NL8800340A

NL8800340A - Aandrijfinrichting.

Info

Publication number: NL8800340A
Application number: NL8800340A
Authority: NL
Original assignee: Jft Technology B V
Priority date: 1988-02-11
Filing date: 1988-02-11
Publication date: 1989-09-01
Also published as: EP0328218A1; US4955245A; JPH01247808A

Description

ί.

-1-

X Sch/LR/1, JFT

Aandrij finrichting

De uitvinding betreft een aandrijfinrichting, omvattende: een cilinder, twee in die cilinder heen en weer beweegbare zuigers, 5 twee, elk door een zuiger gedragen tandheugels, een tussen beide tandheugels geplaatst en daarmee gekoppeld rondsel, een met dat rondsel gekoppeld, uitgaand aansluitdeel voor aansluiting van een aan te drijven inrichting, zoals 10 een vlinderklep, middelen voor aansluiting aan een leiding voor medium onder druk voor het tegelijkertijd naar elkaar toe of van elkaar af doen bewegen van de zuigers en het daardoor doen uitvoeren van een korresponderende zwenkbeweging van 15 het uitgaande aansluitdeel, en terugstel-veermiddelen voor het naar een uiterste ruststand dringen van de zuigers.

Een dergelijke aandrijfinrichting is in vele uitvoeringen bekend, onder meer uit het Nederlandse octrooi 20 174.580. De daarin getoonde terugstel-veermiddelen zijn uitgevoerd als één tussen een eindwand en een zuiger aanwezige drukveer, die de zuigers door hun gekoppelde beweging naar een ruststand dringt, die overeenkomt met de kleinst mogelijke afstand tussen de zuigers. Het nadeel van 25 het gebruik van dergelijke veren is, dat zij door de aard van hun veerkarakteristiek bij toenemende indrukking een grotere terugdrijvende kracht of terugstel-kracht op de zuigers uitoefenen. Bij het door terugstel-veermiddelen doen sluiten van een klep kan dit ten gevolge hebben, dat de klep 30 niet geheel of althans niet met voldoende betrouwbaarheid wordt gesloten, hetgeen voor vele toepassingen ontoelaatbaar is. Daarom wordt veelal gebruik gemaakt van een aantal naast elkaar gerangschikte drukveren. Een dergelijke rangschikking bezit het nadeel, dat de veren elkaar kunnen hinderen, .8800340 -2- * doordat ze althans ten dele vrijdragend in de ruimte moeten zijn opgesteld en niet door stangen of dergelijke geleid kunnen worden. Het zal duidelijk zijn, dat een daardoor soms optredende verstrengeling van veren voor een betrouwbare 5 werking ontoelaatbaar is.

Mocht zich een storing als boven bedoeld bij een bekende inrichting voordoen, dan kan een gemiddelde gebruiker de veren niet zonder meer vervangen. Doordat deze onder voorspanning in de voor hun beschikbare ruimte zijn 10 opgenomen, heeft een monteur speciaal gereedschap nodig om de veren te vervangen. In de praktijk betekent dit, dat een aandrijfinrichting van het bekende type volledig wordt vervangen, zodra zich een storing van het beschreven type voordoet. Het zal duidelijk zijn, dat dit voor elke storing 15 relatief hoge kosten met zich meebrengt.

De uitvinding beoogt, de bovenbedoelde problemen op te lossen door een aandrijfinrichting te verschaffen, die het kenmerk vertoont dat de terugstel-veermiddelen ten minste één gasveer omvatten, die is aangesloten tussen de cilinder 20 en een zuiger. Het voordeel van het gebruik van een gasveer is, dat hij over een zeer ruim gebied een binnen betrekkelijk nauwe grenzen konstante kracht levert, dus ook aan het einde van zijn slag, waardoor een betrouwbaar sluiten van een aangedreven klep beter verzekerd is dan bij 25 het gebruik van bekende schroefveren. Tevens heeft een gasveer het voordeel, na betrekkelijk eenvoudige aanpassingen met het oog op aansluiting aan een bekende aandrijfinrichting, in vele uitvoeringen leverbaar te zijn en zich bovendien door een eenvoudige handgreep van buitenaf 30 te laten uitwisselen.

Teneinde de belasting op de of elke zuiger zo te laten plaatsvinden, dat voor kanteling van een zuiger niet behoeft te worden gevreesd kan die uitvoering de voorkeur verdienen, waarin de gasveer of de gasveren zodanig op de zuiger 35 aangrijpt, resp. aangrijpen, dat op de zuiger een symmetrische kracht wordt uitgeoefend. Een symmetrische .8800340 -3- * * kracht kan, afhankelijk van de konstruktie, bij benadering worden bereikt door de gasveren te laten aangrijpen aan een effektief middelpunt, dat in het midden van een zuiger ligt.

Desgewenst kan men een uitvoering kiezen, waarin 5 aan elk van beide zuigers ten minste één gasveer is toegevoegd. Deze uitvoering kan het voordeel hebben, dat de beide zuigers onafhankelijk worden teruggesteld, en niet, zoals met een enkelvoudige uitvoering, de ene zuiger via het rondsel de terugstelkracht op de andere zuiger dient uit te 10 oefenen, hetgeen een licht asymmetrische belasting veroorzaakt.

Voor een zo groot mogelijke flexibiliteit kan het gewenst zijn, dat de gasveer instelbaar is. In dit laatste verband wordt gewezen op de niet-voorgepubliceerde 15 octrooiaanvrage NL 8500831 ten name van Holland Hellas B.V., een zuster-bedrijf van aanvraagster. Naar deze niet-voorgepubliceerde octrooiaanvrage wordt bij de onderhavige octrooiaanvrage bij wijze van referentie als bij gesloten beschouwd.

20 Teneinde aan het einde van de slag met behoud van de sluitkracht een bewegingsvertraging te verkrijgen kan die uitvoering dienen, waarin de gasveer ten dele met gas onder druk en ten dele met een onsamendrukbaar medium, zoals olie, is gevuld voor het aan het naar de ruststand van de gasveer 25 gerichte einde van zijn slag de zuiger een vertraagde beweging uitvoert.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening van enkele willekeurige uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekening tonen: 30 Figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van een aandrijfInrichting volgens de uitvinding;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede door een andere uitvoering;

Figuur 3 een met figuur 1 korresponderend aanzicht van 35 een verdere uitvoering;

Figuur 4 een met figuur 2 korresponderende dwarsdoorsnede door weer een ander uitvoeringsvoorbeeld; .8800340 * -4-

Piguur 5 een met figuur 2 korresponderende dwarsdoorsnede door weer een ander uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een aandrijfaanrichting 1, die een uitgaande as 2 omvat, die via een koppeleenheid 3 is 5 gekoppeld met een in een leiding 4 opgenomen klep 5. Via een aansluiting 6 voor medium onder druk kan de aandrijfinrichting worden bekrachtigd, waardoor de hoekstand van de uitgaande as 2 en daarmee de stand van de klep 5 kan y worden geregeld.

10 Nu wordt eerst verwezen naar figuur 2. Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede door een aandrijfinrichting 7. Zoals uit deze figuur blijkt, omvat deze aandrijfinrichting 7 een cilinder 8, twee in die cilinder 8 heen en weer beweegbare zuigers 9, 10, die elk een tandheugel, resp. 11, 12 dragen, 15 een tussen beide tandheugels 11, 12 geplaatst en daarmee gekoppeld rondsel 13 dat is gekoppeld met de uitgaande as 2. Tevens vertoont de cilinder 8 een aansluiting 6 voor medium onder druk, zoals perslucht, dat op de in figuur 2 getoonde wijze via de aansluiting 6 kan worden toegelaten in 20 de ruimte, die wordt begrensd door de binnenwand van de cilinder 8 en de naar elkaar toe gerichte vlakken van de zuigers 9, 10.

Aan de rechterzijde draagt de cilinder 8 een rechterwand 14.

25 Met een linkerwand 15 is een gasveer 16 gekoppeld. De plunjer 17 van deze gasveer wordt door de werking van de gasveer 16 naar rechts gedrongen, zodanig, dat hij een naar rechts gerichte kracht uitoefent op de zuiger 9. Via de tandheugel 12, het rondsel 13 en de tandheugel 11 wordt een 30 zodanige kracht uitgeoefend op de zuiger 10, dat deze eenzelfde beweging als de zuiger 9 in de tegengestelde richting uitvoert. Met verwijzing naar figuur 1 wordt in dit verband opgemerkt, dat daar sprake is van een uitvoering met een tweede gasveer 38, die op dezelfde wijze samenwerkt met 35 de zuiger 10 als de gasveer 16 met de zuiger 9.

De gasveer 16, 17 is van het type, dat is onthuld in de niet-voorgepubliceerde octrooiaanvrage NL-8500831, die .8800340 -5- t boven reeds is vermeld, in verband daarmee wordt gedetailleerde bespreking van de gasveer 16 in het kader van de onderhavige octrooiaanvrage achterwege gelaten.

De in figuur 2 getoonde aandrijfinrichting is van het 5 dubbelwerkende type. In verband daarmee omvat de aansluiting 6 voor medium onder druk een drietal leidingen 18, 19, 20,

De leiding 18 dient voor het transport van en naar de ruimte tussen de beide zuigers 9, 10 van het drukmedium, terwijl de leidingen 19, 20 dienen voor transport van en naar de 10 ruimten, resp. links van de zuiger 9 en rechts van de zuiger 10. In geval van een enkelwerkende cilinder kan worden volstaan met de leiding 18, in welk geval de genoemde linkerruimte en rechterruimte bij voorkeur via drukvereffeningsmiddelen met de omgeving in verbinding 15 staan. Bijvoorbeeld kunnen de wanden 14 en 15 een drukvereffeningsopening vertonen.

De gasveer 16 grijpt ongeveer in het midden van de zuiger 9 aan. Hierdoor is de drukbelasting op de zuiger 9 min of meer symmetrisch.

20 Figuur 3 toont een aandrijfinrichting 31, die in één opzicht afwijkt van de inrichting 1 volgens figuur 1, namelijk het feit dat hij aan beide zijden drie gasveren resp. 32 , 33 omvat.

Figuur 4 toont een aandrijfinrichting 34, die qua 25 konstruktie overeenkomt met de inrichting 7 volgens figuur 2, maar daarvan in één opzicht verschilt. De gasveer 16 volgens figuur 2 is uitsluitend gevuld met een gas onder druk, bijvoorbeeld stikstof met een druk van enkele tientallen bar. De gasveer 21 volgens figuur 4 bevat, 30 behalve gas onder druk, ook een zekere hoeveelheid olie 22, waardoor aan het einde van de slag van de zuiger 23 in de cilinder 24 de olie 22 door de nauwe opening 25 moet worden geperst, hetgeen als gevolg van de hogere viscositeit van de olie 22 dan de viscositeit van het gas een vertraagde 35 beweging van de zuiger 23 veroorzaakt.

Fig. 5 toont een aandrijfinrichting 26, waarin de linker eindwand of deksel 27 zodanig is uitgevoerd, dat de .8800340 * * -6- i gasveer 16 daarin is opgenomen. Ribben 28 dienen als versterking. De instelschroef 29 is van buitenaf bedienbaar. In deze uitvoering kan de gasveer 16 als een patroon in het deksel 27 worden gelegd. Door vastschroeven 5 van het deksel 27 aan de cilinder 8 door middel van schroeven 30 is de gasveer 16 juist gepositioneerd.

In een niet-getekende uitvoering omvat een deksel een holte, die fungeert als gasveer-cilinder.

Het zal duidelijk zijn, dat diverse wijzigingen in het 10 kader van de uitvinding mogelijk zijn. Er wordt op gewezen, dat de hiervoor besproken uitvoeringen zijn voorzien van instelbare gasveren. Duidelijk zal echter zijn, dat afhankelijk van het gebruiksdoel ook niet-instelbare gasveren toegepast kunnen worden.

15 .8800340

Claims

1. Aandrijfinrichting, omvattende: een cilinder, twee in die cilinder heen en weer beweegbare zuigers, twee, elk door een zuiger gedragen tandheugels, 5 een tussen beide tandheugels geplaatst en daarmee gekoppeld rondsel, een met dat rondsel gekoppeld, uitgaand aansluitdeel voor aansluiting van een aan te drijven inrichting, zoals een vlinderklep, 10 middelen voor aansluiting aan een leiding voor medium onder druk voor het tegelijkertijd naar elkaar toe of van elkaar af doen bewegen van de zuigers en het daardoor doen uitvoeren van een korresponderende zwenkbeweging van het uitgaande aansluitdeel, en 15 terugstel-veermiddelen voor het naar een uiterste ruststand dringen van de zuigers, met het kenmerk dat de terugstel-veermiddelen ten minste één gasveer omvatten, die is aangsloten tussen de cilinder en een 20 zuiger.

2. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de gasveer of de gasveren zodanig op de zuiger aangrijpt, resp. aangrijpen, dat op de zuiger een symmetrische kracht wordt uitgeoefend.

3. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat aan elk van beide zuigers ten minste één gasveer is toegevoegd.

4. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gasveer instelbaar is.

5. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gasveer ten dele met gas onder druk en ten dele met een onsamendrukbaar medium, zoals olie, is gevuld voor het aan het naar de ruststand van de gasveer gerichte einde van zijn slag de zuiger een 35 vertraagde beweging uitvoert. .8800340 t ' * -8- V

6. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de of elke gasveer is opgenomen in een deksel, die met de cilinder is verbonden. .8800340