NL8700020A - Organische mest, werkwijze ter bereiding daarvan, alsmede werkwijze voor het verbeteren van de bodem. - Google Patents

Description

r S 6514-1 Ned.

P & C

%

Korte aanduiding: Organische mest, werkwijze ter bereiding daarvan, alsmede werkwijze voor het verbeteren van de bodem.

De uitvinding heeft betrekking op een nieuwe organische mest, benevens op een werkwijze ter bereiding daarvan en op een werkwijze voor het toepassen daarvan alsmede voor het verbeteren van de bodem ten behoeve van de plantengroei.

5 In landen met intensieve veeteelt, zoals Nederland, is in de laatste tijd een probleem ontstaan door mestoverschotten. Overbemesting van de bodem dient vermeden te worden, aangezien deze schadelijk is en een doelmatige oplossing voor het opruimen van het mestoverschot is nog niet gevonden. Anderzijds is het algemeen bekend, dat in vele andere landen 10 juist behoefte bestaat aan meer dierlijke mest, maar verwerking van de mest met zijn hoge vochtgehalte en transport daarvan zijn problemen, die tot dusver niet bevredigend zijn opgelost.

Anderzijds bestaat er in sommige tropische gebieden, in het bijzonder in India en Srilanka, een afvalprodukt, dat hieronder ook wordt aan-15 geduid met de naam "coir". Dit is het poedervormige produkt, dat achterblijft, wanneer men de waardevolle vezels uit de kokosbast trekt. Deze vezels vormen op zichzelf een vrij waardevol produkt en na verwijdering daarvan blijft een soort stofachtige rest van de bast achter, die een afvalprodukt vormt. Dit afvalprodukt heeft echter enkele nuttige eigen-20 schappen, zoals een groot opnamevermogen voor water, dat weer langzaam wordt afgegeven, terwijl de pH van het materiaal ca. 6,5 bedraagt en het materiaal ook een goed katLcrenultwisselingsvermogen bezit.

Blijtens GB-A-1.003.098 heeft men in het verleden weleens pogingen gedaan om dit afvalprodukt van de kokosnoot voor het verbeteren van de 25 bodem toe te passen. Als stand der techniek wordt in die publikatie vermeld, dat men dit afvalmateriaal al eens gebruikt heeft als conditioneer-middel in compost, die op zijn beurt bestemd was om cacaozaailingen wortel te laten schieten alvorens ze in het veld over te planten, De uitvinding van GB-A-1.003.098 is nu, dat men een medium voor plantengroei be-30 reidt uit een overwegende hoeveelheid van het genoemde afvalprodukt en voedingsmateriaal voor planten, in de eerste plaats kunstmest. In beide gevallen wordt derhalve het afvalmateriaal van de kokosbast niet aan de bodem toegevoegd, maar voor een kunstmatig groeimedium gebruikt. Verder valt aan te nemen, dat ook voor het in die publikatie bekend gestelde 35 gegolden zal hebben, dat het afvalprodukt het overwegende bestanddeel was in het voor het wortelschieten van cacaozaailingen gebruikte medium.

8 7 0 0-0 ‘t - 2 -

Er werd nu gevonden, dat dit zelfde afvalprodukt kan dienen om een belangrijk grotere hoeveelheid mest op te nemen dan zijn eigen gewicht en dat het zo verkregen produkt op zijn beurt weer als organische mest 5 kan dienen voor bodem met tekort aan meststoffen, waarbij bovendien ook een langzame waterafgifte plaatsvindt.

De uitvinding verschaft derhalve een organische mest, bevattende natuurlijke mest, desgewenst in combinatie met kunstmest, en het uit kokosbast na verwijdering van de vezel achterblijvende afval in een verhouding tussen de droge stof in de mest en die in het kokos-bastafval van 2:1 tot 10:1 en met een watergehalte van ten hoogste 15%.

Volgens de uitvinding gebruikt men in de eerste plaats natuurlijke mest, hoewel de toepassing van kunstmest niet is uitgesloten. Zo is het bijv. desgewenst mogelijk de natuurlijke mest aan te vullen met kunstig mest en technisch is het ongetwijfeld ook mogelijk om uitsluitend kunstmest in het afvalprodukt op te nemen, maar dan wordt natuurlijk een van de primaire doeleinden van de uitvinding, een bijdrage te leveren aan de opruiming van het mestoverschot, niet bereikt en ook economisch lijkt dit minder aantrekkelijk.

20 Verder is het ook mogelijk een uitsluitend met natuurlijke mest bereid produkt van de uitvinding in plaats van als meststof voor planten als veevoeder toe te passen. In dat geval moet het echter worden toegepast op een andere diersoort dan waarvan de natuurlijke mest afkomstig is.

25 De bereiding van het produkt van de uitvinding verloopt met behulp van op zichzelf in de techniek gebruikelijke droog- en mengbehandelingen. Enerzijds heeft men de natuurlijke mest, die in zijn oorspronkelijke vorm een watergehalte van meer dan 90% bezit. Deze mest kan zonodig gezeefd worden. Verder kan volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding 30 desgewenst een vergisting worden toegepast alvorens het procédé te vervolgen .

De eventueel vergiste mest wordt nu gecentrifugeerd en de centrifu-gekoek bevat nog ca. 60% water. In de waterfase van de centrifuge bevindt zich gewoonlijk nog ca. 25% van de droge stof uit de oorspronkelijke 35 mest. Deze waterfase kan desgewenst verder behandeld worden, zoals hieronder nog wordt beschreven.

Het gecentrifugeerde mestprodukt wordt nu gemengd met de zogenaamde coir dust, waarbij de verhouding van de droge stof tussen mest en coir dust 2:1 tot 10:1 bedraagt. Dit mengsel wordt nu verder gedroogd door 4° verhitting. Bij voorkeur geschiedt dit ten slotte bij temperaturen boven 87 0-.--.0 i * * - 3 - 100°C, zodat te gelijkertijd een sterilisatie optreedt. Het eindprodukt mag niet meer dan 15% water bevatten, omdat daarboven te gemakkelijk schimmelvorming optreedt. Bij voorkeur ligt het watergehalte bij om-5 streeks 12%. De verkregen gedroogde koek wordt vervolgens tot gebruikelijke korrels verwerkt en afgekoeld.

In de waterfase van de centrifugeerbewerking bevindt zich nog ca.

25% van de droge stof uit de mest. Dit mesthoudende water moet natuurlijk gezuiverd worden, zodat deze zuiveringsbewerking tevens benut wordt 10 om deze droge stof nog zo veel mogelijk te winnen. Hiertoe wordt deze waterfase, eventueel stapsgewijs ingedampt en zo wordt een concentraat verkregen, dat bijv. 10-50% droge stof kan bevatten en desgewenst naar een van de stadia van het proces teruggevoerd kan worden. De rest van het water kan bijv. door strippen van ammoniak bevrijd worden en ten 15 slotte verder gezuiverd worden, bijv. door een aerobe zuiveringsmethode.

De verkregen organische mest kan op geschikte wijze voor transport i verpakt worden. Toepassing van deze mest vindt vooral plaats in droge streken met onderbemesting. Op deze wijze wordt een oplossing voor twee problemen verschaft, het mestoverschot in de gebieden met intensieve 20 landbouw en veeteelt en het tekort aan meststoffen in andere delen van de wereld.

8 7 C ' ' ' :

Claims (5)

1. Organische mest, bevattende natuurlijke mest, desgewenst in combinatie met kunstmest en het uit kokosbast na verwijdering van de vezel 5 achterblijvende afval in een verhouding tussen de droge stof in de mest en die in het kokosbastafval van 2:1 tot 10:1 en met een watergehalte van ten hoogste 15%.

2. Organische mest volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het watergehalte omstreeks 12% bedraagt.

3. Werkwijze ter bereiding van een orgnaische mest volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men natuurlijke mest van water bevrijdt tot een vaste stofgehalte van 10-50%, deze mest vervolgens mengt met het na verwijdering van de vezel achterblijvende afval van de kokosbast in een verhouding tussen de droge stof in de mest en die in het kokos- 15 afval van 2:1 tot 10:1 en het geheel vervolgens droogt tot een watergehalte van ten hoogste 15% en desgewenst in korrelvorm omzet.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat men een ver-gistingsstap uitvoert vóór de verwijdering van water uit de natuurlijke mest.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat men bij de verwijderin van water uit de natuurlijke mest een centrifuge toepast en uit de waterfase van de centrifuge door indampen nog een verdere hoeveelheid van de mengcomponent met een vaste stofgehalte van 10-50% wint. 87 0 0: .? 0