NL8700007A - Tank en tankschip. - Google Patents

Description

£*_' " > VO 9001 "Tank en tankschip".

De uitvinding betreft een tank bestaande in een zich in hoofdzaak in een langsrichting uitstrekkend reservoir.

Tanks van deze soort worden onder meer ingebouwd in schepen voor het vervoer van vloeistoffen met hoog 5 soortelijk gewicht, bij voorbeeld geconcentreerd salpeterzuur en geconcentreerd zwavelzuur.

Om het reservoir te ledigen, kan men het luchtdicht afsluiten,het door perslucht onder druk brengen en via een leiding de vloeistof uit het reservoir verwijderen.

In de leiding is,buiten het reservoir, al of niet een pomp ingebracht. Indien geen pomp in de leiding aanwezig is, wordt de vloeistof door de leiding gestuwd uitsluitend onder invloed van de overdruk in het reservoir. Is er wel een pomp ingewerkt dan helpt de overdruk in het 15 reservoir de pompwerking. De overdruk is vooral noodzakelijk als het reservoir bijna leeg is en er dus door de in het reservoir overblijvende vloeistof nog slechts een beperkte, tot nagenoeg geen, hydraulische druk meer uitgeoefend wordt.

Bekende tanks van de genoemde soort bestaan in 20 reservoirs met een rechthoekige doorsnede.

Zulke bekende tanks zijn niet bestand tegen de inwendige druk die door perslucht in het reservoir kan opgebouwd worden om het reservoir te ledigen.

Ter hoogte van de ribben van het reservoir 25 ontstaan grote spanningen die enkel kunnen opgevangen worden door zware versterkingen die ongewenst zijn, omdat ze het geheel te zwaar maken.

Andere bekende tanks van de hoger genoemde soort bestaan in reservoirs met een ronde doorsnede. Zulke bekende 5° tanks zijn wel bestand tegen hogere drukken maar zij vergen voor een zelfde inhoud een groter schip.

Om veiligheidsredenen mag de afsand tussen het reservoir en de scheepswand niet beneden een bepaalde waarde 8700507 Λ *% - 2 - liggen. Daarenboven moet de ruimte onder de tank boven de bodem van het schip toegankelijk blijven.

Deze voorwaarden kunnen voor een bepaalde inhoud en een bepaald scheepsprofiel gemakkelijker vervuld worden 5 voor een reservoir met een rechthoekige doorsnede en onder dezelfde voorwaarden ligt het zwaartepunt van het gevulde reservoir ook lager bij een rechthoekige doorsnede dan bij een ronde doorsnede, wat nautisch gunstiger is.

Anderzijds is het vrije oppervlak van de vloeistof 10 bij een normaal gevulde tank kleiner bij een cilindrische tank dan bij een rechthoekige tank, wat belangrijk is voor de stabiliteit van het schip.

De uitvinding heeft tot doel een tank van de genoemde soort te verschaffen die de voordelen van deze 15 met rechthoekige doorsnede en van deze met ronde doorsnede combineert.

Tot dit doel wordt de doorsnede van het reservoir loodrecht op de langsrichting bepaald door een bodemlijn en een daarbij aansluitende over minstens 180° lopende 20 boog.

Bij voorkeur loopt de boog over nagenoeg 230°.

Doelmatig is de bodemlijn eveneens boogvormig en vormt ze met eerstgenoemde boog een biconvexe lijn.

In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uit-25 vinding hebben de boog en de boogvormige bodemlijn hun middelpunten op eenzelfde symmetrielijn en is de verhouding tussen de straal van de boog en de straal van de boogvormige bodemlijn in de orde van 1/2 .

Doelmatig heeft het reservoir versterkingen 30 nagenoeg volgens de buitenbissectrices van de hoeken gevormd door de raaklijnen aan de boog en aan de boogvormige bodemlijn ter hoogte van hun snijpunten.

De uitvinding betreft niet alleen de hiervoor bepaalde tank maar eveneens een van zulke tank voorzien 35 tankschip.

870 0 00 7 - 3 -

In het bijzonder betreft de uitvinding een schip met nagenoeg rechthoekige doorsnede waarin een tank zoals hiervoor bepaald ingebouwd is.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uit-5 vinding zullen blijken uit de hier volgende beschrL jving van een tank en een tankschip volgens de uitvinding; deze beschrijving is enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijz ingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.

10 Figuur 1 is een schematische dwarsdoorsnede van een tank volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een schematische dwarsdoorsnede van een tankschip volgens de uitvinding.

In de twee figuren hebben dezelfde verwijzings-15 cijfers betrekking op dezelfde elementen.

De tank bestaat in een zich in hoofdzaak in een langsrichting uitstrekkend reservoir. Deze langsrichting is de richting loodrecht op het blad van tekening van de figuren. De doorsnede van figuur 1 staat dus loodrecht op 20 deze richting. Deze doorsnede wordt bepaald door de bodem-lijn 1 en een daarbij aansluitende over nagenoeg 230° lopende boog. Ook de bodemlijn 1 is boogvormig. Ze vormt met de boog 2 een biconvexe lijn,

De bodemlijn 1 en de boog 2 zijn symmetrisch ten 25 opzichte van de met 3 aangeduide puntstreeplijn waarop hun middelpunten 4 en 5 liggen. De \erhouding tussen de straal 7 van de boog 2 en de straal 6 van de boogvormige bodemlijn is in de orde van 5/9. Aan zijn beide einden is het reservoir afgesloten door vlakke eindwanden waarvan de 30 vorm uiteraard overeenstemt met de getekende doorsnede van het reservoir. Schotten met een zelfde vorm kunnen het reservoir in compartimenten onderverdelen. Tegenover elk compartiment is er minstens een in-en-uitlaatopening 8.

8700007 - 4 -

Deze openingen komen voor ter hoogte van het midden van de boog 2. Bij de openingen 8 sluit een kraag 9 aan voorzien van in de figuren niet voorgestelde middelen om een zuig-leiding en middelen die perslucht toelaten luchtdicht bij 5 het reservoir te laten aansluiten. De zuigleiding kan daarbij tot bij de bodem van het reservoir worden gebracht. De genoemde middelen zijn bekend en behoren als zodanig niet tot de onderhavige uitvinding. Men kan bij voorbeeld aldus perslucht in het reservoir brengen tot de druk 10 voldoende is om de vloeistof in de zuigleiding tot boven het reservoir te brengen wanneer het reservoir bijna leeg is. Het feit dat de bodem op de beschreven en voorgestelde wijze gebogen is, laat toe het zuigeinde van de leiding in de vloeistof gedompeld te houden tot het reservoir bijna 15 volledig leeg is, wat de tijd die nodig is voor het "lenzen" verkort en het slingeren van de slang in de persleiding beperkt.

Aan de buitenzijde is het reservoir versterkt door liggers 10 waarvan het lijf bij voorkeur gericht is 20 volgens de resultante van de krachten die optreden in de boog 2 en in de bodemlijn 1, dit is nagenoeg volgens de buitenbissectrices van de hoeken gevormd door de raaklijnen aan de boog 2 en aan de bodemlijn 1 ter hoogte van hun snijpunten 11.

25 Het volledige reservoir is van roestvrij staal ver vaardigd en zijn wanden 1 en 2 zijn nagenoeg uitsluitend op trek belast.

In figuur 2, die schematisch de dwarsdoorsnede van een tankschip voorstelt, zijn de bodem 12, de zijwanden 30 13, het dek 14 en versterkingen 15 aangeduid. Versterkingen 10 van het reservoir liggen in het verlengde van versterkingen 15 van het schip.

Uit figuur 2 blijkt onder meer dat het zwaartepunt van het gevulde reservoir vrij laag blijft, dat een behoor-35 lijke afstand kan vrij blijven tussen het reservoir en de 8700007 - 5 - zijwanden 13 van het schip, dat de ruimte onder de bodem van het reservoir goed toegankelijk, blijft en dat de bodem van het reservoir, wanneer dit bijna leeg is,de vloeistof naar het laagste punt ervan laat lopen.

5 De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen vele veranderingen eraan aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling , de schikking en het aantal van de 10 onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.

De genoemde boog moet niet noodzakelijk over nagenoeg 230° lopen. Hij moet wel bij voorkeur over minstens nagenoeg 180° lopen. De hierboven genoemde 15 verhouding tussen de straal van de boog en de straal van de bodemlijn is niet noodzakelijk in de orde van 5/9 maar wel bij voorkeur in de orde van nagenoeg 1/2.

De eindwanden van het reservoir moeten niet noodzakelijk vlak zijn. Zij kunnen ook gebogen zijn,al 20 zal in de regel om economische redenen aan een vlakke uitvoering de voorkeur worden gegeven.

870 0 007

Claims (10)

1. Tank bestaande in een zich in hoofdzaak in een langsrichting uitstrekkend reservoir, met het kenmerk dat de doorsnede van het reservoir loodrecht op de langsrichting bepaald wordt door een bodemlijn (1) en een daarbij aan- 5 sluitende over minstens 180° lopende boog (2).

2. Tank volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de boog (2) over nagenoeg 230° loopt,

3. Tank volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de bodemlijn (1) eveneens boogvormig 10 is en met eerstgenoemde boog (2) een biconvexe lijn vormt.

4. Tank volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de boog (2) en de boogvormige bodemlijn (1) hun middelpunten (5,4) op een zelfde symmetrielijn (3) hebben.

5. Tank volgens vorige conclusie, met het kenmerk 15 dat de verhouding tussen de straal (7) van de boog (2) en de straal (6) van de boogvormige bodemlijn (1) in de orde van 1/2 is.

6. Tank volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de verhouding tussen de straal (7) van de boog (2) en 20 de straal (6) van de boogvormige bodemlijn (1) in de orde van 5/9 is.

7. Tank volgens een van de conclusies 4 tot 6, met het kenmerk dat het reservoir versterkingen (10) heeft nagenoeg volgens de buitenbissectrices van de hoeken gevormd 25 door de raaklijnen aan de boog (2) en aan de boogvormige bodemlijn (1) ter hoogte van hun snijpunten (11).

8. Tank volgens een van de vorige conclusies,met het kenmerk dat het reservoir een in-en-uitlaatopening (8) heeft ter hoogte van het midden van de boog (2).

9. Schip met nagenoeg rechthoekige doorsnede waarin een tank ingebouwd is, met het kenmerk dat de tank volgens een van de vorige conclusies is.

10. Schip volgens vorige conclusie, met het kenmerk 870 0 007 - 7 - dat de tank volgens conclusie 7 is en de versterkingen (10) in het verlengde liggen van versterkingen (15) van het schip. 870 0 007