NL8702401A - Agricultural soil cultivating implement - has frame with row of soil engaging tines with height adjustment - Google Patents

Agricultural soil cultivating implement - has frame with row of soil engaging tines with height adjustment Download PDF

Info

Publication number
NL8702401A
NL8702401A NL8702401A NL8702401A NL8702401A NL 8702401 A NL8702401 A NL 8702401A NL 8702401 A NL8702401 A NL 8702401A NL 8702401 A NL8702401 A NL 8702401A NL 8702401 A NL8702401 A NL 8702401A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate
soil cultivation
machine according
cultivation machine
row
Prior art date
Application number
NL8702401A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8702401A priority Critical patent/NL8702401A/en
Priority to AT88200410T priority patent/ATE152875T1/en
Priority to EP88200410A priority patent/EP0283078B1/en
Priority to DE8817281U priority patent/DE8817281U1/en
Priority to DE3855904T priority patent/DE3855904T2/en
Publication of NL8702401A publication Critical patent/NL8702401A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/12Arrangement of the tools; Screening of the tools

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Abstract

The soil cultivator has multiple soil working sections arranged side-by-side inside a frame (1). The sections are power-driven about upwardly directed axes (2). On at least one end of the row of working sections is an upwardly extending plate (11) parallel to the direction of travel (A). A support plate (13) is fitted with a pivotal arm (14) so that the upwardly extending plate can be adjusted parallel to the direction of travel of the machine. It is also adjusted into several positions w.r.t. the frame. The support plate can be located near the upper side of the upwardly extending plate.

Description

i: * • · a? -i: * • a? -

C. van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWERKINGSMACHINEC. van der Lely N.V., Maasland TILLAGE PROCESSING MACHINE

De uitvinding heeft betrekking op een grond-bewerkingsmachine voorzien van een aantal bewerkingsorganen die in een rij, welke zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt in een gesteldeel zijn aangebracht 5 en om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn, waarbij aan ten minste één einde van de rij een zich in opwaartse richting uitstrekkende, althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsirchting gelegen plaat is aangebracht, die tijdens het bedrijf met het buitenste bewerkingsorgaan van 10 de rij samenwerkt.The invention relates to a soil cultivating machine provided with a number of cultivating members which are arranged in a row extending transversely of the direction of advancement of the machine in a frame part and which are drivable about upwardly directed axes, with at least one end of the row is provided with an upwardly extending plate, at least substantially parallel to the direction of travel, which cooperates with the outer processing member of the row during operation.

Bij de tot nu toe bekende grondbewerkingsmachines van deze soort kan niet onder alle omstandigheden en op alle grondsoorten een maximale samenwerking tussen de plaat en het buitenste bewerkingsorgaan worden verkregen.In hitherto known tillage machines of this kind, maximum cooperation between the plate and the outer tillage member cannot be obtained under all circumstances and on all soil types.

15 De uitvinding beoogt nu hiervoor een oplossing te geven en wel doordat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de plaat ten opzichte van het gestel en ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de machine in meerdere standen brengbaar is. Met behulp van deze voorziening kan men de 20 plaat vanuit een middenstand meer of minder naar voren, respectievelijk naar achteren verstellen. Op deze wijze kan men de stand van de plaat aan voorkomende omstandigheden, zoals natte of droge aarde en/of de hoeveelheid te verwerken aarde en/of de grondsoort aanpassen, teneinde een maximale 25 samenwerking tussen de plaat en het buitenste bewerkingsorgaan te verkrijgen. Bij het naar achteren verplaatsen kan men de ruimte tussen de bewerkingsorganen en een daarachter gelegen rol verkleinen, zodat bij het verwerken van grotere hoeveelheden aarde, zoals voorkomt indien de werkdiepte rela-30 tief groot is, geen storende damvorming ontstaat.The object of the invention is now to provide a solution for this, namely because means are present by means of which the plate can be brought into several positions with respect to the frame and with respect to the direction of travel of the machine. With the aid of this provision the plate can be adjusted more or less forwards or backwards from a central position. In this way, the position of the plate can be adapted to prevailing conditions, such as wet or dry earth and / or the amount of soil to be processed and / or the type of soil, in order to obtain maximum cooperation between the plate and the outer processing member. When moving backwards, the space between the working members and a roller behind it can be reduced, so that when processing larger amounts of soil, such as occurs if the working depth is relatively large, no disturbing dam formation occurs.

Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort waarbij een scharnierende veelhoek aanwezig is met behulp waarvan de hoogte van de plaat instelbaar is. Toepassing van deze voor- 870240 1 * * 2 ziening geeft de mogelijkheid om op snelle, eenvoudige wijze de stand van de plaat aan de voorkomende diepte-instellingen of de gewenste samenwerking tussen de plaat en het buitenste bewerkingsorgaan aan te passen.A further facet of the invention relates to a soil cultivation machine of the above-mentioned type, in which a hinged polygon is provided by means of which the height of the plate is adjustable. Application of this 870240 1 * * 2 feature provides the ability to quickly and easily adjust the position of the plate to the depth settings that occur, or the desired cooperation between the plate and the outer processing unit.

5 Een laatste facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij aan de achterzijde van de plaat een naar binnen gerichte geleiding aanwezig is, waarvan de onderzijde zich tijdens het bedrijf boven het grondoppervlak bevindt. Met behulp van deze 10 voorziening kan men ongewenste damvorming voorkomen, zonder dat de aanwezigheid van de geleiding de plaat, indien deze om een as zijwaarts verzwenkbaar is, op ongewenste wijze naar buiten tracht te bewegen.A final facet of the invention relates to a soil cultivation machine of the above-mentioned type, in which an inwardly directed guide is provided at the rear of the plate, the underside of which is above the ground surface during operation. With the aid of this provision, undesired damming can be prevented, without the presence of the guide attempting to unintentionally move the plate outwards, if it can be pivoted sideways about an axis.

Aan de hand van enkele in de tekening weergegeven 15 uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to a few illustrative embodiments shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer, voorzien van een constructie volgens de uitvinding; 20 Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in Figuur 1, terwijlFigure 1 is a top view of a soil cultivation machine, provided with a construction according to the invention; Figure 2 shows a larger view according to the arrow II in Figure 1, while

Figuur 3 een aanzicht weergeeft volgens de pijl III in Figuur 2;Figure 3 represents a view according to the arrow III in Figure 2;

Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens Figuur 2 25 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding, terwijlFigure 4 shows a view according to Figure 2 of a second embodiment of the construction according to the invention, while

Figuur 5 een aanzicht weergeeft volgens de pijl V in Figuur 4;Figure 5 represents a view according to the arrow V in Figure 4;

Figuur 6 geeft een aanzicht weer volgens Figuur 2 30 van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een constructie volgens de uitvinding;Figure 6 shows a view according to Figure 2 of a third embodiment of a construction according to the invention;

Figuur 7 geeft een aanzicht weer volgens de pijl VII in Figuur 6, terwijlFigure 7 shows a view according to the arrow VII in Figure 6, while

Figuur 8 een aanzicht weergeeft volgens de pijl 35 VIII in Figuur 7;Figure 8 shows a view according to the arrow 35 VIII in Figure 7;

Figuur 9 geeft een aanzicht weer volgens figuur 2 met een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een plaat volgens de uitvinding; .....--------------- 67 0 2 4 0 1 * 3 *Figure 9 shows a view according to Figure 2 with a second exemplary embodiment of a plate according to the invention; .....--------------- 67 0 2 4 0 1 * 3 *

Figuur 10 geeft een aanzicht weer volgens figuur 2 van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een plaat volgens de uitvinding.Figure 10 shows a view according to Figure 2 of a fourth exemplary embodiment of a plate according to the invention.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft 5 een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een machine voor de bereiding van een zaaibed. De machine heeft een kokervormig gesteldeel, dat zich dwars op de voortbewegings-richting A uitstrekt. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 centimeter assen 2 onder-10 steund van bewerkingsorganen 3, welke assen zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting uitstrekken. Op elk van de assen 2 is op het onder uit het gesteldeel 1 stekende einde een drager 4 aangebracht, die zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekt en die aan de einden is voor-15 zien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden. De einden van het gesteldeel 1 zijn afgesloten door platen 6, die zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A uitstrekken. Elk van de platen 6 is nabij de voorzijde voor-20 zien van een dwarsas 7, een en ander zodanig dat de langs-hartlijnen van de dwarsassen in eikaars verlengde zijn gelegen. Om elk van de assen 7 is een zich langs een plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8 vrij verzwenkbaar. Elk van de armen 8 kan door middel van een verstelinrichting 9, die zich 25 nabij de achterzijde van het gesteldeel 1 bevindt, in hoogte-richting worden versteld. De achtereinden van de armen 8 dragen een vrij draaibare rol 10 met behulp waarvan de machine tijdens het bedrijf op de grond rust, een en ander zodanig dat door een verstellen van de. armen 8 een werk-30 dieptewijziging van de bewerkingsorganen 3 kan worden doorgevoerd. Aan elk van de einden van het gesteldeel 1 is een plaat 11 aangebracht, welke plaat zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A uitstrekt. De plaat 11 heeft, zoals uit figuur 2 blijkt, in zijaanzicht in hoofdzaak 35 een trapeziumvorm met aan de onderzijde afgeschuinde hoeken en een daarop aansluitend althans nagenoeg verticaal gedeelte. De plaat 11 is door middel van twee bouten 12 die op afstand van elkaar zijn gelegen, bevestigd aan een steunplaat 8702401The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, in particular a machine for the preparation of a seed bed. The machine has a tubular frame portion which extends transversely to the direction of travel A. In the frame part 1, mutually equidistant from preferably 25 centimeters shafts 2 are supported from processing members 3, which shafts extend in upward, preferably vertical direction. A carrier 4 is provided on each of the shafts 2 on the end projecting from the bottom of the frame part 1, which member extends at least substantially in a horizontal direction and which is provided at the ends with machining elements 5 extending downwards in the form of teeth. The ends of the frame part 1 are closed by plates 6, which extend in the upward direction and at least substantially parallel to the direction of advancement A. Each of the plates 6 is provided with a transverse axis 7 near the front, such that the longitudinal axes of the transverse axes are in line with each other. An arm 8 extending backwards along a plate 6 is freely pivotable about each of the axes 7. Each of the arms 8 can be adjusted in height direction by means of an adjustment device 9, which is located near the rear side of the frame part 1. The rear ends of the arms 8 carry a freely rotatable roller 10, with the aid of which the machine rests on the ground during operation, all this in such a way that an adjustment of the. arms 8 a working depth change of the working members 3 can be effected. A plate 11 is provided at each of the ends of the frame part 1, which plate extends at least substantially parallel to the direction of travel A. As can be seen from Figure 2, the plate 11 has in side elevation substantially a trapezoidal shape with bevelled corners on the underside and a substantially vertical part adjoining it. The plate 11 is attached to a support plate 8702401 by two bolts 12 spaced from each other

«I«I

' 4 13. De steunplaat 13 bevindt zich aan het einde van een draagarm 14, die op afstand van het gesteldeel met een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkend deel 14A ver-zwenkbaar is aangebracht in oren 15, een en ander zodanig, 5 dat de arm verzwenkbaar is om een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as. De steunplaat 13 is voorzien van twee achter elkaar aangebrachte rijen van elk drie gaten 16, welke zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekken. De plaat 11 is voorzien van twee achter elkaar gelegen 10 rijen, boven elkaar gelegen gaten 17, een en ander zodanig dat telkens een gat 16 kan corresponderen met een gat 17 voor doorvoer van een bout 12. Met behulp van de gaten 17 kan de plaat 11 ten opzichte van de steunplaat 13 in hoogterichting worden versteld. De respectieve rijen gaten 17 bevinden zich 15 aan weerszijden van het midden van de plaat 11 (figuur 2). Met behulp van de gaten 16 kan de plaat 11 ten opzichte van de steunplaat 13 meer naar voren of meer naar achteren worden verplaatst. Op deze wijze kan men de stand van de plaat 11 aanpassen aan de gekozen werkdiepte van de bewerkingsorganen 20 3. Bovendien kan men de plaat 11 in afhankelijkheid van de grondsoort en de werkdiepte meer naar voren of meer naar achteren verplaatsen waarbij door het meer naar voren verplaatsen een grotere hoeveelheid aarde tussen de plaat en het buitenste bewerkingsorgaan kan worden verwerkt. Bij het meer 25 naar achteren verplaatsen van de plaat 11 kan men de ruimte tussen de bewerkingsorganen 3 en de rol 10 meer of minder afsluiten en aldus een aanpassing verkrijgen aan de hoeveelheid te verwerken aarde.13. The supporting plate 13 is located at the end of a carrying arm 14, which is arranged pivotally in ears 15 at a distance from the frame part with a part 14A extending in the direction of advancement, such that the arm pivotable about an axis extending in the direction of travel A. The support plate 13 is provided with two rows of three holes 16 arranged one behind the other and extending in the direction of advancement A. The plate 11 is provided with two rows of holes 17 situated one above the other, one above the other, such that a hole 16 in each case can correspond to a hole 17 for the passage of a bolt 12. With the aid of the holes 17, the plate 11 are adjusted in height direction relative to the support plate 13. The respective rows of holes 17 are located on either side of the center of the plate 11 (Figure 2). With the aid of the holes 16, the plate 11 can be moved more forward or more backward relative to the support plate 13. In this way the position of the plate 11 can be adapted to the selected working depth of the working members 3. In addition, the plate 11 can be moved more forwards or more backwards depending on the type of soil and the working depth, whereby the lake moves forward. moving a larger amount of soil between the plate and the outer cultivator can be processed. When the plate 11 is moved more to the rear, the space between the working members 3 and the roller 10 can be closed to a greater or lesser extent and thus obtain an adaptation to the amount of soil to be processed.

Zoals uit de figuren blijkt, is elke plaat 11 30 voorzien van een zich naar binnen uitstrekkende geleiding 18. De geleiding 18 bevindt zich met de onderzijde op enige afstand boven de onderzijde van de plaat 11 en is gevormd door het naar binnen omzetten van een door horizontale sneden aan de achterzijde van de plaat 11 losgemaakt deel. De gelei-35 ding 18 sluit een hoek van ± 30° in met het vlak van de plaat 11 en heeft een lengte die ongeveer 1/9 van de lengte van de onderzijde van de plaat, en een hoogte die ongeveer 1/4 van de hoogte van de plaat bedraagt. De geleiding 18 kan, aange- 6702401 ♦ 5 zien ze zich boven het grondoppervlak bevindt, rugvorming voorkomen zonder dat hierbij reactiekrachten ontstaan die de plaat 11 tijdens het bedrijf naar buiten bewegen. De arm 14 waaraan de plaat 11 door middel van de steunplaat 13 en de 5 bouten 12 is bevestigd, is voorzien van een aanslag 19, die met de bovenzijde van het gesteldeel samenwerkt en tijdens het bedrijf de plaat 11 in de in figuren 1 en 3 weergegeven stand houdt. Hierbij sluit de plaat een hoek van ± 8° in met een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A.As can be seen from the figures, each plate 11 30 is provided with an inwardly extending guide 18. The guide 18 is located with the underside some distance above the underside of the plate 11 and is formed by inwardly converting a horizontal cuts on the back of the plate 11 loosened part. The guide 18 encloses an angle of ± 30 ° with the plane of the plate 11 and has a length approximately 1/9 of the length of the bottom of the plate, and a height approximately 1/4 of the height of the plate. The guide 18, since it is above the surface of the ground, can prevent back formation without generating reaction forces which move the plate 11 out during operation. The arm 14 to which the plate 11 is attached by means of the support plate 13 and the 5 bolts 12 is provided with a stop 19, which cooperates with the top of the frame part and during operation the plate 11 in the figures 1 and 3 displayed. The plate hereby encloses an angle of ± 8 ° with a vertical plane in the direction of travel A.

10 Bij het in de figuren 4 en 5 weergegeven uit- voeringsvoorbeeld is door middel van boven elkaar gelegen bouten 20 aan de plaat 11 een steunplaat 21 aangebracht. Elk van de bouten 20 vormt een scharnierpunt voor de einden van boven elkaar gelegen armen 22 en 22A van een geleiding, die 15 als scharnierende veelhoek in de vorm van een parallellogram is uitgevoerd. De andere einden van de armen 22 zijn door middel van bouten 23 verzwenkbaar verbonden met een steun 24, die is bevestigd aan de arm 14. Het voorste deel van de bovenste arm 22A is voorzien van een sectorvormige plaat 25, 20 die is voorzien van om de as 23 aangebrachte gaten 26, waardoor een onder veerwerking staande pen 27, die op de steun 24 is aangebracht, kan worden gestoken. De steunplaat 21 is voorzien van verdere gaten 16A, waardoor de bouten 20 kunnen worden gestoken, zodat de plaat 11 op de in het voorgaande 25 besproken wijze naar voren of naar achteren kan worden verplaatst.In the exemplary embodiment shown in Figures 4 and 5, a supporting plate 21 is arranged on plate 11 by means of bolts 20 situated one above the other. Each of the bolts 20 forms a pivot point for the ends of superimposed arms 22 and 22A of a guide, which is designed as a hinged polygon in the form of a parallelogram. The other ends of the arms 22 are pivotally connected by means of bolts 23 to a support 24, which is attached to the arm 14. The front part of the upper arm 22A is provided with a sector-shaped plate 25, 20 which is provided with holes 26 provided on the shaft 23, through which a spring-action pin 27, which is arranged on the support 24, can be inserted. The support plate 21 is provided with further holes 16A, through which the bolts 20 can be inserted, so that the plate 11 can be moved forwards or backwards in the manner discussed above.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 6-8 is de plaat 11 aangebracht op een wijze zoals voor het eerste uitvoeringsvoorbeeld is afgebeeld en beschreven. Het 30 deel 14A van de arm 14 echter maakt bij dit uitvoeringsvoorbeeld deel uit van een parallellogramgeleiding. Aan de voorzijde is het deel 14A voorzien van een steun 28, die tesamen met een einde van een arm 29 verzwenkbaar is aangebracht. Het andere einde van de arm 29, die zich in bovenaanzicht even-35 wijdig aan het gesteldeel 1 uitstrekt is door middel van een as 30 scharnierend aangebracht aan een steun 31 aan de voorzijde van het gesteldeel 1. Aan de onderzijde van de steun 28 is door middel van een as 32 een einde van een arm 33 ver- 8702401 > - 6 zwenkbaar aangebracht. De arm 33 is met zijn andere einde door middel van een as 34 verzwenkbaar aangebracht aan de steun 31. De armen 29 en 33 vormen een geleiding, die is uitgevoerd als scharnierende veelhoek in de vorm van een 5 parallellogram. Het deel 14A is aan de achterzijde scharnierend verbonden met een einde van een arm 36, die zich evenwijdig uitstrekt aan de armen 29 en 33. Het andere einde van de arm 36 is door middel van een as 37, die in het verlengde is gelegen van de as 30, verzwenkbaar aangebracht 10 aan een steun 38. De steun 38 is aan de achterzijde van het gesteldeel bevestigd. De arm 36 is aan de zijde van de as 37 voorzien van een lip 39, die aan de onderzijde een onder veerwerking staande pen 40 draagt. De pen 40 kan worden gebracht in één van een aantal gaten 41 de in de steun 38 op 15 een cirkelboog om de as 37 zijn aangebracht. Tussen de armen 29 en 36 is een steun 42 aangebracht. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 43 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen 43 op de assen van naast 20 elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en reikt met deze verlenging in een tandwielkast 44, waarbinnen de verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een zich aan de achter-25 zijde van de tandwielkast bevindende toerenvariator 45 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbe-wegingsrichting A uitstrekkende as 46. De as 46 steekt aan de voorzijde buiten de tandwielkast 44 uit. Het aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitstekende einde van de as 46 is door 30 middel van een tussenas 47 met de aftakas van een trekker verbindbaar. Aan de voorzijde is het gesteldeel 1 voorzien van een bok 48, die een driepuntsbevestiging heeft voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker.In the exemplary embodiment according to Figures 6-8, the plate 11 is arranged in a manner as shown and described for the first exemplary embodiment. However, the part 14A of the arm 14 in this exemplary embodiment forms part of a parallelogram guide. At the front, part 14A is provided with a support 28, which is pivotally mounted together with one end of an arm 29. The other end of the arm 29, which in plan view extends parallel to the frame part 1, is hingedly mounted on a support 31 at the front of the frame part 1 by means of a shaft 30. At the bottom side of the support 28 one end of an arm 33 is pivotally mounted by means of a shaft 32. The arm 33 is pivotally mounted on the support 31 with its other end by means of a shaft 34. The arms 29 and 33 form a guide, which is designed as a hinged polygon in the form of a parallelogram. The part 14A is hingedly connected at the rear to one end of an arm 36, which extends parallel to the arms 29 and 33. The other end of the arm 36 is by means of a shaft 37, which is in line with the shaft 30 is pivotally mounted on a support 38. The support 38 is attached to the rear of the frame part. The arm 36 is provided on the side of the shaft 37 with a lip 39, which carries a spring-loaded pin 40 on the underside. The pin 40 can be inserted into one of a number of holes 41 which are arranged in a circle arc around the axis 37 in the support 38. A support 42 is arranged between the arms 29 and 36. Within the tubular frame part 1, a spur gear 43 with straight teeth is arranged on each shaft 2 of a working member 3, such that the gears 43 on the shafts of adjacent working members are in driving connection with each other. Near the center, the shaft 2 of a working member 3 is extended upwards and with this extension extends into a gearbox 44, within which the extension is in driving connection via a bevel gear and a speed variator 45 located at the rear of the gearbox. with a shaft 46 extending in the direction of travel A. The shaft 46 protrudes from the front of the gearbox 44 at the front. The end of the shaft 46 protruding at the front outside the gearbox can be connected to the power take-off shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 47. At the front, the frame part 1 is provided with a trestle 48, which has a three-point mounting for coupling to the three-point lifting device of a tractor.

De werking van de in het voorgaande beschreven 35 inrichting is als volgt.The operation of the device described above is as follows.

Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 48 met de driepuntshef inrichting van de trekker verbonden en kunnen de bewerkingsorganen 3 bij voortbeweging in 87 0 2-40 1 τ 7 ' * de richting volgens pijl A vanaf de af takas van de trekker via de tussenas 47 en de in het voorgaande beschreven overbrenging worden aangedreven. Hierbij roteren naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 in tegengestelde zin en bewerken 5 deze bewerkingsorganen met hun bewerkingselementen 5 ten minste aan elkaar grenzende stroken grond. Tijdens de voortbeweging van de machine in de richting volgens pijl A bestaat er een samenwerking tussen een buitenste bewerkings-orgaan 3 en de respectieve platen 11. Hierbij wordt de grond 10 op een wijze verkruimeld en verdeeld die verregaand overeenstemt met die bij de samenwerking tussen twee naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3. Zoals reeds vermeld, kan men in afhankelijkheid van de werkdiepte de plaat 11 volgens het eerste uitvoeringsvoorbeeld in hoogterichting verstellen, 15 waarbij de plaat steeds de in de figuur 3 weergegeven, enigszins naar binnen gerichte stand inneemt en een maximale samenwerking tussen een buitenste bewerkingsorgaan en de plaat is gegarandeerd. Indien men diep werkt, kan men de plaat tevens meer naar voren zetten zodat de grotere hoeveel-20 heid aarde die hierbij moet worden verwerkt, effectief kan worden verkruimeld en verdeeld. Indien zware gronden moeten worden bewerkt, waarbij tussen de bewerkingsorganen 3 en de rol 10 grote hoeveelheden grof-kruimelige aarde terecht komen, kan men de plaat meer naar achteren verstellen zodat, 25 in zijaanzicht gezien, de ruimte tussen de bewerkingsorganen 3 en de voorzijde van de rol 10 meer door de plaat wordt afgeschermd.During operation, the machine is connected by means of the trestle 48 to the three-point linkage of the tractor and the working members 3 can move in the direction of arrow A from the tractor's PTO shaft when moving in 87 0 2-40 1 τ 7 '*. be driven via the intermediate shaft 47 and the transmission described above. Here, adjacent working members 3 rotate in the opposite sense and these working members with their working elements 5 process at least adjoining strips of soil. During the advancement of the machine in the direction according to arrow A, there exists a cooperation between an outer working member 3 and the respective plates 11. Here the ground 10 is crumbled and distributed in a manner which largely corresponds to that in the cooperation between two adjacent working members 3. As already mentioned, depending on the working depth, the plate 11 can be adjusted in height direction according to the first exemplary embodiment, the plate always taking the position shown in Figure 3, which is slightly inwardly directed and a maximum cooperation between an outer machining member and the plate is guaranteed. If you work deep, you can also move the plate forward so that the larger amount of soil to be processed can be effectively crumbled and distributed. If heavy soils have to be worked, with large amounts of coarse-crumbly earth ending up between the working members 3 and the roller 10, the plate can be adjusted more to the rear so that, seen in side view, the space between the working members 3 and the front side of the roller 10 is shielded more by the plate.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 4 en 5 kan men een hoogteverstelling van de plaat 11 verkrijgen 30 met behulp van de parallellogramgeleiding, die de armen 22 en 22A omvat. Hierbij kan de verstelling op snelle wijze plaatsvinden doordat men slechts de pen 27 behoeft te verwijderen en in een ander gat 26 aan te brengen (zie pijlen in figuur 4). Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld neemt de plaat een stand 35 in waarbij de onderzijde meer naar binnen is gelegen en kan men de plaat meer naar voren of meer naar achteren aanbrengen met het in het voorgaande beschreven resultaat.In the exemplary embodiment according to Figures 4 and 5, a height adjustment of the plate 11 can be obtained by means of the parallelogram guide, which comprises the arms 22 and 22A. The adjustment can herein take place in a quick manner in that one only has to remove the pin 27 and place it in another hole 26 (see arrows in figure 4). Also in this exemplary embodiment, the plate assumes a position in which the bottom side is more inward and the plate can be arranged more forward or more backward with the result described above.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 67 0 2 4 0 1 1ψ 8 6-8 verkrijgt men een hoogteverstelling van de plaat 11 door middel van de zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende paral lellogramge leiding, die de armen 29 en 33 omvat en wel door de pen 40 in een ander gat 41 in de steun 5 38 te brengen. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld kan men een verstelling van de plaat 11 naar voren en naar achteren verkrijgen. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de plaat in de in figuur 7 weergegeven stand gehouden door middel van een aanslag 19A, die op de arm 14 is bevestigd en tegen de steun 10 28 rust.In the exemplary embodiment according to Figs. 67 0 2 4 0 1 1ψ 8 6-8, a height adjustment of the plate 11 is obtained by means of the parallel lellogram conduit extending transversely to the direction of travel A, comprising arms 29 and 33, namely by inserting pin 40 into another hole 41 in support 5 38. Also in this exemplary embodiment, an adjustment of the plate 11 forward and backward can be obtained. In this exemplary embodiment, the plate is held in the position shown in Figure 7 by means of a stop 19A, which is mounted on the arm 14 and rests against the support 28.

In figuur 9 is als tweede uitvoeringsvoorbeeld een plaat 11A weergegeven, welke plaat ook op de in het voorgaande aan de hand van de figuren 4-8 beschreven wijzen aan het gestel van de machine kan zijn aangebracht. De plaat 15 11A verloopt vanaf de horizontale onderzijde aan de voorkant schuin naar boven en naar voren tot ongeveer het midden van de plaat om vervolgens via een verticaal deel over te gaan in een zich schuin naar achteren en naar boven uitstrekkend gedeelte waarvan de onderzijde zich ongeveer op 2/3 van de 20 hoogte van de plaat bevindt. De bovenzijde van de plaat verloopt schuin naar achteren onder een hoek van ± 15° met de horizontaal terwijl de achterzijde van de plaat met de achterzijde van de in het voorgaande besproken plaat 11 overeenstemt. De bovenzijde is tevens voorzien van een naar 25 buiten afgebogen rand terwijl voor de bevestiging van de arm het uiteinde van de arm rust tegen een zich dwars op de plaat uitstrekkende steun 11B.Figure 9 shows a plate 11A as a second exemplary embodiment, which plate can also be mounted on the frame of the machine in the manner described above with reference to Figures 4-8. The plate 15 11A extends obliquely upwards and forwards from the horizontal underside at the front to approximately the middle of the plate and then, via a vertical part, changes into an obliquely rearwardly and upwardly extending part, the underside of which extends approximately at 2/3 of the height of the plate. The top of the plate extends obliquely to the rear at an angle of ± 15 ° with the horizontal, while the back of the plate corresponds to the back of the plate 11 discussed above. The top is also provided with an outwardly bent edge, while for the attachment of the arm the end of the arm rests against a support 11B extending transversely of the plate.

In figuur 10 is een uitvoering van een plaat 11A' weergegeven, waarbij het afgebogen deel 18' door middel van 30 bouten 18A en gaten 18B losneembaar en naar voren of achteren verstelbaar is aangebracht. De betreffende plaat 11A' heeft aan de voorzijde boven en onder afgeschuinde hoeken, zodat de opstaande, althans nagenoeg verticale voorkant zich praktisch over de hoogte van de plaat uitstrekt. De bovenzijde van de 35 plaat 11A' heeft geen omgebogen rand.Figure 10 shows an embodiment of a plate 11A ', wherein the deflected part 18' is detachably and adjustable forwards or backwards by means of bolts 18A and holes 18B. The plate 11A 'in question has bevelled corners at the top and bottom, so that the upright, at least substantially vertical front extends practically over the height of the plate. The top of the plate 11A 'has no bent edge.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

8 7 0 2 /; 0 t8 7 0 2 /; 0 t

Claims (23)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal bewerkingsorganen die in een rij, welke zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt in een gesteldeel zijn aangebracht en om opwaarts gerichte assen 5 aandrijfbaar zijn, waarbij aan ten minste éèn einde van de rij een zich in opwaartse richting uitstrekkende, althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting gelegen plaat is aangebracht, die tijdens het bedrijf met het buitenste bewerkingsorgaan van de rij samenwerkt, met het kenmerk, 10 dat verstelmiddelen aanwezig zijn met behulp waarvan de plaat ten opzichte van het gestel en ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de machine in meerdere standen brengbaar is.1. Soil cultivating machine provided with a number of cultivating members which are arranged in a row in a row extending transversely to the direction of advancement of the machine and which are drivable about upwardly directed axes 5, wherein at least one end of the row is in an upwardly directionally extending, at least substantially parallel to, the direction of forward movement, which plate cooperates with the outer processing member of the row during operation, characterized in that adjusting means are provided by means of which the plate is arranged with respect to the frame and with respect to the direction of travel of the machine can be adjusted in several positions. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat de verstelmiddelen een steunplaat omvatten, welke steunplaat aan een zwenkarm is aangebracht.2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the adjusting means comprise a support plate, which support plate is arranged on a pivot arm. 3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de steunplaat zich nabij de bovenzijde van de plaat bevindt.Soil cultivation machine according to claim 2, characterized in that the support plate is located near the top of the plate. 4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de steunplaat zich nabij het midden van de bovenzijde van de plaat bevindt.Soil cultivation machine according to claim 2 or 3, characterized in that the support plate is located near the center of the top of the plate. 5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunplaat is voorzien 25 van een aantal achter elkaar gelegen gaten waarin bouten aanbrengbaar zijn.5. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the support plate is provided with a number of holes behind each other in which bolts can be fitted. 6. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2 - 5, met het kenmerk, dat de plaat ten opzichte van de steunplaat in hoogterichting verstelbaar is.Soil cultivation machine according to any one of claims 2 to 5, characterized in that the plate is adjustable in height relative to the support plate. 7. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaat in hoogterichting verstelbaar is door middel van een scharnierende veelhoek.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the plate is height-adjustable by means of a hinged polygon. 8. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal bewerkingsorganen die in een rij, welke zich dwars op de 35 voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt in een gesteldeel zijn aangebracht en om opwaarts gerichte assen 81C 2 4 0 1 aandrijfbaar zijn, waarbij aan ten minste één einde van de rij een zich in opwaartse richting uitstrekkende, althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting gelegen plaat is aangebracht, die tijdens het bedrijf met het buiten-5 ste bewerkingsorgaan van de rij samenwerkt, met het kenmerk, dat de plaat in hoogterichting verstelbaar is door middel van een scharnierende veelhoek.8. Soil cultivation machine provided with a number of cultivating members which are arranged in a row extending transversely of the direction of advancement of the machine in a frame part and which can be driven about upwardly directed axes 81C 2 4 0 1, wherein at least one end of the row has an upwardly extending, at least substantially parallel to the direction of forward movement, which cooperates with the outer processing member of the row during operation, characterized in that the plate is height-adjustable by means of a hinged polygon. 9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek boven het 10 gesteldeel is gelegen.Soil cultivation machine according to claim 7 or 8, characterized in that the hinged polygon is located above the frame part. 10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek naast de plaat is gelegen.Soil cultivation machine according to claim 7 or 8, characterized in that the hinged polygon is located next to the plate. 11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met 15 het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek zich in de bovenste voorste helft van de plaat bevindt.11. Soil cultivation machine according to claim 10, characterized in that the hinged polygon is located in the upper front half of the plate. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10 of 11 en een der conclusies 2-8, met het kenmerk, dat een zijde van de scharnierende veelhoek aan de binnenzijde van de plaat 20 aan de steunplaat is aangebracht.Soil cultivation machine according to claim 10 or 11 and any one of claims 2-8, characterized in that one side of the hinged polygon is arranged on the support plate on the inside of the plate 20. 13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de andere zijde van de scharnierende veelhoek tussen de plaat en een draagarm voor de plaat is aangebracht .Soil cultivation machine according to claim 12, characterized in that the other side of the hinged polygon is arranged between the plate and a supporting arm for the plate. 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 10 - 13, met het kenmerk, dat de assen van de scharnierende veelhoek zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekken.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 10-13, characterized in that the axes of the hinged polygon extend transversely of the direction of travel. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met 30 het kenmerk, dat, aan de zijde van de draagarm, het bovenste scharnierpunt van de scharnierende veelhoek om het onderste scharnierpunt verzwenkbaar en in meerdere standen brengbaar is.15. Soil cultivation machine according to claim 14, characterized in that, on the side of the support arm, the top pivot point of the pivoting polygon is pivotable about the bottom pivot point and can be brought into several positions. 16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met 35 het kenmerk, dat de assen van de boven het gesteldeel gelegen scharnierende veelhoek zich althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting uitstrekken.16. Soil cultivation machine according to claim 9, characterized in that the axes of the hinged polygon located above the frame part extend at least substantially in the direction of travel. 17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, met 8702401 ft het kenmerk, dat een bovenste buitenste scharnierpunt van de scharnierende veelhoek om het onderste buitenste scharnierpunt verstelbaar is.Soil cultivation machine according to claim 16, with 8702401 ft, characterized in that an upper outer pivot point of the hinged polygon is adjustable around the lower outer pivot point. 18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16 of 17, 5 met het kenmerk, dat het binnenste bovenste scharnierpunt van de scharnierende veelhoek wordt gevormd door een deel van de draagarm voor de plaat, welk deel zich in de voortbewe-gingsrichting van de machine uitstrekt.Soil cultivation machine according to claim 16 or 17, 5, characterized in that the inner top hinge point of the hinged polygon is formed by a part of the plate supporting arm, which part extends in the direction of travel of the machine. 19. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 10 conclusies 7 - 18, met het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek is uitgevoerd als een parallellogramgeleiding met boven elkaar gelegen armen.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 7-18, characterized in that the hinged polygon is designed as a parallelogram guide with arms located one above the other. 20. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaat aan de achterzijde 15 is voorzien van een naar binnen gerichte geleiding waarvan de onderzijde zich tijdens het bedrijf boven het grondoppervlak bevindt.20. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the plate at the rear 15 is provided with an inwardly directed guide, the underside of which is above the ground surface during operation. 21. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal bewerkingsorganen die in een rij, welke zich dwars op de 20 voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt in een gesteldeel zijn aangebracht en om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn, waarbij aan ten minste één einde van de rij een zich in opwaartse richting uitstrekkende, althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting gelegen 25 plaat is aangebracht, die tijdens het bedrijf om een zich in de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende as verzwenkbaar is en met het buitenste bewerkingsorgaan van de rij samenwerkt, met het kenmerk, dat de plaat aan de achterzijde is voorzien van een naar binnen gerichte geleiding 30 waarvan de onderzijde zich tijdens het bedrijf boven het grondoppervlak bevindt.21. Soil cultivating machine provided with a number of cultivating members which are arranged in a row in a row extending transversely to the direction of advancement of the machine and which are drivable about upwardly directed axes, wherein at least one end of the row is in an upwardly directionally extending plate, which is at least substantially parallel to the direction of travel, which pivot is arranged during operation about an axis extending in the direction of travel of the machine and cooperates with the outer processing member of the row, characterized in that the plate is the rear is provided with an inwardly directed guide 30, the underside of which is above the ground surface during operation. 22. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de geleiding verstelbaar aan de plaat is aangebracht.Soil cultivation machine according to claim 20 or 21, characterized in that the guide is arranged adjustable on the plate. 23. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 870240123. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures. 8702401
NL8702401A 1987-03-10 1987-10-09 Agricultural soil cultivating implement - has frame with row of soil engaging tines with height adjustment NL8702401A (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8702401A NL8702401A (en) 1987-03-10 1987-10-09 Agricultural soil cultivating implement - has frame with row of soil engaging tines with height adjustment
AT88200410T ATE152875T1 (en) 1987-03-10 1988-03-07 SOIL TILLING MACHINE
EP88200410A EP0283078B1 (en) 1987-03-10 1988-03-07 A soil cultivating machine
DE8817281U DE8817281U1 (en) 1987-03-10 1988-03-07 Tillage machine
DE3855904T DE3855904T2 (en) 1987-03-10 1988-03-07 Tillage machine

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700564 1987-03-10
NL8700564 1987-03-10
NL8702401A NL8702401A (en) 1987-03-10 1987-10-09 Agricultural soil cultivating implement - has frame with row of soil engaging tines with height adjustment
NL8702401 1987-10-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8702401A true NL8702401A (en) 1988-10-03

Family

ID=26646217

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8702401A NL8702401A (en) 1987-03-10 1987-10-09 Agricultural soil cultivating implement - has frame with row of soil engaging tines with height adjustment

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8702401A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8501109A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
NL8800800A (en) COMBINATION OF A TRACTOR WITH AT LEAST A TILLAGE SEED UNIT.
NL8400269A (en) ROLL CONSTRUCTION FOR A TILLAGE MACHINE.
NL8702401A (en) Agricultural soil cultivating implement - has frame with row of soil engaging tines with height adjustment
EP0305601B1 (en) A soil cultivating machine
NL9200243A (en) Ground-working machine.
EP0850553A2 (en) A soil supporting member
NL8301236A (en) SOIL TILLER.
NL9401156A (en) Ground-working machine
NL192364C (en) Combination of a tractor and a combination of a power harrow and a seed drill.
NL9101361A (en) Auxiliary roller for rotary harrow - is raised and lowered by auxiliary piston and cylinder to disengage tines from soil
EP0305600B1 (en) A soil cultivating machine
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
EP0283078B1 (en) A soil cultivating machine
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
NL8602972A (en) SOIL TILLER.
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
NL8701725A (en) SOIL TILLER.
NL8602005A (en) SOIL TILLER.
NL8006776A (en) SOIL TILLER.
NL8602211A (en) Ground working implement - has series of pref. vertically mounted arms and frame support roller on pivotally sprung arm having rotatable toothed discs
NL8700952A (en) SOIL TILLER.
NL8701010A (en) SOIL TILLER.
NL9101330A (en) SOIL TILLER.
NL8902832A (en) AGRICULTURAL MACHINE.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable