NL8800406A - Scheerapparaat. - Google Patents

Description

t ¥ PHN 12.396 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Scheerapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat met een huis voorzien van een houder voor tenminste een knipeenheid, welke knipeenheid een uitwendig kniporgaan met haarvangopeningen en een ten opzichte van het uitwendige kniporgaan roterend aandrijfbaar inwendig 5 kniporgaan omvat, waarbij de houder een drager bevat met een verend element dat aangrijpt op het uitwendige kniporgaan.

Een dergelijk scheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit US-PS 3,913,225. Bij deze bekende uitvoering is de kracht waarmee een knipeenheid aanligt tegen de te scheren huid afhankelijk van de mate 10 waarin een knipeenheid, tegen de werking van het verende element in, naar binnen wordt gedrukt. De maximale waarde voor deze kracht wordt bereikt als de knipeenheid geheel in de houder is weggedrukt. Het is echter wenselijk dat de gebruiker deze maximale kracht tussen knipeenheid en huid kan variëren en afstellen op de persoonlijke 15 voorkeur.

De uitvinding heeft tot doel aan deze wens tegemoet te komen en wordt daardoor gekenmerkt, dat het apparaat is voorzien van een instelmechanisme voor de veerstijfheid van het verende element.

Een bijzondere uitvoeringsvorm is vermeld in de 20 onderconclusie.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een frontaanzicht van een scheerapparaat volgens de uitvinding.

25 Figuur 2 toont een zijaanzicht van het scheerapparaat van figuur 1.

Figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 1.

Figuur 4 is een gedeeltelijk bovenaanzicht van de 30 opsluitplaat van de uitvoering van figuur 3.

Figuren 5 en 6 tonen vereenvoudigde doorsneden overeenkomstig figuur 3 met een knipeenheid in verschillende posities.

.8800406 « i PHN 12.396 2

Het in de figuren weergegeven scheerapparaat omvat een huis 1 met een houder 2 voor drie knipeenheden 3. Een knipeenheid 3 bestaat uit een uitwendig kniporgaan 4 met haarvangopeningen 5 en een ten opzichte van het uitwendige kniporgaan roterend aandrijfbaar 5 inwendig kniporgaan 6, Voor de aandrijving van de inwendige kniporganen kan een elektromotor worden gebruikt welke in het huis is ondergebracht en welke op bekende wijze met de inwendige kniporganen is gekoppeld. Eenvoudigheidshalve is deze aandrijving in de figuren niet weergegeven.

Binnen de houder 2 is een drager 7 gelegen welke aan de 10 houder is bevestigd. De houder 2 is hiertoe voorzien van een centrale pen 8 welke door een centrale opening 9 in de drager 7 steekt. Op het uiteinde van de centrale pen 8 is een bevestigingsknop 10 geschroefd.

De drager 7 is voor iedere knipeenheid 3 voorzien van een verend element 11 met een ringvormig deel 12 dat aanligt op de 15 drager 7 en met cirkelvormige gebogen armen 13. De naar binnen gerichte uiteinden 14 van de verende armen 13 liggen aan tegen de flensrand 15 van het uitwendige kniporgaan 4. De drager 7 is voor iedere arm 13 voorzien van een nok 16 welke de arm ondersteund.

Het verend element 11 is ten opzichte van de drager 7 20 verdraaibaar en is in verschillende posities instelbaar met behulp van een flexibele instelband 17 welke in een rondgaande groef 18 in de wand 19 van de houder 2 is gelegen. Ieder verend element 11 is hiertoe voorzien van een lip 20 welke door een opening 21 in de wand van de houder steekt en welke verankerd is in de instelband 17. Het ringvormige 25 deel 12 van een verend element 11 is bovendien voorzien van omgebogen lippen 22 welke in een centrale opening 23 van de drager 7 grijpen zodat het verend element 11 draaibaar op de drager 7 is gelagerd.

Door de instelband 17 in de pijlriehting P (figuur 4) te verplaatsen kan het verend element 11 ten opzichte van de drager 7 30 indezelfde richting verdraaid worden. Een uiteinde 14 van een arm 13 kan hierdoor terecht komen in een positie 14' zoals met onderbroken lijnen in figuur 4 is weergegeven. De vrije lengte van een arm 13 ten opzichte van de nok 16 wordt hierdoor verkleind van L·^ naar I^. De veerstijfheid van de arm 13 wordt in een met deze verkleining 35 corresponderende mate vergroot. Het indrukken van een knipeenheid 3 over een bepaalde afstand tegen de werking van een verend element 11 in zal dus bij de met volle lijnen in figuur 4 getekende situatie van uiteinde .88 D 04 06 _______________________ Λ % f PHN 12.396 3 14 ten opzichte van nok 16 een geringere kracht vergen dan het indrukken over dezelfde afstand bij de met onderbroken lijnen aangeduide situatie.

Het kan tijdens het scheren gebeuren dat het uitwendige kniporgaan 4 vanuit de onbelaste situatie (figuur 5) over de maximale 5 afstand naar binnen wordt gedrukt (figuur 6), dat wil zeggen zover dat het uitwendige kniporgaan (4) niet meer buiten de houder 2 uitsteekt.

Bij de daarbij optredende maximale kracht tussen de te scheren huid en het uitwendige kniporgaan kan het voorkomen dat de huid enigszins door de haarvangopeningen 5 puilt en door het inwendige kniporgaan 6 wordt 10 beschadigd. Dit geeft aanleiding tot een schrijnend gevoel dat vaak pas na het scheren wordt waargenomen.

Op de hierboven beschreven wijze kan de gebruiker van het scheerapparaat echter zelf de maximale kracht instellen waarmee een uitwendig kniporgaan 4, en daarmee de gehele knipeenheid, aanligt tegen 15 de huid en kan deze bij maximale kracht afstellen op de persoonlijke voorkeur.

In het algemeen is bij het scheerapparaat volgens de uitvinding het instellen van een stugge of minder stugge verende ondersteuning van de knipeenheden 3 naar keuze mogelijk.

20 Uiteraard is ook een uitvoering mogelijk waarbij niet het verend element maar de drager wordt verdraaid. De drager kan dan bijvoorbeeld draaibaar in een in de houder bevestigde dragereenheid zijn gelagerd.

.8800406

Claims (2)

1. Scheerapparaat met een huis voorzien van een houder voor tenminste één knipeenheid, welke knipeenheid een uitwendig kniporgaan met haarvangopeningen en een ten opzichte van het uitwendige kniporgaan roterend aandrijfbaar inwendig kniporgaan omvat, waarbij de 5 houder een drager bevat met een verend element dat aangrijpt op het uitwendige kniporgaan, met het kenmerk, dat het apparaat is voorzien van een instelmechanisme voor de veerstijfheid van het verende element.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verend element is voorzien van gebogen armen waarvan de uiteinden 10 aangrijpen op het uitwendig kniporgaan en het verend element en de drager relatief ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn met behulp van een instelorgaan in de wand van de houder, waarbij de vrije lengte van iedere gebogen arm ten opzicht van een bij de arm behorende nok van de drager instelbaar is. .8800406