d'essai d'un puits de forage petrolier et procede correspondant
US4945938A (en) * 1989-09-22 1990-08-07 Otis Engineering Corporation Reels and carriers therefor
FR2655684B1 (fr) * 1989-12-11 1995-09-22 Elf Aquitaine Procede de nettoyage d'un puits souterrain et dispositif pour la mise en óoeuvre d'un tel procede.
US5080720A (en) * 1990-06-11 1992-01-14 Titmas And Associates Incorporated Method and apparatus for cleaning the annulus formed by concentric pipes
US5195585A (en) * 1991-07-18 1993-03-23 Otis Engineering Corporation Wireline retrievable jet cleaning tool
NO176288C (no) * 1992-06-29 1995-03-08 Statoil As Spyleverktöy
DE19516780C1 (de) * 1995-05-11 1996-08-08 Kurt Hoerger Hydrodynamische Düse für die Reinigung von Rohren und Kanälen
GB2325260B (en) * 1997-05-14 2000-06-07 Sofitech Nv Abrasives for well cleaning
DK177747B1 (da) * 1998-03-20 2014-05-26 Mærsk Olie Og Gas As Fremgangsmåde til stimulering af en olie/gasbrønd samt udstyr til brug herved
GB9825167D0 (en) * 1998-11-17 1999-01-13 Kennedy & Co Ultra-sonic cleanout tool
US6098642A (en) * 1998-12-28 2000-08-08 Crane; Patrick Counter revolution sewer cleaning nozzle
GB0021740D0 (en) * 2000-09-05 2000-10-18 Millennia Engineering Ltd Downhole control tool
US6609668B1 (en) * 2001-01-30 2003-08-26 Cavitation, Inc. Cavitation and cleaning tool
GB2372766B (en) * 2001-03-02 2003-04-02 Fmc Corp Debris cap
KR100483665B1 (ko) * 2002-03-19 2005-04-18 대보공업 주식회사 벽면세정방법
US6668931B1 (en) * 2002-07-08 2003-12-30 Jim Tomlinson Apparatus and method for cleaning a gas well
CA2397509C (en) * 2002-08-12 2007-02-20 Ceda International Corporation Apparatus and method for cleaning a coker or other vessel
JP2004105284A (ja) * 2002-09-13 2004-04-08 Olympus Corp 外科用処置具の洗浄装置
US7314083B1 (en) * 2005-02-07 2008-01-01 Martini Leo A Slow rotation fluid jetting tool for cleaning a well bore
GB0606335D0 (en) * 2006-03-30 2006-05-10 Specialised Petroleum Serv Ltd Wellbore cleaning
US7699110B2 (en) * 2006-07-19 2010-04-20 Baker Hughes Incorporated Flow diverter tool assembly and methods of using same
US7726403B2 (en) 2007-10-26 2010-06-01 Halliburton Energy Services, Inc. Apparatus and method for ratcheting stimulation tool
US7849924B2 (en) * 2007-11-27 2010-12-14 Halliburton Energy Services Inc. Method and apparatus for moving a high pressure fluid aperture in a well bore servicing tool
NO330997B1 (no) * 2008-02-28 2011-09-05 Innovar Engineering As Anordning ved renseverktoy
US8653011B2 (en) * 2009-11-12 2014-02-18 Schlumberger Technology Corporation Gelled hydrocarbon system and method with dual-function viscosifier/breaker additive
NO343519B1 (en) * 2017-02-23 2019-04-01 Toolserv As Indexing tool for a wellbore string
CN108412444B (zh) * 2018-04-26 2023-05-12 东北石油大学 无杆泵液力清蜡器井口投放回收装置
RU184050U1 (ru) * 2018-07-13 2018-10-12 Общество с ограниченной ответственностью "Научно-исследовательский институт природных газов и газовых технологий - Газпром ВНИИГАЗ" Насадка гидромониторная
GB2598855B (en) * 2019-07-02 2023-04-05 Halliburton Energy Services Inc A fluid flow activated rotational cleaning tool
CN114382430B (zh) * 2021-11-26 2023-08-22 中国石油天然气股份有限公司 一种采油井下工具释放器

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3285485A (en) * 1964-01-23 1966-11-15 Bowen Tools Inc Apparatus for handling tubing or other elongate objects
US3313346A (en) * 1964-12-24 1967-04-11 Chevron Res Continuous tubing well working system
US3559905A (en) * 1968-01-09 1971-02-02 Corod Mfg Ltd roeder; Werner H.
SU371983A1 (ru) * 1971-01-04 1973-03-01 В. И. Соколов , В. А. Киреев Распылитель жидкости
US3720264A (en) * 1971-06-07 1973-03-13 Chevron Res High pressure jet well cleaning
US3829134A (en) * 1971-06-07 1974-08-13 Chevron Res Rotary tubular coupling
US3811499A (en) * 1971-06-07 1974-05-21 Chevron Res High pressure jet well cleaning
US3850241A (en) * 1972-07-24 1974-11-26 Chevron Res High pressure jet well cleaning
US4088191A (en) * 1972-07-24 1978-05-09 Chevron Research Company High pressure jet well cleaning
US3958641A (en) * 1974-03-07 1976-05-25 Halliburton Company Self-decentralized hydra-jet tool
US4216910A (en) * 1978-12-07 1980-08-12 Kimbrough Wade L 360 Degree internal spray cleaning
US4349073A (en) * 1980-10-07 1982-09-14 Casper M. Zublin Hydraulic jet well cleaning
US4441557A (en) * 1980-10-07 1984-04-10 Downhole Services, Inc. Method and device for hydraulic jet well cleaning
US4518041A (en) * 1982-01-06 1985-05-21 Zublin Casper W Hydraulic jet well cleaning assembly using a non-rotating tubing string
US4442899A (en) * 1982-01-06 1984-04-17 Downhole Services, Inc. Hydraulic jet well cleaning assembly using a non-rotating tubing string
US4625799A (en) * 1985-06-19 1986-12-02 Otis Engineering Corporation Cleaning tool
US4700776A (en) * 1985-10-10 1987-10-20 Well Improvement Specialists, Inc. Sand control devices and method of installation thereof
US4694908A (en) * 1986-10-27 1987-09-22 Camco, Incorporated Method and apparatus of injecting fluid into a well conduit by coil tubing

Also Published As

Publication number Publication date
GB8806957D0 (en) 1988-04-27
NO881519L (no) 1988-10-11
NO881519D0 (no) 1988-04-08
NL193115B (nl) 1998-07-01
NO172427B (no) 1993-04-13
NL193115C (nl) 1998-11-03
NO172427C (no) 1993-07-21
SG60691G (en) 1991-08-23
CA1301638C (en) 1992-05-26
US4799554A (en) 1989-01-24
GB2203776A (en) 1988-10-26
GB2203776B (en) 1991-04-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8800885A (nl) Werkwijze en inrichting voor het reinigen van stroomgeleiders.
US4919204A (en) Apparatus and methods for cleaning a well
US4781250A (en) Pressure actuated cleaning tool
US4705107A (en) Apparatus and methods for cleaning a well
RU2559255C2 (ru) Устройство и способы герметизации ствола подземной скважины и выполнения на тросе других скважинных операций вращения
EP0754836B1 (en) Method and apparatus for removing gelled drilling fluid and filter cake from the side of a well bore
AU746169B2 (en) Electrically sequenced tractor
US5533571A (en) Surface switchable down-jet/side-jet apparatus
US6575239B2 (en) Well cleaning tool
US6397864B1 (en) Nozzle arrangement for well cleaning apparatus
US4088191A (en) High pressure jet well cleaning
CA2497314C (en) Method and apparatus for removing cuttings
US5351758A (en) Tubing and profile reaming tool
US5337819A (en) Washing tool
US5839511A (en) Blowout preventer wash-out tool
US20070278011A1 (en) Cuttings bed removal tool
WO2014074667A2 (en) Casing cutter
WO2001007752A1 (en) Down hole casing string cleaning device
US7007865B2 (en) Self-adjusting nozzle
US6302201B1 (en) Method and apparatus for washing subsea drilling rig equipment and retrieving wear bushings
NO347743B1 (en) A casing cleaning tool
US3371729A (en) Circulating stabilizer-reamer and bumper
US9624757B2 (en) Fluid-actuated downhole tool
US6289987B1 (en) Integral blade downhole wash tool
US7950450B2 (en) Apparatus and methods of cleaning and refinishing tubulars

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BX A request for additional search has been filed
BY An additional search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: HALLIBURTON COMPANY

TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: HALLIBURTON ENERGY SERVICES, INC.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20041101