NL8701155A - Harvester mowing and squashing implement - has rotor and adjustable plate with moving heads mounted on support beam - Google Patents

Harvester mowing and squashing implement - has rotor and adjustable plate with moving heads mounted on support beam Download PDF

Info

Publication number
NL8701155A
NL8701155A NL8701155A NL8701155A NL8701155A NL 8701155 A NL8701155 A NL 8701155A NL 8701155 A NL8701155 A NL 8701155A NL 8701155 A NL8701155 A NL 8701155A NL 8701155 A NL8701155 A NL 8701155A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor
grinding device
members
crushing device
adjustable
Prior art date
Application number
NL8701155A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8701155A priority Critical patent/NL8701155A/en
Publication of NL8701155A publication Critical patent/NL8701155A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D82/00Crop conditioners, i.e. machines for crushing or bruising stalks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/10Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for crushing or bruising the mown crop
    • A01D43/102Bruising control devices

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

The combined mowing and squashing implement for crop harvesting has a rotor and facing adjustable plate. Stops prevent contact between the plate and rotating rotor. The harvesting machine, includes a mower head carrying the rotor (2). Several mowers heads can be provided, each with two knives (4). Two outer mowers have crop guiding parts (5). The mowers are fitted to a support beam.

Description

* C. van der Lely N.V., Maasland.* C. van der Lely N.V., Maasland.

KNEUSINRICHTING EN MAAIINRICHTING VOORZIEN VAN KNEUS- /CRUSHING DEVICE AND CUTTING DEVICE EQUIPPED WITH CRUSHING /

INRICHTINGDESIGN

De uitvinding heeft betrekking op een kneus-inrichting voor het bewerken van gemaaid gewas, voorzien van een roteerbare rotor met in hoofdzaak radiaal buitenwaarts reikende bewerkingsorganen. De rotor, die doorgaans met 5 betrekkelijk hoge snelheid draait, grijpt het gewas aan en de bewerkingsorganen oefenen een slagbewerking uit, zodat het gewas geconditioneerd wordt teneinde bijvoorbeeld sneller op het veld te drogen.The invention relates to a crushing device for processing mown crop, provided with a rotatable rotor with working members extending substantially radially outward. The rotor, which usually rotates at a relatively high speed, engages the crop and the processing members execute an impact operation, so that the crop is conditioned in order, for example, to dry faster in the field.

Een dergelijke kneusinrichting kan voorzien zijn 10 van een instelbaar element dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotor uitstrekt, en waarvan de afstand tot de rotor instelbaar is, zodat het element zich nabij de baan van de uiteinden van de bewerkingsorganen kan uitstrekken. Een dergelijk instelbaar element kan samenwerken met de rotor ten-15 einde het gewas op de gewenste wijze door de rotor te laten aangrijpen, waarmee de intensiteit van de kneusbewerking kan worden aangepast. Een dergelijke aanpassing kan geschieden afhankelijk van het soort gewas, de toestand van het gewas en de hoeveelheid te bewerken gewas.Such a crushing device can be provided with an adjustable element which extends substantially parallel to the rotor, and the distance from which the rotor is adjustable, so that the element can extend near the path of the ends of the working members. Such an adjustable element can cooperate with the rotor in order to cause the crop to engage the rotor in the desired manner, with which the intensity of the crushing operation can be adjusted. Such an adjustment can be made depending on the type of crop, the condition of the crop and the amount of crop to be processed.

20 De uitvinding beoogt een kneusinrichting van een zodanige constructie, dat de goede werking wordt bevorderd.The object of the invention is a crushing device of such a construction that the proper operation is promoted.

Hiertoe is volgens de uitvinding het instelbare element, dat kan bestaan uit een of meer afzonderlijke delen, op afstand van de uiteinden van de rotor voorzien van instel-25 middelen voor het instellen van de afstand tussen het element en de rotor.According to the invention the adjustable element, which can consist of one or more separate parts, is provided for this purpose at a distance from the ends of the rotor with adjusting means for adjusting the distance between the element and the rotor.

Het zal duidelijk zijn dat de relatief snel draaiende bewerkingsorganen niet alleen het gemaaide gewas aangrijpen, doch ook zich eventueel in dat gewas bevindende 30 vreemde voorwerpen, zoals stenen, takken en dergelijke. Deze vreemde voorwerpen kunnen tijdens hun gang door de inrichting grote krachten uitoefenen op de verschillende delen'van de inrichting, en met name ook op het instelbare element. In de 870 1 155 * 2 praktijk is gebleken dat onder bepaalde omstandigheden het instelbare element zodanig vervormd kan worden dat de rand ervan zich in de baan van de bewerkingsorganen bevindt. Dit kan een zeer nadelige botsing tussen de bewerkingsorganen en 5 het instelbare element tot gevolg hebben.It will be clear that the relatively rapidly rotating working members not only engage the cut crop, but also any foreign objects, such as stones, branches and the like, which may be present in that crop. These foreign objects during their movement through the device can exert great forces on the various parts of the device, and in particular also on the adjustable element. In the 870 1 155 * 2 practice it has been found that under certain circumstances the adjustable element can be deformed such that its edge is in the path of the working members. This can result in a very adverse collision between the processing members and the adjustable element.

Door nu de beweegbaarheid van het instelbare element niet slechts te beperken tot instelmiddelen, die zich aan.weerszijden nabij de uiteinden van de rotor bevinden, doch bovendien te voorzien in instelmiddelen die in het 10 middengedeelte van de kneusinrichting de beweging van het instelbare element in de richting van de rotor beperken, kan op eenvoudige wijze de bedrijfszekerheid van de kneusinrichting aanmerkelijk worden vergroot.By now not only limiting the movability of the adjustable element to adjusting means, which are located on both sides near the ends of the rotor, but also to provide adjusting means which in the central part of the conditioner control the movement of the adjustable element in the direction of the rotor, the operating reliability of the crushing device can be considerably increased in a simple manner.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding 15 kunnen de instelmiddelen nabij het middengedeelte van het element of van elk deel ervan zijn aangebracht, waarbij het element of elk deel ervan scharnierbaar kan zijn om een as, die in hoofdzaak evenwijdig aan de rotor is. Voorts kunnen volgens de uitvinding de instelmiddelen aanslagmiddelen om-20 vatten die de beweging van het element in de richting van de rotor beperken.According to a further feature of the invention, the adjusting means may be disposed near the center portion of the element or any part thereof, the element or part thereof being pivotable about an axis substantially parallel to the rotor. Furthermore, according to the invention, the adjusting means can comprise stop means which limit the movement of the element in the direction of the rotor.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan het instelbare element plaatvormig zijn uitgevoerd en voorzien zijn van een rand die tot nabij de baan van de uiteinden 25 van de bewerkingsorganen kan worden verplaatst, waarbij de instelmiddelen de verplaatsing van de rand naar de rotor, althans ter plaatse van het middengedeelte van de rotor, beperken.According to a further feature of the invention, the adjustable element can be plate-shaped and provided with an edge which can be moved close to the path of the ends 25 of the working members, the adjusting means moving the edge towards the rotor, at least for the purpose of at the center of the rotor.

Voorts kan volgens de uitvinding op afstand van de 30 baan van de uiteinden van de bewerkingsorganen een wand zijn gelegen, die de wand van een kneuskanaal vormt, door welk kneuskanaal het gewas wordt geleid, waarbij het instelbare element zich nabij het begin (stroomopwaarts) van het kneuskanaal is aangebracht. Een dergelijk kneuskanaal wordt ener-35 zijds begrensd door de rotor en anderzijds door genoemde wand en het gewas kan door toedoen van de bewerkingsorganen door het kneuskanaal worden verplaatst. Een dergelijk kneuskanaal kan zich bij voorkeur boven de rotor bevinden.Furthermore, according to the invention, a wall can be located at a distance from the path of the ends of the processing members, which wall forms the wall of a crushing channel, through which crushing channel the crop is guided, the adjustable element being located near the start (upstream) of the conditioner channel is fitted. Such a crushing channel is bounded on the one hand by the rotor and on the other hand by the said wall and the crop can be moved through the crushing channel by means of the processing members. Such a conditioning channel can preferably be located above the rotor.

8701155 * 38701155 * 3

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding vormt het instelbare element een verstelbare doorlaat aan het begin van het kneuskanaal. Daarbij kan het instelbare element het / eerste gedeelte van de wand van het kneuskanaal vormen, 5 terwijl dat element voorzien is van een randgedeelte dat zich stroomopwaarts ten opzichte van de gewasstroom bevindt en waarvan de afstand tot de rotor instelbaar is.According to a further feature of the invention, the adjustable element forms an adjustable passage at the beginning of the conditioning channel. The adjustable element can herein form the first part of the wall of the crushing channel, while that element is provided with an edge part which is located upstream of the crop flow and the distance from which the rotor is adjustable.

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kan het instelbare element voorzien zijn van een randgedeelte dat 10 versterkt is door een erop aangebrachte, over zijn lengte tot een hoekprofiel gebogen strip. Een dergelijke versteviging kan zowel de stijfheid van het instelbare element bevorderen als ook van nut zijn teneinde de invloed van slijtage, die aan genoemde rand van het instelbare element relatief groot 15 kan zijn, het hoofd te bieden.According to a further feature of the invention, the adjustable element can be provided with an edge section which is reinforced by a strip arranged thereon, bent over its length into an angle profile. Such a reinforcement can both promote the stiffness of the adjustable element and also be useful in order to counteract the influence of wear, which can be relatively great at the said edge of the adjustable element.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kunnen de instelmiddelen enerzijds aangrijpen aan de nabij de rotor gelegen rand van het instelbare element en anderzijds aan een verder van de rotor gelegen deel van het gestel van 20 de inrichting. Daarbij kunnen, volgens een kenmerk van de uitvinding, de aanslagmiddelen bestaan uit een langwerpig orgaan dat nabij zijn ene uiteinde scharnierbaar is bevestigd aan het instelbare element en dat in lengterichting verschuifbaar door een met het gestel van de inrichting verbon-25 den opening reikt, waarbij de verschuifbaarheid wordt beperkt door een nabij het andere uiteinde van het orgaan aangebrachte blokkering, bijvoorbeeld een erop geschroefde moer. Daarbij kan, volgens een kenmerk van de uitvinding, de positie van de blokkering en/of van de opening verstelbaar zijn, 30 zodat er een nauwkeurige afstelling van de aanslag, dat wil zeggen van de minimaal toegestane afstand tussen de rotor en het instelbare element, mogelijk is.According to a further feature of the invention, the adjusting means can on the one hand engage the edge of the adjustable element located near the rotor and, on the other hand, on a part of the frame of the device situated further from the rotor. According to a feature of the invention, the stop means can consist of an elongated member which is hingedly attached to the adjustable element near its one end and which is slidable in the longitudinal direction through an opening connected to the frame of the device, wherein the slidability is limited by a blocking arranged near the other end of the member, for example a screwed nut. According to an inventive feature, the position of the blocking and / or of the opening can be adjustable, so that there is an accurate adjustment of the stop, that is to say of the minimum permitted distance between the rotor and the adjustable element, is possible.

Ook kunnen volgens de uitvinding de aanslagmiddelen bestaan uit een flexibel trekorgaan, zoals een draad 35 of een ketting, dat enerzijds aan het instelbare element is bevestigd en anderzijds aan het gestel van de inrichting. Daarbij kan, volgens een kenmerk van de uitvinding, de lengte van het trekorgaan verstelbaar zijn. Voorts kan, volgens de 8701155 «t 4 uitvinding, het trekorgaan aan het van het element afgekeerde uiteinde verbonden zijn met een bevestigingsorgaan, bijvoorbeeld een oog, welk bevestigingsorgaan verstelbaar aan het gestel is verbonden. Ook door deze verstelling is een nauw-5 keurige instelling van de minimale afstand van het element tot de rotor mogelijk.According to the invention, the stop means can also consist of a flexible pulling member, such as a wire or a chain, which is fastened on the one hand to the adjustable element and, on the other hand, to the frame of the device. According to a feature of the invention, the length of the pulling member can be adjustable. Furthermore, according to the invention, the pulling member can be connected at the end remote from the element to a fastening member, for instance an eye, which fastening member is adjustablely connected to the frame. This adjustment also allows a precise adjustment of the minimum distance from the element to the rotor.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een maalinrichting, voorzien van een kneusinrichting zoals hierboven beschreven. Volgens een kenmerk van de uitvinding kan 10 de maalinrichting zijn voorzien van een aantal roteerbare maaiorganen en/of van één of meer roteerbare gewasgelei-dingsorganen.The invention further relates to a grinding device provided with a crushing device as described above. According to an inventive feature, the grinding device can be provided with a number of rotatable cutting members and / or with one or more rotatable crop guiding members.

Bij een dergelijke combinatie van een maalinrichting met een kneusinrichting, in het bijzonder wanneer 15 de maalinrichting tevens voorzien is van roterende gewas-geleidingsorganen, is er kans dat in het gewas aanwezige vreemde voorwerpen, zoals takken en stenen, worden opgeworpen zodat zij ongewenste krachten uitoefenen op delen van de kneusinrichting. Met name de delen die zich nabij de ingang 20 van het kneuskanaal bevinden, kunnen door dergelijke vreemde voorwerpen worden getroffen.With such a combination of a grinding device with a crushing device, in particular when the grinding device is also provided with rotating crop guide members, there is a chance that foreign objects, such as branches and stones, present in the crop are thrown up so that they exert unwanted forces. on parts of the conditioner. Particularly the parts located near the entrance 20 of the conditioner channel can be hit by such foreign objects.

Voorts kan volgens de uitvinding de kneusinrichting nabij de maaiorganen zijn gelegen, zodat het gemaaide gewas en de eventueel daarin aanwezige vreemde voor-25 werpen naar de kneusinrichting worden geleid zonder eerst op de grond te vallen. Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan boven de maaiorganen een gesteldeel aanwezig zijn, aan welk gesteldeel de instelmiddelen zijn bevestigd. Voorts kan volgens de uitvinding dit gesteldeel dwars op de 30 voortbewegingsrichting over vrijwel de gehele breedte van de maalinrichting zijn aangebracht, welk gesteldeel nabij beide uiteinden ervan de rotor van de kneusinrichting draagt. Op deze wijze wordt een constructie verkregen waarbij de instelmiddelen enerzijds zijn bevestigd aan een gesteldeel 35 dat, ook onder extreme omstandigheden, een vaste plaats ten opzichte van de rotor inneemt.Furthermore, according to the invention, the crushing device can be located near the mowing members, so that the mown crop and any foreign objects present therein are guided to the crushing device without first falling to the ground. According to another feature of the invention, a frame part may be present above the mowing members, to which frame part the adjusting means are attached. Furthermore, according to the invention, this frame part can be arranged transversely of the direction of travel over almost the entire width of the grinding device, which frame part carries the rotor of the crushing device near both ends thereof. In this way a construction is obtained in which the adjusting means are on the one hand fixed to a frame part 35 which, also under extreme conditions, occupies a fixed position relative to the rotor.

Voorts kan volgens de uitvinding een tussen-gestel aanwezig zijn dat enerzijds kan worden aangekoppeld 8701155 5 aan de driepuntshefinrichting van een landbouwtrekker en dat anderzijds aan het gestel van de maalinrichting is bevestigd, waarbij het boven de maaiorganen gelegen gesteldeel enerzijds door het tussengestel wordt gedragen en anderzijds is verbon-5 den met het van het tussengestel afgekeerde uiteinde van een gesteldeel dat de maaiorganen draagt. Een dergelijke maalinrichting kan zich zijwaarts van de landbouwtrekker uitstrekken, doch het is ook mogelijk een dergelijke maalinrichting te bevestigen aan een vóör de landbouwtrekker 10 aangebrachte driepuntshefinrichting, waarbij de maalinrichting zich in hoofdzaak voor de trekker kan bevinden tijdens bedrijf.Furthermore, according to the invention, an intermediate frame can be present which can be coupled on the one hand to the three-point lifting device of an agricultural tractor and, on the other hand, is attached to the frame of the grinding device, the frame part located above the mowing members being supported on the one hand by the intermediate frame and on the other hand, it is connected to the end of a frame part bearing the mowing members remote from the intermediate frame. Such a grinding device can extend laterally of the agricultural tractor, but it is also possible to attach such a grinding device to a three-point lifting device arranged before the agricultural tractor 10, the grinding device being substantially in front of the tractor during operation.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan de maalinrichting voorzien zijn van wielen en door middel van 15 een arm aan een landbouwtrekker worden gekoppeld, zodat de maalinrichting schuin achter de landbouwtrekker kan worden voortgetrokken. Met name bij een dergelijke getrokken maaier kan de werkbreedte groot zijn, zodat de maalinrichting relatief breed moet zijn uitgevoerd. Daarbij zal ook de kneus-20 inrichting zich over een relatief groot gedeelte van de breedte uitstrekken, zodat het gevaar dat door vervorming delen van de inrichting zich binnen de baan van de bewer-kingsorganen komen te bevinden relatief groot is.According to another feature of the invention, the grinding device can be provided with wheels and coupled by means of an arm to an agricultural tractor, so that the grinding device can be pulled at an angle behind the agricultural tractor. In particular with such a trailed mower, the working width can be large, so that the grinding device must be relatively wide. The crushing device will also extend over a relatively large part of the width, so that the danger that parts of the device will become within the path of the processing members as a result of deformation.

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding is de 25 maalinrichting voorzien van ten minste zes roteerbare maaiorganen .According to a further feature of the invention, the grinder is provided with at least six rotatable cutting members.

Ook kan volgens de uitvinding de maalinrichting voorzien zijn van een dwars op de voortbewegingsrichting aangebrachte ondersteuningsbalk waarboven zich de maaiorganen 30 bevinden, binnen welke ondersteuningsbalk zich aandrijf-middelen voor de maaiorganen bevinden. Door de maaiorganen op deze wijze, van onderen, aan te drijven kan het gebied boven de maaiorganen worden vrijgehouden teneinde het gewas direct af te voeren naar de kneusinrichting. Door, volgens een 35 verder kenmerk van de uitvinding, de maaiorganen te laten roteren om een enigszins voorwaarts hellende as, kan het gewas, doch ook de daarin aanwezige vreemde voorwerpen, een enigszins opwaartse bewegingsrichting worden gegeven, ten- 8701155 -n 6 einde gemakkelijker door de kneusinrichting te kunnen worden aangegrepen.According to the invention, the grinding device can also be provided with a support beam arranged transversely of the direction of travel, above which the mowing members 30 are located, within which support beam are located driving means for the mowing members. By driving the mowing members in this way, from below, the area above the mowing members can be kept free in order to discharge the crop directly to the conditioner. By, according to a further feature of the invention, rotating the mowing members about a slightly inclined axis, the crop, but also the foreign objects present therein, can be given a slightly upward direction of movement, making it easier to end. be able to be engaged by the conditioner.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen^ onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoor-5 beelden van de inrichting worden beschreven.To illustrate the invention, some exemplary embodiments of the device will be described with reference to the drawing.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een uitvoerings voorbeeld volgens de uitvinding,Figure 1 shows a top view of an exemplary embodiment according to the invention,

Figuur 2 toont een zijaanzicht overeenkomstig pijl II in figuur 1, 10 Figuur 3 toont een detail volgens de pijlen III in figuur 1,Figure 2 shows a side view corresponding to arrow II in figure 1, 10 Figure 3 shows a detail according to arrows III in figure 1,

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.Figure 4 shows a second exemplary embodiment of the invention.

Figuur 5 toont een bovenaanzicht van een derde 15 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding,Figure 5 shows a top view of a third exemplary embodiment of the invention,

Figuur 6 is een doorsnede volgens de pijlen VI in figuur 5,Figure 6 is a section according to arrows VI in Figure 5,

Figuur 7 is een aanzicht volgens de pijl VII in figuur 6, 20 Figuur 8 en figuur 9 zijn met figuur 6 correspon derende weergaven van twee alternatieve uitvoeringsvormen.Figure 7 is a view according to the arrow VII in Figure 6, Figure 8 and Figure 9 are representations corresponding to Figure 6 of two alternative embodiments.

In de figuren, die de uitvoeringsvoorbeelden slechts schetsmatig weergeven, zijn overeenkomstige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.In the figures, which illustrate the exemplary embodiments only in sketches, corresponding parts are indicated with the same reference numerals.

25 Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een gecombineerde maaier-kneusinrichting, althans dat gedeelte van de inrichting dat de maaiorganen 1 en de rotor 2 van de kneuzer bevat. Een tussengestel 3, waarmee het weergegeven gedeelte van de inrichting verbonden is met een landbouw-30 trekker, is slechts gedeeltelijk weergegeven.Figure 1 schematically shows a top view of a combined mower-conditioner, at least that part of the device containing the mower members 1 and the rotor 2 of the conditioner. An intermediate frame 3, with which the shown part of the device is connected to an agricultural tractor, is only partly shown.

In figuur 1 zijn een aantal naast elkaar gelegen maaiorganen 1 weergegeven, elk voorzien van twee messen 4. De maaiorganen zijn schijfvormig en de twee buitenste maaiorganen zijn voorzien van een gewasgeleidingsorgaan 5, zoals 35 dat in zijaanzicht in figuur 2 is weergegeven. Zoals aangegeven met de pijlen 6, roteren twee naast elkaar gelegen maaiorganen 1 telkens in tegengestelde richting, waarbij de messen 4 een baan volgen die de baan van de ernaast gelegen 8701155 7 maaiorganen overlapt, zoals aangegeven met de in streep-stip-lijnen weergegeven cirkels 7.Figure 1 shows a number of adjacent mowing members 1, each provided with two knives 4. The mowing members are disc-shaped and the two outer mowing members are provided with a crop guide member 5, as shown in side view in figure 2. As indicated by the arrows 6, two adjacent mowing members 1 rotate in opposite directions, the blades 4 following a path overlapping the path of the adjacent 8701155 7 mowing members, as indicated by the circles in dash-dotted lines 7.

Zoals in het bijzonder uit figuur 2 blijkt, zijn de maaiorganen aangebracht boven een ondersteuningsbalk 8 die 5 zich nabij de grond en dwars ten opzichte van de voortbewe-gingsrichting, aangegeven met pijl 9, uitstrekt. Onder elk maaiorgaan 1 is de ondersteuningsbalk voorzien van een slof 10 die aan de voorzijde gedeeltelijk cirkelvormig gevormd is.As can be seen in particular from Figure 2, the mowing members are arranged above a support beam 8 which extends near the ground and transversely to the direction of travel, indicated by arrow 9. Under each mowing member 1, the support beam is provided with a slipper 10 which is partly circular in the front.

Binnen de ondersteuningsbalk 8 bevinden zich aan-10 drijfmiddelen voor het in rotatie brengen van de maaiorganen 1, welke aandrijfmiddelen bijvoorbeeld voorzien zijn van een aandrijfstang 11 die in figuur 2 met een streep-lijn is aangegeven, en die zich in lengterichting door de ondersteuningsbalk uitstrekt.Within the support beam 8 there are drive means for rotating the mowing members 1, which drive means are for instance provided with a drive rod 11 which is indicated by a dashed line in figure 2 and which extends longitudinally through the support beam .

15 In de gegeven uitvoeringsvoorbeelden wordt aan drijfstang 11 aan één uiteinde aangedreven, terwijl de aandrijfstang 11 voorzien is van een aantal niet nader weergegeven tandwielen die elk een maaischijf in rotatie brengen door aangrijping met een aan de maaischijf bevestigd 20 tandwiel. De ondersteuningsbalk 8 is zodanig geplaatst dat, zoals uit de figuur 2 blijkt, de rotatieas van de maaischijf enigszins voorover helt.In the given exemplary embodiments, driving rod 11 is driven at one end, while the driving rod 11 is provided with a number of gears (not shown in more detail), which each rotate a mower disc by engagement with a gear wheel attached to the mower disc. The support beam 8 is positioned such that, as can be seen from Figure 2, the axis of rotation of the mower disc is inclined slightly forward.

Boven de maaiorganen 1 strekt zich een gesteldeel 12 uit, welk gesteldeel in de beschreven uitvoeringsvoorbeel-25 den de vorm heeft van een profielbalk met een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede. Gesteldeel 12 strekt zich over de gehele breedte van de inrichting uit en is aan het uiteinde, dat in figuur 1 naar beneden is gericht, verbonden met de ondersteuningsbalk 8 door middel van een schuin opwaarts 30 gerichte steunbalk 13 en een daaraan bevestigde, nabij de grond gelegen steunbalk 14, die verbonden is met het uiteinde van de ondersteuningsbalk 8.A frame part 12 extends above the mowing members 1, which frame part in the described exemplary embodiments has the form of a profile beam with a substantially square cross-section. Frame part 12 extends over the entire width of the device and is connected at the end, which is directed downwards in figure 1, to the support beam 8 by means of an obliquely upwardly directed support beam 13 and a fastened near the ground located support beam 14, which is connected to the end of the support beam 8.

Zoals uit figuur 2 blijkt, wordt de steunbalk 14 met ondersteuningsbalk 8 verbonden door middel van een rela-35 tief grote moer 15, welke moer 15 op een trekstang 16 is geschroefd. Trekstang 16 strekt zich over de gehele lengte van de ondersteuningsbalk 8 uit en door het aandraaien van moer 15 wordt er een drukkracht uitgeoefend in axiale 8701155 8 richting, zodat de verschillende, aaneensluitende delen van de ondersteuningsbalk 8 tot één geheel worden samengeklemd.As can be seen from figure 2, the support beam 14 is connected to support beam 8 by means of a relatively large nut 15, which nut 15 is screwed onto a tie rod 16. Tie rod 16 extends the entire length of the support beam 8 and by tightening nut 15, a compressive force is applied in axial 8701155 8 direction so that the different contiguous parts of the support beam 8 are clamped together as one.

Gesteldeel 12 is aan zijn andere uiteinde verbon-den met het tussengestel 3, dat in figuur 1 slechts gedeelte-5 lijk is weergegeven. Tussengestel 3 is bovendien voorzien van de nodige aandrijfmiddelen voor zowel de maalinrichting als de kneusinrichting.Frame part 12 is connected at its other end to intermediate frame 3, which is only partially shown in Figure 1. Intermediate frame 3 is moreover provided with the necessary driving means for both the grinding device and the crushing device.

Aan gesteldeel 12 zijn twee achterwaarts reikende steunbalken 17 bevestigd, welke steunbalken 17 de kneus-10 inrichting dragen. In het zijaanzicht van figuur 2 is aangegeven hoe door middel van bouten 18 de steunbalk 17 aan het gesteldeel 12 kan zijn bevestigd.Two rearwardly extending support beams 17 are attached to frame part 12, which support beams 17 carry the crushing device. The side view of figure 2 shows how the support beam 17 can be fastened to the frame part 12 by means of bolts 18.

De rotor van de kneusinrichting bestaat uit een in figuur 1 door middel van streep-1ijnen weergegeven, 15 roteerbare kern 19 waaraan overigens niet weergegeven bewer-kingsorganen, die radiaal buitenwaarts steken, zijn bevestigd, waarbij de buiten uiteinden van deze bewerkings-organen een baan vormen die door middel van streep-stiplijnen 20 zowel in figuur 1 als in figuur 2 zijn weergegeven.The rotor of the crushing device consists of a rotatable core 19, shown in dashed lines in Figure 1, to which processing members (not shown) that radially project outwardly are fixed, the outer ends of which work in a path. shapes shown by dashed-dot lines 20 in both Figure 1 and Figure 2.

20 De steunbalken 17 zijn door middel van de nodige bevestigingsmiddelen verbonden met de lagering 21 van de kern 19 van rotor 2, zoals nader in figuur 2 in zijaanzicht is weergegeven. Ook is aan de steunbalken 17 een kap of wand 22 bevestigd, welke wand zich boven de rotor uitstrekt en te za-25 men met rotor 2 het kneuskanaal 23 vormt. Het door de maai-organen afgesneden gewas zal door de in figuur 2 linksom draaiende rotor worden aangegrepen en schuin bovenwaarts worden meegenomen naar het kneuskanaal 23. Aan de voorzijde van het kneuskanaal, stroomopwaarts ten opzichte van de 30 gewasstroom, bevindt zich een instelbaar element 24 dat kan zwenken om een in hoofdzaak horizontale draaiingsas 25. Het instelbare element 24, dat in zijaanzicht in figuur 2 met streep-lijnen is weergegeven, is in hoofdzaak plaatvormig en strekt zich over vrijwel de gehele breedte van de kneus-35 inrichting uit. De van de draaiingsas 25 af gelegen rand van het instelbare element 24 is voorzien van een verstevi-gingsstrip 26, die in dwarsrichting een gebogen vorm heeft. Verstevigingsstrip 26 kan zich over de gehele lengte van het 8701155 9 instelbare element 24 uitstrekken en eraan geschroefd of gelast zijn.The supporting beams 17 are connected by means of the necessary fastening means to the bearing 21 of the core 19 of rotor 2, as shown in more detail in side view in figure 2. Also attached to the support beams 17 is a hood or wall 22, which wall extends above the rotor and together with rotor 2 forms the conditioning channel 23. The crop cut off by the mowing members will be gripped by the counterclockwise rotating rotor in figure 2 and carried diagonally upwards to the conditioning channel 23. At the front of the conditioning channel, upstream of the crop flow, there is an adjustable element 24 it can pivot about a substantially horizontal axis of rotation 25. The adjustable element 24, shown in dashed lines in side view in Figure 2, is substantially plate-shaped and extends over almost the entire width of the crushing device. The edge of the adjustable element 24 remote from the axis of rotation 25 is provided with a reinforcing strip 26 which has a curved shape in the transverse direction. Reinforcement strip 26 can extend the entire length of the 8701155 9 adjustable element 24 and be screwed or welded to it.

Het instelbare element 24 is aan beide uiteinden voorzien van een hefboom 27, door welke hefboom 27 de stand 5 van instelbaar element 24 kan worden bepaald. Daartoe wordt een vergrendelelement 28, dat zich zowel door een gat in hefboom 27 als door een gat in steun 29 uitstrekt, verwijderd, waardoor hefboom 27 met element 24 kan worden gezwenkt om draaiingsas 25. Zoals uit figuur 2 blijkt, kan hefboom 27 10 op een aantal plaatsen aan steun 29 worden vergrendeld, en wel door de aanwezigheid van gaten 30 in de aan steunbalk 17 bevestigde steun 29. Op deze wijze kan het instelbare element 24 worden gezwenkt, waarmee de afstand tussen de naar beneden gerichte rand van element 24, welke rand is voorzien van 15 verstevigingsstrip 26, en de rotor 2 kan worden gevarieerd, en wel zodanig dat de afstand tussen genoemde rand en de baan van de uiteinden van de bewerkingsorganen betrekkelijk klein, respectievelijk betrekkelijk groot gemaakt kan worden.The adjustable element 24 is provided at both ends with a lever 27, through which lever 27 the position 5 of adjustable element 24 can be determined. For this purpose, a locking element 28, which extends through both a hole in lever 27 and through a hole in support 29, is removed, whereby lever 27 with element 24 can be pivoted about pivot axis 25. As can be seen from figure 2, lever 27 can a number of places are locked to support 29, namely by the presence of holes 30 in the support 29 fixed to support beam 17. In this way the adjustable element 24 can be pivoted, with which the distance between the downwardly directed edge of element 24, which edge is provided with reinforcement strip 26, and the rotor 2 can be varied, such that the distance between said edge and the path of the ends of the processing members can be made relatively small or relatively large.

Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze het 20 conditioneren (kneuzen) kan worden beïnvloed door instelling van de van buitenaf toegankelijke hefbomen 27, die zich aan beide zijden van de kneusinrichting nabij de uiteinden van de rotor bevinden. De stand van instelbaar element 24 is derhalve aan beide uiteinden gefixeerd door middel van ver-25 grendelelement 28.It will be clear that in this way the conditioning (crushing) can be influenced by adjustment of the externally accessible levers 27, which are located on both sides of the crushing device near the ends of the rotor. The position of adjustable element 24 is therefore fixed at both ends by means of locking element 28.

In het bijzonder wanneer de kneusinrichting een relatief grote breedte heeft, zal het instelbare element relatief lang zijn waardoor de kans vergroot wordt dat er een doorbuiging ontstaat door overbelasting of door aanraking met 30 vreemde voorwerpen die zich in het gewas bevinden. Deze doorbuiging kan ernstige problemen opleveren wanneer het instelbare element zich nabij de baan van de bewerkingsorganen bevindt, waarbij de bewerkingsorganen het instelbare element kunnen raken.Particularly when the conditioner has a relatively large width, the adjustable element will be relatively long, which increases the chance of a deflection due to overloading or contact with foreign objects contained in the crop. This deflection can cause serious problems when the adjustable element is located near the path of the working members, whereby the working members can touch the adjustable member.

35 Ter voorkoming van deze problemen zijn in het middengedeelte van het instelbare element instelmiddelen aangebracht die de beweging van het instelbare element in de richting van de rotor beperken. In deze uitvoeringsvorm 8701 155 10 bestaan deze instelmiddelen uit een aanslag.In order to prevent these problems, adjusting means are arranged in the central part of the adjustable element which limit the movement of the adjustable element in the direction of the rotor. In this embodiment 8701 155 10, these adjusting means consist of a stop.

In figuur 3 is een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een dergelijke aanslag weergegeven. Figuur 3 toont het randgedeelte van instelbaar element 24 in dwarsdoorsnede met 5 daaraan bevestigde verstevigingsstrip 26. Aan verstevi-gingsstrip 26 is scharnierbaar een langwerpig orgaan 31 bevestigd, in dit geval een bout die geschroefd is in een van schroefdraad voorzien beugeltje 32, welk beugeltje 32 scharnierbaar om draaiingsas 33 aan verstevigingsstrip 26 is 10 geschroefd door middel van een bout 34. Bout 31 is voorzien van moer 35, door het aandraaien waarvan bout 31 in een bepaalde axiale stand kan worden vastgezet op beugeltje 32. Anderzijds is gesteldeel 12 voorzien van een steunbeugel 36 die door middel van bout 37 is vastgeklemd op het gesteldeel 15 12. Steunbeugel 36 heeft een neerwaarts gericht gedeelte 38, waarin een uitsparing is aangebracht waardoorheen bout 31 vrij in axiale richting kan bewegen. In figuur 3 is de situatie weergegeven waarbij bout 31, en daarmee instelbaar element 24, in de meest naar links gerichte stand is geposi-20 tioneerd en waarbij de kop 39 van bout 31 tegen het neerwaarts gerichte gedeelte 38 van steunbeugel 36 rust. Bij het naar rechts bewegen van instelbaar element 24 zal bout 31 door de uitsparing in gedeelte 38 van steunbeugel 36 naar rechts bewegen, waarbij de kop 39 van bout 31 vrij komt van 25 gedeelte 38. Het zal duidelijk zijn dat kop 39 van bout 31 te zamen met gedeelte 38 van steunbeugel 36 een aanslag vormt voor het naar links bewegen van het instelbare element 24.Figure 3 shows a first exemplary embodiment of such a stop. Figure 3 shows the edge section of adjustable element 24 in cross-section with reinforcement strip 26 attached thereto. Reinforcement strip 26 is hingedly attached to an elongated member 31, in this case a bolt screwed into a threaded bracket 32, which bracket 32 pivotable about axis of rotation 33 on reinforcing strip 26 is screwed by means of a bolt 34. Bolt 31 is provided with nut 35, by tightening of which bolt 31 can be fixed in a certain axial position on bracket 32. On the other hand, frame part 12 is provided with a support bracket 36 which is clamped by means of bolt 37 on the frame part 12. Support bracket 36 has a downwardly directed part 38, in which a recess is provided through which bolt 31 can move freely in axial direction. Figure 3 shows the situation in which bolt 31, and thus adjustable element 24, is positioned in the most left-facing position and in which the head 39 of bolt 31 rests against the downwardly directed part 38 of support bracket 36. When moving adjustable element 24 to the right, bolt 31 will move through the recess in section 38 of support bracket 36 to the right, leaving the head 39 of bolt 31 free from section 38. It will be apparent that head 39 of bolt 31 together with portion 38 of support bracket 36 forms a stop for moving the adjustable element 24 to the left.

Figuur 4 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding. Hierbij is steunbeugel 36 eveneens 30 voorzien van een neerwaarts gebogen gedeelte 38, op welk gedeelte 38 een door middel van de moeren 40 en 41 in axiale richting verstelbare bout 42 is aangebracht, op welke bout een oog 43 is bevestigd. Anderzijds is aan verstevigingsstrip 26 een oog 44 bevestigd, bijvoorbeeld door lassen, terwijl er 35 tussen de twee ogen 43 en 44 een ketting 45 is aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat deze ketting de bewegingsvrijheid van het instelbare element 24 in de linker richting beperkt, en wel afhankelijk van de axiale positie van bout 42, die 8701165 11 door middel van de moeren 40 en 41 wordt afgesteld.Figure 4 shows another embodiment according to the invention. Support bracket 36 is herein also provided with a downwardly bent part 38, on which part 38 a bolt 42 which is axially adjustable by means of the nuts 40 and 41 is mounted, on which bolt an eye 43 is fixed. On the other hand, an eye 44 is attached to reinforcing strip 26, for example by welding, while a chain 45 is arranged between the two eyes 43 and 44. It will be clear that this chain limits the freedom of movement of the adjustable element 24 in the left direction, depending on the axial position of bolt 42, which is adjusted by means of nuts 40 and 41.

Uiteraard zijn de beide uitvoeringsvoorbeelden slechts als zodanig bedoeld. Zo kunnen er meerdere aanslagen in het middengebied van het instelbare element worden aange-5 bracht en kan de aanslag van een ander type zijn. Voorts kan de maaier/kneuzer van het type zijn dat voorzien is van wielen en voortgetrokken kan worden door een landbouwtrekker.Of course, the two embodiments are only intended as such. For example, multiple stops may be provided in the center region of the adjustable member and the stop may be of a different type. Furthermore, the mower / conditioner may be of the type provided with wheels and which can be pulled by an agricultural tractor.

Van een volgend uitvoeringsvoorbeeld is het bovenaanzicht weergegeven in figuur 5, welke figuur zal 10 worden besproken voor zover deze afwijkt van figuur 1.The top view of a further exemplary embodiment is shown in figure 5, which figure will be discussed insofar as it differs from figure 1.

Volgens figuur 5 bestaat het instelbare element uit drie gedeelten 50, 51 en 52 die elk voorzien zijn van een instelmiddel, respectievelijk 53, 54 en 55. Doordat de lengte van elk gedeelte 50, 51, 52 van het instelbare element 15 beperkt is, zal de kans op doorbuigen van het element eveneens beperkt zijn.According to figure 5, the adjustable element consists of three parts 50, 51 and 52, each of which is provided with an adjusting means, 53, 54 and 55, respectively. Since the length of each part 50, 51, 52 of the adjustable element 15 is limited, the chance of the element bending is also limited.

Een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een instelmiddel 53, 54, 55 is weergegeven in de figuren 6 en 7. Op het gesteldeel 12 is een plaat 56 gelast, waaraan een stang 57 is 20 bevestigd die als draaiingsas voor de gedeelten 50, 51, 52 van het instelbare element dient. In figuur 2 is deze draaiingsas met verwijzingscijfer 25 aangegeven. De drie in eikaars verlengde gelegen gedeelten 50, 51, 52 van het instelbare element zijn alle roteerbaar om stang 57 aange-25 bracht en zijn alle voorzien van hefboom 58, die door middel van vergrendelelement 59 in een aantal standen ten opzichte van plaat 56 kan worden gefixeerd. Daartoe zijn in plaat 56 een aantal gaten 60 aangebracht waardoorheen het vergrendelelement 59 kan reiken. Tegen de druk van een veer 61 in kan 30 vergrendelelement 59 axiaal uit het gat 60 worden getrokken, waarna het in een ander gat 60 opnieuw kan worden gefixeerd. Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze de hoekstand van de gedeelten 50, 51, 52 van het instelbare element kan worden afgesteld, waarmee de rand van elk gedeelte van het instel-35 bare element, dat gevormd wordt door verstevigingsstrip 26, dichter bij de uiteinden van de bewerkingsorganen van de rotor kan worden gebracht of verder er vanaf. De verschillende gedeelten 50, 51, 52 van het instelbare element kunnen 8701155 12 zodanig gevormd worden dat deze, althans voor zover het ver-stevigingsstrip 26 betreft, nauw op elkaar aansluiten, zodat een vrijwel doorlopende rand nabij de rotor wordt verkregen. Door het opsplitsen van het instelbare element in meerdere 5 gedeelten 50, 51, 52 vindt een ondersteuning van het instelbare element op meerdere plaatsen, met name nabij het middengedeelte, plaats, waardoor een betere fixatie van het instelbare element is verzekerd.A first exemplary embodiment of an adjusting means 53, 54, 55 is shown in Figures 6 and 7. A plate 56 is welded to the frame part 12, to which is attached a rod 57 which serves as a rotation axis for the parts 50, 51, 52 of the adjustable element. In figure 2 this axis of rotation is indicated with reference number 25. The three mutually extended portions 50, 51, 52 of the adjustable element are all rotatably mounted around rod 57 and all are provided with lever 58, which can be adjusted in a number of positions relative to plate 56 by means of locking element 59 be fixed. To this end, a number of holes 60 are provided in plate 56 through which the locking element 59 can extend. Against the pressure of a spring 61, locking element 59 can be pulled axially out of the hole 60, after which it can be re-fixed in another hole 60. It will be appreciated that in this way the angular position of the portions 50, 51, 52 of the adjustable member can be adjusted, bringing the edge of each portion of the adjustable member formed by reinforcing strip 26 closer to the ends of the machining members of the rotor can be advanced or further away. The different parts 50, 51, 52 of the adjustable element can be formed 8701155 12 such that, at least insofar as the reinforcing strip 26 is concerned, they fit closely together, so that an almost continuous edge is obtained near the rotor. By splitting the adjustable element into several parts 50, 51, 52, the adjustable element is supported in several places, in particular near the middle part, so that a better fixation of the adjustable element is ensured.

Figuur 8 en figuur 9 geven twee alternatieve con-10 structies overeenkomstig de uitvoeringsvorm die in figuur 6 is weergegeven. De beide uitvoeringsvormen volgens de figuren 8 en 9 zijn zodanig, dat het instelbare element, of gedeelte daarvan, 51 kan scharnieren om draaiingsas 65 wanneer het instelbare element door de een of andere oorzaak van de rotor 15 weg wordt gedrukt. Teneinde het instelbare element op de gewenste plaats te houden, zijn veermiddelen aanwezig. In figuur 8 is hiertoe een trekveer 66 aangebracht die de plaat 56, die scharnierbaar is om draaiingsas 65, in de weergegeven positie houdt doordat de trekveer 66 enerzijds aan een aan 20 het gesteldeel 12 gelaste beugel 67 is bevestigd en anderzijds aan de plaat 56. Door middel van vergrendelelement 59 20 kan op dezelfde wijze zoals beschreven bij het uit-voeringsvoorbeeld volgens figuur 6 het instelbare element 50 in verschillende hoekstanden worden gefixeerd.Figure 8 and Figure 9 show two alternative structures according to the embodiment shown in Figure 6. Both embodiments of Figures 8 and 9 are such that the adjustable element, or portion thereof, 51 can pivot about axis of rotation 65 when the adjustable element is pushed away from the rotor 15 for some reason. In order to keep the adjustable element in the desired place, spring means are provided. In Fig. 8, a tension spring 66 is provided for this purpose, which keeps the plate 56, which is pivotable about axis of rotation 65, in the shown position because the tension spring 66 is fastened on the one hand to a bracket 67 welded to the frame part 12 and on the other hand to the plate 56. The adjustable element 50 can be fixed in different angular positions in the same manner as described in the exemplary embodiment according to Figure 6 by means of locking element 59.

25 De veermiddelen in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 9 bestaan uit een drukveer 70, die door middel van vleugelmoer 71 kan worden gespannen. De drukveer 70 rust tegen een beugel 72, welke beugel door middel van het vergrendelelement 59 in verschillende hoekstanden ten opzichte 30 van plaat 56 en draaiend om draaiingsas 65 kan worden gefixeerd. Wanneer het instelbare element van de rotor wordt weggedrukt, kan het daarbij scharnieren om draaiingsas 57, waarbij drukveer 70 wordt aangespannen.The spring means in the exemplary embodiment according to Figure 9 consist of a compression spring 70, which can be tensioned by means of wing nut 71. The compression spring 70 rests against a bracket 72, which bracket can be fixed by means of the locking element 59 in different angular positions relative to plate 56 and rotatable about axis of rotation 65. When the adjustable element is pushed away from the rotor, it can thereby pivot about axis of rotation 57, whereby compression spring 70 is tightened.

Met nadruk wordt erop gewezen dat de uitvinding 35 niet beperkt is tot hetgeen met zovele woorden is gezegd, maar dat de uitvinding ook bestaat in hetgeen in de figuren en beschrijving is aangegeven en daar voorts uit kan worden afgeleid.It is emphasized that the invention is not limited to what has been said in so many words, but that the invention also consists of what is indicated in the figures and description and can be derived therefrom.

87011558701155

Claims (26)

1. Kneusinrichting voor het bewerken van gemaaid gewas, voorzien van althans één roteerbare rotor met in hoofdzaak radiaal buitenwaarts reikende bewerkingsorganen en voorzien van een instelbaar element dat zich in hoofdzaak 5 evenwijdig aan de rotor uitstrekt, welk instelbaar element kan bestaan uit één of meer afzonderlijke delen, en waarvan de afstand tot de rotor instelbaar is, zodat het element zich nabij de baan van de uiteinden van de bewerkingsorganen kan uitstrekken en waarbij het instelbare element op afstand van 10 de uiteinden van de rotor is voorzien van instelmiddelen voor het instellen van de afstand tussen het element en de rotor.Crusher for working mowed crop, provided with at least one rotatable rotor with working members extending radially outwardly and with an adjustable element which extends substantially parallel to the rotor, which adjustable element can consist of one or more separate parts, and the distance from which the rotor is adjustable, so that the element can extend near the path of the ends of the working members and wherein the adjustable element at a distance from the ends of the rotor is provided with adjusting means for adjusting the distance between the element and the rotor. 2. Kneusinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat instelmiddelen nabij het middengedeelte van het element of van elk deel ervan zijn aangebracht.Crushing device according to claim 1, characterized in that adjusting means are arranged near the central part of the element or of each part thereof. 3. Kneusinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het element of elk deel ervan scharnierbaar is om een as die in hoofdzaak evenwijdig aan de rotor is.Crushing device according to claim 1 or 2, characterized in that the element or each part thereof is pivotable about an axis which is substantially parallel to the rotor. 4. Kneusinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de instelmiddelen aanslagmiddelen 20 omvatten die de beweging van het element in de richting van de rotor beperken.Crushing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the adjusting means comprise stop means 20 which limit the movement of the element in the direction of the rotor. 5. Kneusinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het instelbare element plaatvormig is en een rand heeft die tot nabij de baan van de uiteinden 25 van de bewerkingsorganen kan worden verplaatst, waarbij de instelmiddelen de verplaatsing van de rand naar de rotor, althans ter plaatse van het middengedeelte van de rotor, beperken.Crushing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the adjustable element is plate-shaped and has an edge which can be moved close to the path of the ends of the working members, the adjusting means the displacement of the edge towards the rotor , at least at the mid-section of the rotor. 6. Kneusinrichting volgens een der voorgaande conclu-30 sies, met het kenmerk, dat op afstand van de baan van de uiteinden van de bewerkingsorganen een wand is gelegen, die de wand van een kneuskanaal vormt, door welk kneuskanaal het gewas wordt geleid, waarbij het instelbare element nabij het begin (stroomopwaarts) van het kneuskanaal is aangebracht.Crusher according to any one of the preceding claims, characterized in that a wall is formed at a distance from the path of the ends of the working members, which wall forms the wall of a crusher channel, through which crusher channel the crop is guided, wherein the adjustable element is located near the start (upstream) of the conditioner channel. 7. Kneusinrichting volgens conclusie 6, met het ken merk, dat het instelbare element een verstelbare doorlaat aan 8701155 < het begin van het kneuskanaal vormt.Crushing device according to claim 6, characterized in that the adjustable element forms an adjustable passage at 8701155 <the beginning of the crusher channel. 8. Kneusinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het instelbare element voorzien ig van een randgedeelte dat versterkt is door een erop aange- 5 brachte, over zijn lengte tot een hoekprofiel gebogen strip.8. Crushing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the adjustable element is provided with an edge section which is reinforced by a strip arranged thereon, bent over its length into an angle profile. 9. Kneusinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de instelmiddelen enerzijds aangrijpen aan de nabij de rotor gelegen rand van het instelbare element en anderzijds aan een verder van de rotor gelegen 10 deel van het gestel van de inrichting.9. Crushing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the adjusting means engage on the one hand on the edge of the adjustable element located near the rotor and on the other hand on a part of the frame of the device located further from the rotor. 10. Kneusinrichting volgens een der conclusies 4-9, met het kenmerk, dat de aanslagmiddelen bestaan uit een langwerpig orgaan dat nabij zijn ene uiteinde scharnierbaar is bevestigd aan het instelbare element en dat in lengte- 15 richting verschuifbaar door een met het gestel van de inrichting verbonden opening reikt, waarbij de verschuifbaarheid wordt beperkt door een nabij het andere uiteinde van het orgaan aangebrachte blokkering, bijvoorbeeld een erop geschroefde moer.10. Crushing device according to any one of claims 4-9, characterized in that the stop means consist of an elongated member which is hingedly attached to the adjustable element near its one end and which is slidable in the longitudinal direction by means with the frame of the device opens an opening opening, wherein the displaceability is limited by a blocking arranged near the other end of the member, for example a screwed nut. 11. Kneusinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de positie van de blokkering en/of van de opening verstelbaar is.Crushing device according to claim 10, characterized in that the position of the blocking and / or of the opening is adjustable. 12. Kneusinrichting volgens een der conclusies 4 - 11. met het kenmerk, dat de aanslagmiddelen bestaan uit een 25 flexibel trekorgaan, zoals een draad of een ketting, dat enerzijds aan het instelbare element is bevestigd en anderzijds aan het gestel van de inrichting.12. Crushing device according to any one of claims 4-11, characterized in that the stop means consist of a flexible pulling member, such as a wire or a chain, which is fastened on the one hand to the adjustable element and on the other hand to the frame of the device. 13. Kneusinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de lengte van het trekorgaan verstelbaar is.Crushing device according to claim 12, characterized in that the length of the pulling member is adjustable. 14. Kneusinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het trekorgaan aan het van het element afgekeerde uiteinde is verbonden met een bevestigingsorgaan, bijvoorbeeld een oog, welk bevestigingsorgaan verstelbaar aan het gestel is verbonden.Crushing device according to claim 13, characterized in that the pulling member is connected at the end remote from the element to a fastening member, for example an eye, which fastening member is adjustablely connected to the frame. 15. Maalinrichting, voorzien van een kneusinrichting volgens een der voorgaande conclusies.Grinding device, provided with a crushing device according to one of the preceding claims. 16. Maalinrichting volgens conclusie 15, met het ken merk, dat de maalinrichting is voorzien van een aantal 8701155 roteerbare maaiorganen.Grinding device according to claim 15, characterized in that the grinding device is provided with a number of 8701155 rotatable cutting members. 17. Maalinrichting volgens conclusie 16, gekenmerkt door één of meer roteerbare gewasgeleidingsorganen.Grinding device according to claim 16, characterized by one or more rotatable crop guide members. 18. Maalinrichting volgens een der conclusies 15 - 17, 5 met het kenmerk, dat de kneusinrichting nabij de maaiorganen is gelegen, zodat het gemaaide gewas naar de kneusinrichting wordt geleid zonder eerst op de grond te vallen.Grinding device according to any one of claims 15 - 17, 5, characterized in that the crushing device is located near the mowing members, so that the cut crop is guided to the crushing device without first falling to the ground. 19. Maalinrichting volgens een der conclusies 15 - 18, met het kenmerk, dat boven de maaiorganen een gesteldeel 10 aanwezig is, aan welk gesteldeel de instelmiddelen zijn bevestigd.Grinding device according to one of Claims 15 to 18, characterized in that a frame part 10 is provided above the mowing members, to which frame part the adjusting means are attached. 20. Maalinrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het gesteldeel zich dwars op de voortbewegings-richting over vrijwel de gehele breedte van de maalinrichting 15 uitstrekt, welk gesteldeel nabij beide uiteinden ervan de rotor van de kneusinrichting draagt.Grinding device according to claim 19, characterized in that the frame part extends transversely to the direction of travel over almost the entire width of the grinder 15, which frame part carries the rotor of the crushing device near both ends thereof. 21. Maalinrichting volgens conclusie 19 of 20, gekenmerkt door een tussengestel dat enerzijds kan worden aangekoppeld aan de driepuntshefinrichting van een landbouw- 20 trekker en dat anderzijds aan het gestel van de maalinrichting is bevestigd, waarbij het boven de maaiorganen gelegen gesteldeel enerzijds door het tussengestel wordt gedragen en anderzijds is verbonden met het van het tussengestel af gekeerde uiteinde van een gesteldeel dat de maai-25 organen draagt.Grinding device according to claim 19 or 20, characterized by an intermediate frame which, on the one hand, can be coupled to the three-point lifting device of an agricultural tractor and, on the other hand, is fixed to the frame of the grinding device, the frame part located above the mowing members on the one hand by the intermediate frame on the other hand is connected to the end of the frame portion facing away from the intermediate frame and which carries the cutting members. 22. Maalinrichting volgens een der conclusies 15 - 20, met het kenmerk, dat de maalinrichting is voorzien van wielen en door middel van een arm aan een landbouwtrekker kan worden gekoppeld, zodat de maalinrichting schuin achter de landbouw- 30 trekker kan worden voortgetrokken.Grinding device according to any one of claims 15 - 20, characterized in that the grinding device is provided with wheels and can be coupled to an agricultural tractor by means of an arm, so that the grinding device can be pulled at an angle behind the agricultural tractor. 23. Maalinrichting volgens een der conclusies 15 - 22, met het kenmerk, dat ten minste zes roteerbare maaiorganen aanwezig zijn.Grinding device according to any one of claims 15 - 22, characterized in that at least six rotatable cutting members are present. 24. Maalinrichting volgens een der conclusies 15 - 23, 35 met het kenmerk, dat de maaiorganen boven een dwars op de voortbewegingsrichting aangebrachte ondersteuningsbalk zijn aangebracht, binnen welke ondersteuningsbalk zich aandrijf-middelen voor de maaiorganen bevinden. 8701155Grinding device as claimed in any of the claims 15-23, 35, characterized in that the mowing members are arranged above a support beam arranged transversely of the direction of travel, within which support beam are driving means for the mowing members. 8701155 25. Maalinrichting volgens een der conclusies 15 - 24, met het kenmerk, dat de maaiorganen roteerbaar zijn om opwaartse, ten opzichte van de voortbewegingsrichting, enigszins voorover hellende assen.Grinding device according to one of Claims 15 to 24, characterized in that the mowing members are rotatable about upwardly inclined axes, slightly inclined towards the direction of forward movement. 26. Maalinrichting volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat veermiddelen aanwezig zijn, tegen de spanning waarvan in, het instelbare element, of de gedeelten ervan, kan uitwijken van de rotor af. 8701155Grinding device according to any one of the preceding claims, characterized in that spring means are present against which the adjustable element, or parts thereof, can deflect away from the rotor. 8701155
NL8701155A 1987-05-14 1987-05-14 Harvester mowing and squashing implement - has rotor and adjustable plate with moving heads mounted on support beam NL8701155A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701155A NL8701155A (en) 1987-05-14 1987-05-14 Harvester mowing and squashing implement - has rotor and adjustable plate with moving heads mounted on support beam

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701155A NL8701155A (en) 1987-05-14 1987-05-14 Harvester mowing and squashing implement - has rotor and adjustable plate with moving heads mounted on support beam
NL8701155 1987-05-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8701155A true NL8701155A (en) 1988-12-01

Family

ID=19850013

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8701155A NL8701155A (en) 1987-05-14 1987-05-14 Harvester mowing and squashing implement - has rotor and adjustable plate with moving heads mounted on support beam

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8701155A (en)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0383393A1 (en) * 1989-02-13 1990-08-22 C. van der Lely N.V. A mowing machine
EP0429383A1 (en) * 1989-11-24 1991-05-29 Kuhn S.A. A mower having a lightening mechanism
NL9400824A (en) * 1994-05-19 1996-01-02 Maasland Nv Mower.
NL1001586C2 (en) * 1995-11-07 1997-05-13 Maasland Nv Mower.
WO1998004112A2 (en) * 1996-07-29 1998-02-05 Maasland N.V. A mowing machine

Cited By (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0383393A1 (en) * 1989-02-13 1990-08-22 C. van der Lely N.V. A mowing machine
EP0429383A1 (en) * 1989-11-24 1991-05-29 Kuhn S.A. A mower having a lightening mechanism
FR2654897A1 (en) * 1989-11-24 1991-05-31 Kuhn Sa MOWER WITH IMPROVED ALLEGING DEVICE.
US5060462A (en) * 1989-11-24 1991-10-29 Kuhn S.A. Mower having a lightening mechanism
NL9400824A (en) * 1994-05-19 1996-01-02 Maasland Nv Mower.
EP0682859A3 (en) * 1994-05-19 1996-03-06 Maasland Nv A mowing machine.
EP1029437A1 (en) * 1994-05-19 2000-08-23 Maasland N.V. Mower conditioner
NL1001586C2 (en) * 1995-11-07 1997-05-13 Maasland Nv Mower.
EP0772967A1 (en) * 1995-11-07 1997-05-14 Maasland N.V. Mower-conditioner
US5845469A (en) * 1995-11-07 1998-12-08 Maasland, N.V. Mowing machine with automatic adjusting mechanism
WO1998004112A2 (en) * 1996-07-29 1998-02-05 Maasland N.V. A mowing machine
WO1998004112A3 (en) * 1996-07-29 1998-03-19 Maasland Nv A mowing machine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4991383A (en) Agricultural harvesting machine movable into two positions
US3977165A (en) Conditioning crops
US3092946A (en) Rotary cutter
US5852922A (en) Machine for cutting and chopping corn and similar stalk-like harvested crops independently of rows
US3673779A (en) Harvesting machine
DE102005025319B4 (en) Additional cutting device for use on a high-cut mode operated combine harvester
PL184286B1 (en) Machine for row-independent mowing and chopping up maize or similar cultivable plants
US4694640A (en) Mowing machine for cutting hay and cereal grass
WO2001003494A1 (en) Device for harvesting agricultural stalk crops
US6421994B1 (en) Mowing implement
US4304088A (en) Rotary mower with end-to-end connected blade-carrier supports
DE102016212621A1 (en) Harvest header with a mulching device
EP0882386B1 (en) A combination of mowers for grass crops
NL8701155A (en) Harvester mowing and squashing implement - has rotor and adjustable plate with moving heads mounted on support beam
US3383844A (en) Deflector structure
US5354003A (en) Trash plant stem shredding apparatus
US20070068130A1 (en) Device for processing fodder
AU620392B2 (en) A mowing machine
AU709053B2 (en) A mowing machine
CA2323978C (en) Vehicle
DE1295913B (en) Blower chopper
EP3811759A1 (en) Mulching device for processing plant stumps on a field with turning angle limitation
DE3011450A1 (en) DRIVABLE MOWING AND CONDITIONING MACHINE FOR THE EXTRACTION OF HARVEST CUT
US10448570B2 (en) System of laying swath of cut crop for improved dry down time and method thereof
US5287682A (en) Mower

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable