NL8700579A - Vloer voor een verblijfruimte aan boord van een schip. - Google Patents

Description

·, c -1- 26226/CV/tl

Korte Aanduiding: Vloer voor een verblijfruimte aan boord van een schip.

De uitvinding heeft betrekking op een vloer voor een verblijfruim-te aan boord van een schip,voorzien van een metalen vloerplaat.

5 Bij de bouw van moderne schepen,in het bijzonder sleepboten,bevoor radingsschep en en zeeschepen , bestemd voor gebruik zowel op zee als op de binnenwateren, wordt meer en meer gestreefd naar een compacte bouw van de verblijfsruimten voor de bemanning en de machinekamer om verhoudingsgewijs een zo groot mogelijke voor de beoogde bedrijfsuitoefening 10 nuttige ruimte aan boord te verkrijgen.

Daarbij worden tevens hoge eisen gesteld aan het comfort en de veiligheid,in het bijzonder de brandveiligheid in de verblijfruimten.

Om aan deze eisen te voldoen is in het bijzonder een goede vloerconstructie van groot belang.

15 Volgens de uitvinding zijn nu op de vloerplaat een tweetal lagen isolerend materiaal aangebracht,welke zijn afgedekt met een voor vocht ondoorlatende foelie,terwijl boven deze foelie althans een deklaag uit een met kunst hars gebonden poeder of korrelvormig ,uit gips of kalksteen bestaand materiaal is aangebracht.

20 Op deze wijze kan in het bijzonder een geluid en warmte op effec tieve wijze isolerende vloerconstructie worden verkregen.

Indien daarbij tevens hoge eisen moeten worden gesteld aan de brandveiligheid wordt tussen de deklaag en de foelie een laag aangebracht, gevormd met uit geexpandeerd en gebakken klei bestaande korrels.

25 Bij zeer hoge eisen aan de isolatiewaarde van de vloer kan men onder een foelie een drietal lagen isolerend materiaal aanbrengen.

Afhankelijk van de aan de vloer te stellen eisen,welke eisen in het algemeen weer zullen afhangen van de plaats in het schip,waar de vloer is aangebracht,kan men zo in hoofdzaak onder gebruikmaking van 30 overeenkomstige materialen ,op effectieve en doelmatige wijze de meest optimale vloerconstructie toepassen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.

35 Fig. 1- 3 tonen schematisch een drietal verschillende scheepstypes, waarbij de vloerconstructie volgens de uitvinding met succes kan worden 870057« ί -2- 26226/CV/tl toegepast.

Fig. 4 toont schematisch een doorsnede over een vloerconstructie, waaraan zowel hoge eisen met betrekking tot isolering van geluid en warmte als met betrekking tot brandveiligheid wordt gesteld.

5 Fig. 5 toont schematischeen doorsnede over een uitvoeringsvoor- beeld van een vloerconstructie,waaraan de eisen met betrekking tot isolerende eigenschappen en brandveiligheid een weinig minder hoog zijn dan bij het in fig.4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 6 toont schematisch een doorsnede over een vloerconstructie 10 evenals de constructie van zijwanden en dek,waar de eisen met betrekking tot isolatie overwegend zijn.

Fig. 7 toont een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een vloerconstructie ,op een aluminium dek, welke voldoet aan hoge eisen met betrekking tot isolatie en brandveiligheid.

15 Fig. 8 toont op grotere schaal het in fig.7 omcirkelde detail VIII.

Fig, 9 toont schematisch een doorsnede over een vloerconstructie op aluminium dek waarbij de e.isen met betrekking tot brandveiligheid een weinig lager z.ijn dan die bii het in fiq. 7 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Fig.10 toont op. grotere schaal.bet in fig.9 omcirkelde detail X.

20 Fig. 11 toont een verdere uitvoeringsvorm van een dekconstructie.

De in de fig.1 en 2 weergegeven schepen 1 resp.2 zijn in hun algemeenheid van een type ,zoals dat veelvuldig gebruikt wordt voor sleepboten en bevoorradingsschepen. De schepen zijn voorzien van een motor-kamer 3 alsmede een ruim 4. Verder zijn de schepen voorzien van meerdere 25 verblijf ruimten 5, zoals logiesruimtes, ontspanningsruimtes, werkruimtes en dergelijke.

In fig.3 is schematisch een schip 6 weergegeven zoals voor de vrachtvaart wordt gebruikt en welke eveneens is voorzien van een motorkamer 3,verblijfruimtes 5 en een ruim 4.

30 De verschillende boven elkaar gelegen compartimenten in een schip zijn van elkaar gescheiden door vloeren. Afhankelijk van de plaats van een vloer in het schip zullen hieraan verschillende eisen worden gesteld met betrekking tot warmte- en / of geluidsisolering en brandveiligheid. Zo zal bijvoorbeeld aan een vloer 7, gelegen tussen een motor-35 kamer 3 en een daarboven gelegen verblijfsruimte 5,zoals weergegeven in fig.3, bijzonder hoge eisen worden gesteld aan zowel geluid-en warmte- jfts Λ *. *-Τ Λ 8 ƒ i' i; : .

-3- 26226/CV/rl £ isolering en brandveiligheid. Een dergelijke vloer zal hieronder nader worden aangeduid als type I.

Aan de daarboven gelegen vloer 8 (fig.3) kunnen reeds lagere eisen worden gesteld en een dergelijke type vloer zal hieronder nader worden 5 aangeduid als type II.

Aan de verder van de raotorkamer gelegen vloeren,zoals bijvoorbeeld de vloer 9 in fig. 3 en de diverse schematisch in de fig.1 en 2 aangeduide vloeren 10 mogen aan nog lagere eisen voldoen en een dergelijk type vloer zal hieronder nader worden aangeduid als type III.

10 Fig. A toont schematisch een doorsnede over een uitvoeringsvorm van een vloer van het type I. Deze vloer is voorzien van een stalen vloerplaat of dek 11,welke eventueel op de scheepshuid 12 kan aansluiten.Op deze vloerplaat of dek 11 rust een - 50 mm dikke laag 13 uit steenwol met een soorte- 3 lijk gewicht van 110 kg/m . (bijvoorbeeld Rockwool 750, in de handel 15 gebracht door .Bockwool Lapinus B.V. te Roermond,' Nederland ).

Op de laag 13 rust een laag 1A eveneens bestaande uit bovengenoemde 3 steenwol met een soortelijk gewicht van 110 kg/m , maar met een dikte van 25 mm. Indien deze lagen steenwol ieder bestaan uit meerdere naast elkaar gelegen platen worden de platen in de verschillende lagen bij 20 voorkeur kruislings op elkaar gelegd.

Op de laag 1A rust een verdere laag 15 vervaardigd uit glaswol met 3 een soortelijk gewicht van 22kg/m , zoals bijvoorbeeld Isover PSI 250, in de handel gebracht door Isover Glaceries de Saint-Roch, te Brussel-België. Deze laag 15 heeft een dikte van 25 ran.

25 Deze geluid en warmte, isolerende lagen 13- 15 zijn af gedekt door een voor damp ondoorlaatbare foelie 16,bij voorkeur een alumium foelie met een dikte van 0,1 mm. Op deze foelie 16 is een brandwerende laag 17 gestort samengesteld uit gebrande korrels uit geexpandeerde klei gemengd net cementmelk. Een dergelijke vloer kan in het werk worden gestort om 3G daarna te verharden. Een dergelijke brandwerende laag 17 heeft bij voorkeur een dikte van * A0 ran.

Op de brandwerende laag 17 is een deklaag 18 aangebracht bestaande uit split van kalksteen of gips gemengd in een verhouding van 1:1 (Gew.%) met een bindmiddel ( anhydriet volgens Din A208). Een dergelijk 35 mengsel van bindmiddel en split,waaraan eventueel nog een plastificeer-middel is toegevoerd,wordt bijvoorbeeld in de handel gebracht onder de 871)9 7 -4- 26226/CV/tl naar Vloermix. De deklaag 18 heeft een dikte van 35 mm.

Dit mengsel kan gemengd met water dun vloeibaar worden verwerkt voor het storten van de dekvloer,welke na het storten binnen korte tijd verhard. Op deze wijze wordt een goede afdekvloer verkregen,die 5 tevens in zekere mate brandbestendig is.

Een op de boven beschreven wijze uitgevoerde vloer heeft zowel goede warmte en geluidisolerende eigenschappen, alsmede een grote brandbestendigheid.

Zoals verder nog in fig.4 is aangeduid kunnen op een dergelijke 10 vloer de verblijfruimten begrenzende wanden 19 worden opgesteld.

Gunstig is het nog om tussen de uiteinden van de vloerlagen 17 en 18 en omhoog lopende stalen scheepswanden rubber strippen 20 aan te brengen.

In fig.5 is een vloer van het bovengenoemde type II weergegeven.

15 Die onderdelen van deze vloer,die overeenkomen met de hierboven aan de hand van fig.4 beschreven vloer van het type I zijn in fig.5 met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid als in fig.4.

Zoals uit fig.5 duidelijk zal zijn is hier de 50 mm dikke laag 13 toegepast bij de in fig.4 weergegeven constructie weggelaten,terwijl 20 de bij de in de constructie volgens fig.4 toegepaste laag glaswol 15 is vervangen door een tweede laag 14 opgebouwd uit steenwol met een laag 3 dikte van 25 mm en een soortelijk gewicht van 110 kg/m .

Indien een dergelijke vloer tevens plafond vormt van een daaronder gelegen verblijfruimte is de stalen plaat 11 aan de onderzijde bij 25 voorkeur nog bekleed met een laag 21 vervaardigd uit steenwol met een 3 dikte van 50 mm en een soortelijk gewicht van 100 kg/m (Rockwool 223) voor een goede geluidsdemping.

Fig, 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een vloer van het bovengenoemde type III *0ok hier zijn voor die onderdelen,die overeenkomen met 30 de aan de hand van de voorgaande figuren beschreven onderdelen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in de voorgaande figuren. In vergelijking met de vloerconstructie weergegeven in fig.5 is hier nog de vloerlaag 17 samengesteld uit de geexpandeerde gebrande kleikorrels vermengd met cementmelk weggelaten. In deze figuur is schematisch de 35 opbouw weergegeven van een bovenste dekhuis,waarbij de verblijfruimte 5 is begrensd door opstaande wanden 19 en een plafond 22,die op enige af- 6700579 s -5- 26226/CV/tl stand van de zijwanden 23 resp. het dek 24 van het dekhuis zijn opgesteld.

Daarbij zijn deze zijwanden 23 en het dek 24 van het dekhuis weer bekléed met lagen steenwol 24,25 en 26 met een dikte van 50 mm en een soortelijk gewicht van 100 kg/ra . (Rockwool 223).

5 Fig. 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een vloer van het type I, waar bij de vloerplaat of dekplaat 27 uit aluminium is vervaardigd in plaats vanuit staal,gebruikt voor het vervaardigen van de dekplaat 11 in de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden.

Die onderdelen,die overeenkomen met de aan de hand van de voorgaande 10 figuren beschreven constructies zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als gebruikt in de voorgaande figuren.

De uit aluminium bestaande vloerplaat is versterkt met behulp van hoekijzers 28,die tegen de onderzijde van de vloerplaat zijn bevestigd.

15 De opbouw van de verschillende materiaallagen boven de vloerplaat 27 in de uitvoering volgens fig.7 komt overeen met de uitvoeringsvorm van de vloerconstructie weergegeven in fig.5.

Onder de uit aluminium bestaande dekplaat 27 zijn verder een tweetal 25 mm dikke lagen 29 en 30 uit steenwol met een soortelijk 3 20 gewicht van 110 kg/m (Rockwool 750) aangebracht. Aan de onderzijde van de vloerconstructie zijn deze lagen 29 en 30 afgedekt door een 2 mm dikke geperforeerde stalen plaat 31. Zoals uit fig.7 en 8 duidelijk zal zijn omgeven de isolerende lagen 29 en 30 en de stalen plaat 31 ook de aan de dekplaat bevestigde profielen 28.

25 Fig. 9 toont eveneens een uitvoeringsvoorbeeld van een vloer constructie met een aluminium dek 27,waarbij deze vloerconstructie echter van het type III is.Zoals uit een vergelijking van fig.9 met fig.7 duidelijk zal zijn is het enige verschil tussen deze beide constructies, dat bij de uitvoeringsvorm volgens fig.9 de laag 17,welke de «eexpan-30 deerde en gebrande kleikorrels omvat,is weggelaten.

Fig. 11 toont nog een uitvoeringsvorm,waarbij het bovendek van een dekhuis wordt gevormd door een aluminium bovenplaat 32,welke weer door aan de onderzijde van de bovenplaat 32 bevestigde hoekprofielen 33 is versterkt. Aan de onderzijde zijn tegen de aluminium bovenplaat 32 een 35 tweetal op elkaar liggende 25 mm dikke lager 34 en 35 uit steenwol met 3 een soortelijk gewicht van 11Ό kg/m (Rockwool 750) aangebracht.

Cl Λ ^ .· *· > ’ ’ v .·' * ί -6- 26226/CV/tl

Aan hun onderzijde zijn deze lagen 34 en 35 weer afgeschermd door een 2 mm dikke geperforeerde stalén plaat 36. Ook hier strekken de steen-wollagen 34 en 35 en de stalen plaat 36 zich om de versterkingsbalken 33 uit.

5 Uit bovenstaande zal het duidelijk zijn,dat men onder toepassing van dezelfde materialen op de diverse plaatsen in een schip steeds een optimale vloerconstructie met betrekking tot isoleren van geluid en/of warmte en met betrekking tot brandveiligheid kan creeëren.

S 7 0 r; v 0

Claims (11)

1. Vloer voor een verblijfsruimte aan boord van een schip voorzien van een metalen vloerplaat,met het kenmerk,dat op de vloerplaat een tweetal lagen isolerend materiaal zijn aangebracht,welke zijn afgedekt met een voor vocht ondoorlatende foelie,terwijl boven deze folie 5 althans een deklaag uit een met kunststof gebonden poeder of korrelvormig,uit gips of kalksteen bestaand materiaal is aangebracht.

2. Vloer volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat tussen de deklaag en de foelie een laag is aangebracht gevormd uit uit geexpandeerd en gebakken klei bestaande korrels.

3. Vloer volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat de korrels gemengd met cement in het werk worden gestort,waarna men het geheel laat verharden.

4. Vloer volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat onder de foelie een drietal lagen isolerend materaal zijn aangebracht.

5. Vloer volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de deklaag een dikte - 35 mm heeft.

6. Vloer volgens een der voorgaande conclusies 2-5 ,met het kenmerk, dat de uit geexpandeerde en gebakken klei bestaande korrels omvattende laag een dikte van - 40 mm heeft.

7. Vloerplaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de vloerplaat en de foelie een - 50 mm dikke laag steenwol “f* 3 met een soortelijk gewicht van - 110 kg/m , een daarboven liggende - 25 mm dikke laag uit steenwol met een soortelijk gewicht van - 110 3 ψ kg/πι en daarboven een - 25 mm dikke laag glaswol met een soortelijk ^ 3 25 gewicht van - 22 kg/m' is aangebracht.

8. Vloer volgens een der conclusies 1 - 6,met het kenmerk,dat tussen de vloerplaat en de foelie een tweetal - 25 mm dikke lagen steenwol met een soortelijk gewicht van - 110 kg/m^ zijn aangebracht.

9. Vloer volgens een der voorgaande conclusies ,met het kenmerk,dat 30 onder de vloerplaat een - 50 mm dikke laag steenwol met een soortelijk gewicht van -100 kg/m^ is aangebracht.

10. Vloer volgens een der voorgaande conclusies waarbij de vloerplaat uit aluminium is vervaardigd ,met het kenmerk,dat onder de vloerplaat een tweetal - 25 mm dikkelagen steenwol met een soortelijk gewicht van 35 - 110 kg/m^ zijn aangebracht. ft 7 r- 7 o * X' -8- 26226/CV/tl 'ï

11. Vloer volgens conclusie 10,met het kenmerk,dat de onder de vloerplaat aangebrachte lagen steenwol zijn opgesloten tussen de vloerplaat en een onder de lagen steenwol aangebracht geperforeerde stalen plaat. 5 β«· * ,- r-. * . y · / ü